Navelstrengstomp verzorging bij de à terme neonaat anno 2015: evidence-based richtlijnen voor de klinische praktijk

Dimka
Holvoet
  • Dimka
    Holvoet
  • Anneleen
    Jongbloet

Er heerst een grote onduidelijkheid bij de professionele hulpverleners omtrent de meest optimale navelstrengsstompverzorging bij de à terme neonaat. Niet alleen over de methode zelf, ook over het aantal keren behandelen van de navelstrengstomp, bestaat er discussie. Deze  onzekerheden bij de professionele hulpverleners omtrent de meest evidence-based richtlijnen  worden ook  op  de  ouders geprojecteerd.

De gemiddelde separatietijd van de navelstrengstomp is vijf tot vijftien dagen. Het normale separatieproces wordt gevormd doordat de oxygenatietoevoer via de arteriën en de vene wordt verbroken, hierdoor treedt er ter hoogte van de navelstrengstomp leukocyteninfiltratie op en zal de stomp na verloop van tijd drogen, necrotiseren en afvallen. Tijdens het scheidingsproces wordt vaak een soort pus gevormd. Dit pus wordt door de ouders vaak als een infectie gezien, maar hoort eigenlijk bij het normale helingsproces. Neonaten ontwikkelen hun beschermend flora pas na 24 uren, waardoor de beginperiode cruciaal is voor het ontwikkelen van infecties. Dit bewijst dat het van uitermate belang is dat er hygiënisch met de navelstrengstomp moet worden omgegaan tijdens het verblijf op de materniteit.

Navelstrengstompinfecties zijn in de meeste gevallen te voorkomen, waardoor het van groot belang is om  te gaan onderzoeken welke verzorging, met welk middel, nu het best is om de infecties te voorkomen. Noch door het KCE, noch door de Hoge gezondheidsraad zijn over navelstrengstompverzorging aanbevelingen gepubliceerd. Daar de Wereld WHO-richtlijnen gebaseerd zijn op verouderde onderzoeken wordt getracht in deze bachelorproef, met een recentere literatuurstudie, na te gaan welke evidence-based richtlijnen opgesteld zouden kunnen worden voor de navelstrengstomp verzorging bij de à terme neonaat in ontwikkelde landen anno 2015. De WHO ijvert sinds 1998 voor dry cord care. Dit betekent de navelstrengstomp proper te houden zonder applicatie van middelen en de navelstrengstomp bloot te laten aan de lucht of losjes bedekt door een propere doek, nadat de navelstreng eerder met een steriel instrument doormidden gesneden werd. Wanneer de navelstrengstomp bevuild zou zijn, raadt de WHO aan enkel te reinigen met water. De WHO adviseert het gebruik van antiseptische middelen in landen of situaties waarin de hygiëne een probleem is en/of er een grote infectiegraad is.

Uit de geïncludeerde artikels kan er besloten worden dat de meest recente WHO richtlijn omtrent het dry cord care beleid tot nu toe nog steeds de voorkeur geniet. In de bachelorproef worden een ruim aantal verschillende verzorgingsmethodes vergeleken op vier verschillende aspecten. Namelijk kolonisatiegraad, separatietijd, tevredenheid van de ouders en tot slot de kosten-batenanalyse.

Wat betreft separatie, tevredenheid van de ouders en de kosten-batenanalyse is er in de literatuur, mits de nuanceringen aangeven in de bachelorproef, een algemene consensus dat het dry cord care de meest evidence-based verzorgingsmethode is. Met dry cord care wordt het fysiologische 'rottingsproces, met de al even natuurlijke fenomenen van pusvorming en roze verkleuring, gewaarborgd. De separatietijd is bij gebruik van poeders zoals Sicombyl® dan wel korter, de omslachtige werkwijze van de verzorging en de nadelen zoals uitdroging van de huid, zorgen ervoor dat de ouders hier minder positief tegenover staan.

Dry cord care is bovendien uiteraard de goedkoopste verzorgingsmethode, mits de dure kweken uit angst voor infectie achterwege blijven door de nieuwe inzichten.

Wat betreft het aspect kolonisatie blijkt dat dry cord care een hogere kolonisatiegraad met zich meebrengt. Toch kan men nog steeds het verband tussen niet-kritische kolonisatie en infectie niet bewijzen omdat alle wonden bacterieel gekoloniseerd zijn, maar niet alle wonden zijn bijgevolg geïnfecteerd. Dit zorgt ervoor dat het nut van de behandelingsmethodes die ingrijpen op het reduceren van de kolonisatiegraad, zoals routinematig gebruik van alcohol, niet volledig bewezen kan worden. Dit inzicht is voortgevloeid uit het nieuw fenomeen ‘rooming-in’. Doordat de baby in eenzelfde kamer verblijft met de moeder is er veel minder kans op kruisbesmettingen van neonaat op neonaat in vergelijking met vroeger toen alle baby’s in één ruimte vertoefden. Ook zijn de neonaten minder blootgesteld aan verschillende vroedvrouwen of verpleegkundigen doordat men elk verantwoordelijk is voor hun toegewezen kamers. Tegenwoordig verblijven moeder en kind tot slot minder lang in het ziekenhuis (mede door de financiële kant van de ligdagen), waardoor de infecties ook dalen in de High Income Countries-landen zoals België.

Skin-to-skin heeft in verband met navelstrengstompverzorging eveneens een positief effect op de kolonisatie van de navelstrengstomp. Door het huidcontact tussen moeder en kind wordt de navel gekoloniseerd met niet-pathogene huidbacteriën die het natuurlijke helingsproces ten goede komen. Deze zorgen er bovendien voor dat er, door competitie, minder pathogene bacteriën zullen voorkomen op de navelstrengstomp.

De nood aan extra evidence-based resultaten omtrent de kolonisatie in verband met de incidentie aan infecties blijft hoog en verder onderzoek is zeker nodig om zorgverleners en ouders van dry cord care te kunnen overtuigen.

Het is namelijk van groot belang dat ouders eenduidige informatie krijgen over het natuurlijke separatie- en genezingsproces van de navelstrengstompverzorging. De taak van de vroedvrouw hierbij is cruciaal, daar zij instaat voor het geven van correcte gezondheidsvoorlichting aan de ouders. Dry cord care is volgens de recentste onderzoeken als meest effectief en goedkoop gebleken. Om dit ook over te kunnen brengen naar de ouders van à terme neonaten toe is er nog een mentaliteitsverandering nodig in het werkveld. Vele zorgverleners wantrouwen tegenwoordig dry cord care en zijn te vlug geneigd om de navelstrengstomp te gaan ontsmetten, ook al zijn er geen tekenen van infectie. Ze voelen zich vertrouwd met het handelen dat ze al jaren stellen en zijn niet snel geneigd hiervan af te stappen.

Daar educatie doorheen de bachelorproef een heel belangrijk item is gebleken, werd bij deze bachelorproef een “babyboxkaartje” opgesteld. Hierop staan de belangrijkste aandachtspunten bij het dry cord care principe op vermeld. Hiermee wordt getracht al een kleine stap richting mentaliteitsverandering te zetten …

Download scriptie (569.48 KB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2015
Thema('s)