Het langetermijneffect van logopedie bij transvrouwen

Lore Plantefève-Castryck Elia Vermeulen
Persbericht

Stijgt de stem van transvrouwen wel degelijk na logopedische therapie?

Een vrouw die liever door het leven gaat als man of net omgekeerd, een man die liever vrouw wil worden. Vroeger was dit taboe, maar vandaag de dag is dit een heel alledaags onderwerp geworden, mede dankzij de media (Thuis, I am Jazz, …). Transseksualiteit krijgt meer aandacht en begrip waardoor meer transseksuelen de stap durven zetten om het transitieproces op te starten. Het is een proces van jaren, waar zelfs logopedie een plaatsje krijgt.

Wat is dat nu: een transseksueel?

Transseksuele personen voelen zich gevangen in hun eigen lichaam. Ze willen fysisch tot het andere geslacht behoren en ook zo herkend worden door de maatschappij (Van Borsel, 2016-2017). Uit een rondvraag over de identiteitsbeleving bij de algemene populatie blijkt dat 0,5% tot 1,3% mannen en 0 tot 4% vrouwen tot het andere geslacht willen behoren (Winter et al., 2016).

Hoe start men de behandeling op?

Transseksuele personen ondergaan eerst een aantal psychologische tests. Nadien start men een hormonenbehandeling op. Transmannen (vrouw-naar-man transseksuelen) krijgen hormonen op basis van androgenen. Transvrouwen (man-naar-vrouw transseksuelen) krijgen hormonen op basis van oestrogenen. Transseksuele personen veranderen ook een aantal uiterlijke kenmerken:  haardracht, kledingdracht, cosmetische chirurgie, laserbehandeling, … .  Het uiterlijk is namelijk een

sterke karakteristiek om te bepalen of iemand man of vrouw is (Gelfer, & Van Dong, 2012).
 

Waar krijgt logopedie een plaats in dit proces?

In sommige situaties kan het uiterlijk niet vertellen welk geslacht je bent, bijvoorbeeld aan de telefoon. In die situatie zal de toonhoogte van de stem bepalen of je wordt aangesproken als ‘meneer’ of ‘mevrouw’. De toonhoogte van de stem is dus uitermate belangrijk om niet door de mand te vallen.

Logopedische therapie kan, indien gewenst, hulp bieden om een juiste spreektoonhoogte te verkrijgen. Voornamelijk transvrouwen zullen op deze hulp aangewezen zijn.  Transmannen verkrijgen reeds een lagere spreektoonhoogte door middel van de hormonentherapie die zij krijgen.

Naast logopedische therapie bestaat er nog een optie om een hogere spreektoonhoogte te verkrijgen: fonochirurgie. Dit is een operatie die men uitvoert aan de stembanden. Echter, dit geeft niet altijd het gewenste resultaat waardoor men opteert om eerst logopedie op te starten. Zo worden alle mogelijkheden van de stem benut.

Het feitelijke onderzoek

Het onderzoek gaat het effect van de logopedische therapie na op lange termijn. Stijgt de spreektoonhoogte na een logopedische behandeling en blijft die toonhoogte bewaard minstens één jaar na het afronden van die logopedische therapie?

21 transvrouwen hebben deelgenomen aan het onderzoek. Zij zijn allen behandeld geweest in het UZ Gent, hebben geen operatie aan de stembanden ondergaan en hebben de logopedische therapie minstens één jaar geleden afgerond.

De deelnemers ondergingen een stemonderzoek waarbij verschillende stemstalen werden afgenomen (aanhouden /aa/, tellen, lezen, spontaan spreken). Deze  resultaten werden vervolgens vergeleken met de gegeven resultaten voor therapie en net na therapie. De spontane spraakstalen werden nadien beluisterd door 10 mannen en 10 vrouwen . Zij waren niet op de hoogte van de doelgroep en kregen de opdracht om de stem te beoordelen. Per deelnemer verplaatsten de luisteraars een schuifbalk tussen zeer mannelijk (0) en zeer vrouwelijk (0).

(Zie grafieken in bijlage)

Ook het bereik van de stem (hoogste/laagste – stilste/luidste toon) en aerodynamische[1] gegevens werden in kaart gebracht. Tot slot kregen de transvrouwen een vragenlijst om ervaringen over hun stem te delen en moesten ze hun eigen stem een score geven tussen 0 (zeer mannelijk) en 10 (zeer vrouwelijk). Het onderzoek bevatte dus een volledig stemonderzoek met zowel objectieve als subjectieve resultaten over de stem.

Resultaten van het onderzoek

Er is een stijging van spreektoonhoogte te zien tussen voor therapie en net na therapie. Daarnaast gaven de resultaten ook aan dat die stijging van de spreektoonhoogte blijvend was minstens één jaar na het afronden van therapie. Voor spontaan spreken is er een vermoeden van stijging. Niet alle deelnemers hebben voor therapie en net na therapie een volledig stemonderzoek gehad. De vergelijking werd hierdoor bemoeilijkt. 

Er is wel een lichte daling van de spreektoonhoogte tussen net na therapie en minstens één jaar na therapie, maar dit heeft geen invloed op de resultaten. Er is dus een gunstige effect van logopedie op lange termijn. De volgende grafieken stellen de vier spreektaken voor die de verandering van spreektoonhoogte weergeven per deelnemer. Daarnaast tonen de boxplots het verschil tussen de verschillende testmomenten (voor therapie, na therapie, follow-up) en merken we een duidelijke stijging (voor therapie-na therapie) of stagnatie (na therapie-follow-up).

(Zie Grafieken in bijlage)

TELLEN

 

/aa/

 

(Zie Grafieken in bijlage)

TELLEN

 

(Zie Grafieken in bijlage)

 

LEZEN

 

(Zie Grafieken in bijlage)

 

 

 

SPONTAAN SPREKEN

 

(Zie Grafieken in bijlage)

 

 

De gemiddelde spreektoonhoogte van de transvrouwen werd ook vergeleken met de gemiddelde spreektoonhoogte van een biologische man (norm: +- 100 Hz) en een biologische vrouw ( norm: +- 200 Hz). Hieruit bleek dat de toonhoogte van de transvrouwen verschillend was van zowel de biologische mannen als vrouwen. De toonhoogte van de transvrouwen situeert zich dus tussen 100 Hz en 200 Hz. Het luisterexperiment vult deze resultaten aan. Een gemiddelde score van 47,65 werd behaald. De luisteraars vonden dus dat de spreektoonhoogte van de transvrouwen zich tussen zeer mannelijk en zeer vrouwelijk bevond.

 

Discussie

21 deelnemers is tot nu toe de grootste proefgroep die in soortgelijke onderzoeken heeft deelgenomen. Het blijft echter een kleine groep om de resultaten kenmerkend te maken voor alle transvrouwen. Niet alle deelnemers hebben een volledig stemonderzoek voor therapie en net na therapie ondergaan waardoor sommige resultaten niet goed vergeleken konden worden. Het geeft  wel een aanzet tot een groter onderzoek om het gunstig effect van therapie te bevestigen.  

Eén resultaat sprong eruit dat wellicht het grootste discussiepunt van dit onderzoek vormt. De toonhoogte van de transvrouwen bevond zich zowel objectief (stemonderzoek) als subjectief (luisterexperiment) gezien tussen de gemiddelde spreektoonhoogte van de biologische mannen en vrouwen. Wij willen dus pleiten voor normen speciaal ontwikkeld voor transvrouwen.

Dit onderzoek toont aan dat logopedie een significant onderdeel in het transitieproces vormt. Het is een belangrijke, maar vaak vergeten, stap in de behandeling. Het helpt de transvrouwen en –mannen te zijn wie ze willen zijn en ook zo door de maatschappij aanschouwd te worden.

 

[1] Langst mogelijke uitademing, aanhouden van /aa/, aanhouden van /s/ en /z/

Bibliografie

Adler, R.K., Hirsch, S., Mordaunt, M. (2012). Voice and Communication Therapy for

the Transgender/Transsexual Client: A comprehensive clinical guide. San Diego: Plural Publishing Inc.

Boersma, P., Weenink, D. (2007). Praat version 6.0.28 [praat].

Dacakis, G. (2000). Long-term maintenance of fundamental frequency increases in male-to-female transsexuals. Journal of Voice,14(4), 549-556.

Dacakis, G. (2002). The role of voice therapy in male-to-female transsexuals. Current opinion in otolaryngology & head and neck surgery,10(3), 173-177.

Dacakis G.,  Davies S., Oates J.M., Douglas J.M, Johnston J.R. (2013). Development and Preliminary Evaluation of the Transsexual Voice Questionnaire for Male-to-Female Transsexuals. Journal of Voice, 27(3), 312-320. doi.org/10.1016/j.jvoice.2012.11.005

De Bodt, M., Heylen, L., Mertens, F., Vanderwegen, J., & Van de Heyning, P. (2010).

Stemstoornissen. Handboek voor de klinische praktijk. Garant: Antwerpen-Appeldoorn

De Cuypere G., Van Hemelrijck, M., Michel, A., Carael, B., Heylens, G., Rubens, R., Hoebeke P., Monstrey S. (2007). Prevalence and demography of transsexualism in Belgium. Europian Psychiatry 22(3), 137-141.

de Bruin, M.D., Coerts, M.J., & Greven, A.J. (2000). Speech therapy in the management of male-to-female transsexuals. Folia Phoniatrica et Logopaedica,52(5), 220-227.

Gelfer, M.P., & Tice, R.M. (2013). Perceptual and Acoustic Outcomes of Voice Therapy for Male-to-Female Trangender Individuals Immediately After Therapy and 15 Months Later. Journal of Voice, 27(3), 335-347.

Gelfer, M.P., & Van Dong, B.R. (2013). A preliminary study on the use of vocal function exercises to improve voice in male-to-female transgender clients, Journal of Voice, 27(3), 321-334.

Hancock, A.B., & Garabedian, L.M. (2013). Transgender voice and communication treatment: a retrospective chart review of 25 cases. Language and communication disorders, 40(1), 54-65.

Hancock, A., & Helenius, L. (2012). Adolescent male-to-female transgender voice and communication therapy. Journal of communication disorders, 45(5), 313-324.

Holmberg, E.B., Oates, J., Dacakis, G., & Grant, C. (2009). Phonetograms, aerodynamic measurements, self-evaluations, and auditory perceptual ratings of male-to-female transsexual voice. Journal of Voice, 24(5), 511-522.

International Phonetic Association (1974). The Northwind and the sun. Nederlansde vertaling [IPA standaard tekst].

Maryn, Y. (2013). Praatscript Acoustic Voice Quality Index [praatscript]

Mcneill, E.J.M. (2005). Management of the transgender voice. The Journal of Laryngology & Otology, 120(7), 521-523.

Mcneill, E.J.M., Wilson, J.A., Clark, S., & Deakin, J. (2006). Perception of voice in the transgender client. Journal of Voice, 22(6), 727-733.

Van Borsel, J. (2016-2017). Spraak, taal, geslacht, gender en seksuele oriëntatie [cursus]. Gent: Universiteit Gent Master in de logopedische wetenschappen.

Van Borsel, J., De Cuypere, G., & Van den Berghe, H. (2001). Physical appearance and voice in male-to-female transsexuals. Journal of Voice, 15(4), 570-575.

Van Borsel, J., & Baeck, H. (2014). The voice in transsexuals. Revista de Logopedia, Foniatría y Audiología,34(1), 40-48.

Van Borsel J., & Cosyns, M. (2016). Transsexual Voice Questionnaire.(Vlaams) Nederlandse vertaling [vragenlijst].

Van Borsel, J., De Cuypere, G., & Van den Berghe, H. (2001). Physical appearance and voice in male-to-female transsexuals. Journal of Voice, 15(4), 570-575.

Van de Weijer J., Slis I. (1991). Papa en Marloes [Oronasale tekst].

Winter, S., Diamond, M., Green, J., Karasic, D., Reed, T., Whittle, S., & Wylie, K. (2016). Transgender people: health at the margins of society. Lancet, 388(10042), 390-400. doi: 10.1016/S0140-6736(16)00683-8.

World Professional Association for Transgender Health (WPATH), 2012. Standards of Care for the Health of Transsexual, Transgender, and Gender Nonconforming People. 7th version.

Universiteit of Hogeschool
Master in logopedische en audiologische wetenschappen: afstudeerrichting logopedie
Publicatiejaar
2017
Promotor(en)
Marjan Cosyns
Kernwoorden
Share this on: