'Ten respecte van de eerlijcke compagnie': Maatschappelijke plaatsbepaling van de herberg te 's-Hertogenbosch in een periode van sociale transformatie (1650-1800)

Brecht Deseure
Persbericht

'Ten respecte van de eerlijcke compagnie': Maatschappelijke plaatsbepaling van de herberg te 's-Hertogenbosch in een periode van sociale transformatie (1650-1800)

Maandag 8 april 1697. In herberg ‘de Nobele Baes’ in ’s-Hertogenbosch zit Jan Beekmans een pint te drinken met zijn werkgever. Wat verder delen de broers Hendrik en Willem Van De Hurk een tafeltje. Wanneer Beekmans,op weg naar buiten, aan hun tafel passeert, bieden de broers hem een glas aan. Beekmans bedankt ervoor, want zijn eigen pintje is nog vol. Wanneer de broers zien dat hij hun glas afslaat, beginnen ze te schelden. Ze noemen hem ‘schelm’ en ‘hondsvot’ en slaan hem met een bierpot op het hoofd. Alledrie halen ze hun messen boven en niet veel later ligt er op de herbergvloer een dode. Een lichtelijk overdreven reactie?

De laatste jaren is ‘zinloos geweld’ een hot issue in de media. We worden overspoeld door berichten over dodelijke incidenten met een banale aanleiding. Schooljongens die met stiletto’s vechten, cafégangers die elkaar als schietschijf gebruiken of automobilisten met een baseballknuppel in de aanslag, ze zijn niet meer weg te denken uit het nieuws. Dikwijls hoor je daarbij op de achtergrond de vraag doorklinken: ‘wat is dat toch tegenwoordig?’. Vroeger was het toch wel anders? Dat is verre van zeker. Want hoe nieuw is dat ‘blinde, zinloze’ geweld eigenlijk? Is het echt een verschijnsel van de laatste jaren, of moeten we veel verder terugkijken?

In het kader van mijn scriptie las ik tachtig gerechtelijke procesdossiers uit de 17de en 18de eeuw, uit de Noord-Brabantse stad ’s-Hertogenbosch. Allemaal speelden ze zich af in herbergen en bijna allemaal behandelden ze zaken die erg lijken op degene waarover we vandaag in de media horen: vechtpartijen, doodslagen en verwondingen naar aanleiding van alledaagse voorvallen. Een drankje afslaan, een bierkan omstoten of een impulsief grapje, meer was er niet nodig om een stevig messengevecht te veroorzaken. Het lezen over al dat steken, snijden en stukslaan zou je gemakkelijk kunnen verleiden tot sombere gedachten over onze eigen mensensoort. Geven we dan echt zo gemakkelijk toe aan onze meest primitieve impulsen?

Bij nader inzien blijkt er meer aan de hand te zijn. De herberg, want daar draait het om in dit artikel, speelde een bijzondere rol in het leven van de meeste 17de- en 18de-eeuwers. Hoe graag we vandaag ook het café induiken om in goed gezelschap een frisse pint of ander geestrijk drankje te versieren, weinigen zullen cafébezoek beschouwen als een levensnoodzakelijke activiteit. Twee tot vier eeuwen geleden lag dat voor een groot deel van de bevolking totaal anders. Bijna de helft van de inwoners van ’s-Hertogenbosch leefde met hun hele gezin in piepkleine huisjes van amper één of twee kamers. Kaarsen en brandstof voor de verlichting en de verwarming waren duur en bovendien was de sfeer er niet bepaald gezellig. In de vele herbergen van de stad brandde daarentegen een gratis haardvuur en kon men de spanning van de dagelijkse sleur achter zich laten. Nog belangrijker was de aanwezigheid van andere mensen, waarmee men een netwerk kon uitbouwen. Voor wie niets had waren vrienden, kennissen en familie van onschatbaar belang. In een tijd waarin er weinig tot geen sociale zekerheid bestond, konden zij als vangnet dienen wanneer het slecht ging.

De beste manier om uit te drukken wie je vrienden waren, met wie je gezien wilde worden, was samen de herberg bezoeken. Je zat aan dezelfde tafel, dronk van dezelfde kan bier en speelde samen een kaartspel. Zomaar een ander gezelschap vervoegen was uit den boze. Wie erbij wilde horen, moest worden uitgenodigd. Omdat het uitbouwen van een goed netwerk zo belangrijk was, gebruikten de herbergbezoekers allerlei tekens, ook wel ‘sociale codes’ genoemd. Omdat iedereen in de herbergruimte ze begreep, waren deze codes een prima middel om publiekelijk uit te drukken hoe je  tegenover de andere aanwezigen stond. Bood iemand je een drankje aan, dan kon je zonder probleem in diens gezelschap plaatsnemen. Sloeg je daarentegen een drankje af, dan kon je je aan problemen verwachten.

Wat de herbergklanten immers vooral wilden vermijden, was gezichtsverlies. Tel daarbij het grote mannelijke overwicht onder de herbergklanten en de ontvlambare werking van het rijkelijk vloeiende bier, en je kan je indenken dat een conflict snel geboren was. Uit vergelijking van de vele vechtpartijen in procesdossiers komt zelfs naar voor dat kroegruzies een typisch patroon volgden. Aan de basis lag gewoonlijk een banaal voorval, waardoor desondanks gezichtsverlies dreigde voor één van de betrokkenen. De benadeelde partij peilde vervolgens naar de intenties van de tegenstander. Met uitdagende taal, scheldwoorden en obscene gebaren lokten beiden elkaar uit hun tent. Wanneer de beledigingen onhoudbaar werden voor de eer van één van beiden, dan eiste die de andere naar buiten voor een tweegevecht. Met veel vertoon verlieten ze de herberg en stelden zich tegenover elkaar op voor de herbergdeur, soms met de vuisten als wapen, soms met een mes in de aanslag. Toeschouwers stonden met ingehouden adem aan de zijlijn, hitsten de rivalen op of maanden hen aan tot kalmte. Hierop riep één van beide heethoofden: ‘sta vast’ en begon de strijd. Het gevecht eindigde wanneer één vechtersbaas de ander een vernederende wonde kon toebrengen, al dan niet met de dood tot gevolg.

In de herbergen bestond er duidelijk een cultuur van mannelijke eer, waar geweld een belangrijk deel van uitmaakte. Toch was het geweld niet zinloos en zeker niet blind. Uit het verloop van de conflicten blijkt integendeel dat alles erop was gericht om een fysieke confrontatie te vermijden. Een tweegevecht was slechts de laatste fase in een lange procedure van uitdagen en verzoenen. Wanneer tussen herbergklanten ruzie dreigde, dan deden de omstanders er alles aan om een conflict te ontmijnen. Ze moedigden de twee aan om elkaar de hand te drukken en samen ‘af te drinken’. Dat betekent: samen uit één pint drinken en zo het conflict begraven. Dikwijls probeerde ook één van de betrokkenen om de ander te bedaren, zodat die hem niet tot een gevecht zou uitdagen. Een uitdaging afslaan was immers niet mogelijk, dat betekende zoveel als eerloze overgave. Ook echtgenotes en herberguitbaters traden dikwijls op als verzoeners. Lukte dit niet en kwam het uiteindelijk tot een gevecht, dan was ook dit aan strenge regels gebonden. Het gevecht moest eerlijk zijn en plaatsvinden tussen twee gezonde mannen, met de vuisten als wapens. Bovendien was het de bedoeling om enkel een vernederende wonde toe te brengen, bijvoorbeeld een wonde in het gezicht. Zware verwondingen en doodslag waren verboden. Zondigde iemand tegen de ongeschreven regels van het tweegevecht, dan kwamen de omstanders tussenbeide.

Op het eerste gezicht behoorden geweld en doodslag in 17de-en 18de-eeuwse herbergen tot de orde van de dag. Meer dan de helft van de procesdossiers over doodslag speelt zich immers af in een herberg. Wanneer we het verloop van de vechtpartijen van nabij onderzoeken dan blijkt echter dat conflicten sterk geritualiseerd waren en dat de betrokkenen er net alles aan deden om geweld te vermijden. Dertig herbergdoodslagen gedurende 150 jaar in een stad die 142 herbergen telde valt goed mee. Het betekent niet meer dan één doodslag om de vijf jaar. Herbergruzies die toch nog uitliepen op een dode, bijvoorbeeld door het gebruik van een mens, waren uitzonderlijk. Waarom? In een samenleving waar een goede reputatie en betrouwbaarheid van levensbelang waren voor het onderhouden van je sociale netwerk, kon je een reputatie als vechtersbaas missen als kiespijn. In verschillende gevallen drukten de daders nadien dan ook hun spijt uit over het ongeluk. Bovendien blijkt dat betrokkenen bij eergevechten doorheen de 17de en 18de eeuw steeds vaker afkomstig waren uit zwakkere sociaal-economische lagen, zeg maar armen. De meerderheid van de bevolking begon vechten stilaan te beschouwen als eerloos. En die vaststelling is dan weer voer voor hedendaagse sociologen.

‘Zinloos geweld’, vroeger was het beter? Zoals gewoonlijk is het antwoord genuanceerder. Geweld was wel degelijk ingebed in een systeem van sociale onderhandeling. Zinloos werd het pas wanneer de sociale codes faalden en er alsnog een dode viel.    

Bibliografie

 

Archer, I., The pursuit of stability: social relations in Elizabethan London, Cambridge, 1991.

Ariès, P., ‘Voor een geschiedenis van het persoonlijke leven’, Ariès, P. & Duby, G., red., Geschiedenis van het persoonlijk leven, deel 3: Chartier, R., red., Van de renaissance tot de Verlichting, 7-15.

 

Barry, J., ‘Introduction’, Barry, J. & Brooks, C., red., The middling sort of people. Culture, society and politics in England, 1550-1800, Basingstoke, 1994, 1-27.

 

Biemans, J., ‘De paapsche poppecraam. Rituelen en gebruiken van katholieken in de classis ’s-Hertogenbosch in gereformeerde ogen, 1677-1795’, Brabants Heem, 43, 1991, 8-31.

 

Blok, A., ‘Eer en de fysieke persoon’, Tijdschrift voor sociale geschiedenis, 30, 1980, 211-230.

 

Blok, A., ‘Mediterranean totemism: rams and billy-goats’, Blok, A., Honour and violence, Cambridge, 2001,

173-209.

Blondé, B., De sociale structuren en economische dynamiek van 's-Hertogenbosch, 1500-1550, Bijdragen tot de geschiedenis van het zuiden van Nederland, 74, Tilburg, Stichting zuidelijke historisch contact, 1987.

Blondé, B. & Limberger, M., ‘De gebroken welvaart’, Van Uytven, R., red., De geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden, deel 2: Nieuwe Tijd, Zwolle, 2004, 307-330.

 

Blondé, B. & Limberger, M., ‘Van Bourgondische welvaart tot Antwerpse schaduw? Het bierverbruik te 's-Hertogenbosch in de vijftiende en de zestiende eeuw’, Bijdragen tot de geschiedenis, 81, 1998, 71-89.

 

Blondé, B. & Marnef, G., ‘Een gebroken cultureel elan?’, Van Uytven, R., red., De geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden, deel 2: Nieuwe Tijd, Zwolle, 2004, 343-357.

 

Blondé, B. & Van Uytven, R., ‘Wijnverbruik in Antwerpen en ’s-Hertogenbosch in de zestiende eeuw’, G. Janssens, red., Liber amicorum dr. J. Scheerder, Leuven, 1987, 107-126.

 

Boekwijt, H., ‘Het Bossche woonhuis binnenstebuiten. Ontwikkelingen in het huisinterieur tot ca. 1850’, De Mooij, C. & Vos, A., ’s-Hertogenbosch binnenskamers. Aspecten van stedelijke woon- en leefculturen, 1650-1850, Zwolle, 1999, 8-25.

 

Boschi, D., ‘Homicide and knife fighting in Rome, 1845-1914’, Spierenburg, P., red., Men and violence: gender, honor, and rituals in modern Europe and America, Columbus, 1998.

 

Boulton, J., Neighbourhood and society: a London suburb in the seventeenth century, Cambridge, 1987.

 

Bremmer, J.N. & Roodenburg, H.W., red., Gebaren en lichaamshouding van de oudheid tot heden, Nijmegen, 1993.

 

Brennan, T., Public drinking and popular culture in eighteenth-century Paris, Princeton, 1988.

 

Broers, E., Beledigingszaken voor de Staatse Raad van Brabant, 1586-1795, Assen, 1996.

 

Broers, E. & Jacobs, B., Procesgids: Staatse raad van Brabant, Hilversum, 2000.

Bruneel, C., ‘Economie en samenleving in de eeuw van de Verlichting’, Van Uytven, R., e.a., red., Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004, 479-498.

Burke, P., ‘Insult and blasphemy in early modern Italy’, Burke, P., The historical anthropology of early modern Italy, Cambridge, 1987, 95-110.

 

Burke, P., ‘The invention of leisure in early modern Europe’, Past & Present, 146, 1995, 135-150.

 

Burke, P., Volkscultuur in Europa, 1500-1800, Amsterdam, 1990.

 

Burke, P. & Porter, R., red., The social history of language, Cambridge, 1987.

 

Calhoun, C., ‘Community: toward a variable conceptualization for comparative research’, The Journal of Social History, 1980, 107-127.

 

Calis, M., “Schelm, schurk en schoelje”. Criminele procesdossiers wegens belediging voor de schepenbank van ’s-Hertogenbosch en Meierij van 1758-1803, onuitgegeven doctoraalscriptie, Amsterdam, 1997.

 

Castan, N., ‘Publiek en particulier’, Ariès, P. & Duby, G., red., Geschiedenis van het persoonlijk leven, deel 3: Chartier, R., red., Van de renaissance tot de Verlichting, 353-389.

 

Chartier, R., ‘De gemeenschap, de staat en het gezin. Ontwikkelingen en spanningen. Inleiding’, Ariès, P. & Duby, G., red., Geschiedenis van het persoonlijk leven, deel 3: Chartier, R., red., Van de renaissance tot de Verlichting, 350-352.

 

Clark, P., The English alehouse: a social history, 1200-1830, Londen, 1983.

 

Clinard, M.B., ‘The public drinking house and society’, Pittman, D. & Snyder, C., red., Society, culture and drinking patterns, New York, 1962, 181-194.

 

Collomp, A., ‘Gezinnen. Woningen en gemeenschappelijke onderkomens’, Ariès, P. & Duby, G., red., Geschiedenis van het persoonlijk leven, deel 3: Chartier, R., red., Van de renaissance tot de Verlichting, 427-460.

 

Cosemans, A., ‘Alcoholisme en drankbestrijding in vroeger eeuwen’, Handelingen van de Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 10, 1956, 81-127.

 

de Brouwer, K. De heeren van de leeden. Een prosopografisch onderzoek naar het regentenpatriciaat van ’s-Hertogenbosch in de periode 1710-1740, onuitgegeven doctoraalscriptie, Utrecht, 1983.

 

De Bruyne, B., ‘De herberg in het Land van Waas. Bijdrage tot de studie van het herbergwezen op het platteland tijdens de 17de en 18de eeuw’, Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, 92, 1989, 101-106.

 

De Bruyne, B., ‘‘Van lantloopers ende quaet-doenders, bedelaers ende vagabonden, ballinghen en rabouwen’. Vreemdelingenpolitiek en criminaliteit in het Wase herbergwezen tijdens de 17de en 18de eeuw’, Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, 94, 1991, 88-105.

 

Deceulaer, H. en Jacobs, M., ‘Les implications de la rue: droits, devoirs et conflits dans les quartiers de Gand (XVIIe-XVIIe siècles)’, Revue d’histoire moderne & contemporaine, 49, 2002, 27-53.

 

Dekker, T., Roodenburg, H. & Rooijakkers, G., red., Volkscultuur. Een inleiding in de Nederlandse etnologie, Nijmegen, 2000.

 

De Laet, V., Kunstbezit in de marge van de Republiek: een onderzoek naar schilderijen en hun plaats in de materiële cultuur te ’s-Hertogenbosch doorheen de 17e en 18e eeuw, KU Leuven, onuitgegeven licentiaatverhandeling, 2004.

 

de Mare, H., ‘The domestic boundary as ritual area in seventeenth-century Holland’, de Mare, H. & Vos, A., red., Urban rituals in Italy and the Netherlands, Assen, 1993, 108-131.

 

Deseure, B., ‘Questie en afdronk: sociale codes in het openbare lokaal op het Noord-Brabantse platteland in de Nieuwe Tijd’, Volkskunde, 97-118.

 

Driessen, H., ‘Mannelijkheid in gebaren. Lichamelijkheid en omgangsvormen in Andalusië’, Bremmer, J.N. & Roodenburg, H.W., red., Gebaren en lichaamshouding van de oudheid tot heden, Nijmegen, 1993.

 

Elias, N., Het civilisatieproces: sociogenetische en psychogenetische onderzoekingen, Utrecht, 1995.

 

Fabre, D., ‘Families. Privé contra traditie’, Ariès, P. & Duby, G., red., Geschiedenis van het persoonlijk leven, deel 3: Chartier, R., red., Van de renaissance tot de Verlichting, 461-491.

 

Farge, A., La vie fragile, violence, pouvoirs et solidarités à Paris au 18e siècle, Paris, 1986.

 

Frank, M., ‘Satan’s servants or authorities’ agents? Publicans in Eighteenth-Century Germany’, Kümin, B. & Tlusty, A., red., The world of the tavern, Aldershot, 2002, 12-43.

 

Garrioch, D., Neighbourhood and community in Paris, 1740-1790, Cambridge, 1986.

 

Garrioch, D., ‘Verbal insults in eighteenth-century Paris’, Burke, P. & Porter, R., red., The social history of language, Cambridge, 1987, 104-119.

 

Geertz, C., The interpretation of cultures, New York, 1973.

 

Ginzburg, C., ‘Sporen. Wortels van een indicie-paradigma’, Ginzburg, C., Omweg als methode. Essays over verborgen geschiedenis, kunst en maatschappelijke herinnering, Nijmegen, 1988, 206-259.

 

Goffman, E., ‘Introduction’, Goffman, E., Interaction ritual: essays on face-to-face behaviour, New York, 1967.

 

Goffman, E., ‘On face-work. An analysis of ritual elements in social interaction’, Goffman, E., Interaction ritual: essays on face-to-face behaviour, New York, 1967.

 

Goffman, E., The presentation of self in everdyday life, New York, 1959.

 

Gudde, C.J., Vier eeuwen geschiedenis van het garnizoen ’s-Hertogenbosch, 1958.

 

Hagen, J.W., ‘Tijdingen over taveernen: de kroegbazen van Heeze, Leende en Geldrop in 1587’, Heemkronyk, 29, 1990, 83-91.

 

Hanus, J., ‘Over miserabele personen en rijke stinkerds’, Bossche Bladen, 2, 2006, 38-43.

 

Hellemans, A., De herberg als sociale en criminele scène in het Antwerpen van de zestiende eeuw, Universiteit Antwerpen, onuitgegeven licentiaatverhandeling, 2005.

 

Hermesdorf, B., De herberg in de Nederlanden: een blik in de beschavingsgeschiedenis, Assen,  1957.

 

Herpin, D., ‘Een overzicht van de bronnen met betrekking tot criminaliteit: ’s-Hertogenbosch en Lier in de achttiende eeuw’, Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, 93, 1978, 207-223.

 

Hoekx, J. & Paquay, V., Inventaris van het archief van de stad 's-Hertogenbosch, 1262-1810, ’s-Hertogenbosch, 2004.

 

Jansen, G., De eeuwige kroeg: hoofdstukken uit de geschiedenis van het openbaar lokaal, Meppel, 1976.

 

Kappelhof, A.C.M., Belastingheffing in de meierij van Den Bosch, 1648-1730, Bijdragen tot de geschiedenis van het zuiden van Nederland, 49, Tilburg, Stichting Zuidelijke Historisch Contact, 1986.

 

Kappelhof, A.C.M., ‘Laverend tussen Mars en Mercurius’, VOS, A. , red., ’s-Hertogenbosch: de geschiedenis van een Brabantse stad, 1629-1990, Zwolle, 1997, 55-77.

 

Kappelhof, A.C.M., ‘Toenemende spanningen’, Van Uytven, R., red., De geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden, deel 2: Nieuwe Tijd, Zwolle, 2004, 529-537.

 

Kuijer, P., ’s-Hertogenbosch: stad in het hertogdom Brabant, ca. 1185-1629, Zwolle, 2000.

 

Kümin, B., ‘Public houses and civic tensions in early modern Bern’, Urban History, 34, 2007, 89-101.

 

Kümin, B., ‘Public houses and their patrons in Early Modern Europe’, Kümin, B. & Tlusty, A., red., The world of the tavern, Aldershot, 2002, 44-65.

 

Kümin, B. & Tlusty, A., ‘The world of the tavern: an introduction’, Kümin, B. & Tlusty, A., red., The world of the tavern, Aldershot, 2002, 3-11.

 

Laan, C., Drank & drinkgerei: een archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek naar de alledaagse drinkcultuur van de 18de-eeuwse Hollanders, Amsterdam, 2003.

 

Lenman, B. & Parker, G., ‘The state, the community and the criminal law in early modern Europe’, Gatrell, V.A.C., Lenman, B. en Parker, G., Crime and the law. The social history of crime in Western Europe since 1500, Londen, 1980.

 

Lijten, M.J.H.A., Het burgerlijk proces in Stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch 1530-1811, Assen, 1987.

 

Lis, C. & Soly, H., Armoede en kapitalisme in pre-industrieel Europa, Antwerpen, 1986.

 

Lis, C. & Soly, H., ‘‘Beter een goede buur dan een verre vriend’. Buurtschap en buurtleven in Westeuropese streden aan het eind van het Ancien Régime’, van Tijn, T., e.a., red., De kracht der zwakken. Studies over arbeid en arbeidersbeweging in het verleden, Amsterdam 1992, 81-107.

 

Lis, C. & Soly, H., Te gek om los te lopen? Collocatie in de 18de eeuw, Turnhout, 1990.

 

Lindemann, W.M. & Litsenburg, Th.F., Raad van Brabant, 's-Hertogenbosch, 1981.

 

Monballyu, J., ‘Het onderscheid tussen de civiele en de criminele en de ordinaire en de extraordinaire rechtspleging in het Vlaamse recht van de 16de eeuw’, Diederiks, H.A. & Roodenburg, H.W., red., Misdaad, zoen en straf. Aspecten van de middeleeuwse strafrechtsgeschiedenis in de Nederlanden, Hilversum, 1991, 121-132.

 

Muchembled, R., ‘De orde van gebaren. Een sociale geschiedenis van de collectieve sensibiliteit tijdens het Ancien Régime in Frankrijk’, Bremmer, J.N. & Roodenburg, H.W., red., Gebaren en lichaamshouding van de oudheid tot heden, Nijmegen, 1993, 145-170.

 

Muchembled, R., De uitvinding van de moderne mens: collectief gedrag, zeden, gewoonten en gevoelswereld van de middeleeuwen tot de Franse revolutie, Amsterdam, 1991.

 

Muchembled, R., La violence au village: sociabilité et comportements populaires en Artois du 15e au 17e siècle, Turnhout, 1989.

 

Muir, E., Ritual in early modern Europe, Cambridge, 1997.

 

Noordam, D.J., ‘Strafrechtspleging en criminaliteit in Delft in de vroeg-moderne tijd’, Tijdschrift voor sociale geschiedenis, 93, 1989, 209-244.

 

Perneel, A., In compagnie. Een onderzoek naar jongerenculturen te Lier in de achttiende eeuw, Universiteit Antwerpen, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2007.

 

Pleij, H., De sneeuwpoppen van 1511. Stadscultuur in de late middeleeuwen, Amsterdam, 1988.

 

Poukens, J., Het herbergwezen te Hasselt in de 18de eeuw, Katholieke Universiteit Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2006.

 

Prak, M., ‘De ‘Stadstaat’. Politiek, bestuur en rechtspraak’, Vos, A., red., ’s-Hertogenbosch. De geschiedenis van een Brabantse stad, 1629-1990, Zwolle, 1997, 94-121.

 

Prak, M., ‘Een verbazende menigte armen. Zorg en samenleving’, Vos, A., red., ’s-Hertogenbosch. De geschiedenis van een Brabantse stad, 1629-1990, Zwolle, 1997, 79-94.

 

Prak, M., ‘Identité urbaine, identités sociales. Les bourgeois de Bois-Le-Duc au 18ième siècle’, Annales ESC, 48, 1993, 907-933.

 

Prak, M., Republikeinse veelheid, democratisch enkelvoud. Sociale verandering in het Revolutietijdvak,’s-Hertogenbosch,1770-1820, Nijmegen, 1999.

 

Rau, S., ‘Public order in public space: tavern conflict in early modern Lyon’, Urban History, 34, 2007, 102-113.

 

Roodenburg, H., ‘De notaris en de erehandel. Beledigingen voor het Amsterdamse notariaat, 1700-1710’, Keunen, A. & Roodenburg, H., red., ‘Schimpen en schelden’, Volkskundig Bulletin, 18, 1992, 367-388.

 

Roodenburg, H., ‘De ‘hand van vrienschap’. Over het handen schudden en andere gebaren in de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën’, Bremmer, J.N. & Roodenburg, H.W., red., Gebaren en lichaamshouding van de oudheid tot heden, Nijmegen, 1993, 171-211.

 

Roodenburg, ‘Ideologie en volkscultuur: het internationale debat’, Dekker, T., Roodenburg, H. & Rooijakkers, G., red., Volkscultuur. Een inleiding in de Nederlandse etnologie, Nijmegen, 2000, 66-109.

 

Roodenburg, H., ‘Naar een etnografie van de vroegmoderne stad: De ‘gebuyrten’ in Leiden en Den Haag’, Te Boekhorst, P., Burke, P., Frijhoff, W., e.a., red., Cultuur en maatschappij in Nederland, 1500-1800. Een historisch-antropologisch perspectief, Meppel, 1992, 219-243.

 

Roodenburg, H., The eloquence of the body. Perspectives on gesture in the Dutch Republic, Zwolle, 2004.

Rooijakkers, G., ‘Confrontatie of accomodatie? Het protestantse beschavingsoffensief in de Meierij van ‘s-Hertogenbosch (1648-1795), Brabants Heem, 43, 1991, 1-7.

Rooijakkers, G., Eer en schande. Volksgebruiken in het oude Brabant, Nijmegen, 1995.

 

Rooijakkers, G., ‘Operen op het snijpunt van culturen: middelaars en media in Zuid-Nederland’, Te Boekhorst, P., Burke, P., Frijhoff, W., e.a. , red., Cultuur en maatschappij in Nederland, 1500-1800. Een historisch-antropologisch perspectief, Meppel, 1992, 245-285.

 

Rooijakkers, G., Rituele repertoires: volkscultuur in oostelijk Noord-Brabant, 1559-1853, Nijmegen, 1993.

 

Rooijakkers, G., ‘Zinnen van geweld’, Lis, C. & Soly, H., red., Tussen dader en slachtoffer: jongeren en criminaliteit in historisch perspectief, Brussel, 2001, 83-100.

 

Sabbe, M., ‘Reis der Moretussen door Hollandsch-Brabant in 1668’, Taxandrië, 31, 1924.

 

Schuttelaars, A., Heren van de Raad. Bestuurlijke elite van ’s-Hertogenbosch in de stedelijke samenleving, 1500-1580, Nijmegen, 1998.

 

Sharpe, J.A., ‘‘Such disagreement between neighbours’: litigation and human relations in early modern England’, J. Bossy, red., Disputes and Settlements: Law and Human Relations in the West, Cambridge, 1983, 167-187.

 

Slicher Van Bath, T.H., ‘Methodiek en techniek van het onderzoek naar de sociale stratificatie in het verleden’, Tijdschrijft voor geschiedenis, 84, 151-360.

 

Smith, M.A., ‘Social usages of the public drinking house: changing aspects of class and leisure’, The British Journal of Sociology, 34, 1983, 367-385.

 

Soly, H., ‘Kroeglopen in Brabant en Vlaanderen, 16de - 18de eeuw’, Spiegel
Historiael
, 18, 1983, 569-577.

 

Soly, H., ‘Nijverheid en kapitalisme te Antwerpen in de 16de eeuw’, Album aangeboden aan Charles Verlinden ter gelegenheid van zijn dertig jaar professoraat, Gent, 1975.

 

Soly, H., ‘Social aspects of structural changes in the urban industries of eighteenth-century Brabant and Flanders’, Van der Wee, H., red., The rise and decline of urban industries in Italy and in the Low Countries, Leuven, 1988.

 

Spierenburg, P., De verbroken betovering. Mentaliteitsgeschiedenis van preïndustrieel Europa, Hilversum, 1998.

 

Spierenburg, P., ‘Faces of violence: homicide trends and cultural meanings. Amsterdam, 1431-1816’, Journal of social history, 4, 1994, 701-716.

 

Spierenburg, P., ‘Knife fighting and popular codes of honor in early modern Amsterdam’, Spierenburg, P., red., Men and violence: gender, honor, and rituals in modern Europe and America, Columbus, 1998, 103-127.

 

Spierenburg, P., ‘Masculinity, violence and Honor: an introduction’, Spierenburg, P., red., Men and violence: gender, honor, and rituals in modern Europe and America, Columbus, 1998, 1-29.

 

Spierenburg, P., red., Men and violence: gender, honor, and rituals in modern Europe and America, Columbus, 1998.

 

Stallaert, K., Glossarium van verouderde rechtstermen, kunstwoorden en andere uitdrukkingen uit Vlaamsche, Brabantsche en Limburgsche oorkonden, Leiden, 1890.

 

Stewart, B., ‘Taverns in Nuremberg Prints at the Time of the German Reformation’, B. Kümin & Tlusty, A., red., The world of the tavern, Aldershot, 2002, 95-115.

 

Te Boekhorst, P., Burke, P., Frijhoff, W., e.a., red., Cultuur en maatschappij in Nederland, 1500-1800. Een historisch-antropologisch perspectief, Meppel, 1992.

 

Tlusty, A., Bacchus and civic order: the culture of drink in early modern Germany, Charlottesville, 2001.

 

Van Beek, W., ‘Ritueel als object van studie’, skript, 4, 1984, 237-253.

 

Van Bossche, M., ‘Woorden en daden: processen rond verbaal geweld binnen en buiten de herberg, gevoerd door de Gentse schepenbanken tussen 1770 en 1774’, Oostvlaamse Zanten. Tijdschrift voor volkscultuur in Vlaanderen, 3, 1998, 182-190.

 

van de Mortel, H., Criminaliteit, rechtspleging en straf in het Hollandse drostambt Heusden, 1615-1714, Tilburg, Stichting Zuidelijk Historisch Contact, 2005.

 

van den Broeck, A. Lierke Plezierke: Vrijetijdscultuur te Lier en omgeving tijdens de tweede helft van de achttiende eeuw, VUB, onuitgegeven licentiaatverhandeling, 1994.

 

Vandenbroeck, P., Beeld van de andere, vertoog over het zelf. Over wilden en narren, boeren en bedelaars, Lier, 1987.

 

Vandenbroeke, C., Vrijen & trouwen van de Middeleeuwen tot heden, Brussel, 1986.

 

van den Eerenbeem, H.F.J.M., ’s-Hertogenbosch in de Bataafse en Franse tijd, 1794-1814. Bijdrage tot de kennis van de sociaal-economische struktuur, Nijmegen, 1955.

 

van den Eerenbeemt, H.F.J.M., ‘Armoede en drankmisbruik in stad en meierij in de 18de eeuw’, van den Eerenbeemt, H.F.J.M., Bestaan en bedrijvigheid: aspecten van het sociaal en economisch leven in stad en meierij van 's-Hertogenbosch, 1750-1850, Tilburg, Stichting Zuidelijk Historisch Contact, 1975, 37-46.

 

van den Eerenbeemt, H.F.J.M., Geschiedenis van Noord-Brabant, Amsterdam, Meppel, 1996-1997.

 

van de Sande, A., ‘Breekbare verdraagzaamheid. Religie en cultuur in de 18de eeuw’, Van Uytven, R., red., De geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden, deel 2: Nieuwe Tijd, Zwolle, 2004, 535-549.

 

van de Sande, A. en Vos, A., ‘Een verdeeld huis. Godsdienst en cultuur’, Vos, A., red., ’s-Hertogenbosch. De geschiedenis van een Brabantse stad, 1629-1990, Zwolle, 1997, 123-145.

 

Van Dijck, M.F., De pacificering van de Europese samenleving. Repressie, gedragspatronen en verstedelijking in Brabant tijdens de lange zestiende eeuw, Universiteit Antwerpen, onuitgegeven proefschrift, 2007.

 

Van Dijck, M.F., ‘De stad als onafhankelijke variabele en centrum van moderniteit. Langetermijntrends in stedelijke en rurale criminaliteitspatronen (1300-1800)’, Stadsgeschiedenis, 1, 2006, 7-26.

 

Van Drunen, A., e.a., ‘Vestingstad in een moeras. Een geografische beschrijving’, Vos, A., red., ’s-Hertogenbosch. De geschiedenis van een Brabantse stad, 1629-1990, Zwolle, 1997, 37-54.

 

Van Dun, P., Acht eeuwen uit ’n goei vat. De bier- en brouwerijgeschiedenis van ’s-Hertogenbosch en omgeving, ’s-Hertogenbosch, 1998.

 

Van Houtte, J., ‘Maatschappelijke toestanden’, Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel 4, 236-245.

 

Van Uytven, R. & Dauwe, J., Drinken in het verleden, Leuven, 1973.

 

Van Uytven, R. , red., De geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden, deel 2: Nieuwe Tijd, Zwolle, 2004.

 

Van Uytven, R., ‘Le combat des boissons en Europe du moyen âge au XVIIIe siècle’, Cavaciocchi, S., red., Alimentazione e nutrizione secc. XIII-XVIII. Atti della "ventottesima settimana di studi", 22-27 aprile 1996, Firenze, 1997, 53-89.

 

Vanhemelrijck, F., Ellendelingen voor galg en rad, Antwerpen, 1984.

 

Vink, E., ‘Mondkost en tafelcultuur. Eten en drinken en de bijbehorende gebruiksvoorwerpen’, De Mooij, C. & Vos, A., ’s-Hertogenbosch binnenskamers. Aspecten van stedelijke woon- en leefculturen, 1650-1850, Zwolle, 1999, 26-41.

 

Vos, A., ‘‘Crackeel en moetwilligheyt’. Geweld in Rosmalen’, ’s-Hertogenbosch, 4, 1996, 123-134.

 

Vos, A., ‘Een trictracbort, de Razende Roelant en een gogeltas’. Ontspanning en vermaak in de zeventiende en achttiende eeuw’, De Mooij, C. & Vos, A., ’s-Hertogenbosch binnenskamers. Aspecten van stedelijke woon- en leefculturen, 1650-1850, Zwolle, 1999, 60-77.

Vos, A., ‘Een veilig dorp? Misdaad in en rond Vught in de zeventiende en achttiende eeuw’, Thiers, O., red., Vught onvoltooid verleden, 2003, 43-67.

Vos, A. , red., ’s-Hertogenbosch: de geschiedenis van een Brabantse stad, 1629-1990, Zwolle, 1997.

 

Vovelle, M., ‘Les intermédiaires culturels’, Idéologies et mentalités, Paris, 1982, 163-176.

 

Watts, J.S., A social history of Western Europe, 1450-1720, Londen, 1984.

 

Weinstein, B., ‘History without a cause? Grand narratives, world history and the postcolonial dilemma’, International review of social history, 50, 2005, 71-93.

 

Woodhead, L., An introduction to Christianity, Cambridge, 2004.

 

 

Websites

‘Bossche Encyclopedie’, http://www.kringvrienden.nl/ki/ency/_index.htm.

‘Bossche Kennisbank’, http://www.stadsarchief.nl/stadsarchief/vraagbaak/zoeken.cfm.

Stadsarchief  ’s-Hertogenbosch, www.stadsarchief.nl

 

 

 

Bronnen

 

Blokboeken, 1775

GAHt, OSA, 3328-3338

 

Boedelinventarissen (1662 - 1720)

GAHt, NA, 2713, 2721, 2770, 2870, 3055

 

Keuren en verordeningen

              GAHt, OSA,

- A369: 21-3-1771, 15-3-1779, 12-4-1782, 8-8-1787, 5-1-1785, 8-8-1787, 4-10-1788, 29-10-1789, 17-3-1791, 26-2-1793, 6-8-1794, 6-9-1794, 3-8-1795, 13-11-1795, 26-1-1798

- A372: 17-8-1776, 21-11-1811, 15-2-1828

- A376: 29-11-1808, 26-2-1813, 27-2-1824

              - A377: 3-2-1831, 31-10-1837, 7-10-1840

 

Personen bij Willem Blanket en Johan Van Leeuwaarden, Pagters van Imposten op Bieren, Wijnen en Brandewijnen […] opgegeven en in welker Huijsen doorgaans in het Winter Saijsoen Steen-Kool-Vuuren gestookt worden, etc., 1769

GAHt, OSA, 8583

 

Personele quotisatie, 

              GAHt, OSA, 2284

 

Procesdossiers

                GAHt, RA

 

063-02

089-07

128-09

151-07

180-06

 

066-02

089-11

128-23

151-09

 

 

068-01

091-16

129-04

151-15

 

 

069-03

091-17

129-14

151-17

 

 

071-08

094-11

130-10

152-02

 

 

072-16

095-04

130-12

139-09

 

 

074-17

097-19

130-16

154-11

 

 

076-01

098-08

134-01

154-12

 

 

076-11

103-03

134-06

155-07

 

 

078-17

106-11

134-25

156-05

 

 

080-04

109-07

138-05

159-15

 

 

080-07

110-06

138-21

159-34

 

 

080-08

113-03

138-29

166-21

 

 

082-08

113-09

140-19

167-22

 

 

083-08

114-04

140-45

169-03

 

 

086-08

117-02

141-05

170-11

 

 

088-04

119-08

141-18

175-09

 

 

088-05

120-12

143-23

175-11

 

 

088-24

126-04

146-05

176-05

 

 

088-30

126-19

146-16

177-08

 

 

Resoluties van de stadsregering

                GAHt, OSA, Resolutieboeken, 314, f°111v°, 112r°, 10 mei 1691

GAHt, OSA, Resolutieboeken, 379, f°51v°, 52r°, 9 maart 1758

 

Taux op de huishuur, 1775

GAHt, OSA, 2795