Pijnmanagement op een N*-afdeling, meer dan een fopspeen

lynn Eeckman
Persbericht

Pijnmanagement op een N*-afdeling, meer dan een fopspeen

Pijnmanagement op een N*-afdeling, meer dan een fopspeen.

Eeckman Lynn, vroedvrouw 

Omdat pijn belangrijke gevolgen kan hebben, in het verdere leven van een pasgeborene, is het belangrijk om deze gevolgen te voorkomen. Dit kan men doen door een aangepast pijnmanagement te gebruiken in de zorg op een N*-afdeling. In dit artikel wordt een voorbeeld gegeven van pijnmanagement.

Pijn

Pijnstilling is een veelgebruikte term in de geneeskunde. Dit is niet alleen van belang bij volwassenen, maar ook bij pasgeborenen. Op dit moment is de zorg voor hen veel gespecialiseerder dan voorheen. Deze zorg hangt echter samen met zeer regelmatige pijnervaringen. Dit zowel op een NICU als op N*-afdeling. In dit artikel komt enkel de N*-afdeling aan bod. Er zijn heel wat definities en indelingen van pijn, maar wat zeker is, is dat een pasgeborene pijn kan waarnemen. Het maakt ook absoluut niet uit op welke zwangerschapsduur zij worden geboren en of ze ziek zijn of niet. Pijngewaarwording wordt vastgelegd in verschillende modellen en principes. Daarnaast heeft men door onderzoek gevonden dat al het nodige voor deze pijngewaarwording aanwezig is.

Gevolgen

Door de veel voorkomende pijnprikkels, denk maar aan een claviculafractuur, de hielprik, het prikken van een infuus enz., kunnen verschillende zaken ontstaan. De gevolgen van pijn zijn er zowel op korte als op lange termijn. Zo is er op korte termijn het huilen, onrust, een verstoorde slaapcyclus, verstoorde vitale parameters, een mogelijkheid op intraventriculaire bloedingen enz. Op lange termijn kan men denken aan een grotere gevoeligheid voor pijn, gedrags- en concentratiestoornissen en stress. Het is dus belangrijk dat men dit voorkomt.

Pijnmanagement

Dit kan men doen aan de hand van een pijnmanagement waarin de vroedvrouw een belangrijke rol speelt. Bij een pijnmanagement is het meten van pijn zeer belangrijk. Hier werd gekozen voor de Comfort Neo schaal. Aanvullend werd hiervoor een beslisboom ontwikkeld zodat men ook weet wat met de pijnschaal te doen.

 Omdat deze beslisboom op de achterzijde van de pijnschaal staat kan men de twee gemakkelijk combineren. Er wordt daarbij extra informatie gegeven over het tijdstip van scoren en er is een verduidelijking aan de hand van enkele afbeeldingen. Zo moet men elke 4uur, voor, tijdens en na een pijnlijke ingreep en 30 minuten na een aanpassing van het zorgplan scoren. Het scoren bestaat uit een observatie van 2 minuten waarbij men punten moet toekennen aan 7 verschillende punten. Daarnaast moet de zorgverlener zelf een NRS of numeric rating scale invullen. Hier wordt een score toegekend van 0, geen pijn, tot 10, de ergste pijn. De score wordt dan teruggekoppeld aan het resultaat van de observatie.

Omdat er veel mogelijkheden zijn om pijn te stillen of te verzachten worden deze weergegeven in “Een hulpje door de verzorging heen”. Zo kan men met comfortzorg al heel wat doen. Het dimmen van licht en geluid, het respecteren van de slaap en een gemakkelijke positie zijn hierbij zeer belangrijk. In het boekje op zakformaat komt dit als eerste aan bod. Men kan ook pijn voorkomen. Wanneer de zorgverlener enkele vragen en aandachtspunten in het achterhoofd houdt, kan men al heel wat bereiken

Pijn kan men stillen met zowel non-farmacologische als farmacologische zaken. De non-farmacologische pijnstilling ligt aan de basis van verschillende zintuigen. Bij de smaak kan men Babycalmine® en moedermelk inroepen, maar men kan ook een fopspeen gebruiken of wachten met de interventie tot na de voeding. Als men de tastzin wil aanspreken kan men dit doen door skin-to-skin contact, facilated tucking of inbakeren toe te passen. Daarnaast kan de stimulatie van water bij een bad ook rust brengen. Ook het gehoor is goed ontwikkeld en kan gestimuleerd worden door de stem van moeder, vader of de vroedvrouw en zelfs door muziek. Ondanks het beperkte zicht van een pasgeborene, kan men hier ook gebruik van maken. Dit kan men doen door op zichtbare afstand voor de baby iets de tonen of naar de baby toe te buigen.

De geur van familie of rustgevende geuren kunnen ook helpen bij afleiding van de pijnprikkel. Dit is echter een belangrijk aspect van de non-farmacologische pijnstilling. Daarnaast zullen de prikkels ook concurreren met de pijnprikkel. Om dit zo veel mogelijk te doen zijn combinaties van deze technieken zeer belangrijk. Een voorbeeld hiervan is borstvoeding.

Bij de farmacologische pijnstilling is er onder andere Babycalmine®, EMLA®, en paracetamol. Hier is het vooral het juiste gebruik van belang. Babycalmine® dient in de wangzak te worden gedruppeld en de pasgeborene moet dan twee minuten met rust worden gelaten, terwijl hij/zij met rust wordt gelaten. De hoeveelheid en het aantal dosissen is afhankelijk van het gewicht en het aantal weken zwangerschap bij geboorte. Ook EMLA® dient op tijd te worden aangebracht op de plaats waar men een punctie zal uitvoeren. Over het algemeen is dit 1uur, maar bij een pasgeborene zou het al na 30 of 45 minuten werken. Men kan 1gr zalf aanbrengen met erboven een polyurethaanverband, maar men kan ook kiezen voor een pleister. Naast de wachttijd is het ook belangrijk dat men aandachtig is voor methemoglobinemie bij premature baby’s. Als laatste is er ook paracetamol die men in verschillende vormen kan toedienen. Men kan dit zowel oraal, intraveneus als rectaal doen. De rectale toediening raadt men echter af bij pasgeborenen met een gewicht van minder dan 4 kilogram. Paracetamol is steeds op voorschrift van de arts en afhankelijk van gewicht, leeftijd en manier van toedienen. Men kan zelfs voor een éénmalige toediening kiezen. Hier moet men aandachtig zijn voor overgevoeligheidsreacties, nier- en leverfunctiestoornissen, bilirubine bij premature baby’s en men mag paracetamol maximum 48-72uur toedienen.

Besluit

Wanneer men het hele protocol op de juiste manier gebruikt is het mogelijk om op een juiste manier te anticiperen op pijn, deze te verzachten of stillen en zo gevolgen op zowel korte als lange termijn beperken. Hiervoor is de juiste meting en interpretatie van pijn belangrijk met daarnaast een combinatie van de bovenvermelde mogelijkheden. Wanneer men aandacht heeft voor een gepast pijnprotocol kan men heel wat pijn en zijn gevolgen uit de wereld helpen.

Literatuurlijst

Zie bijlage

Bibliografie

 

Amelinckx, W. (2012, februari 28). Les anesthesie. Sint-Niklaas, Oost-Vlaanderen, België.

Anand, K. J.& Hall, R. W. (2008). love, pain and intensive care. pediatrics , 825-827. Axelin, A., et al., (2010). Effects of pain management on sleep in preterm infants. European Journal of Pain , 752-758. Ballantyne, J., et al., (2011). Acute pain management in newborn infants. Pain clinical updates , 1-6.

Ballweg, D. (2007). Neonatal and pediatric pain management: standards and application. Paediatrics and child health , s61-s66.

Bellieni, C. V.,et al., (2007). Inter-observer reliability of two pain scales for newborns. Early Human Development , 549-552.

Bellieni, C. V., et al., (2007). Sensorial Saturation for Neonatal Analgesia. Clin J Pain , 219-221.

Cammu, H. et al., (2011). Perinatale activiteiten in Vlaanderen 2010. Brussel: SPE.

Campbell-Yeo, M. L., Johnston, C., Joseph, K., Feeley, N. L., Chambers, C. T., & Barrington, K. J. (2009). Co-bedding as a comfort measure for twins undergoing painful procedures (Ccommfort trial). BMC pediatrics .

Castral, T. C., et al., (2008). The effects of skin-to-skin contact during acute pain in preterm neonates. European journal of pain , 464-471.

Cetinkaya, B., & Basbakkal, Z. (2012). The effectiveness of aromatherapy massage using lavender oil as a treatment for infantile colic. International journal of nursing practice , 164-169.

Chimello, J. T., Gaspardo, C. M., Cugler, T. S., Martinez, F. E., & Linhares, M. B. (2009). Pain reactivity and recovery in preterm neonates: latency, magnitude, and duration of behavioral resonses. Early Human Development (85), 313-318.

Codipietro, L. (2008). Breastfeeding or Oral Sucrose Solution in Term Neonates Receiving Heel Lance: a randomized controlled trial. Pediatrics , e716-e721. Comforzorggroep en pijnwerkgroep NIC UZ Gent, (2010, november 5). Comfort Neonatale pijnschaal. Pijnscores . Gent, Oost-Vlaanderen, België.

De Jonge, A., & Tison, D. (2003, juni 5). Pijnbeleid. Opgeroepen op maart 28, 2012, van UZ Leuven: http://www.uzleuven.be/sites/default/files/Neonatologie/Patientenzorg/pijnbeleid.pdf

De Lima, J., et al., (2010). Practical pain management in the neonate. Best Practice & Research Clinical Anaesthesiology , 291-307.

Diego, M. A., et al., (2009). Procedural pain heart rate responses in massaged preterm infants. Infant Behavior and Development , 226-229.

Emlazalf. (2012). Emla zalf, verdovende gel. Opgeroepen op maart 20, 2012, van Dokter online: http://www.emlazalf.nl/

Fouzas, S., et al., (2010). Transcutaneous Bilirubin Levels for the First 120 Postnatal Hours in Healthy Neonates. Pediactrics , e52-e57. µ

Freire, N. B., Santos Garcia, J. B., & Lamy, Z. C. (2008). Evaluation of analgesic effect of skin-to-skin contact compared to oral glucose in preterm neonates. Pain (139), 28-33.

Gaspardo, C. M., et al., (2008). Pain and tactile stimuli during arterial puncture in preterm neonates. Pain , 58-64.

Gibbins, S., et al., (2008). Pain behavious in extremely low gestational age infants. Early Human Development , 451-458.

Grunau, R. E., Whitfield, M. F., Petrie-Thomas, J., Synnes, A. R., Cepeda, I. l., Keidar, A., et al., (2009). Neonatal pain, parenting stress and interaction, in relation to cognitive and motor development at 8 and 15 months in preterm infants. Pain (143), 138-146.

Halicioglu, O., et al., (2011). Toxicity of Salvia officinalis in a newborn and a child: an alarming report. Pediatric Neurology , 259-260.

Hand, I. L., et al., (2010). COVERS Neonatale Pain scale: Development and Validation. International Journal of Pediatrics , 1-5.

Harrison, D. M. (2008). Oral sucrose for pain management in infants: myths and misconceptions. Journal of Neonatal Nursing , 39-46.

Henneberg, S. W., & Nilsson, L. B. (2007). Acute pediatric pain review. Current Anaesthesia & Critical Care , 126-134.

Holsti, L. (2008). Is it painful or not? discriminant validity of the behavioral indicators of infant pain scale. Clin J Pain , 83-88.

Huygen, F. J. (2011, februari 18). RePub: Pijn is van iedereen en van niemand. Opgeroepen op januari 05, 2012, van RePub: Erasmus university Institutional Repository: http://repub.eur.nl/res/pub/22991/

Hyesang, I., & Eunjung, K. (2009). Effect of Yakson and Gentle Human Touch versus usual care on urine stress hormones and behaviors in preterm infants: a quasi-experimental study. International Journal of Nursing Studies , 450-458.

Johnston, C. C., Fernandes, A. M., & Campell-Yeo, M. (2011). Pain in neonates is different. PAIN , S65-S73.

Kandasamy, Y., et al., (2011). Pain relief for premature infants during ophtamology assessment. Journal of American association for pediatric ophtalmology and strabismus , 276-278.

Kleberg, A., et al., (2008). Lower Stress Responses After Newborn Individualized Developmental Care and Assessment Program Care during eye screening examinations for retinopathy of Prematurity: A Randomized Study. Pediatrics , e1267-e1278.

Kohut, S. A., & Riddell, R. P. (2009). Does the Neonatal Facial Coding System Differentiate between infants experiencing Pain-related and non-pain-related Distress? The Journal of Pain , 214-220.

 

Kostandy, R. R., et al., (2008). Kangaroo Care (Skin C ontact) Reduces Crying Resonse to Pain in Preterm Neonates: Pilot Results. Pain management nursing , 55-65.

Kraaimaat, K., & Van den Bergh, O. (2006). Negatieve emoties en lichamelijke aandoeningen. In A.Kaptein, et al., Medische psychologie (p. 57). Bohn Stafleu van Loghum.

Kreuger, C. (2010). Exposure tot Maternal voice in preterm infants: a review. Adv Neonatal Care , 13-20.Lago, P., et al., (2009). Guidelines for procedural pain in the newborn. acta paediatrica , 932-939.

Lerman, J., Cote, C., & Steward, D. (2010). Manuel of pediatric Anesthesia. Churchill Livingston: Elsevier.

Liaw, J.-J. (2010). Non-nutritive sucking relieves pain for preterm infants during heel stick. Journal of clinical nursiing , 2741-2751.

Littlejohn, C., et al., (2011). Is there an association between preterm birth or low birthweight and chronic widespread pain? Results from the 1958 Birth Cohort Study. European Journal of Pain .

Livingston, K., et al., (2007). Touch and massage for medically fragile infants. eCAM , 473-482.

Lozano, N. M., et al., (2009). Ictericia neonatal: evaluacion clinica de un bilirrubinometro transcutaneo. Anales de pediatria , 157-160.

Lucas-Thompson, R., Townsend, E. L., Gunnar, M. R., Georgieff, M. K., Guiang, S. F., Ciffuentes, R. F., et al. (2008). Developmental changes in the responses of preterm infants to a painful stressor. Infant behavior & development , 614-623.

Nederlande vereniging voor kindergeneeskunde, (2007, oktober). Richtlijn pijnmeting en behandeling van pijn bij kinderen. Opgeroepen op maart 1, 2012, van http://www.pallialine.nl/uploaded/docs/Pijn%20bij%20kinderen/071206%20def%20%20versie%20richtlijn%20pijn%20bij%20kinderen%202007.pdf

Newnham, C. A., Inder, T. E., & Milgrom, J. (2009). Measuring preterm cumulative stressorts within the NICU: the neonatal infant stressor scale. Early Human Development , 549-555.

NKFK, (2011, 12 27). Paracetamol. Opgeroepen op maart 14, 2012, van kinderformularium: http://www.kinderformularium.nl/search/stof.php?id=82

Olivier, M., & Kloos, M. (2008). Registreren van pijn bij neonaten. Nederlands tijdschrift voor evidence based practice , 4-8.

Passchier, J. (2006). Pijn. In K. A. et al., Medische psychologie (pp. 145-154). GA Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Peters, W. J. (2007). Pijngevoeligheid en pijnbeoordeling bij kinderen met een verstandelijke handicap. Nederlands Tijdschrift voor Kinderfysiotherapie , 3.

Philips. (2012). Mother and Child Care. Opgeroepen op maart 29, 2012, van Philips: http://www.healthcare.philips.com/main/products/mother_and_child_care

Philips. (2012). Developmental Positioning Packs. Opgeroepen op maart 29, 2012, van Philips: http://www.healthcare.philips.com/main/products/mother_and_child_care/post_natal_care/nicu/sleep_and_positioning/positioningpacks/index.wpd

Philips. (2012). SnuggleUp. Opgeroepen op 03 26, 2012, van Healthcare Philips: http://www.healthcare.philips.com/main/products/mother_and_child_care/post_natal_care/nicu/sleep_and_positioning/snuggleup/

Pillai Riddell, R. R. (2009). Chronic pain in hospitalized infants: Health professionals' perspectives. The Journal of Pain , 1217-1225.

 Reijnders, S. (2010). oorzaak pijn. Opgeroepen op december 4, 2011, van Universitair Pijn Centrum Maastricht: http://www.pijn.com/nl/patienten/oorzaak-pijn/soorten-pijn/

Sato, Y., Fukasawa, T., Hayakawa, M., Yatsuya, H., Hatakeyama, M., Ogawa, A., et al., (2007). A new method of blood sampling reduces pain for newborn infants: A prospective, randomized controlled clinical trial. Erly Human development (83), 389-394.

 Schlez, A., et al., (2011). Combining Kangaroo Care and Live Harp Music Therapy in the neonatal intensive care unit setting. IMAJ , 353-358.

Schouw, R. J., & Peters, J. B. (2008). Pijn info thema pijn bij kinderen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Sellam, G., et al., (2010). Contextual factors influencing pain response to heelstick procedures in preterm infants: What do we know? A systematic review. European Journal of Pain .

Simons, S. H., & Tibboel, D. (2006). Pain perception development and maturation. Seminars in fetal & Neonatal medicine , 227-231.

Skinner, A. V. (2010). Neonatal farmacology. Anaesthesia and intensive care medicine, 79-84.

Tabarro, C. S., et al,. (2010). Effect of the music in labor and newborn. Revista da escola de Enfermagem , 445-452.

The American acamdemy of pediatrics, (2012). Breastfeeding and the use of human milk. Pediatrics , e827- e841.

Thiel, M. T., et al., (2011). Music therapy as part of integrative neonatology: 20 years of experience - 3 case reports and a review. Karger , 31-35.

Tomashek, K. M., & Wallman, C. (2007). Cobedding Twins and Higher-Order Multiples in a Hospital Setting. Pediatrics , 1359-1366.

Ubbink, d. D. (2009). Ischemisce (wond)pijn en de rol van ruggenmergstimulatie. In Pijn Info (p. 678). Springer.

Van Dijk, M., & Tibboel, D. (2008). Pijn bij kinderen. In D. van Zeben- van der Aa, et al., Kinderen & Adolescenten: Problemen en risicosituaties (pp. C210-1; C210-15). Houten: Bohn Stafleu Van Logum.

Van Sleuwen, B. E., et al., (2007). Swaddling: A systematic Review. Pediatrics , e1097-e1106.

 

Vanassche, I., & Peers, E. (2011, november 24). Van knuffel tot siroop: Pijn en pijnbestrijding bij de à terme neonaat. Leuven, Vlaams Brabant, België.

Verloot, J., & Veerkamp, J. (2008). Pijn bij kinderen. In B. Cruwl, et al., PIjn info (p. 55). Bohn Stafleu van Loghum: GA Houten.

Vignochi, C., Teixeira, P. P., & Nader, S. S. (2010). Effect of aquatic psysical therapy on pain and state of sleep and wakefulness among stable preterm newborns in neonatal intensive care unit. Rev Bras Fisioter , 214-220.

Vissers, d. K. (2009). Neurobiologische aspecten van pijn. In Pijn Info (p. 334). Springer.

VVOC. (2012). Vlaamse vereniging voor ouders van couveusekinderen. Opgeroepen op maart 5, 2012, van VVOC: http://www.vvoc.be/?go=3adressen&sub=nicu

Wielenga, J. (2007). Ontwikkelingsgerichte zorg op de IC neonatologie. NTvEBP , 146-149.

Wielenga, J., et al., (2012). Pijn bij pasgeborenen. Opgeroepen op maart 3, 2012, van Landelijke pijnwerkgroep NICU's: http://www.lpn-s.nl/theorie

Williams, A. L., Khattak, A. Z., Garza, C. N., & Lasky, R. E. (2009). The behavioural pain response to heelstick in preterm neonates studied longitidinally: description, development, determinants and components. early Human Development (85), 369-374.

World Health Organization, (2012). WHO's pain ladder. Opgeroepen op februari 29, 2012, van World Health Organization: http://www.who.int/cancer/palliative/painladder/en/

Wough, A., & Grant, A. (2007). Roos & Wilson: anatomie en fysiologie in gezondheid en ziekte. Elsevier.

Youngmee, A., & Yonghoon, J. (2007). Measurement of pain-like response to various NICU stimulants for high-risk infants. Early Human Development (83), 255-262.

 

Universiteit of Hogeschool
Vroedkunde
Publicatiejaar
2012
Share this on: