Omnivorisering bij cultureel actieve jongeren. Een exploratief onderzoek aan de hand van Kunstbende

Sofie De Schampheleire
Persbericht

Omnivorisering bij cultureel actieve jongeren. Een exploratief onderzoek aan de hand van Kunstbende

Jongeren en cultuur

 

Het debat ‘jongeren en cultuur’ is vandaag niet meer weg te denken uit maatschappelijke discussies over cultuureducatie en -beleid. Dit onderwerp kent echter heel wat vooringenomenheden. Jongeren zouden weinig interesse hebben in culturele activiteiten en zich eerder terugtrekken in een eigen smaakuniversum, waarin popmuziek, jeugdmode en sport centraal staan. Een belangrijke factor is hierbij de opkomst van de cultuurindustrie, die de leefwereld van jongeren grondig heeft gewijzigd. Er zijn nu zeer veel uitgaansmogelijkheden; kunst en cultuur zijn nog slechts één van de vele opties. De cultuurindustrie tracht jongeren aan zich te binden door sterk in te spelen op hun wensen. Dit leidt er toe dat jongeren zich ontpoppen tot amusementhoppers die voortdurend op zoek zijn naar een nieuwe, al dan niet culturele, activiteit.

 

Het is in dit klimaat dat Amerikaanse en West-Europese onderzoekers een nieuw cultuurgedrag vaststellen bij jonge hoogopgeleiden. De welopgevoede elite die zich tot voor kort enkel thuis voelde in traditionele kunsten, vindt vandaag ook zijn gading in populaire cultuuruitingen. Zelfs jongeren blijken niet het gevoel te hebben te moeten kiezen tussen twee verschillende cultuurdomeinen. Zij voelen zich niet verplicht om enkel aan ‘Cultuur’ deel te nemen; ook populaire cultuuruitingen genieten hun aandacht. Er is met andere woorden een overgang van een eng naar een breed of omnivoor vrijetijdsgedrag.

 

Deze licentieverhandeling gaat op zoek naar het verband tussen kunsteducatie, cultuurdeelname en culturele smaak van cultureel actieve jongeren, meerbepaald Kunstbende-jongeren. Is er bij hen sprake van een omnivoor cultuurgedrag? Tien jongeren die meerdere keren aan Kunstbende hadden deelgenomen, kregen het woord en werden onderworpen aan een diepte-interview. Het ging om een kwalitatief onderzoek met een beperkt aantal respondenten, veralgemenen naar de Vlaamse jongeren is daarom niet mogelijk. Kunstbende-jongeren zijn immers erg cultureel actieve jongeren, wat niet strookt met de doorsnee jongeren. Toch brachten deze gesprekken een aantal interessante aspecten aan het licht.

 

Vanaf de 18e eeuw ontstond er onder druk van de elite een onderscheid tussen de hoge (traditionele) en lage (populaire) cultuur. Bij hoge cultuur denken mensen aan kunstvormen van een andere, meer verheven orde dan populaire kunsten. Deelname aan hoge cultuur wijst op een zekere status en geldt als ultiem kenmerk van gecultiveerdheid, terwijl het bijwonen van populaire cultuur eerder gericht is op plezier en ontspanning. Ieder onderscheid tussen hoog-laag is vatbaar voor kritiek. Bovendien nemen activiteiten die zich in de schemerzone nestelen toe.

 

Bij vergelijkingen tussen hoge en lage cultuur vormen jongeren een interessante onderzoeksgroep. De opvatting heerst dat deelname aan hoge cultuur vooral bij hen gestimuleerd moet worden. Kunstbende-jongeren nuanceren het onderscheid tussen hoge en lage cultuur, maar overduidelijk is dat hun voorkeur uitgaat naar het eerste. Zij vinden niet dat iedereen aan kunst en cultuur moet deelnemen, wel moeten jongeren eventjes gepusht worden om ervan te proeven, zeggen ze. Kunst en cultuur veranderen zodat jongeren sneller de weg vinden: daarover zijn de respondenten het niet met elkaar eens. Sommigen geloven dat aanpassing leidt tot commercialisering en het ontstaan van een platte cultuur, terwijl anderen kunst en cultuur juist dichter bij de leefwereld van jongeren willen doen aansluiten.

 

Opvallend is dat voor deze jongeren zowel het actieve als het receptieve cultuurgedrag belangrijk is. Vanuit dat opzicht houden Kunstbende-jongeren er inderdaad een omnivoor vrijetijdsgedrag op na, maar meestal wordt omnivoor cultuurgedrag vanuit receptief oogpunt geïnterpreteerd. Toch is het niet, omdat iemand zowel op café gaat als een discotheek en een theatervoorstelling bezoekt, dat hij een omnivoor is in hart en nieren.

 

Uit gesprekken met de jongeren blijkt trouwens dat wat betreft het receptieve cultuurgedrag, deze cultureel actieve jongeren helemaal niet zo open en breeddenkend zijn als eerder onderzoek beweert. De cultuurvormen die Kunstbende-jongeren opsommen en waarvoor ze de meeste interesse hebben, behoren eerder tot de zogenaamde hoge cultuur. Hoewel deze jongeren populaire cultuur niet schuwen, spreken ze er toch laagdunkend over, zoals ‘die VT4-toestanden’ of ‘te commercieel’.

 

Waarom houden Kunstbende-jongeren zich bezig met kunst en cultuur? Voor de ene werken kunst en cultuur inspirerend, voor de andere is het leerrijk en gaat het om een zoektocht naar herkenning van eigen gevoelens. Voor de meeste respondenten was Kunstbende dé stap om zelf creatief aan de slag te gaan en de ‘kunstenaar in zich’ te laten spreken. ‘Ik wilde weten of het echt zo moeilijk was om een rap te maken’ en ‘Nu kon je eens je goesting doen, zonder hulp van anderen’ waren typische uitspraken. Het feit dat jongeren jaar na jaar terugkeren, toont dat ze plezier beleven aan kunst en cultuur. Theorieën rond cultuurparticipatie wijzen op het grote belang van ouders bij cultuurdeelname van hun kinderen. In dit onderzoek bleek het tegendeel: Kunstbende-jongeren ontwikkelen vooral op eigen houtje interesse in een welbepaalde kunstdiscipline of met stimulans van vrienden en broers of zussen.

 

Over Kunstbende zelf zijn deze jongeren erg enthousiast. Voor hen is het zeker geen wedstrijd die ongestoord voorbij gaat. Mogelijk is dat het resultaat van de gemoedelijke sfeer op de voorrondes en de finale. Bovendien is er van competitiegevoel weinig sprake. Een andere verklaring is dat Kunstbende de blik van jongeren verruimt, zodat een heel nieuwe wereld voor hen opengaat. ‘Kunstbende is een wereld waar je meer kansen krijgt’, zei een respondent. Een wereld waarin jongeren actief omgaan met kunst en cultuur en waar plaats is om eigen ideeën te realiseren.

 

Kortom, in haar opzet om jongeren aan te zetten actief met kunst en cultuur bezig te zijn, is Kunstbende zeker geslaagd. Wel gaat het hier om een specifieke jongerengroep die niet te vergelijken is met de doorsnee Vlaamse jongeren. Wat betreft het nieuwe omnivore cultuurgedrag dat in de literatuur aan bod komt, is in dit onderzoek geen bevestiging gevonden. Kunstbende-jongeren houden immers sterk vast aan de hoge cultuur. Een aantal geeft wel toe de populaire cultuuruitingen niet helemaal te schuwen, maar spreken van de ‘culturele omnivore jongeren’ zou toch nogal voorbarig zijn.

 

Sofie De Schampheleire

 

Universiteit of Hogeschool
Communicatiewetenschappen
Publicatiejaar
2004
Share this on: