Waarom Jongeren soms dieper in het glas kijken dan in de zijspiegel: Rijden onder invloed van alcohol bij Vlaamse jongeren, bekeken vanuit The Theory of Planned Behavior en het Prototype/Willingness model

Nathalie De Ceukeleer
Persbericht

Waarom Jongeren soms dieper in het glas kijken dan in de zijspiegel: Rijden onder invloed van alcohol bij Vlaamse jongeren, bekeken vanuit The Theory of Planned Behavior en het Prototype/Willingness model

WAAROM JONGEREN SOMS DIEPER IN HET GLAS KIJKEN DAN IN DE ZIJSPIEGEL

Rijden onder invloed van alcohol bij Vlaamse jongeren

Je bent jong en gaat een avondje uit met vrienden. Het eerste glas gaat er vlot in, de glazen daarna eveneens. Komt dit je bekend voor? Combineer dit met het besturen van een wagen en daar heb je de problematiek die wereldwijd hoog op de agenda blijft, rijden onder invloed van alcohol. Jongeren vormen daarbij een kwetsbare groep. Wat motiveert hen? Het onderzoek toonde o.a. aan dat jongeren de controle die ze denken te hebben belangrijker vinden dan de mening van mensen uit hun omgeving. Dit gedrag tegengaan kan bijvoorbeeld door identificatie met een persoon die zich niet schuldig maakt aan dit gedrag. De alom bekende BOB campagne bleek de jongeren niet te raken.

Dronken rijdenMet deze studie wou de onderzoekster, Nathalie De Ceukeleer, nagaan wat Vlaamse jongeren tussen 18 en 25 motiveert om onder invloed van alcohol achter het stuur te kruipen, ondanks de risico’s. Deze risico’s zijn de meesten nochtans niet onbekend. Slechtere reactietijd, verlaagde waakzaamheid en een verminderd scherptezicht om er maar enkelen op te noemen. Voor jongeren is het gevaar nog groter omwille van de onervarenheid. In vergelijking met oudere bestuurders schatten ze de gevolgen vaak ook minder negatief in.

Om de motivatie na te gaan vulden in totaal 716 jongeren een online survey in die peilde naar verschillende factoren. Ten eerste werd bij jongeren hun houding ten opzichte van dronken rijden getest. Jongeren die rijden onder invloed niet zo erg vinden, zijn ook meer geneigd dit te doen. Vervolgens zijn we ook eens een kijkje gaan nemen bij de vrienden. Je hoort wel vaker dat groepsdruk jongeren ver kan drijven. Als de personen uit de omgeving van de jongere dronken rijden niet afkeuren, zal de jongere ook een hogere intentie hebben om dit te doen. Toch blijken vrienden en familie niet de sterkste invloed uit te oefenen op dit gedrag. De sterkste voorspeller van al dan niet dronken rijden is de jongere zelf. Vindt de jongere van zichzelf dat hij of zij gemakkelijk onder invloed van alcohol kan rijden, dan zal de intentie om dronken achter het stuur te kruipen hoger zijn, in vergelijking met de eigen attitude en de mening van je omgeving.

Vervolgens werden er nog enkele extra factoren onderzocht. Om voorlichtingscampagnes effectiever te maken, is het belangrijk dat je het juiste voorbeeld of prototype gebruikt. De resultaten toonden dat ‘gelijkenis’ hier het kernwoord is. Hoe meer gelijkenissen de jongere ziet met een prototype, hoe minder hij of zij geneigd zal zijn om met een glaasje te veel op nog te rijden. Die gelijkenissen zouden zelfs belangrijker zijn dan de evaluatie die de jongere toekent aan het prototype. Verder hebben we hierboven eerder al vermeld dat jongeren de gevolgen wel eens minder negatief durven inschatten. Om dit na te gaan werd ook de kwetsbaarheid ten opzichte van gevaar getest. Vindt de jongere van zichzelf dat hij minder kwetsbaar is voor gevaar, dan zal hij ook sneller geneigd zijn om onder invloed van alcohol te rijden. Wil men jongeren van dit gedrag afzetten, dan is er ook een kans op slagen als men ze kan laten aanvoelen dat het gedrag moreel onaanvaardbaar is.

Verschillende factoren spelen dus een rol bij de motivatie van jongeren om dronken te rijden. De factoren met de grootste kans op gedragsverandering zijn de controle die men denkt te hebben, de kwetsbaarheid ten opzichte van gevaar en de morele normen. Om dit gedrag tegen te gaan kan men onder andere voorlichtingscampagnes gebruiken. Om ervoor te zorgen dat deze campagnes tot echte gedragsverandering leiden, moeten de verschillende factoren echter op een optimale manier gecombineerd worden. De focus op één factor leggen zal niet voldoende zijn.  

BOBOnder samenwerking van het Belgisch Instituut van de Verkeersveiligheid (BIVV) maakte de onderzoekster tot slot ook een kleine zijsprong naar de alom bekende BOB campagne. Zowel de eigen mening van de jongeren over de campagne als de kennis die ze ervan hebben en het zelf BOB zijn, kwamen aan bod. Bij geen van de drie thema’s werden er verbanden gevonden. Dit wil echter niet zeggen dat er geen verbanden zijn. Het is mogelijk dat op het moment van de meting de campagne niet vers genoeg meer in het geheugen van de deelnemers zat. In toekomstig onderzoek kan men hier eventueel dieper op ingaan.

We kunnen hieruit besluiten dat de motivatie om onder invloed van alcohol achter het stuur te kruipen een verzameling van factoren is. Hierbij wegen sommige wat zwaarder door dan anderen. In voorlichtingscampagnes zou men de grootste kans op succes hebben als men zich richt op de controle die jongeren denken te hebben, de kwetsbaarheid ten opzichte van gevaar en de morele onaanvaardbaarheid van het gedrag. Maar het blijven natuurlijk richtlijnen. Een problematiek als deze is constant in evolutie en toekomstig onderzoek zal misschien nieuwe inzichten opleveren.  

Bibliografie

       Bibliografie

Ajzen, I. (1991). The theory of planned behavior. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 50(2), 179-211.

Amanda Rivis, C. A., Sarah Snook. (2011). Understanding young and older male drivers' willingness to drive while intoxicated: The predictive utility of constructs specified by the theory of planned behaviour and the prototype willingness model. British Journal of Health Psychology, 16(2), 445-456.

Armitage, C. J., & Conner, M. (1999). Predictive validity of the theory of planned behaviour: the role of questionnaire format and social desirability. Journal of Community & Applied Social Psychology, 9(4), 261-272.

Armitage, C. J., Norman, P., & Conner, M. (2002). Can the Theory of Planned Behaviour mediate the effects of age, gender and multidimensional health locus of control? British Journal of Health Psychology, 7(3), 299-316. doi: 10.1348/135910702760213698

BIVV. (2009). Attitudemeting verkeersveiligheid 2009: Evoluties sinds 2003 en 2006: Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid.

Bryman, A. (2008). Social Research Methods: Third Edition. US: Oxford University Press.

Cameron, T. L. (1982). Drinking and driving among american youth: Beliefs and behaviors. Drug and Alcohol Dependence, 10(1), 1-33. doi: http://dx.doi.org/10.1016/0376-8716(82)90084-9

Chan, D. C. N., Wu, A. M. S., & Hung, E. P. W. (2010). Invulnerability and the intention to drink and drive: An application of the theory of planned behavior. Accident Analysis & Prevention, 42(6), 1549-1555. doi: http://dx.doi.org/10.1016/j.aap.2010.03.011

Dhami, M. K., Mandel, D. R., & Garcia-Retamero, R. (2010). Canadian and Spanish youths’ risk perceptions of drinking and driving, and riding with a drunk driver. International Journal of Psychology, 46(2), 81-90. doi: 10.1080/00207594.2010.526121

Frederik X. Gibbons, M. G., Hart Blanton, Daniel W. Russel. (1998). Reasoned Action and Social Reaction: Willingness and Intention as Independent Predictors of Health Risk. Journal of Personality and Social Psychology, 74(5), 1164-1180.

Gerrard, M., Gibbons, F. X., Houlihan, A. E., Stock, M. L., & Pomery, E. A. (2008). A dual-process approach to health risk decision making: The prototype willingness model. Developmental Review, 28(1), 29-61. doi: http://dx.doi.org/10.1016/j.dr.2007.10.001

Kulick, D., & Rosenberg, H. (2000). Assessment of university students’ coping strategies and reasons for driving in high-risk drinking-driving situations. Accident Analysis & Prevention, 32(1), 85-94. doi: http://dx.doi.org/10.1016/S0001-4575(99)00060-3

Kuther, T. L. (2002). Rational decision perspectives on alcohol consumption by youth: Revising the theory of planned behavior. Addictive Behaviors, 27(1), 35-47. doi: http://dx.doi.org/10.1016/S0306-4603(00)00161-1

Labouvie, E., & Pinsky, I. (2001). Substance use and driving: the coexistence of risky and safe behaviors. Addiction, 96(3), 473-484. doi: 10.1046/j.1360-0443.2001.96347310.x

Lange, J. E., Johnson, M. B., & Reed, M. B. (2006). Drivers within Natural Drinking Groups: An Exploration of Role Selection, Motivation, and Group Influence on Driver Sobriety. The American Journal of Drug and Alcohol Abuse, 32(2), 261-274. doi: 10.1080/00952990500479597

Marcil, I., Bergeron, J., & Audet, T. (2001). Motivational factors underlying the intention to drink and drive in young male drivers. Journal of Safety Research, 32(4), 363-376. doi: http://dx.doi.org/10.1016/S0022-4375(01)00062-7

Moan, I. S., & Rise, J. (2011). Predicting intentions not to “drink and drive” using an extended version of the theory of planned behaviour. Accident Analysis & Prevention, 43(4), 1378-1384. doi: http://dx.doi.org/10.1016/j.aap.2011.02.012

Parker, D., Manstead, A. S. R., Stradling, S. G., & Reason, J. T. (1992). Determinants of intention to commit driving violations. Accident Analysis & Prevention, 24(2), 117-131. doi: http://dx.doi.org/10.1016/0001-4575(92)90028-H

Reyna, V. F., & Farley, F. (2006). Risk and Rationality in Adolescent Decision Making: Implications for Theory, Practice, and Public Policy. Psychological Science in the Public Interest, 7(1), 1-44. doi: 10.1111/j.1529-1006.2006.00026.x

Vingilis, E., Salutin, L. (1980). A prevention programma for drinking driving. Accident Analysis & Prevention, 12, 267-274.

Weber, J. (1992). Scenarios in Business Ethics Research: Review, Critical Assessment, and Recommendations. Business Ethics Quarterly, 2(2), 137-160. doi: 10.2307/3857568

WorldHealthOrganisation. (2007). Drinking and driving: a road safety manual for decision-makers and practitioners. Geneva: Global Road Safety Partnership.

Zwarun, L., Linz, D., Metzger, M., & Kunkel, D. (2006). Effects of Showing Risk in Beer Commercials to Young Drinkers. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 50(1), 52-77. doi: 10.1207/s15506878jobem5001_4

Universiteit of Hogeschool
Strategische Communicatie
Publicatiejaar
2013
Kernwoorden
Share this on: