De bestrijding van drugssmokkel in de maritieme haven van Antwerpen

Kristof Olyslager Kristof Olyslager
Persbericht

De bestrijding van drugssmokkel in de maritieme haven van Antwerpen

De bestrijding van drugssmokkel in de haven van Antwerpen

U leest het regelmatig in de kranten: “Antwerpen is een logistieke draaischijf voor drugssmokkel”, “Er is geen geld om de scanners in de haven te onderhouden”, “Aantal vastgestelde drugsfeiten in Antwerpen zijn verdubbeld”, “Havenarbeiders worden via Facebook benaderd door drugsorganisaties”, enzovoort. In mijn masterthesis ben ik gaan kijken waar de gaten in het net zitten om zo tot duidelijke aanbevelingen te komen die de overheid en de haven kunnen realiseren op korte en lange termijn.

Belang van het onderzoek:

Drugssmokkel in de haven van Antwerpen lijkt op het eerste zicht een ver-van-mijn-bed-show. Toch heeft deze vorm van criminaliteit meer effect op uw persoonlijk leven dan u zou denken.  Indien veel drugs Europa binnenkomt via de haven van Antwerpen dan zal er vanzelfsprekend ook eenvoudig drugs te verkrijgen zijn. Gezien deze drugs eenvoudig te verkrijgen zijn, zullen ook meer mensen er gebruik van maken. Meer druggebruik leidt tot meer verslaafden en meer verslaafden leidt dan weer tot een hoge kost voor onze maatschappij. Drugsverslaafden komen in ziekenhuizen of afkickcentra terecht op kosten van de sociale zekerheid. Daarnaast is het algemeen bekend dat druggebruikers meer overlast veroorzaken. Dit kan gaan van overlast op straat, diefstallen, tot ernstigere vormen van criminaliteit. Het is de sociale zekerheid, de maatschappij in het algemeen en bij uitbreiding dus ook u die hier hinder van ondervindt.

Het onderzoek:

Gezien de weerslag op elk van ons, ben ik in het kader van mijn Master-na-Master in de Maritieme wetenschappen (faculteit TEW) verder onderzoek gaan doen naar deze vorm van criminaliteit. Mijn masterproef bevat dan ook een economisch onderzoek, doch ook juridisch vermits ik hiervoor een master in de rechten heb verworven.

Het onderzoek begint met een omschrijving van verdovende middelen. Om te spreken over drugssmokkel is het immers cruciaal te weten wat drugs zijn. Geneesmiddelen kunnen per slot van rekening ook een invloed hebben op onze psychische of fysieke afhankelijkheid.

Vervolgens wordt er gekeken naar de drugssmokkel wereldwijd. Hoewel Antwerpen gekend staat als een logistieke draaischijf in drugssmokkel, is het een wereldwijd fenomeen. Ook wordt drugssmokkel niet enkel via maritiem transport gedaan. Het is dan interessant om te kijken hoe innoverend drugsorganisaties zijn om steeds uit de klauwen van de overheid te blijven. Vandaag de dag worden Facebook en drones al ingezet door smokkelaars, wat wijst op hun innovatie en doordachte organisatie.

De wet omschrijft ook het misdrijf ‘smokkel’. Het is van groot belang te kijken wat de bestanddelen zijn van dit misdrijf, wie gestraft kan worden en welke straffen zijn voorzien. Enkel wie onder deze omschrijving van de wetgever valt kan uiteindelijk veroordeeld worden voor dit misdrijf. Wat hierbij vooral opvalt is dat de straffen voor dit misdrijf niet bijster hoog zijn.

De eerste overheidsinstantie die dan wordt toegelicht in mijn onderzoek is de douane. Schepen die aankomen in de haven van Antwerpen vallen eerst onder de controle van de douane. Gezien zij een grote rol spelen in het opsporen van de drugs wordt er uitgebreid stilgestaan bij deze instantie. Specifiek ben ik gaan kijken naar de bevoegdheden die de douane heeft om op te treden tegen drugssmokkel. In dit deel komt ook het ‘probleem’ van het Schengen-akkoord aan bod. Eens de drugs de Europese Unie binnen zijn geraakt is het immers zeer eenvoudig deze over nabijgelegen landen te verspreiden. Het douanestrafrecht wordt tot slot uitgebreid behandeld.

De federale gerechtelijke politie is de tweede overheidsinstantie die wordt toegelicht in mijn onderzoek. Zij kunnen opsporingshandelingen uitvoeren met algemene opsporingsmethoden of bijzondere opsporingsmethoden. Bij de drugssmokkel zien we dat vooral de informantenwerking wordt gebruikt. Infiltratie wordt zo goed als nooit gebruikt omdat het drugsmilieu te gevaarlijk is om in te infiltreren en ze met nauwe bloedbanden of etnische afkomst werken.

Tot slot komt het Openbaar Ministerie aan bod. Via het opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek kan het Openbaar Ministerie niet enkel de loopjongens vatten, maar de breinen achter de organisatie. Het is hier van groot belang dat het Openbaar Ministerie de grote vissen kan vangen.

De praktijk:

In theorie kan alles mooi worden geregeld, maar als de theorie niet overeenkomt met de praktijk dan heeft dit weinig nut. In mijn onderzoek ben ik dan ook bewust naar de praktijk gaan kijken en heb ik concrete aanbevelingen gedaan voor de haven van Antwerpen en de federale overheid. Dat mijn masterproef op het bureau van minister Van Overtveldt ligt, toont dan ook aan dat deze aanbevelingen realistisch en relevant zijn.

Zo werd reeds uitgelegd wat de kost is voor onze maatschappij en is het belangrijk dat de overheid dit goed beseft. Daarnaast heb ik ook duidelijk gemaakt hoe de overheid geld kan verdienen aan de strijd tegen drugssmokkel. Net om deze reden gaat de minister van Financiën de besparingen bij de douane opnieuw onder de loep nemen. Het is immers zo dat de drugs in beslag wordt genomen en zaken die in beslag worden genomen worden eigendom van de staat. De drugs zelf zal vernietigd worden, maar belangrijk is dat ook de vermogensvoordelen eigendom worden van de staat. Dit betekent dat al het geld dat een drugsorganisatie verdient met die specifieke smokkelopdracht die aan het licht kwam ook eigendom wordt van de staat. Het gaat dan al snel om enkele miljoenen euro’s, wat niet opweegt tegen het jaarloon van een douaneambtenaar. Belangrijk om te weten is dan ook dat de douane maar met tien man zit op de drugsafdeling, en dit voor één van de grootste havens van Europa. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat minder dan 0,7% van alle containers die de haven van Antwerpen binnenkomen worden gescand.

Slot:

Bent u nu al geboeid door deze enkele voorbeelden? Dan kan ik u alleen maar uitnodigen mijn masterproef te lezen en te ontdekken wat er nog meer schort in de praktijk. Een verbluffende realiteit wacht op u!

Bibliografie

Bibliografie

Rechtsleer:

ANTAR, I., De economische studie en welvaartimplicaties van drugssmokkel, onuitg. masterscriptie TEW Universiteit Antwerpen, 2007-08, 123 p.

BAERT, A. en GHEYSENS, L., Douane en accijnzen, Mechelen, Kluwer, 2013, 277 p.

CELIS, K. en VERBEKEN, J., Douane en accijnzen toegepast, Antwerpen, Intersentia, 2014, 301 p.

DECLERQ, R., De cassatieprocedure in strafzaken, Leuven, Wouters, 1988.

DE NAUW, A., Drugs, Mechelen, Kluwer, 2009, 190 p.

DERUYCK, F., Cursus strafprocesrecht, onuitg. studentencursus rechten V.U.B., 2013, 327 p.

DERUYCK, F., Inleiding tot het straf- en strafprocesrecht, onuitg. studentencursus rechten V.U.B., 2012, 113 p.

DE RUYVER, B. en SURMONT, T. (ed.), Grensoverschreidend drugstoerisme: Nieuwe uitdagingen voor de Euregio’s, Antwerpen, Maklu, 2007, 129 p.

DE WOLF, D., Syllabus bijzondere strafwetten, Brussel, VUB Dienst Uitgaven, 2013, 266 p.

DORN, N., Regulating European drug problems : Administrative measures and civil law in the control of drug trafficking, nuisance and use, Den Haag, Kluwer, 1999, 302 p.

HUYBRECHTS, L., “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor douanemisdrijven onder meer deze van de douane-expediteur” in VAN HOOYDONK, E., (ed.), Expediteurs en scheepsagenten. Het gewijzigd juridisch landschap, Antwerpen, Maklu, 2003, 238 p.

LEE, D.G., Global drug enforcement: Practical investigative techniques, Florida, CRC Press, 2003, 440 p.

LEROY, K., De bijzondere verbeurdverklaring: een stand van zaken, onuitg. masterscriptie Rechten Universiteit Gent, 2012-12, 81 p.

SONCK, S., Cassatieberoep in strafzaken, Gent, Mys & Breesch, 1999, 1353 p.

UNITED NATIONS, World drug report, Oxford, Oxford University Press, 1997, 472 p.

 

Tijdschriften:

DE BACKER, J., “De vaststelling van de overtredingen inzake douane” in W. MAECKELBERGH (ed.), Fiscaal Praktijkboek 1995-96, Antwerpen, Kluwer, 1995, 181-187.

DE NAUW, A., “Overzicht van douanestrafprocesrecht”, RW 2004-05, 922.

GHEYSENS, L., “Douanestrafrecht en het proces-verbaal van vaststellingen”, AFT 1985, 159-162.

GHEYSENS, L., “De behandeling van geschillen op het gebied van douane en accijnzen” in Actuele problemen van het fiscaal recht, Deurne, Kluwer, 1989, 220-221.

GHEYSENS, L., “Enkele bijzondere aspecten van het inzake douane en accijnzen, strafrecht en procedurerecht, AFT 1987, 58.

GHEYSENS, L., “Zijn douane- en accijnsstraffen buitensporig?”, TFR 1988, 178-200.

HUYBRECHTS, L., “Het gerechtelijk afluisteren in het Belgische recht na de nieuwe afluisterwet”, Panopticon, 1995, 41-57.

VANDER LAENEN, F., “De vernietiging van art. 16 van de Wet van 3 mei 2003 tot wijziging van de Drugswet van 24 februari 1921: kroniek van een aangekondigde vernietiging” (noot onder Arbitragehof 20 oktober 2005), T.Strafr. 2005, 32.

VAN DOOREN, E., “Dading in douanegeschillen” (noot onder Cass. 22 september 2011), RW 2012-13, 427-430.

VANDROMME, S., “De vermindering van de penale geldboete inzake douane en accijnzen bij het voorhanden zijn van verzachtende omstandigheden” (noot onder GwH 14 september 2006), RW 2006-07, afl. 36, 1482.

 

Online bronnen:

Europese Commissie, http://ec.europa.eu/dgs/home-affairs/what-we-do/policies/organized-crime-and-human-trafficking/drug-control/index_en.htm (consultatie 5 april 2015).

Europa Nu, http://www.europa-nu.nl/id/vh1alz099lwi/schengen_en_visabeleid (consultatie 5 april 2015).

Europa Nu, http://www.europa-nu.nl/id/vh7dowjo3mzi/akkoord_van_schengen_schengen (consultatie 5 april 2015).

Europese Commissie, http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1418815184800&uri= CELEX:52012XG1229(01) (consultatie 6 april 2015).

 

Rechtspraak:

HvJ 9 maart 2006, Van Esbroeck t. België, C-436/04, T. Strafr. 2007, 22, noot P. Hoet.

HvJ 28 september 2006, Van Straaten t. Nederland en Italië, C-150/05, T. Strafr. 2007, 256, noot P. Hoet.

Arbitragehof 14 februari 2001, nr. 16/2001, BS 18 april 2001.

Arbitragehof 14 februari 2001, nr. 16/2001, BS 18 april 2001, 12652.

Arbitragehof 15 oktober 2002, BS 4 februari 2003, 4681.

Arbitragehof 20 oktober 2004, nr. 158/2004.

GwH 19 juli 2007, nr. 105/2007.

GwH 27 januari 2011, nr. 10/2011, BS 18 maart 2011, AFT 2012, afl. 2, 27.

Cass. 15 juni 1920, Pas. 1921, I, 9.

Cass. 19 februari 1923, Pas. 1923, I, 195.

Cass. 25 juni 1934, Pas. 1934, I, 337.

Cass. 25 september 1961, Pas. 1962, I, 101.

Cass. 22 december 1981, Fiskofoon 36 (maart 1983), 69.

Cass. 12 mei 1982, RW 1983-84, 112.

Cass. 4 mei 1983, FJF nr. 83/195.

Cass. 7 september 1983, Fiscale Nieuwsbrief CED Samsom, 1984, nr. 63/3.

Cass. 25 oktober 1983, AC 1983-84, nr. 109.

Cass. 23 april 1993, Pas. 1993, I, 389.

Cass. 28 mei 1993, Pas. 1993, I, 519.

Cass. 9 april 1996, AC 1996, nr. 112.

Cass. 4 februari 1997, P.96.1027.N.

Cass. 8 september 2000, TFR 2001, 1090, noot K. CRASSAERTS.

Cass. 17 oktober 2001, Arr.Cass. 2001, afl. 8, 1700.

Cass. 29 april 2003, Arr.Cass. 2003, afl. 4, 1069.

Cass. 10 januari 2006, P.050812.N.

Luik 14 december 1981, FJF nr. 82/148.

Antwerpen 14 november 1984, RW 1984-85, 1659.

Antwerpen 30 mei 1986, RW 1986-87, 61.

Anwerpen 13 februari 2002, Fisc.Act. 2002, afl. 40, 6.

Brussel 29 mei 2002, NJW 2002, afl. 8, 284, noot L. ARNOU.

Rb. Veurne 18 maart 1986, FJF, nr. 87/152.

 

Wetgeving:

Verordening (EEG) van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, nr. 2913/92, Pb.L. 19 oktober 1992.

Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften, Pb.L. 82, 22 maart 1997, gewijzigd door Verordening (EG) nr. 766/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot wijziging van verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften, Pb.L. 218 van 13 augustus 2008.

Overeenkomst van 18 december 1997 opgesteld op grond van artikel K.3 van het verdrag betreffende de Europese Unie inzake wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de douaneadministraties, BS 4 november 2004.

Verordening (EG) 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het Communautair Douanewetboek, PB. L. 302 van 19 oktober 1992.

Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek.

Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen opgemaakt te New York op 30 maart 1961.

Verdrag van Wenen inzake psychotrope stoffen opgemaakt te Wenen op 21 februari 1971.

Verdrag VN inzake sluikhandel van 20 december 1988.

Wet 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, BS 5 oktober 1867.

Wet 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van gifstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en anticeptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, BS 6 maart 1921.

Wet 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, BS 17 juli 1964.

Wet 9 juli 1975 tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica, BS 26 september 1975.

Algemene Wet 18 juli 1977 inzake Douane en Accijnzen, BS 21 september 1977.

Wet 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, BS 26 juli 1991.

Wet 5 augustus 1992 betreffende het Politieambt, BS 22 december 1992.

Wet 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek, BS 2 april 1998.

Wet 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, BS 12 mei 2003.

Wet 4 april 2003 tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica, en van artikel 137 van het Wetboek van strafvordering, BS 2 juni 2003.

Wet van 22 april 2003 houdende de toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan bepaalde ambtenaren van de administratie der douane en accijnzen, BS 8 mei 2003.

Wet 3 mei 2003 tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica, BS 2 juni 2003.

Wet 1 april 2006 betreffende de agenten van de politie, hun bevoegdheden en de voorwaarden waaronder hun opdrachten worden vervuld, BS 10 mei 2006.

Wet 21 december 2009 houdende fiscale en diverse bepalingen, BS 31 december 2009.

KB 31 december 1930 houdende de regeling van de slaapmiddelen en de verdovende middelen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies, BS 10 januari 1931.

KB 26 oktober 1993 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, BS 22 december 1993.

KB 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten, BS 21 november 1997.

KB 22 januari 1998 tot regeling van sommige psychotrope stoffen en desbetreffende risicobeperking en therapeutisch advies, BS 14 januari 1999.

KB 9 april 2003 betreffende de politionele onderzoekstechnieken, BS 12 mei 2003.

 

Interview:

Norbertus Somers, hoofd drugsteam bij de Administratie der Douane en Accijnzen.

Maarten Sobrie, Substituut procureur des Konings bij de drugssectie, Openbaar Ministerie Antwerpen.

Universiteit of Hogeschool
Maritieme wetenschappen
Publicatiejaar
2015
Kernwoorden
Share this on: