Moedertaal als onderwijstaal?

Koenraad Vandenbussche
Persbericht

Moedertaal als onderwijstaal?

Koenraad Vandenbussche

‘Vlaanderen Vlaams!’ of ‘Moedertaal als onderwijstaal!’

In Vlaanderen en België vandaag zien we dat door de globalisering en immigratie de (talige) bevolkingssamenstelling danig is veranderd, van een hoofdzakelijk drietalige naar een meertalige samenstelling. Wanneer we meer specifiek naar het onderwijs kijken, zien we dat er in het Brusselse Nederlandstalig onderwijs niet minder dan 48 verschillende thuistalen worden terug gevonden, met Frans (61%) en Arabisch (13%) als uitschieters (Top, 2005). Maar hoe wordt er binnen dit onderwijs nu omgegaan met deze talige diversiteit of beter hoe zou men hier nu mee moeten omgaan?

Wanneer we vandaag kijken naar het taalbeleid binnen het Vlaams onderwijs zien we dat deze zich beperkt tot het erkennen van de Vlaamse identiteit en taal. Hierbinnen wordt taal gekoppeld aan een bepaalde plaats of territorium. Binnen deze plaats wordt enkel de taal erkend van de grootste groep inwoners. In Vlaanderen zijn dat Nederlandstalige Vlamingen. We spreken hier van een taal en territoriumbeleid. Dit beleid kwam er na een lange strijd voor rechten en erkenning voor de Vlaamse nationale minderheid binnen België (Witte & Van Velthoven, 1998). Na een hele tijd werd de Vlaamse identiteit erkend binnen het Belgische stelsel in die mate dat Vlaanderen kan beschikken over een uitgebreide verzameling van ‘zelfbesturingsrechten’. Deze zelfbesturingsrechten geven de mogelijkheid dat bepaalde bevoegdheden overgeheveld worden naar kleinere politieke eenheden, zodat een nationale minderheid niet weggestemd kan worden door de meerderheid over beslissingen die van particulier belang zijn voor hun cultuur en taal (Kymlicka, 1995). Deze zelfbesturingsrechten vertaalden zich o.a. in het beschikken over de bevoegdheid van het onderwijs. Nederlandstalige scholen kunnen m.a.w. nu de Vlaamse identiteit doorgeven aan de volgende generatie. Niet alleen de Vlaamse identiteit wordt doorgegeven aan de volgende generatie, ook het besef deel te zijn van een groter geheel, de Belgische nationale identiteit, wordt doorgegeven door o.a. de erkenning van de twee andere landstalen als onderdeel van het curriculum inzake vreemdetalenonderwijs (Decoo, 2007). Hiermee kan niet gesteld worden dat de taalidentiteit van bijvoorbeeld een Franstalige leerling in een Nederlandstalige school is veilig gesteld. Integendeel door de vermarkting (economisering) van het onderwijs wordt het taal en territoriumbeleid nog verder doorgedrukt en verdedigd. Taal wordt binnen dit marktgegeven losgekoppeld van de identiteit en wordt als een aparte entiteit bekeken met een wisselende waarde (Heller, 2003). Impliciet wordt dan een afsnijdend proces vooropgesteld waar de anderstalige zijn of haar taal moet opgeven voor de meerderheidstaal (De Schutter, 2001; Beheydt, 2007).

 

De andere taal wordt als een probleem gezien, omdat deze vaak gekoppeld wordt met andere problemen binnen desbetreffende taalgroep en moet opgegeven worden zodat deze taalgroep zich kan emanciperen (Petrovic, 2005). Programma’s worden opgesteld om anderstalige kinderen op een taalniveau te krijgen zodat ze met gelijke kansen kunnen meedraaien in het gewoon Vlaams onderwijs. Deze maatregelen beperken zich meestal in het onderdompelen van de anderstalige leerling in een Nederlands taalbad (Hirtt et al., 2007). De recente maatregel om anderstalige kinderen verplicht 220 halve dagen Nederlandstalig kleuteronderwijs te laten volgen is hier een voorbeeld van (Klasse, 2008). Men kan besluiten dat de erkenning binnen het Vlaams onderwijs, niet verder gaat dan deze van de Vlaamse identiteit en dat de verdere erkenning van andere taalidentiteiten onmogelijk wordt gemaakt door de taalwet van 1963.

 

Wanneer we besluiten dat de moedertaalerkenning binnen het Vlaams onderwijs enkel voldoet aan de Vlaamse identiteit, zien we dat de taal en territorium ideologie tekort doet aan de groeiende populatie anderstalige leerlingen en hun taalidentiteiten binnen ons onderwijs vandaag. Moedertaal maakt immers een belangrijk onderdeel uit van de identiteit (Myhill, 1999). Een deelidentiteit die tot ons is opgedrongen en niet zomaar kan worden afgeschud (Blackledge,  2006). Een erkenning van deze taalidentiteit dient zich dus aan.

 

Deze erkenning kan evenwel niet dezelfde vorm aannemen dan deze van de Vlaamse identiteit. Immigranten kunnen niet op dezelfde rechten aanspraak maken als de zelfbesturingsrechten waar nationale minderheden aanspraak op kunnen maken (Kymlicka, 1995). Dit neemt niet weg dat ze niet kunnen beschikken over etnische en taalpluriforme rechten die hun erkenning binnen het onderwijs veilig kan stellen. Etnische en taalpluriforme rechten beschermen immers specifieke religieuze, culturele en taalpraktijken, die enerzijds niet ondersteund zouden worden door de markt (zoals o.a. taalprogramma’s voor immigranten) of anderzijds door de staat (vaak onbewust) benadeeld wordt (zoals uitzonderingen voor de zondagse sluitingsdag of kledingcodes die in conflict staan met de religieuze overtuigingen) (Kymlicka, 1995). De anderstalige heeft m.a.w. het recht dat zijn of haar moedertaal erkend wordt binnen het onderwijs, ook al behoort deze taal niet tot, de voor de markt interessante, prestigieuze groep van talen.

 

Minderheidstaalerkenning binnen de etnische en taalpluriforme rechten handelen echter niet in één richting. De erkenning van de particuliere taalidentiteit gaat samen met de erkenning door de anderstalige dat deze deel uitmaakt van een natie met een meerderheidstaal. Dit betekent dat de anderstalige de plicht heeft deze meerderheidstaal te erkennen en bijgevolg deze zich ook eigen dient te maken (Spencer, 2008). Etnische en taalpluriforme rechten en de erkenning van de verschillende minderheidstalen dat deze met zich meedragen, hebben dus een inclusieve functie. Anderstalige leerlingen worden bevestigd in (een aspect van) hun identiteit en gaan precies daardoor op hun beurt meer open staan voor de cultuur en taal van de meerderheid (Top, 2005). Verder heeft deze erkenning van minderheidstalen binnen het onderwijs nog een positieve invloed op de leerlingen van de meerderheidstaalgroep. Leerlingen ontwikkelen interculturele attitudes, waarbinnen ze meer openheid en respect ontwikkelen voor andere talen en culturen (Top, 2005).

Door de minderheidstaalerkenning wordt er dus niet vertrokken vanuit een afsnijdend proces ten voordele van de meerderheidstaal, maar wordt juist gewerkt naar een ‘additieve meertaligheid’. Dit wil zeggen dat de tweede en volgende talen bovenop de ontwikkelde moedertaal moeten komen als verrijking, niet ten koste ervan.

We zien dat wanneer men afstapt van de taal en territorium ideologie naar een taal en identiteitsideologie, is het duidelijk dat men binnen het Vlaams onderwijs moet evolueren naar een meertalig onderwijs vertrekkende uit de erkenning van de particuliere moedertaalidentiteit van de leerling.

Bibliografie

 

Appiah, K. A (1994). Identity, Authenticity, Survival: Multicultural Societies and Social Reproduction. In A. Gutmann (Ed.), Multiculturalism, Examining the politics of recognition (pp. 149 – 163). New Jersey: Princeton University Press.

Appiah, K. A. (2006). Cosmopolitanism, ethics in a world of strangers. New York: W. W. Norton & Company, Inc.

Beheydt, L. (2007). Immersie en taalbeleid voor tweedetaalonderricht aan jonge kinderen. In J. De Schryver & A. Vlasselaers (red.), Naar Panama! Opstellen voor Fred Van Besien (pp. 25 – 45). Brussel: VLEKHO. 

Blackledge, A. (2006). The magical Frontier between the Dominant and the dominated: Sociolinguistics and Social Justice in a Multilingual World. J. of Multilingual and Multicultural Development, 27 (1), 22-41.

Blommaert, J.; Creve, L. & Willaert, E. (2006). On being declared illiterate: Language-ideological disqualification in Dutch classes for immigrants in Belgium. Language and Communication, 26, 34-54. 

Blommaert, J & Van Avermaet, P (2006). Wiens Nederlands? Over taalnaïviteit in het beleid. Sampol, 13 (3). 

Blommaert, J & Van Avermaet, P (2008). Taal, onderwijs en de samenleving. De kloof tussen beleid en realiteit. Berchem: EPO. 

Bourhis, R. Y; El-Geledi, S. & Sachdev, I (2007). Language, ethnicity and intergroup relations. In A. Weatherall, B. M. Watson & C. Gallois (ed.), Language, discourse & social psychology (pp.15 – 50). New York: Palgrave Macmillan. 

Candelier, M. (2005). Talensensibilisering – een Europese innovatie. . In L. Top & H. De Smedt (red.), Zin voor Talen. Talensensibilisering en de taalportfolio in een meer talig onderwijs (pp. 21- 41). Antwerpen: Appeldoorn Garant

Clément, R.; Noels, K. A. & Macintyre, P. D (2007). Three variations on the social psychology of bilinguality: context effects in motivation, usage and indentity. In A. Weatherall, B. M. Watson & C. Gallois (ed.), Language, discourse & social psychology (pp.50 – 77). New York: Palgrave Macmillan. 

Cummins, J. (2008). Language and Literacy Teaching for Immigrant Students: A Pedagogical Framework. Scientia Paedagogica Experimentalis, 45.  

De Bleyser, D., Housen, A., Mettewie, L. & Pierrard, M. (2001). Taalvaardigheid en attitudes van Nederlandstalige en Franstalige leerlingen in het Nederlandstalige secundaire onderwijs in Brussel. In E. Witte & A. Mares (red), 19 keer Brussel, 19 fois Bruxelles, 19 times Brussels. Brusselse Thema’s, Thèmes Bruxellois, Brussels Themes,7 (pp. 359 – 374). Brussel: VUBPress.

De Coninck, D & Van De Perre, K (2008, 31 oktober). Vlaanderen Vlaams! Anderstalige let op uw woorden. De Morgen, 23 – 24. 

Decoo, W. (2007). Compliciteit tussen politiek en taalonderwijs. Hoe beleid, onderzoek en visies elkaar vinden en steunen. In J. De Schryver & A. Vlasselaers (red.), Naar Panama! Opstellen voor Fred Van Besien (pp. 75 – 91). Brussel: VLEKHO.

Decreet van 7 mei 2004 art. 43 houdende het tweedetaal- en vreemdetaalonderwijs in het gewoon basisonderwijs. 

De Houwer, A. (2007). Reflections on child family bilingualism. Time to focus more on factors promoting harmonious bilingual development. In J. De Schryver & A. Vlasselaers (red.), Naar Panama! Opstellen voor Fred Van Besien (pp. 111 – 129). Brussel: VLEKHO.

De Houwer, A. (2009). Bilingual First Language Acquisition. Bristol, Buffalo, Toronto: Multilingual Matters. 

De Jong, J. (2001). Multiculturalisme, onderwijsvrijheid en sociale cohesie. In P. Smeyers & B. Levering (red.), Grondslagen van de wetenschappelijke pedagogiek Modern en postmodern (pp. 191 – 207). Amsterdam: Uitgeverij Boom. 

De Schutter, H. (2001). Taalpolitiek en multiculturalisme in het Brussels Nederlandstalige Onderwijs. In E. Witte & A. Mares (red), 19 keer Brussel, 19 fois Bruxelles, 19 times Brussels. Brusselse Thema’s, Thèmes Bruxellois, Brussels Themes,7 (pp. 375 – 422). Brussel: VUBPress.

De Schutter, H. (2005). Moedertaal en taalpolitiek bij Herder. Over de taalfilosofische grond van Herders taalnationalisme. Filosofiedag – Uitdagingen voor de Filosofie in de 21ste Eeuw. Rotterdam, 19 november 2005.

De Smedt, H. (2002). Bicultureel onderwijs – een labo. Op de onderzoekstafel: de chemische reactive meertaligheid/burgerschap. In J. Leman & L. Top (red.), Intercultureel en Meertalig Onderwijs, burgerschaps en vredesopvoeding (pp. 31 – 47). Antwerpen: Appeldoorn Garant 

Dewaele, J (2005). Sociodemographic, Psycholgical and Politicocultural Correlates in Flemish Students’ Attitudes towards French and English. Journal of Multicultural Development, 26 (2), 118-137. 

Donald, J. (2007). Internationalisation, Diversity and the Humanities Curriculum: Cosmopolitanism and Multiculturalism Revisited. Journal of Philosophy of Education, 41 (3), 289–308. 

Gal, S. (2006). Contradictions of standard language in Europe: Implications for the study of practices and publics. Social Anthropology, 14 (2), 163-181. 

Guiora, A. Z. (1992). Language and cognition. Reflections of Native Language. Scientia Paedagogica Experimentalis XXIX Supplement. 

Gutmann, A. (1994). Introduction . In A. Gutmann (Ed.), Multiculturalism, Examining the politics of recognition (pp. 3 – 24). New Jersey: Princeton University Press.

Habermas, J. (1994). Struggles for recognition. In A. Gutmann (Ed.), Multiculturalism, Examining the politics of recognition (pp. 107 – 148). New Jersey: Princeton University Press.

Heller, M. (2003). Globalization, the new economy, and the commodification of language and identity. Journal of Sociolinguistics, 7 (4), 473-492. 

Hirtt, N.; Nicaise, I. & De Zutter, D. (2007). De school van de ongelijkheid. Berchem, EPO. 

Klasse (2008, 16 december). Eerst naar de derde kleuterklas. www.klasse.be 

Krejci, J. & Velimsky, V. (1996). Ethnic and Political Nations in Europe. In J. Hutchinson & A. D. Smith (Ed.), Oxford Readers: Ethnicity (pp. 209 – 221). Oxford: Oxford University Press. 

Kymlicka, W. (1995). Multicultural Citizenship. Oxford: Oxford University Press. 

Kymlicka, W. & Straehle, C. (1999). Cosmopolitanism, Nation-States, and Minority Nationalism: A Critical Review of Recent Literature. European Journal of Philosphy, 7 (1), 65-88.

Laine, E. J. (1993). Belgian upper secondary school pupils’ attitudes towards learning the second national language. Scientia Paedagogica Experimentalis XXX Supplement. 

Leman, J. (2005). Leren in een samengebalde wereld. Een aantal uitdagingen voor het Vlaamse onderwijs in het licht van de globalisering. In L. Top & H. De Smedt (red.), Zin voor Talen. Talensensibilisering en de taalportfolio in een meer talig onderwijs (171- 187). Antwerpen: Appeldoorn Garant 

Levinson, M. (1999). The Demands of Liberal Education. Oxford: Oxford University Press. 

Magga, O. H.; Nicolaisen, I.; Trask, M.; Skutnabb-Kangas, T. & Dunbar R. (2004). Indigenous Children’s Education and Indigenous Languages. Expert paper written for the United Nations Permanent Forum on Indigenous Issues. 

Masschelein, J. & Simons, M. (2003). Globale immuniteit. Een kleine cartografie van de Europese ruimte voor onderwijs. Leuven: Acco. 

May, S. (2000). Uncommon Languages: The Challenges and Possibilities of Minority Rights. Journal of Multilingual and Multicultural Development, 21 (5), 366-385. 

May, S. (2003). Rearticulating The Case for Minority Language Rights. Current Issues in Language Planning, 4 (3), 95-125. 

Myhill, J. (1999). Identity, Territoriality and Minority Language Survival. Journal of Multilingual And Multicultural Development, 20 (1), 34-50. 

Nash, M. (1996). The Core Elements of Ethnicity. In J. Hutchinson & A. D. Smith (Ed.), Oxford Readers: Ethnicity (pp. 24 - 28). Oxford: Oxford University Press. 

Petrovic, J.E. (2005). The Conservative Restauration And Neoliberal Defenses of Bilingual Education. Language Policy, 4, 395-416. 

Rockefeller, S. C. (1994). Comment. In A. Gutmann (Ed.), Multiculturalism, Examining the politics of recognition (pp. 87 – 98). New Jersey, Princeton University Press. 

Roosens, E. (2002). Migratie en onderwijs. In J. Leman & L. Top (red.), Intercultureel en Meertalig Onderwijs, burgerschaps en vredesopvoeding (pp. 109 – 126). Antwerpen: Appeldoorn Garant 

Simons, M. (2001). Kwaliteitszorg in het onderwijs: de ‘wil tot kwaliteit’ in een gewijzigd veld van bestuurlijkheid. Pedagogiek, 21 (2), 106-123.

Skutnabb-Kangas, T (1998). Human Rights and Language Wrongs – A Future for Diversity? Language Sciences, 20 (1), 5-27. 

Snik, G. (1999). Grondslagen van liberale visies op onderwijsvrijheid. Pedagogisch Tijdschrift, 24 (1), 125-151. 

Spencer, V. (2008). Language, history and the nation: an historical approach to evaluating language and cultural claims. Nations and Nationalism, 14 (2), 241-259. 

Spoelders  M. & Van de Craen, P. (1992). Sociolinguistic, educational and political aspects of bilingualism in Belgium (Engelstalige versie) . Il quadrante scolastico, 52, 1-18. 

Spotti, M. (2007). Conceptual framework. Developing Identities, identity Construction in multicultural primary classrooms in the Netherlands and Flanders (pp. 9 – 22). Amsterdam: Aksant. 

Standaert, R. (2008). Onderwijs voor allochtone leerlingen. Globalisering van het onderwijs in contexten (pp. 181 – 212). Leuven: Uitgeverij Acco.

Steutel, J. & Spiecker, B. (1999). Family Education, State Intervention and Political Liberalism. Journal of Philosophy of Education, 33 (3), 371-386. 

Storme, M. E. (2003). Culturele identiteit, welvaart, solidariteit, zingeving en democratie. Aangevulde versie van in Secessie verschenen tekst,
http://www.secessie.nu/?tekst=toonnr&nummer=januari%202003

Taylor, C. (1994). The Politics of Recognition. In A. Gutmann (Ed.), Multiculturalism, Examining the politics of recognition (pp. 25 – 73). New Jersey: Princeton University Press. 

Top, L. (2002). Savoir vivre ensemble. In J. Leman & L. Top (red.), Intercultureel en Meertalig Onderwijs, burgerschaps en vredesopvoeding (pp. 9 – 15). Antwerpen: Appeldoorn Garant 

Top, L. (2005). Zin voor Talen. In L. Top & H. De Smedt (red.), Zin voor Talen. Talensensibilisering en de taalportfolio in een meer talig onderwijs (7- 17). Antwerpen: Appeldoorn Garant 

Vandenbroeck, M. (1999). De blik van de Yeti. Over het opvoeden van jonge kinderen tot zelfbewustzijn en verbondenheid. Utrecht: Uitgeverij SWP. 

Vandenbroucke, F. (2007a). Vraag nr. 69 van 20 december 2006 van Marc Demesmaeker. Vlaams Parlement- Vragen en Antwoorden- Nr. 5- Februari 2007 

Vandenbroucke, F. (2007b). Talenbeleidsnota: De lat hoog voor talen in iedere school. Goed voor de sterken, sterk voor de zwakken. 

Vandenbroucke, F. (2008, 6 mei). Taal is cruciaal voor gelijke kansen. www.destandaard.be 

van Oostendorp, M (2006, 15 april). Meningen over taal Frankrijk, België en Nederland. Verkregen op 11 februari 2008, via http://www.vanoostendorp.nl/pdf/meningen.pdf 

van Sterkenburg, P.G.J., Booij, G.E. & Verhoeven, P.R.F. (1996). van Dale. Groot woordenboek hedendaags Nederlands. Utrecht/Antwerpen: Van Dale Lexicografie 

Verckens, A.; Simons, M. & Kelchtermans, G. (2009). Welke overheid voor welk onderwijs? Een kritische studie van Vlaamse beleidsdocumenten. Pedagogische Studiën, 86, 21-40. 

Verenigde Naties, (1989). Verdrag inzake de rechten van het kind. 

Verkuyten, M. (1999). Etnische Identiteit. Theoretische en empirische benaderingen. Amsterdam: Het Spinhuis. 

Vincke, J. (2002). Sociologie. Een klassieke en hedendaagse benadering. Gent: Academia Press. 

Vlaamse overheid. (2002). De Taalwetwijzer, Welke taal wanneer? Brussel: Arte-Print. 

Vriens, L. & Levering, B. (2001). De zichtbare hand van de markt in opvoeding en onderwijs. In P. Smeyers & B. Levering (red.), Grondslagen van de wetenschappelijke pedagogiek Modern en postmodern (pp. 261 – 282). Amsterdam: Uitgeverij Boom.

 Walzer, M. (1994). Comment. In A. Gutmann (Ed.), Multiculturalism, Examining the politics of recognition (pp. 99 – 103). New Jersey: Princeton University Press. 

Wet van 30 juli 1963 houdende de taalregeling in het onderwijs. 

Witte, E. & Van Velthoven, H. (1998). Taal en Politiek. De Belgische casus in historisch perspectief. Brussel: VUBPRESS. 

Wolf,  S. (1994). Comment. In A. Gutmann (Ed.), Multiculturalism, Examining the politics of recognition (pp. 75 – 85). New Jersey: Princeton University Press. 

Websites 

http://www.ronse.be/algemeen/welzijn/onderwijs-en-vorming/artikel/secun… 

www.vgc.be

 

Universiteit of Hogeschool
Pedagogiek en Onderwijskunde
Publicatiejaar
2009
Share this on: