Leven in het ronde - Sloterdijks Sferologie ontrafeld

Wouter Helsen
Persbericht

Leven in het ronde - Sloterdijks Sferologie ontrafeld

Journalistiek artikel Vlaamse Scriptieprijs 2013: Wouter Helsen – Leven in het ronde.

Een revolutionaire vormenleer van bellen, globes en schuim

Wanneer Peter Sloterdijk enkele jaren geleden zijn sferen-trilogie presenteerde, waren de reacties van het grote publiek uiterst enthousiast, echter vanuit academische hoek bleef het muisstil. Toch is Peter Sloterdijk geen onbeduidend figuur binnen het hedendaags intellectueel landschap. In Duitsland behoort hij tot de belangrijkste kritische stemmen van zijn generatie, zo is hij sinds de jaren '80 in het publieke debat altijd een invloedrijk figuur geweest. Zijn boeken verschenen in uiteenlopende vertalingen en worden vlot verkocht.

Toch is Peter Sloterdijks cultuurkritisch werk binnen de academische wereld altijd zeer lauw ontvangen. Enerzijds lijken geëngageerde en kritische filosofie steeds vaker te gedemodeerd voor het op onmiddellijk resultaat-gericht instituut Universiteit, anderzijds is Sloterdijk niet vies van het populariseren van zijn ideeën binnen het publieke debat.

Als tegendraads denker heeft hij zich over de jaren gespecialiseerd tot een vlijmscherp diagnost van onze tijd. Sloterdijks sferen-trilogie vormt hierin een centraal punt binnen zijn denken. Het is het resultaat van een rijp filosofisch gedachtegoed en tracht hieruit enkele concrete uitdagingen voor de toekomst te formuleren. Wouter Helsens masterscriptie is een eerste poging Sloterdijks sferologie academisch te omkaderen. Hij biedt niet alleen een grondige inleiding tot een van de belangrijkste Duitstalige filosofische werken van onze tijd, maar slaagt er ook in het soms moeilijk toegankelijk schrijven van de filosoof te concretiseren door middel van hedendaagse toepassingen. De sferologie biedt een nieuwe manier van kijken op actuele uitdagingen, zoals globalisme, omgang met nieuwe media, ecologie en het multicultureel vraagstuk.

Sloterdijk ontwikkelt met de sferologie een hedendaags perspectief van waaruit men aan kritische filosofie kan doen. Op de eerste plaats is het een vormenleer. Het tracht de lezer een gevoeligheid aan te leren voor het bestaan van bepaalde vormen, die ons omringen en ons voorzien van een ruimte vol betekenis. Het zijn dynamische leefruimtes, waarbinnen mensen elkaar kunnen ontmoeten of zich in verschuilen. Deze sferen ontwikkelen zich doorheen een relatie met hun bewoners en de buitenwereld, zoals een immuunsysteem een levend organisme begeleidt in zijn ontwikkeling. Sloterdijk onderscheidt drie niveaus van invloedssferen: bellen, globes en schuim. Ze worden beschreven in drie boeken, die samen de sferen-trilogie vormen.

De trilogie vertrekt van de bel als eerste vormelement. Deze microsfeer omvat de kleinste en meest menselijke ruimte die we bewonen door een intiem samen-zijn van mensen. Het is op de eerste plaats een psychologische diagnose van de ruimte. Centraal is een archeologie van de intimiteit. Het is een filosofische zoektocht naar wat samen-zijn noodzakelijk maakt voor ons overleven als mens en als soort. Wanneer we verder doorlezen, valt ons op hoe we steeds meer het individu zien verdwijnen in de structuren die hem omringt.

In deel twee Globes krijgen we een speculatieve cultuurgeschiedenis gepresenteerd aan de hand van vervlochten bellen. Ideologie ziet zich steeds gereflecteerd in de ruimte, waardoor de sferoloog door middel van een morfologie van de historisch-politieke wereld het verloop van de tijd kan lezen in de veranderingen van de geleefde omgeving. Het biedt ons ook de kans om hedendaagse uitdagingen, zoals globalisme, vanuit een ander verhaal te onderzoeken.

Het laatste deel Schuim beschrijft de mens van vandaag, bevrijdt van grote verhalen is het ook zijn vaste plaats verloren binnen een steeds sneller veranderende samenleving. De impact van deze postmoderne toestand tracht Sloterdijk vorm te geven in een verschuimde maatschappij. Het resultaat is geen verlammend pessimisme, maar een eerste gedurfde aanzet tot een nieuw verhaal.

In een tijd waar academische filosofie steeds vaker verschraald tot gedachten die enkel reduceerbaar zijn tot publicaties, is het onderwerp van Wouter Helsens masterscriptie een gedurfde keuze. Hij toont dat er nog steeds vruchtbare ideeën te vinden zijn in het breder uitgesponnen filosofisch schrijven. Het is ook het bewijs dat continentale filosofie niet moet onderdoen aan de eerder Anglo-Amerikaanse traditie die vooral dominant is aan de academie. Verder verdient het extra aandacht omdat het een ingewikkelde en filosofische manier van denken toegankelijk maakt en hierdoor mensen kan helpen in hun zoektocht naar hun plaats in deze wereld.

Bibliografie

Bibliografie en gebruikte afkortingen

Achterhuis, H. (2002). De Utopie van Peter Sloterdijk: 'Regels voor het mensenpark'. In: Tijdschrift voor Filosofie, 64/2002, p. 451-478.

Augé, M. (1994). Orte und Nicht-Orte. Vorüberlegungen zu einer Ethnologie der Einsamkeit. Frankfurt: Fischer Taschenbuch.

Baudrillard, J. (1986). In de schaduw van de zwijgende meerderheden. Amsterdam: SUA.

Beeckman, T. (2012). Door Spinoza's lens. Kampen: Klement.

Biebuyck, B. (2000). In hogere sferen? Uitweidingen bij Sloterdijks recente werk. YANG (GENT), 3, 402–414.

Braeckman, A., Bauer, R., De Visscher, J. [red.] (2001). Onbehagen met de moderniteit. De revolte van de intellectuelen 1890-1933. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans.

De Graeve, P. (2012). Gilles Deleuze en het materialisme. Zoetermeer: Klement.

De Kesel, M. (2012). Žižek. Amsterdam: Boom.

Deleuze, G. & Guattari, F. (1972). L'Anti-Œdipe. Parijs: éditions de Minuit.

Deleuze, G. (1978). Spinoza et le problème de l'expression (1968). Paris: “ditions de Minuit.

Deleuze, G. & Guattari, F. (1980). Mille Plateaus. Capitalisme en schizophrénia. Paris: éditions de Minuit.

Deleuze, G. (1989). Logique du sens (1968). Paris: Les éditions de Minuit.

Deleuze, G. & Guattari, F. (1991). Qu'est-ce que la philosophie? Paris: éditions de Minuit. [QPH]

Deleuze, G. (1999). Nietzsche. Baarn: Agora.

Deleuze, G. (1993). Différence et répétition (1969). Paris: Presses Universitaire de France. [DR]

De Ley, H. (2009). Antieke Wijsbegeerte: van Thales tot Augustinus. Syllabus te bekijken op http://www.cie.ugent.be/.

Eglash, R. (1999). African Fractals. Modern computing and indigenous design. New Brunswick: Rutgers University Press.

Foucault, M. (1967). De Woorden en de dingen (1966). Baarn: Amboboeken.

Foucault, M. (1971). De orde van het vertoog. Amsterdam: Boom.

Foucault, M. (1981). Nietzsche, de genealogie, de geschiedschrijving, in: Foucault, M. & Deleuze, G. (1981). Nietzsche als genealoog en als nomade. Nijmegen: SUN. p. 7-44.

Foucault, M. (1997). Discipline, toezicht en straf. De geboorte van de gevangenis. (1975) Groningen: Historische Uitgeverij.

Foucault, M. (1997). ”Il faut défendre la société”. Cours au Collège de France. (1976). Parijs: Gallimard.

Foucault, M. (2004). La naissance de la biopolitique. Parijs: Gallimard.

Foucault, M. (2011). De moed tot waarheid. Het bestuur van zichzelf en de anderen II. Colleges aan het Collège de France (1983-1984).

Freud, S. (1917). Einige Schwierigkeit des Psychoanalyse. In Gesammelte Werke, XII. Frankfurt am Main: S. Fischer Verlag.

Gigon, O. (1987). Aristoteles Vom Himmel. München : Deutscher Taschenbuch-Verlag.

Hardt, M. & Negri, A. (2002). Empire (2002).Amsterdam: Van Gennep. [EMPIRE]

Hegel, G.W. F. (2013). Fenomenologie van de Geest. Amsterdam: Boom.

Heidegger, M. (1965). Was ist Metaphysik? (1929). Frankfurt am Main: Klostermann.

Heidegger, M. (1970). Wat is Metafysica? Tielt en Utrecht: Uitgeverij Lannoo.

Heidegger, M. (1991). Over denken, bouwen, wonen. Vier essays. Nijmegen: SUN.

Heidegger, M. (1998). Zijn en tijd (1927). Nijmegen: SUN.

Heidegger, M. (2000). Über den humanismus (1946). Frankfurt am Main: Vittorio Klastermann.

Husserl, E. (1970). Crisis of European Sciences and Transcendental Phenomenology. Northwestern University Press.

Hobbes, Th. (2007 [1651]). Leviathan. Amsterdam: Boom.

Kafka, F. (1953). Hochzeitsvorbereitungen auf dem Lande und andere Prosa aus dem Nachlass. Frankfurt am Main: Fischer Verlag.

Kant, I. (1992). Wat is Verlichting? (1784). Kampen: Kok Agora.

Kolakowski, L. (1982). The death of Utopia REconsidered. The tanner Lectures on human Values. Delivered at the australian National University

Kristeva, J. (1987). Soleil noir (Dépression et mélancolie). Paris: Gallimard.

Lacan, J. (1966 [1949]). Le stade du miroir comme formateur de la fonction du Je. In: écrits, pp. 93-101. Parijs: Seuil.

Lacan, J. (1973 [1964]). Le séminaire, livre XI: Les quatre concepts fondamentaux de la psychoanalyse (texte établi par J.-A. Miller). Parijs: Seuil.

Leibniz, G.W. (1991). Monadologie. Kampen: Kok Agora.

Lyotard, J.-F. (1979). Het postmoderne weten, een verslag. Kampen: Kok Agora, 1987.

Nietzsche, F. (1985). Aldus sprak Zarathoestra. Een boek voor allen en voor niemand (1885). Amsterdam: Wereldbibliotheek.

Nietzsche, F. (2000). Ecce Homo. Hoe men wordt, wat men is. Amsterdam: De Arbeiderspers.

Nietzsche, F. (2000). De genealogie van de moraal – een strijdschrift (1887). Amsterdam: De Arbeiderspers.

Nietzsche, F. (2003). De vrolijke wetenschap. Amsterdam: De Arbeiderspers.

McLuhan, M. (1979). Wohin steuert die Welt? Massenmedien und Gesellschaftsstruktur

Toronto/Wenen: Europaverlag .

McLuhan, M. (1994). Understanding Media. The extensions of Man (1964). MIT press.

Simmel, G. (1983). Schriften zur Soziologie. Eine Auswahl herausgegeben und eingeleitet von Heinz-Jürgen Dahme und Otthein Rammstedt. Frankfurt am Main: Suhrkamp.

Sloterdijk, P. (1984). Kritiek van de cynische rede (1983). Amsterdam: De Arbeiderspers. [KCR]

Sloterdijk, P. (1986). Der Denker auf der Bühne. Nietzsches Materialismus. Frankfurt am Main: Suhrkamp.

Sloterdijk, P. (1989). Eurotaoïsme. Over de kritiek van de politieke kinetiek. Amsterdam: De Arbeiderspers. [ET]

Sloterdijk, P. (1996). Selbstversuch. Ein Gespräch mit Carlos Oliveira. München: Carl Hanser Verlag. [SV]

Sloterdijk, P. (1998). Sphären I. Blasen. Frankfurt am Main: Suhrkamp Verlag.

Sloterdijk, P. (1999). Sphären II. Globen. Frankfurt am Main: Suhrkamp Verlag.

Sloterdijk, P. (2000). Regels voor het mensenpark. Kroniek van een debat. Amsterdam: Boom. [RMP]

Sloterdijk, P., (2003). Peter Sloterdijk pleit voor onbescheidenheid. Een interview van Wouter Kusters en Dimphy Smeets. Filosofie Magazine, 9/2003.

Sloterdijk, P. (2004). Sphären III. Schäume. Frankfurt am Main: Suhrkamp Verlag.

Sloterdijk, P. (2006). Het kristalpaleis. Een filosofie van de globalisering. Amsterdam: SUN. [KP]

Sloterdijk, P. (2007). Sferen. Bellen, microsferologie. Globes, macrosferologie. (2003). Amsterdam: Boom. [S]

Sloterdijk, P. (2009). Sferen. Schuim, plurale sferologie. Amsterdam: Boom. [SS]

Sloterdijk, P. (2009). Du mußt dein Leben ändern. Frankfurt am Main: Suhrkamp.

Sloterdijk, P. & Heinrichs, H.-J. (2011). Neither sun nor death. Los Angeles: Semiotext(e). [SuT]

Sloterdijk, P. (2012). Mediatijd (1999). Amsterdam: Boom. [MT]

Spengler, O. (1990). Der Untergang des Abendlandes. Umrisse einer Morphologie der Weltgeschichte (1923). München: dtv.

Spinoza, B. (2008). Ethica. Amsterdam: Wereldbibliotheek. [E]

Tarde, G. (1999). Monadologie et sociologie, présentation d'Eric Alliez, postface de Maurice Lazzarato. Parijs: Institut Synthélabo.

Tuinen, S. van (2004). Binnenstebuiten denken. Kampen: Uitgeverij Klement. [BbD]

Tuinen, S. van (2009). "Air Conditioning Spaceship Earth: Peter Sloterdijk's Ethico-Aesthetic Paradigm", in: Society and Space, 27(1), p. 105-18.

Tuinen, S. van & Romein, E. & Schuilenburg, M. [red] (2009). Deleuze compendium, Amsterdam: Boom. [DC]

Verhaeghe, P. (2012). Identiteit. Amsterdam: De Bezige Bij.

Wallace, D. F. (2011). Dit is water. Enkele gedachten over meevoelend leven, uitgesproken bij een bijzondere gelegenheid. Amsterdam/Antwerpen: Contact.

Wieringa, T. (2013). Joe Speedboot. Amsterdam: De Bezige Bij.

Universiteit of Hogeschool
Wijsbegeerte
Publicatiejaar
2013
Kernwoorden
Share this on: