Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
Hervorming van VSO naar CV erkend als SO: geslaagd of niet?
Deze scriptie tracht te beoordelen of de hervorming door het WVV van het regime van de VSO (vennootschap met sociaal oogmerk) naar de CVSO (coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming) al dan niet geslaagd is. Dit doet men door middel van een bespreking van beide regimes, een vergelijking van de twee, een blik op de CVSO in de praktijk, en een formulering van alternatieven en aanbevelingen aan de wetgever.
De masterproef doelt om mensen en bedrijven te sterken in het creëren van eerlijke AI applicaties zonder dat hiervoor een diepe kennis van AI nodig is.
Onderzoek naar de impact van de coronacrisis en de daarmee gepaard gaande maatregelen op het recht op gezondheid en het recht op privé-, gezins- en familieleven van gedetineerden.
Onderzoek naar het gebruik van antibiotica bij koi karpers. Er wordt uitgezocht welke antibiotica er zijn, tegen welke ziektes ze werken, maar ook worden er preventieve en alternatieve opties gegeven om de koi kaper gezond te houden en het gebruik van antibiotica te reduceren
Diversiteit in Sociale Huisvesting: Een analyse van de potentiële impact van de patrimoniumstrategie ten gevolge van de fusie tot de ééngemaakte woonmaatschappij op de renovatie van de sociale huisvestingsstock (Case Nieuw Gent)
Deze masterproef werd geschreven in samenwerking met de Stadsacademie. Binnen de groep ‘Wonen in diversiteit’ werd de individuele focus gelegd op sociaal energetisch renoveren. Deze masterproef onderzoekt de koppeling van elkaar beïnvloedende onderwerpen die het sociaal betaalbaar, maar ook duurzaam wonen omvatten. Deze thematieken worden gekoppeld aan de éénmaking van de sociale huisvestingsmaatschappijen en verhuurkantoren tot de woonmaatschappij. Het onderzoek wordt gevoerd aan de hand van een dubbele invalshoek. Enerzijds wordt een kwalitatief onderzoek uitgewerkt. Hierin worden actoren binnen verschillende niveaus, gelinkt aan de éénmaking, bevraagd naar de vooropgestelde onderwerpen. De focus wordt daarbij gelegd op de Gentse situatie. Anderzijds wordt een kwantitatief onderzoek gevoerd waarin een referentiewoning en -bewoners als leidraad gebruikt worden. De doelgroep maakt deel uit van het huidig patrimonium van Volkshaard in Nieuw Gent. Het geldend sociaal beleid wordt hierbij in vraag gesteld. Er wordt gekeken naar alternatieve woonmodellen en de manier waarop deze hun eventueel sociaal en betaalbaar karakter verkrijgen. Dit onderzoek wordt gehanteerd om een toetsing te maken van de betaalbaarheid van het wonen en de renovatie binnen deze verschillende woonmodellen. Tot slot wordt een koppeling gemaakt van de dubbele onderzoeksstrategie waarbij een adviesrapport opgesteld wordt. De conclusies worden hierin opgenomen en gehanteerd om een opzet te maken van alternatieve scenario’s voor de toekomst. Het eerste alternatieve scenario geeft antwoord op de resultaten uit de onderzoeken. Dit geeft meer bepaald aan dat het huidig sociaal woonmodel als het enige haalbare middel naar voren geschoven kan worden. Daarnaast worden ook de bedenkingen en opportuniteiten omtrent de renovatie en de éénmaking verwerkt. Het tweede scenario geeft antwoord op het stigmaprobleem van het sociaal wonen en het contrasterende woonrecht voor iedereen. Dit wordt opgezet, niet als inzetbaar scenario, maar als aanleiding voor een gesprek binnen de gehele maatschappij.
Het onderwerp van deze masterscriptie kadert in het teken van het recht op abortus. Concreet wordt het zelfbeschikkingsrecht inzake abortus bestudeerd met een focus op de evolutie ervan sinds de ontstaansgeschiedenis van de Belgische, Nederlandse en Poolse abortuswetgeving. Deze benadering maakt het mogelijk om te komen tot een verklarende analyse van de verschillen en gelijkenissen in de abortusregelgeving van de drie vergeleken landen. Hieruit kan zowel de huidige als toekomstige positie van België op het vlak van de abortusrechten in Europa worden afgeleid.
Deze bijdrage zet het kader rond het thema ouderenmis(be)handeling in combinatie met het beroepsgeheim van de (eerstelijns)hulpverlener uiteen. Binnen deze bachelorproef zal er vooral gefocust worden op het onderdeel ouder(be)mishandeling in relatie met het beroepsgeheim.
Deze meesterproef had tot doel de evolutie van de rol en het gebruik van de cellulaire afzondering in de jeugdzorginstelling van Ruiselede tussen 1849 en 1965 in kaart te brengen.
Communicatieprofessionals van attractie- en dierenparken aan het woord: Kwalitatief onderzoek naar het gebruik van influencer marketing binnen de Belgische, Nederlandse en Duitse leisure sector
Ondanks het wereldwijde belang en de stijgende populariteit van influencer marketing is onderzoek hiernaar binnen de leisure sector schaars. Aan de hand van 16 diepte-interviews met 18 communicatieprofessionals uit verschillende Belgische, Nederlandse en Duitse attractie- en dierenparken wordt nagegaan hoe influencer marketing binnen de leisure sector wordt geïmplementeerd. Uit het onderzoek blijkt dat influencer marketing binnen deze bedrijven veelvuldig wordt gebruikt, maar dat er voornamelijk heel wat onwetendheid heerst over de wettelijke bepalingen in verband met het gebruik van reclamelabels.
In mijn masterproef heb ik me verdiept in het koloniaal natuurbeleid dat in Belgisch Congo werd gevoerd. Specifiek kijk ik naar de motieven voor en de werking van het bosbeschermingsbeleid dat in de jaren 1930 in het Nationaal Albert Park (Virunga Nationaal Park) werd gevoerd. Speciale aandacht gaat naar de sociale - en waar mogelijk ecologische - implicaties van dit beleid.
Deze masterproef is in de eerste plaats een begripsgeschiedenis van levensmoeheid. Door de vermeldingen van levensmoeheid in historische bronnen vanaf 1850 onder de loep te nemen en deze historisch te kaderen wil dit onderzoek de totstandkoming van het huidige fenomeen verklaren. Daarnaast krijgen ook onderwerpen als zelfdoding, psychiatrische diagnostiek en ouderdom een historische uitdieping. Het huidige concept voltooid leven is immers een clusterbegrip, wat de complexiteit van de problematiek mee verklaart.
In mijn masterproef onderzocht ik of het door de wetgever geproclameerde principe van de seksuele autonomie als basis voor de hervorming van het seksueel strafrecht ook als dusdanig neerslag vindt in de concreet ingevoerde wetteksten. Het onderzoek toont aan dat dit toch enige nuance verdient.
Whales against humanity: an overview and analysis of the international and European legal protection of Cetacea against anthropogenic threats in their natural habitat
Onderzoek naar de internationaal- en Europeesrechtelijke bescherming van walvisachtigen (walvissen, dolfijnen en bruinvissen). Verschillende verdragen en conventies werden geanalyseerd op hun juridische sterktes en zwaktes.
Om een vlotte transitie naar een circulaire economie in de mode-industrie mogelijk te maken is een geïntegreerde aanpak door overheid, ngo's, consumenten en bedrijven noodzakelijk. In de praktijk blijken kennisverspreiding en een structurele mentaliteitswijziging van consumenten en bedrijven onontbeerlijk.
Tuin/Stad/sTuin: Inzichten uit 'CurieuzeNeuzen in de Tuin' voor ruimtelijke planning op stadstuinniveau
Kobe Tilley
Kunnen stadstuinen en hun inrichting de temperaturen in steden mee doen milderen? Ja, zo blijkt uit dit onderzoek. Burgers maar vooral ook beleidsmakers zijn nu aan zet. De scenario's voor een toekomstig tuinenbeleid kunnen inspiratie bieden om met de vele tuinen aan de slag te gaan.
Deze masterscriptie handelt over de impact van de samenlevingsvormen op het Belgische wettelijk en aanvullend pensioenstelsel van werknemers. De centrale vraag in deze masterscriptie is of de bevoorrechting van gehuwden inzake de wettelijke en aanvullende pensioenen vandaag nog gerechtvaardigd kan worden, en of het niet wenselijker is om de maatschappelijke evolutie, waarbij partners steeds meer kiezen voor een wettelijke of feitelijke samenwoning, te vertalen in de Belgische werknemerspensioenen. Er wordt aldus een kritische analyse uitgevoerd aangaande de invloed van de samenlevingsvormen op de pensioenen, waarna er enkele aanbevelingen aangereikt worden ter optimalisering van het Belgische recht. Ook de Nederlandse aanpak wordt besproken teneinde hieruit inspiratie te putten ter verbetering van het Belgische recht.
De voordelen van inclusief onderwijs voor leerlingen met een beperking, maar ook voor hun medeleerlingen en de maatschappij, zijn groot. Aan de hand van een enquête werd nagegaan hoe student-leraren hiernaar kijken en hoe zij hun capaciteiten inschatten. Op basis van de resultaten werd een brochure gemaakt, om beginnende leraren met veel positiviteit en zelfvertrouwen op weg te zetten.
We ontwierpen een leerpad ter promotie van de specialisatierichting arbeidsgeneeskunde, omwille van een tekort aan arbeidsartsen. Het leerpad biedt een kennismaking met arbeidsgeneeskunde die op maat is gemaakt voor de geneeskundestudenten. Aan de hand van vragenlijsten kan gepeild worden wat de ingesteldheid is van de studenten tegenover arbeidsgeneeskunde, tevoren en achter het consulteren van het leerpad.
Er moet worden tegemoet gekomen aan de strafbaarstelling van BDSM. In deze scriptie is er daarom ook gezocht naar mogelijke regelingen, zowel juridisch als niet-juridisch, die BDSM'ers in staat zouden stellen om straffeloos hun activiteiten te kunnen uitoefenen.
Deze thesis gaat over het Commissievoorstel voor een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (de EU CBAM). Meer bepaald wordt in deze thesis onderzocht of het voorstel niet in strijd is met de regels opgelegd in het kader van de Wereldhandelsorganisatie. Daarbij wordt in het bijzonder ingegaan op de vraag naar de kwalificatie van het mechanisme. Om een nauwkeurige legaliteitsbeoordeling van het voorgestelde mechanisme te voeren, moet immers eerst worden bepaald of het mechanisme een belastingmaatregel of een gewone wetgevingsmaatregel uitmaakt.
Wie een schenking wil doen, kan best rekening houden met de hervorming van de erfwet van 31 juli 2017, indien er reeds eerdere rechtsfeiten hebben plaatsgevonden vóór de inwerkingtreding. Bij mijn stageplaats kreeg ik te maken met een situatie waarbij de doorwerking in tijd van de regelgeving omtrent de inbreng van zeer groot belang was. De situatie had betrekking op de vereffening van een huwgemeenschap, alsook de vereffening van een opengevallen nalatenschap van vóór de inwerkingtreding in 2018 en één van na de inwerkingtreding. De echtgenoten hadden bij leven samen schenkingen gedaan aan de kinderen, waardoor zowel het oude als het nieuwe erfrecht van toepassing is.
De voormelde situatie komt vaker voor en met mijn bachelorproef poog ik een oplossing aan te reiken voor notarissen die met dergelijke situaties geconfronteerd worden. Het onderscheid tussen de oude en nieuwe inbrengregeling is namelijk in de eerste plaats voor hen van groot belang.
Ik leg een bijzondere focus op de knelpunten die ontstaan door de oude en nieuwe regelgeving wat betreft de regels omtrent inbreng. Vervolgens ga ik over tot het bespreken waarom de wet van 31 juli 2017 is doorgevoerd en wat de wetswijziging nu precies inhoudt.
Ik haal aan wat de meest belangrijke wijzigingen zijn geweest met betrekking tot de inbreng en waardering van schenkingen. Dan ga ik over tot de inbreng in het algemeen. Hierin vermeld ik wat de inbreng is, wie tot de inbreng gehouden is en wie de inbreng kan vorderen alsook de uitzonderingen hierop. Bovendien bespreek ik de waardering van in te brengen schenkingen. Hier zal ik een onderscheid tussen de oude regelgeving en de nieuwe regelgeving maken. Dit laatste punt vormt de kern van mijn bachelorproef en hier zal ik dus uitgebreid op in gaan. Ten slotte ga ik nog wat dieper in op de informatie -en adviesplicht van de notaris bij een vereffening-verdeling.
Om mijn paper te ondersteunen, heb ik de visie van een aantal notarissen en medewerkers gevraagd. Ik heb hun mening gevraagd omtrent de indexering die geldt onder de nieuwe waarderingsregeling en of dit de waardeschommelingen wel voldoende compenseert. Bovendien heb ik de vraag gesteld hoe ver hun informatieplicht gaat ten opzichte van de cliënt.