Ik zie, ik zie wat jij niet ziet. Dat is nou die (stomme) dyslexie!

Aline van den Bosch Lieve Vansteenkiste
Persbericht

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet. Dat is nou die (stomme) dyslexie!

Vroegtijdige signalisatie van kleuters met een risico voor dyslexie.

 

Aangezien we beiden dyslectisch zijn, hield de volgende vraag ons sterk bezig: Kunnen de hindernissen die wij ondervinden, ten gevolge van dyslexie, beperkt worden door risicokleuters voor dyslexie vroegtijdig te gaan opsporen en zijn er dan ook vroege signalen van dyslexie?

In onze zoektocht naar informatie hieromtrent stelden we vast dat er rond dit onderwerp al heel wat beweegt, vooral in Nederland.

 

Wat is dyslexie?

Wanneer je - in verschillende bronnen - op zoek gaat naar een definitie van dyslexie, tref je vaak één van de twee volgende definities aan.

Definitie 1: opgesteld door de Commissie dyslexie van de gezondheidsraad, Nederland

Men spreekt van dyslexie wanneer de automatisering van woordidentificatie en/of schriftbeeldvorming zich niet, dan wel zeer onvolledig of zeer moeizaam ontwikkelt.

Definitie 2: opgesteld door de Stichting dyslexie, Nederland

Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen).

 

Soorten

Dyslexie komt in veel verschillende vormen en gradaties voor. Daardoor wordt dyslexie soms onderverdeeld in verschillende types. Wij kunnen ons het meest vinden in de onderverdeling van Merkelbach. Hij onderscheidt vijf types.  

Perceptuele dyslexie/Linguale dyslexie

Perceptueel: moeilijkheden om greep te krijgen op een woord en letter voor letter lezen

 

Visuele dyslexie

 

Auditieve dyslexie

Er zijn problemen bij de auditieve informatieverwerking. Deze komt onvoldoende tot stand. Er wordt onvoldoende onderscheid gemaakt tussen medeklinkers en klinkers, die sterk gelijkend zijn. Hierdoor ontstaan problemen met de spelling.

Eidetische dyslexie

Onvoldoende snel greep hebben op de woordstructuur. Dit omdat de globale woordherkenning niet goed verloopt, mede onder invloed van een niet goed verlopende klankvoorstelling. De auditieve signalen worden voldoende verwerkt en stillezen gaat beter dan luidop.

Dysfatische dyslexie

Het moeilijk hebben om zich snel en goed uit te drukken. De koppeling tussen teken en betekenis komt niet onmiddellijk tot stand. Er doen zich woordvindingsproblemen voor. Zo'n kind gebruikt veel woordomschrijvingen. Begrijpend lezen is een moeilijke zaak. Bij spelling zien we veel fonetische invullingen.

 

Signalen bij kleuters

Je merkt dat het bij dyslexie vooral draait om lezen en spellen, en dus om lagereschoolkinderen. Omdat dyslexie vaak veel te laat onderkend wordt – waardoor de gevolgen op latere leeftijd kunnen escaleren – is men op zoek gegaan naar signalen die kunnen wijzen op een risico voor dyslexie nog voor het kind kan lezen en/of schrijven. Aan de universiteit van Oxford is er onderzoek gedaan naar twee tekorten die je heel gemakkelijk kan testen bij kinderen met (een risico voor) dyslexie.

 

Tekort qua klankverwerving

Een risicokleuter heeft problemen met het fonologisch bewustzijn. ‘Fonologisch bewustzijn’ houdt in dat men er zich van bewust is, dat uitingen bestaan uit woorden die ontleed kunnen worden in kleinere eenheden (klanken). Men kan hier op 5 manieren naar peilen.

 

rijmen: herkennen van rijmpatronen en zelf rijmwoorden zoeken

Een risicokleuter vertoont vaak problemen met één of meerder van deze 5 peilers.

 

Tekort in benoemingssnelheid

Een risicokleuter voor dyslexie heeft het moeilijk om zonder problemen en snel afbeeldingen te benoemen. Meestal benoemt een risicokleuter de afbeeldingen wel juist, maar het duurt lang. Kinderen met dyslexie kunnen immers heel moeilijk in hun geheugen gaan opgraven wat ze al geleerd hebben en dus eigenlijk al weten. Dit uit zich ook in moeilijkheden met het onthouden van de namen van klasgenootjes en het benoemen van de dagen van de week, kleuren,…

 

De volgende signalen kunnen mogelijks wijzen op een gevaar voor dyslexie, zeker in combinatie met één van vorige 2 tekorten. Elk signaal op zich is onvoldoende om te concluderen dat het kind een risico loopt op het ontwikkelen van dyslexie. Als het echter gaat om een veelheid aan signalen en als de signalen hardnekkig aanwezig zijn, is er wel een kans op een leerstoornis. Laten we wel duidelijk zijn dat het gaat om ‘een kans op’. Een honderd procent zekere diagnose is, in deze fase, immers moeilijk te stellen. Toch stelt men een voorlopige diagnose niet uit, omdat het beter is een kind dat achteraf niet dyslectisch blijkt te zijn in een risicogroep te plaatsen, dan de problematiek van een dyslectisch kind te laat te onderkennen.

geheugenproblemen (problemen met het onthouden van allerlei gegevens)

 

Ruimtelijke problemen (problemen met ruimtelijke begrippen, spiegelschrift,…)

 

Hoe omgaan met dyslexie?

Naast het vroegtijdig signaleren, is ook een goede begeleiding belangrijk om deze kinderen met hun problemen te leren omgaan. De begeleiding van risicokleuters kan op 3 niveaus: binnen het gezin, in de kleuterschool en extern (professionele begeleiding). Het gezin hoort het kind te steunen en te stimuleren; in de kleuterschool kan er gewerkt worden aan de signalen waarbij het kind dreigt uit te vallen en voor een externe begeleiding raadpleegt men het beste een logopedist.

 

Slot

Wij hopen met dit artikel andere kleuterleidsters warm te maken voor deze materie. Want hoe meer aandacht wordt besteed aan de vroegtijdige signalisatie van dyslexie in de kleuterschool, hoe kleiner de gevolgen zullen zijn voor vele risicoleerlingen en hoe minder problemen deze leerlingen ondervinden in hun verdere schoolloopbaan. Bovendien zal heel de problematiek rond dyslexie langs deze weg ook beter begrepen worden door ouders en leerkrachten. Want al te vaak worden dyslectici - uit onwetendheid - bestempeld als lui en dom. (H)erkenning (a.h.v. kindvolgsystemen), aanvaarding en begeleiding binnen de (kleuter)school kan dus al een grote stap in de goede richting zijn naar het preventief behandelen van dyslexie. Zo bieden we het kind optimale kansen in de opbouw van een positief zelfbeeld.

 

van den Bosch A. en Vansteenkiste L.

 

ELEN, R. & Van De Riet, E., Onderzoek naar de relatie tussen fonologisch bewustzijn en lezen bij 52 kinderen. Logopedie, jrg. 11, nr. 2, 1998, p. 31-39.

LAEVERS, F., Procesgericht kindvolgsysteem voor kleuters. Leuven, Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs, 2001, 74p + 3p formulieren

Screeningslijst 1: EGES (Advies, Begeleiding en Coaching), Centrum voor advies en begeleiding bij dyslexie voor scholen, ouders en bedrijven in geheel Noord-Holland en Friesland.

Screeningslijst 2: WENTINK, W, VERHOEVEN, L, Protocol leesproblemen en Dyslexie, Nijmegen, drukkerij MacDonald/SSN, 2003, 250.

Screeningslijst 3: Vrije Basisschool, Hugo Verriestlaan 49, 8880 Ledegem, Realisatie: Iris Mahieu (Kleuterleidster en zorgcoördinator)

Bibliografie

Bronnenlijst

 

BREBAN, N., CROES, F., Langers, J., LOOS, J., Kleuterstapjes: kindvolgsysteem: kleuteronderwijs op basis van de ontwikkelingsdoelen en de leerplannen: handleiding, Deurne, Wolters Plantyn, 2001, 87p.

 

CEYSSENS, M., Ik schreif faut. Omgaan met dyslexie. Tielt, Lannoo nv, 2002, 212p.

 

DAVIS, R., BRAUN, E., De gave van dyslexie: Waarom zelfs heel slimme mensen soms niet kunnen lezen en hoe ze het kunnen leren. Rijswijk? Uitgeverij Elmar bv, 1995.

 

Dyslexie kwestie van taal., Klasse voor leerkrachten, nr. 126, juni 2002, p. 44-45.

 

EG, S., Aangepast aanvankelijk lezen en spellen. Versie 2.3, 2003.

 

EGES (Advies, Begeleiding en Coaching)

Centrum voor advies en begeleiding bij dyslexie voor scholen, ouders en bedrijven in

geheel Noord-Holland en Friesland. Screeningslijst.

 

ELEN, R. & VAN DE RIET, E., Onderzoek naar de relatie tussen fonologisch bewustzijn en lezen bij 52 kinderen. Logopedie, jrg. 11, nr. 2, 1998, p. 31-39.

 

ELING, P., Verantwoorde aanpak dyslexie. In: Jeugd in School en Wereld, jrg. 75, nr. 4, 1990, p. 14-15.

 

ESSERS, A., Problemen in de taalontwikkeling. Garant, Antwerpen, 2003.

 

EUSTACHE, I. & DE KOCK, C., Dyslexie: tijdig opsporen is de boodschap. http://www.e-gezondheid.be/magazine/article.asp, 8 maart 2005.

 

FIBBE, T., VAN DER GIESSEN, M., Dyslexie... een vergaarbak? (2): Leerstoornissen bij kinderen. In: De wereld van het jonge kind, jrg. 19, nr. 1, 1991, p. 8-11.

 

GROOS, A.J.C., Vroegtijdige onderkenning van dyslexie bij kleuters. Den Haag, zelfstandig uitgegeven, juni ‘04.

 

KONING, L., Dyslexie; wat is het en hoe stel je het vast?. In: Jeugd in School en Wereld, jrg. 74, nr. 9, 1990, p. 20-23.

 

KONING, L., Dyslexie; speciale begeleidingsmogelijkheden voor kinderen met leesproblemen. In: Jeugd in School en Wereld, jrg. 74, nr. 10, 1990, p. 24-26.

 

LAEVERS, F., Procesgericht kindvolgsysteem voor kleuters. Leuven, Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs, 2001, 74p + 3p formulieren.

 

COPPENS, L., Nieuwsbrief 26, Leren en studeren thuis en op school. http//users.skynet.be/lieven.coppens/nieuwsbrief.htm, oktober 2004.

 

COPPENS, L., Nieuwsbrief 28, Leren en studeren thuis en op school. http//users.skynet.be/lieven.coppens/nieuwsbrief.htm, december 2004.

 

LOONSTRA, J.H., SCHALKWIJK, F., Omgaan met dyslexie, sociale en emotionele aspecten. Leuven, Garant - Uitgevers, 1999, 175.

 

MANDERS, E., Van gesproken naar geschreven taal: spraakvaardigheid en mondelinge taalvaardigheid als voorwaarde voor lezen en schrijven. Logopedie, jrg. 15, nr. 1, 2002, p. 15-24.

MOMMERS, Fr. C., Het voorspellen en voorkomen van leesmoeilijkheden. In: De wereld van het jonge kind, jrg. 29, nr. 8, 2002, p. 232-235.

Oq eenpag stuurbenze qevos. Klasse voor Ouders, nr 58, april 2002, p. 7

 

PITTERY, P., Dienst voor logopedie, stottertherapie en leerstoornissen. Noordveldstraat 33 8200 Brugge.

 

ROST, H., HUIZING, M., COELEMAN, K., VAN DER KROL, R., Nijmeegse observatieschaal voor kleuters: een leerlingvolgsysteem: handleiding. Lisse, Swets & Zeitlinger, 1999, 3de druk, 156p.

 

ROST, H., HUIZIN, M., COELEMAN, K., VAN DER KROL, R., Nijmeegse observatieschaal voor kleuters: een leerlingvolgsysteem: leerlingboekje Klimwijzer. Lisse, Swets & Zeitlinger, 1997, 39 p.

 

Sociologie. Voorlezen kan dyslexie voorkomen., Uit de Standaard van 21 januari 2005.

 

Stichting Integratie Gehandicapten, Kleuters veilig oversteken: kleutervolgsysteem: herwerkte en genormeerde versie van de 'Signaallijst voor kleuters’. Destelbergen, Stichting Integratie Gehandicapten, 2005, 32p.

 

STOEP, J. & VERHOEVEN, L., Stimulering van beginnende geletterdheid bij kleuters uit risicogroepen. Leuven, Garant, 2000.

 

Symposium, Studeren met dyslexie zonder frustraties?

 

Thomas gelooft opnieuw in zichzelf uit. Kasse voor ouders, nr 3, november 1996, p6-7

 

VAN GASTEL, W., Dyslexie: terug naar af?. In: Christene Basisschool: Schoolwijzer, jrg. 105, nr. 10, 1998, p. 15-20.

 

VAN HARTEN, P., Met woordblindheid omgaan. In: Jeugd in School en Wereld, jrg. 74, nr. 4, 1989, p. 16-19.

 

VAN STRAATEN, H. (illustrator), "Dyslexie". In: Door een gekleurde bril, Vianen, The House of Books, 2001, p.17.

 

VAN VRECKEM C., Voordracht over dyslexie, woensdag 16 februari 2005, Vrije Basisschool Gijzegem.

 

VAN VRECKEM C., DESOETE A., VAN HEES V., Kleuters, ontwikkeling van lees- en spellingsvaardigheden en “markers” op lees- en spellingsproblemen bij kleuters. Logopedie, jrg. 17, nr. 3, 2004, p. 15-24.

 

VERHOEVEN, L., AARNOUTSE, C., Tussendoelen beginnende geletterdheid  / een leerlijn voor  groep 1 tot en met 3. Nijmegen, expertisecentrum Nederlands, Races Reclame & Marketing bv, 2004 zesde druk, 104.

 

MAHIEU, I., Vrije Basisschool; Hugo Verriestlaan 49; 8880 Ledegem. Screeningslijst.

 

WENTINK, H., Beter leren lezen met een interactieve aanpak. In: De wereld van het jonge kind, jrg. 31, nr. 2, 2003, p. 38-41.

 

WENTINK, W, VERHOEVEN, L, Protocol leesproblemen en Dyslexie. Nijmegen, drukkerij MacDonald/SSN, 2003, 250.

 

Internetadressen

 

http://members1.chello.nl/~rwielens/nederlands/hoofdpagina.htm

 

www.kind-in-balans.nl

 

www.sprankel.be

 

www.dienstlogopedie.be

 

www.letop.be

 

www.gezondheid.be

 

www.ballansdigitaal.nl

 

Universiteit of Hogeschool
Bachelor in het onderwijs: leraar Kleuteronderwijs
Publicatiejaar
2005
Share this on: