Wetenschappelijke en populaire termen in bijsluiters van EMEA en andere. Corpusgebaseerde vergelijkende analyse Nederlands-Duits

Renata Liparova
Persbericht

Wetenschappelijke en populaire termen in bijsluiters van EMEA en andere. Corpusgebaseerde vergelijkende analyse Nederlands-Duits

De leesbaarheid van patiëntenbijsluiters laat nog vaak te wensen over.

De Nederlandstalige scoren slechter dan de Duitstalige

 

Het weekblad Knack publiceert in haar uitgaven van oktober een reeks van vier artikelen over geneesmiddelenveiligheid in Europa. Het eerste artikel handelt over de communicatie van de farma-industrie met de patiënt. Een zeer belangrijke vorm van communicatie is de bijsluiter die ze in elke geneesmiddelen verpakking meegeeft. En de leesbaarheid van deze bijsluiters laat nog vaak te wensen over.

 

Uit een vergelijkend onderzoek, uitgevoerd door de Artesis hogeschool Antwerpen, departement vertalen en tolken, blijkt dat patiëntenbijsluiters nog steeds teveel zuiver wetenschappelijke termen bevatten. Nochtans kunnen misverstanden zware menselijke en financiële gevolgen hebben.

 

Het ligt voor de hand dat patiëntenbijsluiters voor de gebruiker essentiële informatie bevatten en dat zij daarom begrijpelijk moeten zijn voor alle lagen van de bevolking. Dat dit niet altijd het geval is, hebben verschillende studies in binnen- en buitenland aangetoond. Een grote stoorfactor voor de leesbaarheid en begrijpelijkheid is zeker de wetenschappelijke vakterminologie die ondanks Europese en nationale richtlijnen nog veel te sterk aanwezig is. Wat moet immers de gemiddelde gebruiker met een zin als: "Dit zijn onder meer geneesmiddelen voorgeschreven door uw arts, zoals benzodiazepinen, krachtige pijnstillers, antipsychotica, fenobarbital, antihistaminic." (Cymbalta)? Het onderzoek van deze scriptie wilde in beeld brengen hoeveel wetenschappelijke termen, hoeveel populariseringen, definities en parafrasen in verschillende groepen van bijsluiters voorkomen en dit zowel voor Nederlandstalige als Duitstalige versies. De resultaten tonen aan dat er nog heel wat werk is voor terminologen met medische en farmaceutische expertise.

 

De basis van dit vergelijkend onderzoek vormde een verzameling van Nederlandstalige en Duitstalige bijsluiters van geneesmiddelen ter behandeling van depressie. In elke taal werden twee groepen van bijsluiters onderscheiden: de EMEA bijsluiters en de niet-EMEA bijsluiters. De EMEA bijsluiters zijn diegene die op de website van het EMEA (European Medicines Agency) gepubliceerd zijn en informatie verstrekken over Europees centraal geregistreerde geneesmiddelen. Onder niet-EMEA bijsluiters zijn diegene te verstaan die bij geneesmiddelen horen met een andere vorm van registratie en die via andere kanalen verzameld werden, voornamelijk via de fabrikant of de apotheek. De doelstelling was hoofdzakelijk kwantitatief: hoeveel wetenschappelijke termen bevatten de bijsluiters en hoe vaak worden deze in populaire termen vertaald, gedefinieerd of omschreven. Het onderzoek was daarenboven ook vergelijkend en peilde dus naar de verschillen tussen EMEA en niet-EMEA bijsluiters, tussen de Nederlandstalige en de Duitstalige versies. Tenslotte werd nagegaan welke wetenschappelijke termen al door een populaire term, definities of parafrase vervangen waren.

 

Het onderzoek verliep in vier grote stappen en maakte gebruik van verschillende softwareprogramma’s. In de eerste fase werd het tweetalige elektronische corpus samengesteld. De bijsluiters van dit corpus werden vervolgens in de tweede fase geannoteerd met behulp van het annotatieprogramma Callisto. Hiermee werden de populaire en de wetenschappelijke termen geïdentificeerd. Vervolgens werden de geannoteerde bijsluiters verder verwerkt met behulp van het programma WordSmith 5.0. Als laatste stap van dit onderzoek werd een steekproef uitgevoerd naar het aantal wetenschappelijke termen waarvoor in het corpus nergens een populaire variant, definitie of parafrase voorkwam. Deze lijst kan in een volgende fase voor verder onderzoek worden gebruikt.

 

De analyse bracht een aantal schokkende resultaten aan het licht. In de Duitstalige EMEA bijsluiters kwamen gemiddeld 13% meer populaire termen voor dan in de Nederlandstalige EMEA bijsluiters (62% tegenover 49%) en 10% minder wetenschappelijke termen (32% tegenover 42%). Bij de niet-EMEA bijsluiters daarentegen waren de resultaten bijna gelijk in beide talen voor zowel het aantal wetenschappelijke als populaire termen. Uit het onderzoek naar de wetenschappelijke en de populaire termen in de Nederlandstalige EMEA bijsluiters en niet-EMEA bijsluiters bleek, dat in de EMEA bijsluiters 6% meer populaire termen en 4% minder wetenschappelijke termen voorkwamen dan in de niet-EMEA bijsluiters. Het vergelijkend onderzoek tussen de groepen van de Duitstalige EMEA bijsluiters en de Duitstalige niet-EMEA bijsluiters heeft aangetoond dat in de Duitstalige EMEA bijsluiters gemiddeld 18% meer populaire termen voorkwamen dan in de Duitstalige niet-EMEA bijsluiters. Wat de categorie van de wetenschappelijke termen betrof lag het percentage gemiddeld 11% hoger in de Duitstalige niet-EMEA bijsluiters dan in de Duitstalige EMEA bijsluiters. Het is duidelijk: de bijsluiters van de Europees centraal geregistreerde geneesmiddelen (EMEA bijsluiters) halen een hogere graad van popularisering, en dit voor beide talen. Toch valt op dat de Nederlandstalige versies het tegenover de Duitstalige opvallend minder goed doen.

 

Er werd ook een korte analyse gemaakt naar de verschillen tussen enkele Belgische, Nederlandse en Duitse bijsluiters van dezelfde geneesmiddelen. In de Belgische versie kwamen betrekkelijk minder populaire termen en meer wetenschappelijke termen voor dan in de Nederlandse of de Duitse.

 

"The package leaflet shall reflect the result of target patient groups to ensure that it is legible, clear and easy to use" (2004/27/EC)

Eer deze Europese richtlijn haar doel zal hebben bereikt, is nog een heel stuk weg te gaan en dit alleen al op het vlak van de terminologie, zoals dit scriptie-onderzoek heeft aangetoond.

 

Renáta Lipárová

 

 

 

 

Bibliografie

 

Laekeman, G. (2004): Geneesmiddelen. Wat de bijsluiter niet vertelt. Leuven: Acco
 
Van Vaerenbergh, L. (2008): Vertaalwetenschap: Corpusanalyse
 
Websites
 
Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA)
http://europa.eu/agencies/community_agencies/emea/index_nl.htm (15.05.08)
 
Introduction to WordSmith Tools
http://www.lexically.net/downloads/version5/HTML/index.html (15.05.08)
 
Callisto: A Configurable Annotation Workbench
http://www.roboticschick.org/papers/lrec04.pdf (15.05.08)

Universiteit of Hogeschool
Master in het vertalen
Publicatiejaar
2008
Share this on: