Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

ECB MONETARY POLICY AND DISTRIBUTION OF WEALTH

Bart De Clercq Elien Meuleman
Dit scriptieonderzoek gaat de impact na van monetaire schokken op het portfolio rendement van huishoudens alsook de gevolgen hiervan voor de verdeling van vermogen. Meer specifiek wordt het monetair beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) sinds de financieel-economisch crisis van 2008 onder de loep genomen.
Het econometrisch luik is gebaseerd op een combinatie van micro-data van de verschillende nationale banken van het Eurosysteem (HFCS) en financiële markten data.

The Distributional Impact of ECB Unconventional Monetary Policy: a First Assessment

David Van Dijcke Maxim Horion
Deze scriptie bestudeert de impact van het onconventioneel monetair beleid van de Europese Centrale Bank op inkomensongelijkheid in Nederland tussen 2014 en 2016.

A Post-School In Nepal: ‘To walk about’

Justine Sleurs
Door de globaliserende economie zijn de waarden van de mensen uit Makwanpur (Nepal) aan het veranderen. Kinderen willen niet meer leren over hun traditionele cultuur.
Een post-school maakt Makwanpur terug bewust van hun traditie en identiteit en dit met een toekomst gerichte visie.

A Post-School In Nepal: ‘To walk about’

Justine Sleurs
Door de globaliserende economie zijn de waarden van de mensen uit Makwanpur (Nepal) aan het veranderen. Kinderen willen niet meer leren over hun traditionele cultuur.
Een post-school maakt Makwanpur terug bewust van hun traditie en identiteit en dit met een toekomst gerichte visie.


De rol van extreme opvattingen als indicator voor radicalisering bij schoolgaande jongeren - Een latente profielanalyse van moslimjongeren in Antwerpen en Brussel

Ilhem Bouchema
Dit onderzoek heeft aan de hand van een vragenlijst bepaalde opvallende antwoordpatronen en denkprocessen als start van psychologische vatbaarheid voor radicalisering willen achterhalen bij schoolgaande jongeren in Brussel en Antwerpen.

English Loanwords in the Chinese Lexicon

Ruth Vervaet
Het voorkomen van Engelse leenwoorden in Modern Chinees. Het eerste deel gaat in op het historisch voorkomen van leenwoorden in China en de sociaal-culturele redenen. het tweede deel van de scriptie handelt over de verschillende manieren die worden aangewend om Engelse woorden te vertalen in het Chinees.

'America First': Why Has Nativism Resurfaced in the New World? Donald J. Trump and Nativist Politics in the USA

Yoeri Maertens
In tegenstelling tot Trump de nationalist of Trump de populist, argumenteert deze scriptie dat Trump het best omschreven kan worden als een nativist - iemand die opkomt voor de 'inheemse bevolking' en immigranten en andere outsiders als 'tweederangsburgers' beschouwt. Op die manier is Trump onlosmakelijk verbonden met Amerika's langdurige identiteitsproblematiek.

Actuele trends in de fysieke vergaderomgeving: een interpretatie binnen Honda Motor Europe Logistics NV

Serge Ribas
Deze bachelorproef gaat na of de vergaderlocatie en haar fysieke eigenschappen een positieve impact kunnen hebben op de efficiëntie en rendabiliteit van een vaak gebruikt bedrijfsproces als vergaderen in het algemeen en op de vergaderbeleving en fysiek of mentale gezondheid van elke deelnemer in het bijzonder

Refugee Existence in Lawrence Hill's 'The Illegal'

Lena Raeymaekers
Een literaire analyse van de dystopische roman van Canadees auteur Lawrence Hill waarbij getracht wordt het verband te vinden tussen tussen de roman en de actuele vluchtelingencrisis.

Manama in Succes

Elise Daemen
Welke zijn vanuit socio-cultureel perspectief de emotionele noden van studenten in het hoger onderwijs en welke vormen van gezondheidspromotie komen hieraan tegemoet? -
Gezondheidspromotie voor de moderne student in het hoger onderwijs.

Beyond refugee protection: me, myself and I? Een multimethodisch onderzoek naar de publieke communicatie van internationale vluchtelingenorganisaties over de Syrische vluchtelingencrisis

David Ongenaert
Deze thesis bestudeert de discursieve strategieën binnen de publieke communicatie van vluchtelingenorganisaties en de achterliggende, verklarende productie- en bredere maatschappelijke context. Gebruikmakend van een kritische discoursanalyse (Fairclough, 1995), onderzoeken we de persberichten van 2014 tot en met 2015 over de Syrische vluchtelingencrisis van drie internationale vluchtelingenorganisaties. Semi-gestructureerde diepte-interviews met pers- en regioverantwoordelijken van de onderzochte vluchtelingenorganisaties vormen aanvullend onderzoeksmateriaal. We komen tot de conclusie dat vluchtelingen binnen de onderzochte persberichten ontmenselijkt worden en ondergeschikt zijn aan de zelfontplooiing van het brede publiek en nationale staatsbelangen.

Getolkte gesprekken met minderjarigen in strafrechtelijke context in Italië. Een vergelijkende studie van de belangrijkste uitdagingen voor tolken en de aanbevelingen en wensen voor de toekomst.

Laura Vermeylen
Wat zijn volgens tolken de belangrijkste uitdagingen tijdens getolkte verhoren van minderjarigen en hoe kan daar in de toekomst op ingespeeld worden? Het CO-Minor-IN/QUEST-project verspreidde een enquête in verschillende Europese landen. De data van die enquête bieden een antwoord op de onderzoeksvraag en zo kunnen er aanbevelingen geformuleerd worden.

De ethische dimensie van shockvertising in een commerciële context

Justine Honoré
De uitgevoerde studie onderzoekt hoe mensen reageren op het gebruik van schokkende inhoud in commerciële boodschappen. De kwalitatieve resultaten zijn gebaseerd op de analyse van zes focusgroepen.

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Karolien Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

Een longitudinale analyse van de invloed van jobonzekerheid op zelfgerapporteerde absenteïsmeduur en –frequentie met gepercipieerde inzetbaarheid als moderator

Niels Aper
Wie vreest zijn of haar job te verliezen, is minder afwezig van het werk.De arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door economische recessies, herstructureringen, technologische veranderingen en globalisering met een grotere competitie. Om die redenen herstructureren, besparen, fuseren of sluiten bedrijven. Dit brengt bij werknemers een perceptie van onzekerheid over de huidige job teweeg, wat jobonzekerheid heet. Dit is een maatschappelijk relevant fenomeen.

De transparante samenleving

Evert Beyers
De transparante samenlevingTransparantie lijkt vandaag een vanzelfsprekend antwoord op maatschappelijke problemen zoals corruptie, misbruik en wanbeheer. Nooit eerder heeft men zelfs meer gesproken over een ‘plicht’ tot transparantie en nooit heeft men meer beroep gedaan op het ‘recht’ op transparantie. Toch zou men zich kunnen afvragen : waarom heeft transparantie een onbetwiste status in onze samenleving, en hoe terecht is dat eigenlijk? Het valt op dat transparantie van alle begrippen die we uit de periode van de Verlichting geërfd hebben niet fundamenteel in vraag is gesteld.

Intersections between high-end art and finance in the global city - A comparative analysis

Freke Caset
Kunst en de queeste voor wereldstadstatus Een wereldstad telt niet enkel veel inwoners, luchthavens, internationale conferenties of toeristen. Vooral kapitaal en de aanwezigheid van gespecialiseerde diensten maken een stad tot ware ‘wereldstad’, althans zo wordt binnen academische kringen geredeneerd. Wereldsteden worden er doorgaans vanuit een strikt economische lens benaderd. Zo introduceerde Saskia Sassen in 1991 de term ‘the global city’ om te verwijzen naar de belangrijkste knooppunten in het netwerk van geglobaliseerd kapitaal.

Het Handelsbeleid van de EU. De Doha Ronde als Breekpunt?

Rogier Van Vaerenbergh
 Sinds 2001 startte de nieuwe handelsronde in de WTO waarbij de EU vragende partij was en niet de VS. De EU wilde namelijk hiaten van de voorgaande ronde, de Uruguay ROnde, oplossen. De nieuwe handelsronde begon onder een slecht gesternte met protesten in 1999 van anders-globalisten te Seattle die een andere globalisering wilen.In deze masterproef analyseer ik het Europese handelsbeleid sinds 2001, daarbij gebruik makend van de inzichten van de politieke economie.

Evaluerend onderzoek na twintig jaar NAFTA & vooruitblik op TTIP

Bart Cornelissen & Cedric Brosens Cedric Brosens
De masterthesis, geschreven door de TEW-studenten Bart Cornelissen en Cedric Brosens, behandelt twee handelsverdragen, namelijk NAFTA (North-American Free Trade Agreement) en TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership), die plaatsvinden in de wereldwijde trend van globalisering, handelsliberalisering en economische integratie. Het zijn echter controversiële akkoorden met vele voor- en tegenstanders. Er bestaat veel onenigheid over de effecten van deze vrijhandelsverdragen. In het eerste deel wordt er teruggeblikt op NAFTA, dat reeds 20 jaar bestaat.

Japan en de walvisvangst: Een kritische benadering in historisch perspectief

Elza Jeanty
Japan en de walvisvangstOp 31 maart 2014 eindigde in Den Haag het proces waarin Australië Japan aanklaagde omdat het twijfels had bij de argumentatie voor het bestaande wetenschappelijk onderzoek (JARPA II) naar walvissen. Het Internationaal Gerechtshof oordeelde dat Japan de bestaande vergunningen in het kader van JARPA II moet intrekken en geen nieuwe toelatingen mag uitvaardigen binnen dit programma. Op de dag van de uitspraak publiceerde het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Japan een verklaring van de Kabinetssecretaris.

Reshoring bij bedrijven in de Benelux: Een onderzoek naar de rol van innovatie

Sarah Buyse
“Alstublieft bedrijven, overweeg reshoring!”Zandhoven – Uit een onderzoek van een student Master Handelswetenschappen aan de KU Leuven blijkt dat reshoring met betrekking tot innovatie wel degelijk mogelijk is én dat het leidt tot succesverhalen in de Benelux. Daarnaast biedt reshoring een oplossing voor de maakindustrie, die de afgelopen jaren meer en meer verdwenen is als gevolg van offshoring.OFFSHORINGSteeds meer verandert het gedrag van bedrijven als gevolg van de toenemende globalisering in onze maatschappij. Daarom maken bedrijven vaak gebruik van offshoring als overlevingsstrategie.

Ontwerp en bouw van een onbemand vliegtuig voor autonoom pakkettransport met gecontroleerde transitie van verticaal opstijgen naar voorwaartse vlucht.

Cyriel Notteboom Menno Hochstenbach Menno Hochstenbach
Vlaamse drone levert pakjes sneller dan klassieke droneOnbemande vliegtuigjes of drones die een expres-bestelling afleveren in je achtertuin of instaan voor bloedtransport tussen ziekenhuizen. Er is nog een lange weg af te leggen op zowel wettelijk als technisch vlak voor drones volledig autonoom door de lucht zullen vliegen, maar de eerste steen is alvast gelegd. Grote bedrijven zoals Amazon en Google zijn al een tijd aan het experimenteren en ook de VertiKUL van de KU Leuven levert zijn bijdrage.Pakkettransport gaat steeds sneller.

“(Gender) diversity in the workplace in Belgium and in the EU. Or how diversity and best practices in HRM can go hand in hand.”

Evelien Geerts
(Gender)diversiteit in het bedrijfsleven: Op weg naar een meer inclusieve arbeidsvloer met behulp van een innovatief HRM-beleid.Multinationals, internationale bedrijven en lokale organisaties worden vandaag de dag geconfronteerd met heel wat complexe uitdagingen: Zo moeten ze niet alleen rekening houden met alsmaar meer geavanceerde technologische veranderingen, en her en der opduikende economische en ecologische crises, maar worden deze organisaties ook verwacht in te spelen op de noden en behoeften van een zich steeds meer uitdijende geglobaliseerde samenleving.Interessant om weten is dat me

Feminisme in de 21ste eeuw; global sisterhood is powerful?

Stijn Heyvaert
Feminisme en multiculturalisme: een 21ste eeuw vol uitdagingenSluiten feminisme en multiculturalisme elkaar uit of is er plaats voor feminisme binnen elke cultuur en religie? Dat was de vraag die ik in mijn masterproef heb willen beantwoorden. Via een ‘anti-essentialistische’ kijk op vrouwen, feminisme, cultuur en religie heb ik proberen te bewijzen dat feminisme en multiculturalisme niet onverenigbaar zijn. In tegenstelling tot wat sommigen beweren, is het niet nodig dat de hele wereld een Westers voorbeeld volgt wat vrouwenemancipatie betreft.

Voorbij Jihad vs. McWorld

Linde Van Goethem
 Voorbij Jihad vs. McWorldHoe democratie een antwoord kan bieden op fundamentalisme en globaliseringaan de hand van het werk van Benjamin Barber“It appears increasingly likely that man is not going to make it. He has done too much that is self-destructive and too little to save himself. Although it is hardly consoling, there will be a certain justice in his extinction if it results from his thoughts and choices. But it would be an unpardonable irony if he were to destroy himself not because of what he thought, but because he thought what he thought made no difference.”(Barber, 1971)Wat nu?