Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

De lokale diensteneconomie en de activeringslogica: Een onderzoek naar de determinanten van de doorstroom van doelgroepwerknemers naar de reguliere economie

Daphné Crombez
In een steeds restrictiever wordende samenleving tracht de lokale diensteneconomie doelgroepwerknemers door te stromen naar de reguliere arbeidsmarkt. Dit onderzoek tracht te peilen naar belemmerende en faciliterende factoren bij doorstroom.

The Contribution of a Study Exchange to Students’ Intercultural Competence as Measured by the MPQ: A Mixed-Methods Study on the Intercultural Development of Erasmus Students

Joni Reygaerts
Een onderzoek naar het effect van een Erasmuservaring op de persoonlijkheid en het gedrag van studenten, aan de hand van de Multicultural Personality Questionnaire (MPQ, Van der Zee & Van Oudenhoven) voor het kwantitatieve onderzoekluik en diepte-interviews voor het kwalitatieve onderzoeksluik.

The Sharing Economy - Over platformen en mobiliteit

Lorenzo Risack Ellen Decock Dean Messany Leen Standaert Natasja Vandenberghe
Een krachtige studie naar de juridische implicaties van de deeleconomie, binnen het segment mobiliteit. Hierbij was er een uitbundige aandacht voor deelplatformen, particuliere deelinitiatieven en het fiscaal kader.

HERVORMING PWA-STELSEL NAAR WIJK-WERK: ONDER DE LOEP

Jolien De Hertog
Een hervorming van het PWA-stelsel naar wijk-werk, een transitie met vele gevolgen voor zowel de doelgroep, de PWA-beambten en de gebruikers. Met deze scriptie haalde ik de stem van de PWA-beambten, een belangrijke groep mensen die niet gehoord werden gedurende deze langdurige transitie naar boven.

Sociale vaardigheidstraining met de Ono-robot voor jongeren met ASS

Britt Gryp Brenda Taga
In dit onderzoek wordt getoond op welke manier de Ono-robot een meerwaarde kan bieden bij het verbeteren van een aantal specifieke sociale vaardigheden van twee leerlingen van De Lift te Diest.

Ga gerust zitten! een onderzoek naar ergonomie op de arbeidsmarkt

Annika Gilen
Wat als ergonomie zijn grenzen niet meer kent? Het effect van langdurig zitten en de wettelijke verplichtingen hier rond. Vanaf wanneer spreken we van individueel aangepast materiaal?

Leidt de ontmanteling van de brugpensioenen tot een toename van de arbeidsongeschiktheid bij oudere werkenden?

Thomas Reheul
Deze thesis onderzoekt of de hervorming van het brugpensioenstelsel in 2008 ervoor heeft gezorgd dat 55-plussers andere wegen in het vervroegd pensioen hebben gezocht en gevonden, meer bepaald in de arbeidsongeschiktheid.

Mijn patiënt kan terug naar huis... Kan hij ook terug aan het werk? Een project rond interprofessionele educatie.

Stien Hennaert
In mijn scriptie staat arbeidsre-integratie centraal. Er wordt vanuit een ergotherapeutisch standpunt besproken waarom werken zo belangrijk is voor onze patiënt en waarom het nodig is om arbeidsre-integratie meer centraal te stellen binnen het revalidatieproces. In samenwerking met de VDAB dienst arbeidsbeperking werd een survey-onderzoek opgestart. Daarin werd onderzocht of interprofessionele educatie effect heeft op kennisvergroting, perceptieverandering en visies over samenwerking als het gaat om mogelijkheden tot arbeidsre-integratie van patiënten.

Voor de vader een zegen, voor de moeder een vloek? Een veldexperiment naar ongelijke behandeling in de Vlaamse arbeidsmarkt op basis van ouderschap

Lauren Aers
Correspondentieonderzoek naar de impact van ouderschap op de aanwervingskansen van mannen en vrouwen en de heterogeniteit van dit effect naar aantal kinderen, opleidingsniveau, gendervertegenwoordiging, sector en tewerkstellingsregime.

Hoe lerarenopleiders van STEM-richtingen hun studenten een onderzoekende houding bijbrengen.

Bart Huyghe
In onze maatschappij is er nood aan afgestudeerden met een STEM-profiel en een sterk onderzoekende houding. Het spreekt dus voor zich dat STEM-leerkrachten in secundaire scholen van grote invloed zijn en daarmee dus hun opleiding. In deze scriptie onderzocht men hoe lerarenopleiders van STEM vakken invulling geven aan deze specifieke taak en of er beïnvloedende factoren zijn.

An issue of equality: analysis of the evolution and patterns of the Belgian gender wage gap from 2014 to 2015 with the Oaxaca-Blinder decomposition method

Sarah Bouzzaouit
De Belgisch genderloonkloof wordt bestudeerd aan de hand van de Oaxaca-Blinder decompositie methode in twee delen: een deel die uitgelegd kan worden op basis van objectieve criteria zoals werkervaring en opleiding, en een deel die voorzichtig kan toegewezen worden aan discriminatie.

De la femme en Amérique - Lecture critique de l'instance féminine au sein de 'De la démocratie en Amérique' de Tocqueville

Sam Ooghe
Deze scriptie onderzoekt het belang van de ideale, Amerikaanse vrouw in 'De la démocratie en Amérique' van Tocqueville. Er wordt gewezen op de verborgen progressieve laag van Tocquevilles analyse, met als doel een antwoord te formuleren op de kernvraag van het onderzoek: wat kan Tocqueville de 21e-eeuwse lezer leren over feminisme en de arbeidsmarkt?

De kennis van de inschakelingsuitkering bij Vlaamse jongeren

Lies Vanneste
Onderzoek via een enquête naar de kennis van de inschakelingsuitkering bij Vlaamse jongeren.

Uptake en effecten van kinderopvang op gezinsuitbreiding in Vlaanderen: een sociaal-economische analyse

Gert Thielemans
De lage vruchtbaarheidscijfers van vele Westerse landen heeft kwalijke gevolgen voor de vergrijzing en zet de welvaartsstaat onder druk. Deze scriptie onderzoekt de rol van kinderopvang in de keuze voor gezinsuitbreiding.

BIEDT HET VRIJWILLIGERSWERK MEER KANSEN OP DE ARBEIDSMARKT?

Aspet Khachatryan
In mijn scriptie wordt voornamelijk nagegaan op welke wijze vrijwilligerswerk kan hoog opgeleide anderstaligen helpen om een betere aansluiting te vinden met de arbeidsmarkt. Het is een combinatie van theoretische en praktijkgerichte/evaluerende studie in het kader van 3de jaars stage binnen het Servicepunt Vrijwilligerswerk.

Transgender and gender-nonconforming persons and sexual risk: a critical review of 10 years of literature from a feminist intersectional perspective

Judith Van Schuylenbergh
Seksueel risicogedrag en de prevalentie van HIV en andere SOA blijken zeer hoog te zijn onder transgender en gender-nonconforme personen. Een feministisch perspectief dat focust op intersectionaliteit (kruispuntdenken) wordt gehanteerd om de huidige literatuur rond dit onderwerp kritisch door te lichten. Centraal hierin staan discriminatie en stigmatisering van transpersonen.

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Karolien Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

Getting Comfortable with CLIL - An introductory workhop on Content and Language Integrated Learning

Boris Souffriau Jorien Schoors Anneleen Dousselaere
Content and Language Integrated Learning (CLIL) is een vernieuwende onderwijsmethode die een opmars maakt in Vlaanderen. Bijgevolg zijn CLIL-scholen op zoek naar bekwame CLIL-leerkrachten. De methodiek krijgt echter weinig aandacht in leerkrachtenopleidingen. Deze workshop is een tool om leerkrachten in opleiding bewust te maken van CLIL als optie voor hun carrière.

Economische theorie in de praktijk. Een axiologische benadering.

Photis Schurmans
Vertrekkend van een historische analyse van de belangrijkste strekkingen binnen de economische theorieën wordt de mens- en wereldbeelden die zij in zich dragen geanalyseerd. Daarnaast wordt nagegaan hoe de politieke invulling, het neoliberalisme, voet aan grond kreeg vanaf de jaren 1970. Voorts worden de logische implicaties van de aannames van ‘individuele nut-maximalisatie’ op basis van ‘rationele verwachtingen’, ‘marktefficiëntie’ en ‘algemeen evenwicht’ onderzocht. Ten slotte worden de nieuwklassieke concepten axiologisch benaderd.

Hoogopgeleide migranten in het volwassenenonderwijs in Vlaanderen en hun inburgeringsproces

Emel Kilic Emel Kilic
Dit onderzoek handelt over migratie- en inburgeringsprocessen bij hoogopgeleide migranten. Er wordt daarbij gekeken naar het taalverwervingsproces van het Nederlands bij hoogopgeleiden met een migratieachtergrond die ten minste een bachelordiploma hebben behaald, hun positie en hun slaagkansen in het volwassenenonderwijs en naar het verloop van hun inburgeringsproces.

Het zilveren goud: WELBEVINDEN BIJ 45-PLUSSERS

Sharna Rediers
EN ONDERZOEK BIJ ALURAL LUMMEN NV
NAAR DE KWALITEIT VAN DE ARBEID

Naar aanleiding van de vergrijzing van de Belgische bevolking en de gevolgen op de arbeidsorganisatie, is het in kaart brengen van de oudere werknemers meer en meer een must. Daarom wordt dit project rond welbevinden bij 45-plussers opgestart in samenwerking met Alural Lummen.
Meer ouderen tewerkstellen en de bestaande medewerkers langer aan het werk houden is een uitdaging voor iedere organisatie. Met de CAO 104 verplicht de wetgever de onderneming om een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers uit te werken. We brengen de arbeidstevredenheid en de kwaliteit van de arbeid in kaart met als doel het aantal 45-plussers in een bedrijf te behouden of te bevorderen.
We tonen de mogelijkheid om bij het ervaringsfonds een aanvraag in te dienen met maatregelen die betrekking hebben op het fysiek en mentaal draagbaar maken van het werk. Hierbij denken we aan het aanpassen van arbeidsmiddelen en arbeidsomstandigheden.



Kernwoorden: welbevinden, kwaliteit van de arbeid, regeerakkoord, leeftijdsbewust personeelsbeleid, cao 104, ervaringsfonds

SPEEDASSESSMENT ALS FLEXIBEL SELECTIE- INSTRUMENT? Een analyse van validiteit en reacties van kandidaten.

Astrid De Clercq
Iedereen kent ondertussen speeddaten, maar wat zegt speedasssessment u?Iedereen die ooit al heeft gesolliciteerd weet hoe langdradig en stroef sommige selectieprocedures verlopen.  Speedassessment wil hierop een antwoord bieden.Bij speedassessment proberen we aan de hand van 3 minuut durende rollenspelen een voorspelling te maken van hoe een toekomstige werknemer zal presteren op de werkvloer.Deze procedure zorgt ervoor dat we op een korte tijd en op een correcte manier kunnen oordelen over de competenties van potentiële werknemers.

Hogere werkbereidheid bij 50+ werknemers op de Vlaamse arbeidsmarkt. Een toepassing van het ‘Motivation-Ability-Opportunity’ model op de vervroegde uittredingskwestie.

Dorien Verckist
Werken tot 67 jaar: “het is van de moetens”, maar hoe?59,6 jaar. Dat is de gemiddelde leeftijd waarop Belgen hun werk inruilen voor het pensioen. Het maakt van België een land met één van de jongste uittredingsleeftijden van de Europese Unie. Samen met een werkzaamheidsgraad (dit is het aandeel werkenden in de actieve bevolking  van zo’n 42% voor de 50-plussers in ons land resulteert dit cijfer in een hoog kostenplaatje voor de sociale zekerheid. Om de financiële dam te stutten, heeft de regering beslist om de wettelijke pensioenleeftijd op te trekken tot 67.

Duitse export: Analyse van de determinerende factoren

Dieter De Graeve
Kwaliteit van bedrijvennetwerk brandstof voor Duitse exportmotorOp dit moment staan de Duitse export en auto-industrie door enkele schandalen even onder druk, maar dat doet niets af aan het feit dat Duitsland er als enige grote Europese macht in geslaagd is om de financiële en economische crisis volledig en snel te doorstaan. Dat heeft het land in grote mate te danken aan zijn enorm sterke exportpositie. Dit succes is onder meer te danken aan een (politieke) ideologie gericht op kwaliteit op verschillende vlakken.

Inzetbaarheid en verloop: De modererende rol van persoon-organisatie fit en continuerende betrokkenheid

Maxime Crab
Vlaamse KMO’s en hun personeelsverloop: effectieve retentiemiddelen.Stel, u bent de leidinggevende van een KMO gevestigd in het centrum van de stad Antwerpen. De zaken gaan goed waardoor het belangrijk is uw concurrentiële positie op de arbeidsmarkt te behouden en/of te verbeteren. Omwille van deze reden is het noodzakelijk dat u investeert in uw personeel. Op die manier zijn en blijven uw werknemers inzetbaar binnen de eigen organisatie en dragen ze bij tot het behalen van de bedrijfsdoelstellingen.