TURKIJE OP WEG NAAR DE EU? De houding van het Vlaams politiek landschap (1995-2011)

Jill Van Craen
Persbericht

TURKIJE OP WEG NAAR DE EU? De houding van het Vlaams politiek landschap (1995-2011)

TURKIJE OP WEG NAAR DE EU?

De houding van het Vlaams politiek landschap

Turkije was een vroege vogel om zich aan te sluiten bij het Europese integratieproject, maar anno 2011 is het land nog steeds geen lidstaat van de EU. De moeizame onderhandelingsgesprekken zijn nochtans al enkele jaren begonnen, maar de hervormingen die Turkije moet doorvoeren om aan de toetredingscriteria te voldoen zijn wegens enkele hete hangijzers vertraagd en op sommige momenten stilgevallen. Door deze vertragingspolitiek is de Europese politieke elite steeds verder verdeeld geraakt over de toetreding. De Franse president Sarkozy en de Duitse Bondskanselier Merkel pleitten daarom eerder voor een geprivilegieerd partnerschap. Maar waar bevindt Vlaanderen zich in heel dit proces? Dit uniek regionalistisch uitgangspunt is nog maar weinig onder de loep genomen en de moeite waard om enig aandacht aan te besteden. Het geeft ons de kans om het Vlaams gefragmenteerd politiek landschap beter te leren kennen.

Aan de hand van een kwalitatief empirisch onderzoek en een chronologische vergelijking van belangrijke sleutelmomenten wordt de houding en de evolutie van het Vlaams politiek landschap omtrent een Turkse toetreding duidelijk in kaart gebracht. De positie van de Vlaamse politiek omtrent deze kwestie is immers van bij de start tot op heden geen vaststaand gegeven, maar een opinieproces in beweging. Zowel binnen als tussen de partijen heeft er zich een duidelijke verdeeldheid en evolutie opgetekend. De extreme tegenstanders van een toetreding hebben hun standpunten moeten milderen, terwijl grote voorstanders kritischer werden naarmate de toetredingsonderhandelingen vorderde maar de hervormingen stilvielen.

Aanvankelijk bracht het Vlaams Blok in 1995 een duidelijke neen-stem uit tegen een douane-unie met Turkije aangezien dit de deur op een kier zou zetten voor een later EU-lidmaatschap. Om dezelfde reden keerde de partij zich sterk tegen de beslissing die werd genomen in 1999 om Turkije te aanvaarden als officiële kandidaat-lidstaat. Vanaf 2005 pleitte de partij voor een onmiddellijk opschorting van de toetredingsonderhandelingen met Turkije en voor een bevoorrecht partnerschap. In feite is het Vlaams Belang dus zelf het slachtoffer geworden van de salami-politiek die ze de EU verwijten. Binnen de SP waren de meningen omtrent een douane-unie met Turkije verdeeld. Uiteindelijk hebben de parlementsleden het mandaat gekregen van het partijbureau om een ‘ja-maar’-stem uit te brengen omdat er werd verondersteld dat het een positievere invloed zou hebben op de penibele binnenlandse situatie van Turkije. De SP loste al vroeg zijn onderling meningsverschil op en tekende hun officiële standpunten in 1998 op als voorstanders van een Turkse toetreding omdat ze ervan waren overtuigd dat ze met een positief signaal meer hervormingen in Turkije konden bereiken. Helaas vielen deze stil toen de toetredingsonderhandeling in 2006 effectief van start gingen en dit temperde het enthousiasme. Een onderstroom in SP.a is hierdoor sinds 2006 gaan pleiten voor een geprivilegieerd partnerschap met Turkije. De Christendemocraten waren daarentegen in 1995 unaniem grote voorstanders van een douane-unie tussen de EU en Turkije. Maar in 1999 was er van eensgezindheid omtrent de status van kandidaat-lidmaatschap van Turkije geen sprake meer. De CVP was onderling verdeeld en had uiteindelijk meer last om een officieel standpunt in te nemen dan de andere partijen in het Vlaamse politieke landschap. Hierdoor besloot de partij in 2004 om het bij een soort advies te houden dat ervan uitging dat het nog veel te vroeg was om de toetredingsonderhandelingen met Turkije te laten opstarten. Een paar jaar later toen duidelijk werd dat de hervormingen vertraagd waren gingen de leden van de partij steeds luider voor een geprivilegieerd partnerschap pleiten.Net als de CD&V was de VLD het in 1999 onderling niet eens over welk standpunt ze moesten innemen omtrent een mogelijke toetreding van Turkije. In tegenstelling tot het vorige scharniermoment hakte de VLD in 2004 de knoop door en maakte kom af met de interne verdeeldheid omtrent het thema van het Turks EU-lidmaatschap. De VLD volgde volledig het standpunt van Verhofstadt die al jaren ijverde voor een toetreding van Turkije tot de EU. Toch was er niet altijd volledige eensgezindheid omtrent dit delicate onderwerp; Dedecker stelde destijds kritische vragen over de toetredingseuforie van sommige partijgenoten. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat zijn eigen partij LDD, oprichtte in 2007, het standpunt innam dat een toetreding tot de EU een brug te ver was. De N-VA was sinds zijn oprichting in 2001 een tegenstander van een Turkse toetreding, ondermeer door de mensenrechtenschendingen en de Koerdische kwestie. Met deze houding stapte de partij in de voetsporen van zijn voorgangers in de VU. De N-VA wou net als de VU kritisch maar niet negatief zijn. Om deze reden heeft de N-VA van in het begin gepleit voor een bevoorrecht partnerschap tussen de EU en Turkije. Brepoels zet zich vandaag de dag, in samenwerking met het Koerdisch Instituut te Brussel, nog steeds in voor de rechten van de Koerden en andere minderheidsgroepen in Europa. Toch is er stilaan een tegenstrijdigheid aan het opduiken binnen de N-VA. Daar waar Brepoels onlangs de rechten van de Palestijnen nog erkende, veroordeelde Jambon de Gaza-vloot voor terrorisme. Dit duidt op een koersverandering en een opkomende verdeeldheid in de partij die naar de toekomst toe interessant is om in de gaten te houden. Uiteindelijk is er één partij in het Vlaamse politiek landschap waar weinig of zelfs geen verandering in de houding ten opzichte van de Turkse kwestie is op te merken. Agalev was van bij de start voorstander van een Turkse toetreding omdat ze vonden dat er via een positieve boodschap meer druk kon worden uitgeoefend op Turkije om de situatie van de mensenrechten en de Koerden te verbeteren. Groen! is er vandaag de dag nog steeds nog steeds van overtuigd dat belofte schuld maakt en dat de toetreding er onvermijdelijk moet komen. Al besluit Staes wel dat Turkije dringend meer vaart moet zetten achter de hervormingen.

Na de verkiezingen op 12 juni 2011 lijkt het alsof Turkije klaar is voor een nieuwe reeks van hervormingen. De partij van de Turkse premier Erdoğan werd de grote winnaar en sleepte ruim de helft van de stemmen in de wacht. Deze uitslag opent volgens Van Rompuy de weg voor het versterken van de democratische instituties en voor de verdere modernisering van het land in lijn met de Europese waarden en normen. Of de komende periode nieuwe mogelijkheden biedt voor verdere hervormingen in Turkije, inclusief een nieuwe grondwet, is nog af te wachten. Het zou in ieder geval ervoor zorgen dat het vertrouwen, dat Turkije de laatste jaren aan het verliezen is, terug kan worden versterkt in de EU-landen zodat er een nieuwe impuls kan worden gegeven aan de toetredingsonderhandeling.

Bibliografie
  • Arikan, H. (2006). Turkey and the EU: an awkward candidate for EU membership. Hampshire.
  • Carnero, G. (1995). Rapport Stemming Europees Parlement A4-0322/95. Straatsburg.
  • Claeys, P. (2011). De dag dat Turkije lid werd van de Europese Unie. Brussel.
  • Claeys, P., & Dillen, K. (2004). Turkije in de Europese Unie: een brug te ver. Brussel.
  • Devos, H. (2008)  De impact van de Europese Unie: Beleidsterreinen, strijdpunten en uitdagingen. Leuven.
  • Eppink, D. J. (2009). De Eurorealisten komen! Blauwdruk voor een werkend Europa. Kapellen.
  • Gettleman, M., & Stuart, S. (2003). 9/11 Terrorism, War, Global Responisbility. The Middle East and Islamic World Reader , 344-354.
  • Hague, R., & Harrop, M. (2010). Comparative government and politics. New York.
  • Het Europees Parlement. (2005a). Parlement stelt stemming over Protocol bij de Overeenkomst van Ankara uit. Brussel.
  • Het Europees Parlement. (1995). Voorlichting en Public Relations: woensdagmorgen 13 december 1995. Straatsburg.
  • Het Europese Parlement. (2006). Door Turkije geboekte voouitgang met het oog op de toetreding. Brussel.
  • Huntington, S. (1993). The Clash of Civilizations? Foreign Affairs , 22-49.
  • Nisanci, S. (2005). Turkey's role in NATO in the Post-Cold War Security Environment. Research Paper NATO Defense College , 2-7.
  • Pauwels, W. (2004). Perscommunique: een hartelijk welkom, maar met voorwaarden. Brussel.
  • Rumford, C. (2000). From Luxembourg to Helsinki: Turkey, the politics of EU enlargement ans prospects for accession. Contemporary Politics , 331-343.
  • Salt, J. (2008). Global Disorder and the Limits of 'Dialogue'. Third World Quarterly , 691-710.
  • Sayari, S. (2003). The United States and Turkey's Membership in the European Union. The Turkish Yearboek , 167-176.
  • Schmitt, E. B. (1919). The Diplomatic Preliminaries of the Crimean War. The American Historical Review , 25 (1), 36-67.
  • SEVI. (1998). Persmededeling SP Turkije Dossier. Brussel.
  • Staes, B. (2009). Voor een ander Europa. Antwerpen.
  • Van Overmeire, K., Vanhecke, F., & Ceder, J. (2004). Voorstel van resolutie over de kandidatuur van Turkije als lid van de Europese Unie. Brussel.
  • Vandermeersch, P., Bulcke, B., & Doornaerts, M. (2005, november 28). Dringend gevraagd: Europees leiderschap. De Standaard , pp. 40-41.
  • Vos, H. (2008). De impact van de Europese Unie: Beleidsterreinen, strijdpunten en uitdagingen. Leuven.

Internetbronnen en websites

Universiteit of Hogeschool
Master of Science in Conflict and Development
Publicatiejaar
2011
Kernwoorden
Share this on: