Seksuele vorming: geen kinderspel

Ellen Gillis
Persbericht

Seksuele vorming: geen kinderspel

 

“Al spelend leren, veilig begeren”

 

Seksuele voorlichting geven in het middelbaar, geen makkelijke taak.
Hoe pak je dit aan, wat moet je zeker bespreken en wat niet, hou houd je het gegiechel in toom, hoe krijg je de volledige medewerking van de leerlingen over zulk een delicaat onderwerp,... Allemaal bedenkingen die een leerkracht zich kan maken.
“Het Vóórspel” kan daar ondersteuning in bieden.

 
Jongeren worden steeds vroeger seksueel actief, maar stellen duurzame relaties steeds meer uit. Wisselende contacten maken echter dat jongeren meer kans lopen op een seksueel overdraagbare aandoening (SOA) of een ongewenste zwangerschap.
 
Uit recent onderzoek is gebleken dat het aantal tienerzwangerschappen in België de laatste 10 jaar met maar liefst 7 procent is gestegen. Daarbij is het aantal meisjes jonger dan 15 jaar ook gestegen. Ook het aantal personen met HIV besmetting blijft stijgen. Sinds 1986 is het aantal nieuwe HIV-diagnoses geëvolueerd van 1,9 naar 2,9 gerapporteerde gevallen per dag.
 
Er zijn een aantal factoren die maken dat jongeren een kwetsbare groep zijn wat betreft onveilig vrijen. In de eerste plaats is gebrekkige kennis een zeer belangrijk gegeven. Uit verschillende bronnen blijkt dat de kennis van jongeren niet is wat het moet zijn. Zo blijkt dat ze te weinig weten van de overdrachtswijzen van verschillende SOA’s en hoe ze zich hiertegen kunnen beschermen. Daarnaast blijkt ook dat ze, buiten de pil en het condoom, weinig afweten van de verschillende anticonceptiemiddelen.
Verder blijkt ook de kennis van noodscenario’s ontoereikend. Hiermee wordt bedoeld dat de kennis van wat er gedaan kan worden als er iets fout gelopen is, de schade kan beperken (bvb. noodpil).
Daarnaast zijn ook de mate waarin men zich verantwoordelijk voelt voor de partner, genderrolopvattingen, lustaspecten, de vaardigheid om intieme relatieaspecten ter sprake te brengen en de relatiecomponent (vaste relaties versus losse relaties) belangrijke factoren die een invloed kunnen hebben op onveilig vrijen.
 
Er werd reeds veel educatief materiaal ontwikkeld om rond seksuele voorlichting te werken. Niet enkel scholen, maar ook externe partijen zoals “Sensoa” en “Jeugd en Seksualiteit” richtten zich o.a. op seksuele voorlichting naar jongeren toe. Dit gaat van brochures en infodagen tot educatieve spelen enzovoort. Het viel me echter op dat er weinig spelmateriaal bestaat waarin het “puur informeren”, kennis meegeven over deze thema’s centraal staat. Het idee om zelf een spel te ontwikkelen bleef niet lang uit.
 
Op basis van een grondige literatuurstudie naar hoe preventie juist wordt
ingebed in de lessen Relationele en Seksuele Vorming (RSV) in het secundair onderwijs, ontwikkelde ik in het kader van mijn scriptie een educatief gezelschapsspel, “Het Vóórspel” genoemd. Dit is een klassiek bordspel, gericht op jongeren rond de 15 jaar. Via het correct beantwoorden van meerkeuzevragen dienen de deelnemers met hun pion als eerste tot op het einde te geraken. De vragen gaan over onderwerpen als anticonceptiva, zwangerschap, SOA’s en zo meer. Het achterliggende doel van het spel is kennisoverdracht.
“Het Vóórspel” is een interactief gebeuren, dat een grote participatie van de jongere vraagt. Het spel is gemaakt om in (grote) groepen te spelen zoals bijvoorbeeld in een klas.
 
Om de beleving van jongeren en het effect van het spel na te gaan werd een pilootstudie gedaan in een klas van het derde jaar secundair onderijs. Ik voerde een pre- en postmeting uit om na te gaan of de leerlingen echt iets bijgeleerd hadden. De leerlingen vulden een vragenlijst in vlak voor het spelen en een week na de spelsessie.
Het resultaat bleef niet uit. De jongeren beantwoordden 2 maal zoveel vragen juist na het spelen van het “Het Vóórspel”. Ook de feedback van de leerkrachten en de leerlingen zelf was zeer positief. Beide partijen waren er van overtuigd dat er bijgeleerd was en vonden de opzet van het spel interessant. Ze meenden ook dat het een onderwerp waar jongeren moeilijk ernstig over praten, op een ludieke manier toch bespreekbaar maakt.
 
Ik denk dat de eerste versie van “Het Vóórspel” al een goede basis is, maar het kan op een aantal vlakken nog aangepast en verbeterd worden.
In de pilootstudie werd opgemerkt dat een aantal woorden nog onbekend waren voor de leerlingen. Een oplossing hiervoor kan een woordenlijst zijn. Een blad dat iedere leerling op voorhand krijgt met moeilijke woorden en hun verklaring. Ze kunnen hier tijdens het spel dan naar teruggrijpen. Er werd ook aangehaald dat de leerlingen niets opschreven. De begeleider zal de leerlingen moeten aanmoedigen en eventueel kleine papiertjes moeten voorzien. Eventueel kunnen de vragen genummerd worden, zodat de leerlingen enkel de nummer van de vraag vlug moeten neerschrijven.
 
Uit de resultaten blijkt dat de leerlingen wel wat bijgeleerd hebben, maar dat dit nog verre van voldoende is. Het is dus belangrijk dat scholen en eventueel externe instellingen zich bezig houden met het verder uitwerken van RSV. De perfecte manier om aan preventie te doen en wat voor iedereen werkt, zal echter niet bestaan.

Bibliografie

/

Universiteit of Hogeschool
Toegepaste psychologie
Publicatiejaar
2008
Kernwoorden
Share this on: