Wiskunde toegankelijk maken voor blinde leerlingen uit de 2de graad ASO

Aziza Miled
Persbericht

Ik heb gevoel voor wiskunde

Je weet wel wat sneeuw is. Maar heeft iemand je al eens gevraagd om het begrip uit te leggen aan iemand die nog nooit sneeuw gezien of gevoeld heeft? Welke woorden zou jij gebruiken om het begrip “sneeuw” zo concreet mogelijk uit te leggen? Probeer eerst deze vraag te beantwoorden vooraleer je verder leest.

In de wiskundelessen van het secundair onderwijs worden leerlingen geconfronteerd met een groot aantal nieuwe begrippen: afstand, trapezium, absolute waarde, verzamelingen, eerstegraadsfunctie, veeltermen, enz. Een geoefend leraar, al dan niet gewapend met een efficiënt handboek, weet hoe hij deze begrippen moet uitleggen.

Nieuwe begrippen worden door onze hersenen onmiddellijk geordend aan de hand van de eigenschappen die we ermee associëren. Zo ontstaat er een beeld dat we zelf opbouwen en dat een betekenis krijgt. We vormen een “figuur” of “achtergrond”. Hoe complexer het begrip, hoe moeilijker onze hersenen het hebben met de informatie te verwerken en er een beeld van te maken.

Nieuwe en vooral abstracte begrippen moeten dan ook zo goed mogelijk worden uitgelegd of gevisualiseerd worden a.d.h.v. voorbeelden die aansluiten bij de leefwereld van de leerling. Maar… wat als die leerling een visuele beperking heeft? Hoe help je hem een afstand, diepte of zelfs een hoogte in te schatten of te definiëren?

Wiskunde en verbalisme

In 1932 onderzocht de blinde psycholoog Cutsforth hoe goed blinden begrippen beheersen. Er werd hun gevraagd naar kenmerken van veelvoorkomende woorden, zoals sneeuw, appel, kraai, enz. Uit het onderzoek bleek dat niet minder dan 58% van de antwoorden onjuist was. Men spreekt in dit geval van verbalisme: woorden gebruiken zonder de betekenis ervan te kennen.

Hoe concreter begrippen worden uitgelegd, hoe meer kenmerken deze begrippen meekrijgen en hoe genuanceerder het beeld wordt dat de leerling opbouwt in zijn hoofd. Het risico op verbalisme kan men dus sterk inperken door een goede aanpak... ook in de wiskundelessen en ook bij slechtzienden.

Visuele beperking: belemmeringen vanaf de geboorte

Kinderen die vanaf de geboorte een visuele beperking hebben, zullen een heel andere ontwikkeling hebben dan diegenen die wel goed kunnen zien. Een ziend kind zal onbewust de mimiek en bewegingen van mensen in zijn omgeving nabootsen, wat een blind kind niet kan doen. Daarnaast zal de taalontwikkeling trager lopen bij slechtziende kinderen omdat nieuwe woorden hun worden aangeleerd door mensen die een heel andere wijze van informatieverwerving kennen.

Ook op school ondervinden leerlingen met een visuele beperking hinder en niet in het minst bij het vak wiskunde, omdat hun ruimtelijk inzicht beperkt is. Hoe groter de afbeelding of visualisering, hoe moeilijker het is voor de slechtziende leerling om er een voorwerp in te herkennen. Een leraar kan daar rekening mee houden. Zo kan hij een balk beter niet vergelijken met een schoenendoos of vrachtwagencontainer, maar verwijst hij best naar een luciferdoosje.

Niet iedereen is er zich meteen van bewust, maar de slechtziende leerling heeft dan ook echt nood aan didactisch en vooral voelbaar materiaal. En dat is redelijk schaars.

Wat niet is, kan komen

In de 3de opleidingsfase van mijn lerarenopleiding secundair onderwijs heb ik in het kader van mijn laatste stage gekozen om les te geven in het Koninklijk Instituut Woluwe, een buitengewoon secundaire school voor blinde en dove leerlingen. Ik heb zowel wiskunde als economie gegeven aan twee blinde leerlingen uit het 4de jaar algemeen secundair onderwijs (ASO). Mijn stagementor verwittigde me dat enkele hoofdstukken (of onderdelen ervan), zoals “de cirkel”, wegens tijdsgebrek niet behandeld zouden kunnen worden. Leerlingen met een visuele beperking hebben immers over het algemeen meer tijd nodig om leerstof in te oefenen. Omdat ik het oprecht spijtig vond dat deze twee blinde meisjes door hun beperking minder leerstof konden verwerken op een schooljaar besloot ik om, in het kader van mijn bachelorproef, didactisch materiaal te ontwerpen voor blinde leerlingen in het 4de jaar ASO. Mijn doel: wiskunde vlotter laten verlopen bij blinde leerlingen in de 2de graad wanneer het gaat om moeilijk toegankelijke leerstof.

Didactisch materiaal ontwerpen… Hoe begin je eraan?

En daar zat ik dan... Vol goede moed, maar met geen idee waar te beginnen. Vooraleer ik aan de slag kon, ben ik allerlei bronnen beginnen raadplegen om informatie te verzamelen over de visuele beperking zelf, om inzicht te krijgen in de oorzaken en vooral: de belemmeringen in het dagelijks leven en op school. Daarna ben ik me gaan verdiepen in welk didactisch materiaal er reeds aanwezig is in scholen en wat de huidige problemen zijn met dat materiaal. Intussen pakken wijzer geworden koos ik ervoor om me te richten op didactisch materiaal voor meetkunde in de 2de graad. Dit vond ik interessant en het bood meer mogelijkheden om iets nieuws te creëren.

Aan de hand van het aanwezige didactisch materiaal kunnen heel wat leerdoelen bereikt worden... maar het materiaal is heel zwaar en onhandig. Om de meetkunde van het vierde jaar onder de knie te krijgen – je kent ze nog wel: de eerste- en tweedegraadsfuncties (rechten en parabolen), de goniometrische cirkel en de verwante hoeken: supplementaire, complementaire, tegengestelde hoeken… – zeulen blinde vijftienjarigen met een houten plank van 40 cm op 30 cm. Om dat visueel verwerkbaar te maken, beste lezer: twee dikke A4-mappen naast elkaar. In hout.

Met de hulp van ervaren GON-begeleiders, mijn docent wiskunde, bereidwillige schrijnwerkers en de kennis van slimme ontwerpers die mij voorgingen ben ik aan de slag gegaan. Ik wilde licht, duurzaam, ruim toepasbaar en bovendien betaalbaar materiaal ontwerpen.

Steeknageltjes

Heb je dat ook gedaan vroeger, van die kleurige stompe punaiseachtige kopjes in een gaatjesbord geordend om bloemen, regenbogen en brandweerwagens tevoorschijn te toveren? Hetzelfde principe werd gebruikt om grafieken, parabolen en functies voelbaar te maken bij blinde leerlingen.

Voor wie benieuwd is naar mijn zoektocht en het resultaat, inspiratie wil opdoen of mijn fouten niet wil herhalen is er goed nieuws: mijn eindwerk staat ter beschikking. Als het kan bijdragen tot een efficiëntere aanpak bij slechts één jongen met een visuele beperking of wat meer geduld met het slechtziende meisje in slechts één klas, dan al neem ik vrede met mijn eerst blauwe en nadien verloren duimnagel.

 

 

Bibliografie

Geraadpleegde boeken

Brakel, K. D. (2008). Naar een inclusieve omgeving. Antwerpen: GARANT.

Ghesquière, F. D. (1995). Kinderen met problemen – over de opvoeding en de behandeling van en het onderwijs aan kinderen met een fysieke, sensoriële of mentale handicap, gedragsproblemen of een leerstoornis. Leuven: GARANT.

Janssen, M. H. (2004). Oog voor het doofblinde kind – informatie van ouders voor ouders van jonge kinderen met een visuele en een auditieve handicap. Utrecht: FODOK.

Maele, L. D. (2002). Werkboek voor de begeleiding van kinderen met visuele perceptiestoornissen (CVI). Leuven: ACCO.

Mylle, H. (1987). Wiskunde onderwijzen aan blinde leerlingen. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven.

Geraadpleegde internetbronnen

G. Notaert, (1975). Handleiding braillesymbolen wiskunde. Geraadpleegd op 12 maart (http://www.hannah2.be/infovisie/iv/VWC/notaert/Handleiding_braillesymbo…)

J. Engelen, (2011). Wiskunde in braille: de stand van zaken. Geraadpleegd op 8 februari (http://www.hannah2.be/infovisie/iv/2011/25_4-dec_11/pdf/Wiskundebraille…)

Menselijk lichaam, (2016). Wat zijn de oorzaken van blindheid?. Geraadpleegd op 10 februari (http://www.menselijk-lichaam.com/vragen/wat-zijn-de-oorzaken-van-blindh…)

NWO. Wiskundeonderwijs voor blinde leerlingen. Geraadpleegd op 4 februari (http://www.nwo.nl/onderzoek-en-resultaten/onderzoeksprojecten/i/77/2397…)

Vlaamse overheid. Met een beperking in het gewoon onderwijs. Geraadpleegd op 2 februari (http://onderwijs.vlaanderen.be/nl/ouders/ondersteuning-en-begeleiding/l…)

VWC (2013). Vlaamse wiskunde code. Geraadpleegd op 2 februari (http://www.hannah2.be/infovisie/iv/VWC/Handleiding%20Wiskunde%20VWC%20v… )

VWVJ. Het slechtziende of blinde kind. Geraadpleegd op 5 februari (http://www.vwvj.be/uploads/documentenbank/6347f1f4a149fda4f3928b905fa5f…

 

Universiteit of Hogeschool
Lerarenopleiding secundair onderwijs wiskunde en economie
Publicatiejaar
2016
Promotor(en)
Mevrouw Ilse Trappeniers
Kernwoorden
Share this on: