Het verbod op commercieel draagmoederschap bekeken vanuit mensenrechtelijk en rechtsvergelijkend perspectief

Tessa Quina
Persbericht

De legalisering van draagmoederschap: eindelijk een voltreffer of wederom een gemiste kans?

Stel je even voor, je hebt een kinderwens, maar je kan deze, omwille van medische redenen of van je seksuele geaardheid, niet in vervulling laten gaan. Dit is helaas de harde realiteit voor veel koppels.

De enige mogelijkheid om een kind te krijgen met jouw genen, is via draagmoederschap. In België bestaat er echter geen enkele wet die dit regelt, met grote onzekerheid voor zowel de draagmoeder, de wensouders, als het kind tot gevolg. Vooruit heeft recent een wetsvoorstel ingediend tot legalisering van een vorm van draagmoederschap.

Erkenning, adoptie of achterblijven met lege handen?

Iedereen kent inmiddels het verhaal van Baby D., Baby J., en Baby Samuel: één voor één pijnlijke voorbeelden van het gebrek aan een wettelijke regeling omtrent draagmoederschap. Koppels die zelf geen kinderen kunnen krijgen doen beroep op een draagmoeder, vaak in het buitenland, om hun kinderwens in vervulling te zien gaan. Er worden bovendien duizelingwekkend hoge bedragen betaald voor deze kinderwens. Wanneer de wensouders dan eindelijk op hun “roze wolk” zitten en een baby mogen verwelkomen, wordt aan dit broos geluk abrupt een einde gemaakt bij terugkomst in België. Bij gebrek aan enige wettelijke omkadering, is het krijgen van een kind via een draagmoeder vaak de start van talloze procedures voor de wensouders, zonder enige zekerheid dat ze het kind mogen erkennen en/of adopteren. Het grootste slachtoffer: het kind.

image 617

Het afgelopen jaar heb ik onderzoek gedaan naar de aanvaardbaarheid van een verbod op commercieel draagmoederschap. Hierbij werd zowel het ethisch als het mensenrechtelijk perspectief belicht. Ook een vergelijkende studie met het buitenland kwam aan bod: kan België nog iets leren van de wettelijke regelingen in andere landen of moeten we tegen de stroom durven ingaan?

De wetgever probeert, maar slaagt niet

Er werden doorheen de jaren al heel wat wetsvoorstellen ingediend: tot legalisering van bepaalde vormen van draagmoederschap, tot strafbaarstelling van elke vorm van draagmoederschap en alles daartussen. Geen enkel wetsvoorstel werd wet.

De opvattingen van de politieke partijen omtrent commercieel draagmoederschap zitten nog niet op één lijn. Het uitwerken van een wettelijke regeling verloopt daardoor moeizaam, vooral omdat er geen eensgezindheid bestaat over het begrip “commercialisatie”. Er bestaat discussie over de vergoeding die de draagmoeder mag ontvangen, meer bepaald over welke kosten gedekt mogen worden en vanaf wanneer deze vergoeding buitensporig wordt. Ethisch gezien is commercieel draagmoederschap bovendien zeer delicaat, zo blijkt uit het advies van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Zowel de voorstanders van een wettelijke regeling van (commercieel) draagmoederschap, als de tegenstanders hebben goede argumenten voor hun standpunt. Het is voor de wetgever dus geen gemakkelijke opdracht om tot een wet te komen die breed gedragen wordt en door iedereen goedgekeurd wordt.

Draagmoederschapstoerisme

Doordat België geen wettelijke omkadering van draagmoederschap kent, trekken de meeste koppels naar het buitenland om hun kinderwens in vervulling te zien gaan. Een absolute trekpleister is Californië, waar commercieel draagmoederschap expliciet toegelaten wordt. De draagmoeder ontvangt hier hallucinante bedragen voor het dragen van andermans kind. Ook landen zoals Oekraïne en India zijn populair, maar hier lopen wensouders vaak het risico om in contact te komen met corrupte organisaties.

Bij thuiskomst in België kan het kind erkend worden door de genetische vader, maar de wensmoeder kan het kind enkel adopteren om een afstammingsband vast te stellen. Dit is echter niet zo simpel: er bestaat geen zekerheid dat de adoptie wordt toegestaan en de procedure kan tot 2 jaar aanslepen.

image 618

De wettelijke regeling van andere landen biedt trouwens ook geen soelaas. Een volledige legalisering van commercieel draagmoederschap is niet wenselijk, een absoluut verbod op elke vorm van draagmoederschap, zoals in Frankrijk en Duitsland, is echter ook geen oplossing. België zal voor de gulden middenweg moeten gaan.

Dé oplossing?

Een verbod op commercieel draagmoederschap is noodzakelijk en vanuit ethisch perspectief ook verantwoord. Om dit wettelijk te verankeren, moet echter eerst duidelijkheid bestaan omtrent de definitie van het begrip “commercialisatie”. Zolang er geen consensus bestaat over welke vergoedingen toelaatbaar zijn en welke de grens met commercialisatie overschrijden, is een wettelijke regeling niet haalbaar. Het antwoord op de vraag of een verbod op commercieel draagmoederschap ook wenselijk is, moet mijns inziens genuanceerd worden. Een vergoeding die de kosten van de zwangerschap overschrijdt, moet mogelijk kunnen zijn, gelet op de risico’s, alle kosten die verbonden zijn aan de zwangerschap, het mentale aspect en gelet op het feit dat de wensouders op een manier hun dankbaarheid willen uiten.

Is het wetsvoorstel van Vooruit dat een vorm van draagmoederschap legaliseert dan dé oplossing? Naar mijn mening niet! Het voorstel is niet allesomvattend en de voorwaarden die gesteld worden, zijn niet realistisch in dit tijdperk. Allereerst kan de procedure van draagmoederschap pas opgestart worden wanneer het koppel 3 jaar samenleeft. Verder moet de draagmoeder tussen de 21 en de 37 jaar zijn en moet ze al minstens één kind ter wereld hebben gebracht. Het lucratieve aspect wordt eveneens uitgesloten. De vraag is echter wat dit lucratief aspect inhoudt en welke vergoedingen toegelaten worden. Het wetsvoorstel legaliseert tot slot enkel hoogtechnologisch draagmoederschap, wat een in-vitrobevruchting en dus de tussenkomst van een dokter impliceert. Draagmoeders mogen zelf geen genetisch materiaal leveren, wat de procedure van draagmoederschap voor homokoppels bijzonder moeilijk maakt: zij moeten niet enkel een draagmoeder vinden, maar óók een eiceldonor. Dit is, mijns inziens, een indirecte vorm van discriminatie…

Het wetsvoorstel van Vooruit is dus wederom een gemiste kans. Er moet, naar mijn mening, een heldere en allesomvattende wettelijke regeling komen, die elke vorm van draagmoederschap regelt. De grenzen van het commercieel karakter moeten vastgelegd worden met een duidelijke oplijsting van de mogelijke kostenposten. Een verandering in terminologie is noodzakelijk: het onderscheid tussen altruïstisch, verlonend en commercieel draagmoederschap kan zorgen voor een duidelijkere afbakening. Commercieel draagmoederschap moet strafbaar gesteld worden, naar analogie met bijvoorbeeld commerciële adoptie. Tot slot is een aanpassing van het afstammingsrecht ook noodzakelijk: de wensouders moeten als juridische ouders worden aangemerkt, zonder bijkomende procedures.

De wettelijke regeling moet vooral zorgen voor zekerheid: voor de draagmoeder, de wensouders, maar bovenal voor het kind.

 

Bibliografie
    1. Wetgeving

Internationaal

Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, BS 17 januari 1992, 805.

Facultatief protocol van 25 mei 2000 bij het verdrag inzake de rechten van het kind, inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie, BS 27 maart 2006.

Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie, BS 6 juni 2005, 26063.

UN COMMITTEE ON THE RIGHTS OF THE CHILD (CRC), General comment No. 14 (2013) on the right of the child to have his or her best interests taken as a primary consideration (art. 3, para. 1), 29 May 2013, CRC /C/GC/14, available at: https://www.refworld.org/docid/51a84b5e4.html.

UN HUMAN RIGHTS COUNCIL, Report of the Special Rapporteur on the sale and sexual exploitation of children, including child prostitution, child pornography and other child sexual abuse material, 15 januari 2018, A/HRC/37/60, 20 p.

UN HUMAN RIGHTS COUNCIL, Sale and sexual exploitation of children, including child prostitution, child pornography and other child sexual abuse material, 15 juli 2019, A/74/162, 22 p.

COUNCIL OF EUROPE, Guide on Article 8 of the European Convention on Human Rights (CoE) on the right to respect for private and family life, home and correspondence, 31 augustus 2020, 148 p.

Europees

Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, BS 19 augustus 1955, 5029.

Handvest van de grondrechten van de Europese Unie van 18 december 2000.

​​​​​​​Californië

Family code van 13 July 1992, Stats. 1992, Ch. 162, 463–722.

Uniform Parentage Act van 15 november 2017, ULC.

​​​​​​​Oekraïne

Law No. 2947-II, Family Code [Ukraine], 1 January 2003, available at: https://www.refworld.org/docid/4c4575d92.html.

Law No. 177-IV, Civil Code of Ukraine [Ukraine], 16 January 2003, available at: https://www.refworld.org/docid/5d6652ac4.html.

​​​​​​​Duitsland

Entwurf eines Gesetzes zur Änderung des Adoptionsvermittlungsgesetzes, Drucksache 11/41454, 9 maart 1983.

Bürgerliches Gesetzbuch, 1 januari 1900.

Gesetz über die Vermittlung der Annahme als Kind und über das Verbot der Vermittlung von Ersatzmüttern (Adoptionsvermittlungsgesetz - AdVermiG), 2 Juli 1976.

Gesetz zum Schutz von Embryonen (Embryonenschutzgesetz – ESchG), 13 December 1990, Bundesgesetzblatt 1990 Part I, No. 69, 2746.

​​​​​​​Frankrijk

Code Civil 21 maart 1804.

Code Pénal 1 januari 1811, Bulletin des lois n.° 277bis, n.° 1-7.

ANDRÉ, M., MILON, A. en DE RICHEMONT, H., Rapport d’information sur la maternité pour autrui, Sénat 2007-08, nr. 421, 119 p.

​​​​​​​Nederland

Nederlands Burgerlijk Wetboek.

Wetboek van Strafrecht 3 maart 1981, Stb. 1881, 35.

Kamerstukken II 2009-2010, 32123-XVI, nr. 30, 2.

​​​​​​​België

Burgerlijk Wetboek, BS 21 maart 1804.

Strafwetboek, BS 9 juni 1867, 3133.

Wet betreffende het wegnemen en transplanteren van organen, BS 14 februari 1987, 2129.

Wet betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong, BS 8 oktober 1994, 25624.

Wet betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo’s en de gameten, BS 17 juli 2007, 38.575.

Wet inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal met het oog op de geneeskundige toepassing op de mens of het wetenschappelijk onderzoek, BS 19 december 2008, 68774.

Wet betreffende het onderzoek op embryo's in vitro, BS 28 mei 2003, 29287.

Koninklijk besluit tot vaststelling van een vergoeding toe te kennen aan de levende donor, bedoeld in artikel 4 § 2 van de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen, BS 27 maart 1987, nr. 4589.

Wetsvoorstel tot het verbieden van zowel draagmoederschap waarbij de draagmoeder niet genetisch verwant is met het kind als draagmoederschap waarbij die genetische verwantschap wel bestaat, Parl.St. Kamer 2007, nr. 0170/001.

Wetsvoorstel tot regeling van het draagmoederschap, Parl.St. Senaat 2007, nr. 4-193/1.

Wetsvoorstel tot regeling van het draagmoederschap, Parl.St. Senaat 2010, nr. 5-130/1.

Wetsvoorstel betreffende de draagmoeders, Parl.St. Senaat 2010, nr. 5-160/1.

Wetsvoorstel betreffende het draagmoederschap, Parl.St. Senaat 2010, nr. 5-236/1.

Wetsvoorstel houdende organisatie van centra voor draagmoederschap, Parl.St. Senaat 2010-11, nr. 5-929/1.

Voorstel van resolutie van 9 juni 2011 betreffende de internationale regeling van draagmoederschap, Parl.St. Senaat 2010-11, nr. 5-1075/1.

Wetsvoorstel tot aanvulling van het Strafwetboek met het oog op de strafbaarstelling van de verkoop van kinderen, Parl.St. Senaat 2010-11, nr. 5-532/1.

Informatieverslag betreffende een onderzoek van de mogelijkheden voor een wettelijke regeling van meeouderschap, Parl.St. Senaat 2015-16, nr. 6-98/2.

Wetsvoorstel tot aanvulling van het Strafwetboek met het oog op de strafbaarstelling van de verkoop van kinderen, Parl.St. Kamer 2019-20, nr. 0608/001.

Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek wat betreft het commercieel draagmoederschap, Parl.St. Kamer 2019-20, nr. 0633/001.

Wetsvoorstel houdende organisatie van centra voor draagmoederschap, Parl.St. Kamer 2019-20, nr. 0855/001.

Verslag namens de commissie voor de sociale aangelegenheden, Parl.St. Senaat, nr. 3-1440/9, 6 en 70.

Vr. en Antw. Kamer 2016-17, 30 november 2016, 61-62 (Vr. nr. 1472 C. FONCK).

RAADGEVEND COMITÉ VOOR BIO-ETHIEK, Advies betreffende zwangerschap-voor-een-ander (draagmoederschap), 5 juli 2004, nr. 30, Zwangerschap voor een ander (belgium.be), 35 p.

RAADGEVEND COMITÉ VOOR BIO-ETHIEK, Advies betreffende de problematiek van de commercialiseerbaarheid van menselijke lichaamsdelen, 10 december 2007, nr. 43, Raadgevend Comité voor Bio-ethiek (belgium.be), 52 p.

    1. Rechtspraak

Europees

EHRM 25 april 1978, nr. 5856/72, Tyrer/The United Kingdom.

EHRM 13 juni 1979, nr. 00006833/74, Marckx/België.

EHRM 26 maart 1985, nr. 8979/80, X en Y/Nederland.

EHRM 22 april 1997, nr. 75/1995/581/667, X, Y and Z/The United Kingdom.

EHRM 7 maart 2006, nr. 6339/05, Evans/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 9 november 2006, nr. 11449/02, Tavli/Turkije.

EHRM 18 april 2006, nr. 44362/04, Dickson/Verenigd Koninkrijk.

EHRM 20 maart 2007, nr. 5410/03, Tysiac/Polen.

EHRM 10 april 2007, nr. 6339/05, Evans/Verenigd Koninkrijk (Gr. Kamer).

EHRM 4 december 2007, nr. 44362/04, Dickson/Verenigd Koninkrijk (Gr. Kamer).

EHRM 13 december 2007, nr. 39051/03, Emonet et. al/Zwitserland.

EHRM 22 januari 2008, nr. 43546/02, E.B./Frankrijk.

EHRM 13 januari 2009, nr. 33932/06, Todorova/Italië.

EHRM 1 april 2010, nr. 57813/00, S.H. et al./Oostenrijk.

EHRM 27 april 2010, nr. 16318/07, Moretti en Benedetti/Italië.

EHRM 10 juni 2010, nr. 25762/07, Schwizgebel/Zwitserland.

EHRM 3 oktober 2014, nr. 12738/10, Jeunesse/Nederland.

EHRM 4 oktober 2012, nr. 43631/09, Harroudj/Frankrijk.

EHRM 26 juni 2014, nr. 65192/11, Mennesson/France.

EHRM 26 juni 2014, nr. 65941/11, Labassee/France.

EHRM 8 juli 2014, nr. 29176/13, D. en anderen/België.

EHRM 3 oktober 2014, nr. 12738/10, Jeunesse/Nederland.

EHRM 21 juli 2016, nr. 9063/14 en 10410/14, Foulon en Bouvet/Frankrijk.

EHRM 19 januari 2017, nr. 44024, Laborie/Frankrijk.

EHRM 24 januari 2017, nr. 25358/12, Paradiso en Campanelli/Italië.

EHRM 10 april 2019, Advisory opinion concerning the recognition in domestic law of a legal parent-child relationship between a child born through a gestational surrogacy arrangement abroad and the intended mother, nr. P16-2018-001.

EHRM 16 juli 2020, nr. 11288/18, D./Frankrijk.

​​​​​​​Verenigde Staten

Johnson v. Calvert, 5 Cal.4th 84, 851 P.2d 776, 19 Cal.Rptr.2d 494, 61 USLW 2721 (Cal. 1993) (20 mei 1993).

In re Marriage of Buzzanca, 61 Cal. App. 4th 1410 (4th Dist. 1998) (10 maart 1998).

In re Doe, 7 Misc.3d 352, 793 N.Y.S.2d 878 (N.Y. Count.) (25 januari 2005).

​​​​​​​Duitsland

AG Düsseldorf 19 november 2010, Beck-Rechtsprechung 2012, 10796.

AG Hamm 22 februari 2011, Beck-Rechtsprechung 2011, 25140.

AG Düsseldorf 19 november 2010, Beck-Rechtsprechung 2012, 10796.

LG Düsseldorf 15 maart 2012, Beck-Rechtsprechung 2012, 19794.

LG Frankfurt 3 augustus 2012, Neue Juristische Wochenschrift 2012, 3111.

​​​​​​​Franrkijk

Cass. 31 mei 1991, Recueil Dalloz 1991, 417, noot D. THOUVENIN, La Semaine Juridique Edition Générale 1991, II, 21752, noot F. TERRÉ, JT 1991, 767, noot X. DIJON en J.-P. MASSON en Revue critique de droit international privé 1991, 711, noot C. LABRUSSE-RIOU.

Cass. 29 juni 1994, Recueil Dalloz 1994, 581, noot Y. CHARTIER en JT 1995, 149.

Cass. 9 december 2003, 01-03927, Recueil Dalloz 2004, 1998, noot E. POISSON-DROCOURT en Revue trimestrielle de droit civil 2004, 75.

Cass. 17 december 2008, 07-20468, Revue critique de droit international privé 2009, 320, noot P. LAGARDE, La Semaine Juridique Edition Générale 2009, II 10020, 37, noot A. MIRKOVIC en noot L. D’AVOUT, Journal du droit international 2009, 577, noot S. BOLLÉE en AJ Famille 2009, 81, noot F. CHÉNEDÉ.

Cass. 6 april 2011, 10-19.053, AJ Famille 2011, 262, noot F. CHÉNEDÉ en Revue critique de droit international privé 2011, 722, noot P. HAMMJE.

Cass. 13 september 2013, 12-30.138, AJ Collectivités Territoriales 2013, 517 en Revue critique de droit international privé 2013, 909, noot P. HAMMJE.

​​​​​​​België

GwH 19 december 1991, nr. 31/91.

GwH 29 juni 1994, nr. 51/94.

Cass. 8 april 1999, Arr.Cass. 1999, 474, DAOR 2000, 356, noot F. MOURLON BEERNAERT en TBH 1999, 855, commentaar I. CLAEYS.

Gent (jeugdk.) 16 januari 1989, TGR 1989, 52.

Jeugdrb. Brussel 4 juni 1996, JLMB 1996, 1182.

Jeugdrb. Brussel 4 juni 1996, T.Gez. 1997-98, 124, noot E. MONTERO.

Jeugdrb. Turnhout 4 oktober 2000, RW 2001-02, 206, noot F. SWENNEN.

Jeugdrb. Gent (26e k.) 26 september 2003, RV 197/2003, onuitg.

Antwerpen (16e bis k.) 14 januari 2008, RW 2007-08, 1774, noot F. SWENNEN.

Adoptievonnis na Rb. Antwerpen (3e k.) 19 december 2008, tijdschrift@ipr.be 2010, afl. 4, 140, noot J. VERHELLEN.

Jeugdrb. Brussel (12e k.) 6 mei 2009, RTDF 2011, 172, advies OM, noot J. SOSSON en JLMB 2009, 1083.

Gent (jeugdk.) 18 mei 2009, 2009/JZ/40, onuitg;

Jeugdrb. Gent (25e k.) 8 februari 2010, RV.639.B.2008/25, onuitg.

Jeugdrb. Antwerpen (7e k.) 22 april 2010, T.Fam. 2012, 43, noot L. PLUYM.

Jeugdrb. Namen (17e k.) 7 januari 2011, nr. 2919/09, onuitg.

Jeugdrb. Brussel (13e k.) 4 augustus 2011, nr. 41/2009/13B, onuitg.

Namen (17e k.) 7 januari 2011, Act. dr. fam. 2013, afl. 5, 99, noot N. GALLUS.

Jeugdrb. Brussel (13e k.) 4 augustus 2011, nr. 41/2009/13B, onuitg.

Jeugdrb. Brussel (13e k.) 4 augustus 2011, Act. dr. fam. 2013, afl. 5, 99, noot N. GALLUS.

KI Gent 24 november 2011, nr. 2010/12/116, onuitg.

Jeugdrb. Hoei (11e k.) 22 december 2011, RTDF 2012, 403, noot van de redactie.

Gent (Jk.) 30 april 2012, TBBR 2012, 372, noot G. VERSCHELDEN en T.Fam. 2013, 140, noot L. PLUYM.

Corr. Oudenaarde (3e k.) 12 oktober 2012, onuitg.

Gent 4 december 2013, C/1749/13, onuitg.

    1. Rechtsleer

Boeken

BOELE-WOELKI, K. en ODERKERK, M. (ed.), (On)geoorloofdheid van draagmoederschap in rechtsvergelijkend perspectief, Antwerpen, Intersentia, 1999, 191 p.

BOELE-WOELKI, K., CURRY-SUMNER, I., SCHRAMA, W. en VONK, M., Draagmoederschap en illegale opneming van kinderen, Den Haag, Boom, 2011, 353 p.

BOILLET, V., BRUNET, L., COTTIER, M., DE LUZE, E., DETHLOFF, N., GIROUX, M., NAVAS NAVARRO, S., ROCA, M., ESCODA, I., ROKAS, K.A., SHAKARGY, S. en WELLS-GRECO, M., La gestation pour autrui : approches juridiques internationales, Limal, Anthemis, 2018, 200 p.

DE BUSSCHER, M., MEESE, J., VAN DER KELEN, D. en VERBIST, J., Duiding Strafrecht, Brussel, Larcier, 2018, 930 p.

DE PAGE, H. en MASSON, J.-P., Traité élémentaire de droit civil belge, Brussel, Bruylant, 1990, 1619 p.

DEBEUCKELAERE, W., MEEUSEN, J. en WILLEKENS, H. (eds.), Met rede ontleed, de rede ontkleed. Opstellen aangeboden aan Fons Heyvaert. Ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag, Gent, Mys & Breesch, 2002, 291 p.

DELVA, W., Personen- en familierecht, Gent, E. Story-Scientia, 1982, 272 p.

DEN HARTOGH, G., Afscheid van vrijblijvendheid – Beslissystemen voor orgaandonatie in ethisch perspectief, Den Haag, Centrum voor Ethiek en Gezondheid, 2008, 129 p.

DEWALLENS, F. en VANSWEEVELT, T., Handboek gezondheidsrecht Volume II, Antwerpen, Intersentia, 2014, 1632 p.

GEESINK, I. en STEEGERS, C., Nier te koop, baarmoeder te huur, Amsterdam, Bert Bakker, 2011, 247 p.

GERBER, P. en O’BYRNE, K., Surrogacy, Law and Human Rights, London, Routledge, 2017, 238 p.

HEPBURN, L., Ova-Dose?, Australia, Allen and Unwin, 1992, 188 p.

HEYVAERT, A., DEBEUCKELAERE, W., MEEUSEN, J. en WILLEKENS, H., Met rede ontleed, de rede ontkleed. Opstellen aangeboden aan Fons Heyvaert. Ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag, Gent, Mys en Breesch, 2002, 291 p.

KESTEMONT, L. en SCHOUKENS, P., Rechtswetenschappelijk schrijven, Leuven, Acco, 2017, 144 p.

MASSAGER, N., Les droits de l’enfant à naître, Brussel, Bruylant, 1997, 1013 p.

PLUYM, L., Draagmoederschap, Gent, Larcier, 2014, 170 p.

PLUYM, L., Een familierechtelijk statuut voor draagmoederschap, Mechelen, Wolters Kluwer, 2015, 565 p.

RENCHON, J.-L. (ed.), Les droits de la personnalité, Brussel, Bruylant, 2009, 346 p.

REYNAERT, P., TAELS, J. en VANHEESWIJCK, G., Over zichzelf beschikken? Juridische en ethische bijdragen over het leven, het lichaam en de dood, Antwerpen, Maklu, 1996, 628 p.

RIJKSOVERHEID, Kind en Ouders in de 21 ste Eeuw: Rapport van de Staatscommissie Herijking ouderschap, Den Haag, Xerox/OBT, 2016, 643 p.

ROWLAND, R., Living Laboratories – Women and Reproductive Technologies, Australia, Sun, 1992, 384.

SCHAMPS, G. en SOSSON, J. (eds.), La gestation pour autrui: vers un encadrement?, Brussel, Bruylant, 2013, 466 p.

SCHERPE, J.M., European Family Law Volume III, Cheltenham, Edward Elgar Publishing Ltd, 2016, 416 p.

SENAEVE, P. (ed.), Themis 25 - Personen- en familierecht, Brugge, Die Keure, 2004, 101 p.

SENAEVE, P., Compendium van het personen- en familierecht, Leuven, Acco, 2015, 688 p.

SENAEVE, P., VERSCHELDEN, G. en SWENNEN, F. (eds.), De hervorming van het afstammingsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 444 p.

SIMONART, V., ROMAIN, J.-F. en GREGOIRE, M., L’ordre public: concept et applications, Brussel, Bruylant, 1995, 327 p.

SWENNEN, F., Het personen- en familierecht: een benadering in context, Antwerpen, Intersentia, 2019, 585 p.

TACK, S. EN VERSCHELDEN, G. (eds.), Medische begeleide voortplanting, Antwerpen, Intersentia, 2014, 232 p.

TERRÉ, F. en FENOUILLET, D., Droit civil: la famille, Parijs, Dalloz, 2011, 1109 p.

TROUET, C., Van lichaam naar lichaamsmateriaal. Recht en het nader gebruik van cellen en weefsels, Antwerpen, Intersentia, 2003, 590 p.

VAN DIJK, G. en HILHORST, M.T., Financiële stimulering van orgaandonatie – Een ethische verkenning, Den Haag, Centrum voor Ethiek en Gezondheid, 2007, 54 p.

VAN GELDER, N., Commercialisering van menselijk lichaamsmateriaal, Antwerpen, Intersentia, 2015, 864 p.

VAN LEUVEN, N., Contracten en mensenrechten: Een mensenrechtelijke lezing van het contractenrecht, Antwerpen-Oxford, Intersentia, 2009, 612 p.

VANDE LANOTTE, J. en HAECK, Y. (eds.), Handboek EVRM. Deel 2. Artikelsgewijze Commentaar, Vol. 1, Antwerpen, Intersentia, 2004, 1828 p.

VELAERS, J. (ed.), Over zichzelf beschikken? Juridische en ethische bijdragen over het leven, het lichaam en de dood, Antwerpen, Maklu, 1996, 628 p.

VERSCHELDEN, G., Afstamming in APR, Mechelen, Kluwer, 2004, 762 p.

VERSCHELDEN, G., Handboek Belgisch Personen-, familie- en relatievermogensrecht, Brugge, die Keure / la Charte, 2021, 1207 p.

VERSCHELDEN, G., Origineel ouderschap herdacht, Brugge, die Keure, 2005, 422 p.

WEYTS, B. en VANSWEEVELT, T., Handboek Verbintenissenrecht (gebonden), Antwerpen, Intersentia, 2019, 1214 p.

WUYTS, T., Ouderlijk gezag, Antwerpen, Intersentia, 2013, 990 p.

​​​​​​​Tijdschriften

BER, R., “Ethical Issues in Gestational Surrogacy.”, Theor Med Bioeth 2000, 153–169.

CAMMU, N., “Kind en ouders in de 21e eeuw: Het rapport van de Nederlandse Staatscommissie Herijking Ouderschap”, T.Fam. Afl. 2, 53-57. 

DE MEUTER, S., “Het kind en zijn moeder(s). Het moederschap na medisch begeleide voortplanting, inzonderheid draagmoederschap”, T.P.R. 1990, 652-653.

DE SUTTER, P., “Over voortplanting, genetica en ethiek”, T.Fam. 2018, afl. 2, 26-27

DEN HAESE, S., “Ommekeer in de rechtspraak van het EHRM: Intern verbod op draagmoederschap kan niet altijd omzeild worden door zich te beroepen op een draagmoeder in het buitenland”, Tijdschrift@ipr.be 2017, www.ipr.be, 126-140.

GALLUS, N., “Les relations parentales et la jurisprudence récente de la Cour Européenne des droits de l’homme”, Rev.dr.ULB 2005, 13-68.

GENICOT, G., “La maîtrise du début de la vie: la loi du 6 juillet 2007 relative à la procréation médicalement assistée”, JT 2009, (17) 23.

GOLOMBOK, S., BLAKE, L., CASEY, P., ROMAN, G. en JADVA, V., “Children Born Through Reproductive Donation: A Longitudinal Study of Psychological Adjustment”, Journal of Child Psychology and Psychiatry, 2013, 1966-1977.

GULDIX, E., “De impact van de medische wetenschap en techniek op het personen- en gezinsrecht”, RW 1993-94, 1104-1128.

HERBOTS, P., “Medisch begeleide voortplanting”, NJW 2008, 336-341.

HOLLAND, S., “Contested Commodities at Both Ends of Life: Buying and Selling of Gametes, Embryos and Body Tissues”, Kennedy Institute of Ethics Journal 2001, vol. 11, afl. 3, 263-284.

LAMPE, M.-F., “Procréation assistée – Problèmes éthiques et juridiques liés au sort de l’embryon – Status de l’enfant à naître”, RTDF 1986, 162.

LÜDERITZ, A., “Verbot von Kinderhandel und Ersatzmuttervermittlung durch Änderung des Adoptionsvermittlungsgesetzes”, Neue Juristische Wochenschrift 1990, 1633-1636.

MARTENS, I., “Adoptie. Hervorming van intern en interlandelijk adoptierecht”, NJW 2006, 338-361.

MARTENS, I., “Familierechtelijke aspecten van draagmoederschap in België en Nederland. De zaak Baby D.”, TJK 2006, nr. 1, 5-19.

MORTIER, F., “Ethici: koele minnaars van draagmoederschap”, TJK 2006, nr. 1, 20-23.

NYS, H. en WUYTS, T., “De wet betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten”, RW 2007-08, nr. 19, 762-776.

PLUYM, L., “Adoptie na internationaal draagmoederschap”, T.Fam. 2012, afl. 2, 45-51.

PLUYM, L., “Adoptie”, TPR 2012, afl. 4, 1596-1643.

PLUYM, L., “Commercieel draagmoederschap is geen mensonterende behandeling van het kind baby D. door de initiële wensouders”, TJK 2014, nr. 1, 92-104.

PLUYM, L., “De invloed van draagmoederschap op adoptie”, (noot onder Gent 30 april 2012), T.Fam. 2013, 142-147.

PLUYM, L., “Het hobbelige parcours van grensoverschrijdend draagmoederschap en de moeilijke verhouding met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens”, TJK 2015, afl. 1, 48-66.

PLUYM, L., “Het recht van het kind om zijn ouders te kennen (art. 7.1 IVRK) na heterologe medisch begeleide voortplanting, adoptie en draagmoederschap in België”, TJK 2012/1, 5-22.

SCHOOTS, M., VAN ARKEL, J. en DERMOUT, S., “Wetsaanpassing in verband met draagmoederschap?”, Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht 2004, 189-191.

SENAEVE, P., “Juridische aspecten van het draagmoederschap”, Vl.T.Gez. 1988, 247-258.

SOSSON, J., “Le droit de la filiation nouveau est arrivé!”, JT 2007, (391), 391, nr. 19.

VAN DEN SANDE, J., “De juridische erkenning van wensmoeders in draagmoederschapszaken”, T.Fam. 2020, nr. 4, 101-108.

VAN GALEN-HERRMANN, E., “Voorgestelde strafbepalingen strekkende tot het tegengaan van commercieel draagmoederschap”, Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht 1991, 114.

VANSWEEVELT, T., “Wanneer een wettelijke regeling voor draagmoederschap?”, T.Gez. 2019-20, afl. 1, 2-3.

VERSCHELDEN, G., “De (on)mogelijkheid tot volle stiefouderadoptie na laagtechnologisch commercieel draagmoederschap”, TBBR 2012, afl. 8, 374-387.

VERSCHELDEN, G., “Nood aan een familierechtelijk statuut voor draagmoederschap in België, met aandacht voor grensoverschrijdende aspecten”, T.Fam. 2010, 69-70.

VERSCHELDEN, G., “Pleidooi voor een familierechtelijke regeling van draagmoederschap in België”, TPR 2011, 1421-1510.

VEYS, M., “Afstamming na medisch begeleide voortplanting en draagmoederschap”, TBBR 2006, nr. 7, 402-415.

X., “Hvb Brussel over draagmoederschap: hoger belang van het kind primeert op notie wetsontduiking”, T.Vreemd. 2019, afl. 2, 187.

    1. Varia

BEEL, V., “Protest tegen vijfde beurs voor draagmoeders”, Protest tegen vijfde beurs voor draagmoeders - De Standaard.

BOONE, R., “Een voorstel tot wettelijke regeling van draagmoederschap”, Juristenkrant 2015, afl. 316, 11.

BRONCKAERS, N., “België moet een inhaalbeweging maken om de wetgeving rond draagmoederschap aan te passen aan de realiteit”, https://www.knack.be/nieuws/belgie/belgie-moet-een-inhaalbeweging-maken….

BRONCKAERS, N., “Draagmoederschap: durven regelen”, Juristenkrant 2018, afl. 377, 17.

DE GUCHT, J.-J., “Niet wij, maar een Amerikaanse draagmoederschapbeurs beantwoordt de vragen van homokoppels”, https://www.jeanjacquesdegucht.be/opiniestukken/opinie/item/683-niet-wij-maar-een-amerikaanse-draagmoederschapbeurs-beantwoordt-de-vragen-van-homokoppels.

MDM, “Belgische en haar baby vast in Kiev”, http://www.standaard.be/cnt/dmf20180712_03610916.

PONNIAH, K., “In search of surrogates, foreign couples descend on Ukraine”, 13 februari 2018, https://www.bbc.com/news/world-europe-42845602.

RTL Nieuws, “Historische doorbraak: rechten draagmoeders en wensouders voortaan direct vastgelegd”, RTL Nieuws, 2019, https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/4776981/draagmoedersch….

X., “Draagmoeder verkocht baby D aan hoogstbiedende”, https://www.knack.be/nieuws/belgie/draagmoeder-verkocht-baby-d-aan-hoog….

X., “Draagmoeder”, Advies 2 oktober 2010, www.ordomedic.be.

X., “Nee, wij zoeken géén studentes”, https://www.standaard.be/cnt/us1ntcoi.

Universiteit of Hogeschool
Master in de Rechten, Afstudeerrichting Rechten
Publicatiejaar
2021
Promotor(en)
Professor Doctor Tim Wuyts
Kernwoorden
Share this on: