Beëindiging bedingen van tontine en aanwas

Isabel Vanhengel
Persbericht

Gebroken hart, gebroken huis?

Image removed.

Gebroken hart, gebroken huis?

 “De onzekerheid in de liefde zoals volgt uit de Latijnse uitdrukking “Omnia vertuntur, certe vertuntur amores”, moet worden aangevuld door de zekerheid van het recht en de bindende kracht van de overeenkomst “Pacta sunt servanda”.[1]

Deze allesomvattende uitspraak van Lyn JANSSENS – advocate aan de balie van Antwerpen – geeft op een indirecte wijze het onderwerp van dit artikel weer. Het werk handelt immers over het tontinebeding en het beding van aanwas; kort door de bocht genomen vormt dit beding een beschermingsclausule voor samenwonende koppels bij overlijden van de partner waarbij diens deel overgaat naar de overlevende. Meerbepaald gaan we op zoek of er een eventuele beëindigingsmogelijkheid is ingeval een amoureuze relatie stukloopt  - en dus niet omwille van overlijden – en één van de ex-partners niet akkoord gaat om in verdeling te treden. Wat gebeurt er met andere woorden met het aangekochte onroerend goed indien feitelijk of wettelijk samenwonenden uit elkaar gaan en geen enkele regeling getroffen hebben rond de beëindiging van dergelijk beding? Kan het koppel steunen op de zekerheid van het recht wanneer het misloopt in de liefde?

 

Schets situatie

U kent ongetwijfeld familieleden, vrienden of kenissen die met deze benarde situatie geconfronteerd worden, of wie weet bent u er misschien zelf wel in verzeild geraakt. Stel u voor: U woont wettelijk of feitelijk samen met de liefde van uw leven. U hebt samen een onroerend goed gekocht met in de aankoopakte een opgenomen beding van tontine of aanwas om elkaar te beschermen bij elkaars overlijden. Helaas, de relatie is niet voor “lang en gelukkig” bestemd en u gaat uit elkaar. U wilt volledig uit verdeeldheid treden, maar u wordt verhinderd door het destijds opgenomen beding van tontine of aanwas. Vindt dit beding echter nog wel toepassing bij een relatiebreuk of verdwijnt de opgenomen bescherming als sneeuw voor de zon? Kunt u alsnog uit verdeling treden of zit u vastgekleefd aan een huis dat u allesbehalve samen wilt bewonen?

Deze scriptie onderzoekt dus wat er gebeurt met het tontinebeding en het beding van aanwas indien één van de partners bij het eindigen van de relatie niet akkoord gaat met een vrijwilige beëindiging van desbetreffend beding. Alvorens een antwoord te vinden op deze vragen, moet natuurlijk stilgestaan worden bij een omkadering van het onderwerp en in essentie de begrippen tontine en aanwas.

 

Image removed.Verschillende samenlevingsvormen

Er bestaan verschillende samenlevingsvormen. U kunt gehuwd zijn, wettelijk samenwonend zijn – waarbij u als koppel een officiële verklaring aflegt op het gemeentehuis bij de ambtenaar van de burgerlijke stand – of u kunt feitelijk samenwonen waarbij u gewoon samenleeft en waarbij een dergelijke verklaring niet wordt afgelegd. In beginsel is het bij de wettelijke en de feitelijke samenleving – en dus niet bij gehuwden – mogelijk een dergelijk beding op te nemen in een aankoopakte.

 

Begrippen tontine en aanwas

Zowel het totinebeding als het beding van aanwas hebben zoals eerder aangehaald als doel het beschermen van de partner en deze meer rechtszekerheid te bieden nadat de dood hen van elkaar scheidt. Het zijn op die manier als het ware kanscontracten waaarbij elke parnter “de kans” heeft eerst te overlijden. Daarnaast speelt ook vaak het feit dat het fiscaal voordeliger is voor het koppel een rol. Het beding wordt als clausule opgenomen in de aankoopakte en stelt dat het deel van het onroerend goed van de eerststervende zal overgaan naar de overlevende mede-eigenaar. De bedingen worden vaak verkeerdelijk aanzien als synoniemen. Ze vertonen weliswaar veel overeenkomsten, maar er bestaan wel degelijk belangrijke verschillen. Afhankelijk van de opgenomen tontine of aanwas zal dit bijvoorbeeld al dan niet retroactieve werking hebben – een werking die teruggaat in de tijd. Het feit dat een wettelijk kader ontbreekt voor deze bedingen, verklaart de mogelijke verwarring en onduidelijkheid; men zal altijd moeten terugvallen op eerder uitgesproken vonnisen en arresten, met andere woorden op de rechtspraak.

Gevolg stukgelopen relatie

De vraag die de scriptie echter bezighoudt, is dat wat als de dood het koppel niet gescheiden heeft, maar wel uitgedoofde liefde een einde maakt aan het liefdesverhaal? Het beding van aanwas is in dit geval de beste optie aangezien het koppel de opgenomen termijnen en beëindigingsregeling gewoon dient te volgen. Het knelpunt ligt echter bij de totine. Wanneer een beëindigingsregeling is opgenomen, dan wordt deze uiteraard gevolgd, bij gebreke hieraan is beëindiging niet mogelijk en biedt rechtspraak bovendien geen sluitend antwoord. Zo mogen en kunnen hoven en rechtbanken in hun uitspraken immers van mening zijn dat de tontine een einde neemt met het einde van de relatie. Alles zal echter afhangen van de concrete feiten.

Recente arresten en vonnisen tonen dus wel degelijk aan dat hoven en rechtbanken naar hun eigen mening oordelen en dat bijgevolg  een tontinebeding wel degelijk kan eindigen. De regel mag echter niet als een nieuwe, algemene regel worden aangenomen aangezien alles zal afhangen van een mening en van feiten.

Cirkel rondmaken…

Laten we tot slot even teruggaan naar het begin, naar de aangehaalde uitspraak van Lyn JANSSENS: “De onzekerheid in de liefde zoals volgt uit de Latijnse uitdrukking “Omnia vertuntur, certe vertuntur amores”, moet worden aangevuld door de zekerheid van het recht en de bindende kracht van de overeenkomst “Pacta sunt servanda”. Uit al het voorgaande blijkt duidelijk dat een koppel niet een volle zekerheid geniet volgend uit het recht; denk alleen Image removed.maar al aan het feit dat een wettelijk kader rond het tontinebeding en het beding van aanwas ontbreekt. Wanneer het misloopt in de liefde, zal het recht in dit niet altijd een sluitend antwoord kunnen bieden en bijgevolg ook niet de eventuele noodzakelijke hulp.

 

 

 

[1] L. JANSSENS, “Het einde van een beding van aanwas: omnia vertuntur, certe vertuntur amores”, T. Fam. 2017, afl. 4, 108.

Bibliografie

Wetgeving

  • Burgerlijk Wetboek.
  • Wet van 28 maart 2007: Wet tot wijziging, wat de regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende betreft, van het Burgerlijk Wetboek.
  • Wet van 23 november 1998, in werking getreden op 1 januari 2000.
  • Wet 26 juni 1921: wet op de Vereniging zonder Winstoogmerk.
  • Decreet van 7 juli 2006 houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning, BS 20 september 2006.
  • Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat betreft bedingen van tontine en aanwas, Parl. St., Kamer, 2011-2012, nr. 2373, ingediend door mevrouw Gwendolyn RUTTEN en de heer Luk VAN BIESEN.

Rechtspraak

  • Cass. 21 oktober 2016, T.Not. 2017, afl. 1, 49, noot V. SAGAERT.
  • Cass. 6 maart 2014, Arr.Cass. 2014, afl. 3, 641, RW 2013-14, 1628, noot MICHIELS.
  • Cass. 20 september 2013, concl. A. HENKES, JMBL 2014, 1229, RW 2014-15, 618, noot L. DE KEYSER, JLMB 2014, 1229, Pas. 2013, 1733, TBO 2014, 122, T.Not. 2014, 224, noot C. ENGELS, Not.Fisc.M. 2015, afl. 5, 151, TBO 2014, 122.
  • Cass. 24 april 2009, Arr.Cas. 2009, afl. 4, 1115.
  • Cass. 12 december 2008, RABG 2009, 811, noot VERLOOY, Rev.not.b. 2009, 755, noot MOREAU, TBBR 2009, 236, noot MASSCHELEN.
  • Cass. 21 januari 2000, Arr. Cass. 2000, 168, JT 2000, 573.
  • Cass. 16 november 1989, Arr. Cass. 1989-90, 371, Pas. 1990, 331, RW 1989-90, 1251.
  • Brussel 24 mei 2016, T.Fam. 2017, 102-108; T.Not. 2016, 514.
  • Gent 22 oktober 2015, RABG 2016, 1103, noot B. VERLOOY, TEP 2016, 207.
  • Bergen 16 mei 2014, FJF 2015, afl. 1, 25, Fisc.Koer 2015, afl. 15, 786, noot C. DE BRUYN.
  • Antwerpen 30 juni 2008, 2007/AR/2136, onuitg.
  • Gent 16 december 2004, T.Not. 2006, 126, noot BOUCKAERT; RABG 2006, 12, noot MICHIELS.
  • Gent 18 december 2003, NjW, 2004, 416.
  • Gent 12 maart 1999, T.Not. 2001, 251-256.
  • Antwerpen 10 februari 1988, Rev.not.b. 1988, 437; T.Not. 1988, 320.
  • Rb. Brugge 16 juni 2014, Rec.gén.enr.not. 2014, 429.
  • Rb. Mechelen 7 mei 2008, T.Not. 1982, 240.
  • Rb. Turnhout 7 januari 2005, RAGB 2006, nr. 6, 60, noot D. MICHIELS.
  • Rb. Nijvel 31 mei 1994, Rev.not.b. 1994, 536.

Rechtsleer

Boeken

  • BAEL, J., Het verbod van bedingen betreffende toekomstige nalatenschappen, Kluwer, 2006, 1040p.
  • BAEL, J., “De bedingen van aanwas en tontinebedingen” in MATTHIJS, K., VERSTRAETE, J. en BAEL J., Familie op maat, Mechelen, Kluwer 2005, 89-289.
  • BARBAIX, R. en CARETTE, N. (eds.), Tendensen Vermogensrecht 2017, Antwerpen, Intersentia, 2017, 280p.
  • BARBAIX, R., Familiaal vermogensrecht in essentie, Antwerpen, Intersentia, 2016, 442p.
  • BARBAIX, R., Handboek Familiaal Vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2016, 973p.
  • CASMAN, H., Notarieel Familierecht, Mys & Breesch, 1991, 654p.
  • CHIAU, B., Gids samenlevingsvormen: samenwonen of toch niet?, Berchem, De Boeck, 2011, 287p.
  • COOLS, H., Gids erven en schenken: De theorie en de praktijk, Berchem, De Boeck, 2011, 468p.
  • DECLERCK, C., PINTENS, W. en VANWINCKELEN, K., Schets van het familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure, 2015, 466p.
  • DE PAGE, H., Traité élémentaire de droit civil belge, V, Les biens, Brussel, Etablissements Emile Bruylant, 1975, 1167p.
  • KALISZ, S., De rechten van het paar: samenwonen, trouwen, scheiden, kinderen, Brussel, Verbruikersunie Test-Aankoop CVBA, 2014, 156p.
  • MICHIELS, D., Tontine en aanwas, Mechelen, Kluwer, 2008, 94p.
  • MICHIELS, D. en VAN SINAY, T., Notarieel Vastgoedrecht: Opstellen van notariële akten, Koninklijke Vlaamse Rechtsgenootschap, 2013, 362p.
  • PINTENS, W. en DECLERCK, C. (eds), Patrimonium 2015, Brugge, Die Keure, 2015, 433p.
  • PINTENS, W., DECLERCK, C., DU MONGH, J. en VANWINCKELEN, K., Familiaal Vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, 1345p.
  • PINTENS, W., MOSSELMANS, S. En DECLERCK, C., Praktijkboek Familiaal Vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 559p.
  • RUYSSEVELDT, J., Samenwonenden en onroerend goed, Mechelen, Kluwer, 2005, 114p.
  • SAGAERT, V., TILLEMANS, B. en VERBEKE, A.L., Vermogensrecht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2013, 482p.
  • SENAEVE, P., Compendium van het personen-en familierecht, Leuven, Acco, 2015, 672p.
  • TREMMERY, J., Samenleven of huwen?, Kortrijk-Heule, UGA Publishers, 2010, 220p.
  • VANDEBEEK, N., Het onroerend goed en de nalatenschap, Mechelen, Wolters Kluwer, 2016, 534p.
  • VERBEKE, A., NIJS, A., VAN ZANTBEEK, A., RUYSSEVELDT, J. en SNAET, S., Vermogensplanning: Praktisch en eenvoudig, Antwerpen, Intersentia, 2005, 143p.
  • WERDEFROY, F., Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2006-07, nr. 598.

Tijdschriften

  • ADRIAENS, E., “Noot – Deelgenoot tontineovereenkomst kan eenzijdig de verdeling vorderen na einde onderliggende relatie”, Not.Fisc.M. 2014, afl. 4, 106-112.
  • BLONTROCK, F., “Tontine versus huwelijk”, T.Not. 1994, 194-222.
  • BOUCKAERT, F., “Tontine: een rechtsfiguur uit grootvaders tijd?”, T.Not. 1982, 241-247.
  • BOUCKAERT, F., “Un procedé juridique oublié: la tontine”, Rev.not.b. 1983, 570-584.
  • CASMAN, H., “Overeenkomst na verkrijging”, in De notaris met u, nu en morgen, Notariële dagen Louvain-la-Neuve, Bruylant & Academia, 1992, 239-244.
  • CASTELEIN, C., “De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, 203.
  • DELIEGE, A., “Verkrijging van een onroerend goed door twee personen, met beding van aanwas van het vruchtgebruik ten voordele van de langstlevende – Schenkingsrecht bij het overlijden van de eerststervende”, in KONINKLIJKE FEDERATIE VAN HET BELGISCH NOTARIAAT (ed.), Verslagen en debatten van het Comité voor Studie en Wetgeving, 1980, dossier 1795, (354), 362.
  • DUMONT, T., “De beëindiging van tontine- en aanwasbedingen tussen samenwonenden”, Registratierechten 2012-13, 4/6-4/9.
  • JANSSENS, L., “Het einde van een beding van aanwas: omnia vertuntur, certe vertuntur amores”, T.Fam. 2017, afl. 4, 102-108.
  • JUNGERE-POIRE, D. en CULOT, A., “La tontine en droit fiscal”, Rec. gén. enr. not. 1992, nr. 24.051, 22;
  • LAMBRECHTS, J. en MARISSENS, A., “Overzicht van rechtspraak (2008-2016) – De feitelijke samenwoning”, T.Fam. 2017, 4-36.
  • MAES, S., “Bedingen van aanwas en tontine: Opnieuw rechtsfiguren uit grootvaders tijd?”, NjW 2008, 378-393.
  • MICHIELS, D., “Bedingen van tontine en aanwas”, RW 1995-96, 969-983.
  • PEERAER, F., “Hof van Cassatie aanvaardt dat tontine ophoudt te bestaan wanneer partners uit elkaar gaan (noot onder Cass. 6 maart 2014)”, TBBR 2014, 261-263.
  • PUELINCKX-COENE, M., “Moet men beducht zijn voor inkorting bij tontine, bedingen van aanwas of van terugvallend vruchtgebruik tussen echtgenoten of tussen samenwoners?”, Not.Fisc.M. 1996, 66-67.
  • RASSON, G., “Tontine – aspects civil et fiscal”, Rev.not.b. 1990, 318.
  • RAUCENT, L., “La clause d’attribution de l’usufruit au survivant des époux”, Rev.not.b. 1971, 363.
  • TAYMANS, J.-F.,“Le sort de l’immeuble acquis en commun dans le cadre d’une union libre”, in L’Union Libre, Bruylant, 1992, 187 e.v.
  • VANDERHULST, V., “Tontine verliest uitwerking bij relatiebreuk”, NjW 2015, 694-695.
  • WEYTS, L., “Met z’n tweeën”, in KONINKLIJKE FEDERATIE VAN HET BELGISCH NOTARIAAT (ed.), Eigenaar worden van een woning, Notariële dagen Houffalize, 1987, 88-89.
Universiteit of Hogeschool
Bedrijfsmanagement - Rechtspraktijk
Publicatiejaar
2017
Promotor(en)
Greven Tim
Kernwoorden
Share this on: