Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Screening van pyrrolizidine-alkaloïden in theematrices door IM-MS: eerste stappen van methodeoverdracht naar een gebruiksvriendelijke QqQ-spectrometer voor routinematige kwantificering

Marie Smet
Deze scriptie bevat onderzoek naar meer efficiënte en routinematige screening en kwantificatie-methoden voor Pyrrolizidine-alkaloïden in commerciële thee preparaten.

PFOS-vervuiling: Juridische aspecten. Knowledge is power: wat kunnen we leren uit de aanpak van PFOS-vervuiling in de Verenigde Staten van Amerika?

Adeline De Clercq
Er bestaat zowel internationale als Amerikaanse regelgeving die tot doel heeft PFOS-vervuiling te bestrijden. In deze scriptie worden beide soorten regelgeving met elkaar vergeleken. Hoewel de Verenigde Staten van Amerika veel PFOS-vervuiling kennen, is hun PFOS-wetgeving zeer vooruitstrevend.

The potential impact of banning titanium dioxide in the development and use of medicinal and self-care products: a scoping review and semi-structured interviews

Margot Suetens
Titaniumdioxide (TiO2) is een wijdverspreid ingrediënt in allerlei producten gebruikt voor het ondersteunen van de gezondheid van de mens. Sinds februari 2022 is het verboden in voeding in de EU. Aangezien in de EU de wetgeving voor het gebruik van additieven in geneesmiddelen zich baseert op de toegelaten voedingsmiddelenadditieven, had dit een rechtstreeks gevolg op het gebruik in geneesmiddelen. Hoewel de Europese Commissie voorlopig het gebruik van TiO2 toelaat in geneesmiddelen, dient het EMA een evaluatie uit te voeren tegen april 2024, waarna de Europese Commissie deze beslissing zal herevalueren. Onvoldoende wetenschappelijk bewijs en tegenstrijdige studieresultaten zorgen ervoor dat de orale toxiciteit van TiO2 een omstreden kwestie blijft. Aangezien TiO2 in veel orale geneesmiddelen aanwezig is, zou een verbod een enorm aantal producten treffen. Daarom was meer onderzoek nodig, startende met het in kaart brengen van de bestaande literatuur om een beter inzicht te krijgen in de reeks producten die beïnvloed zouden zijn. Verder was het nodig om de impact te schetsen die een mogelijk verbod zou hebben. Om deze kwestie te verduidelijken, waren meer empirisch onderbouwde inzichten uit de literatuur nodig, evenals meer inzicht in de standpunten van belanghebbenden. Hoewel eerder onderzoek naar de veiligheid van TiO2 plaatsvond, werd er geen onderzoek gedaan met als doel inzicht te verschaffen in de meningen van de verschillende belanghebbenden en hoe zij geïmpacteerd zouden zijn als een verbod zou worden ingevoerd. Belangrijke belanghebbenden zijn de zelfzorg- en farmaceutische industrie, academische onderzoekers, handelsorganisaties zoals EFPIA en AESGP, patiënten en patiëntenorganisaties, regelgevers, beleidsmakers, overheidsinstanties, artsen en apothekers. Deze inzichten waren nodig omdat al deze belanghebbenden beïnvloed zouden worden door een mogelijk verbod op TiO2. Bijgevolg kunnen ze verschillende perspectieven en prioriteiten hebben, wat kan resulteren in verschillende meningen. Daarom was het belangrijk om inzicht te verschaffen in hun visies, zodanig de nodige toekomstige stappen omtrent deze problematiek in kaart werden gebracht en adviezen werden geformuleerd.

Cryptic species diversity in Enteromius (Cyprinidae) from West Africa: a morphometric and molecular approach

Douwe Bosmans
Onderzoek naar de cryptische diversiteit in Enteromius, een zoetwater barbeel, in West-Afrika met behulp van een morphologische en genetische methode op formaline gefixeerde specimens.

What Lurks in the Shadows: Can Transitional Justice Help Deal with Wartime Organized Crime in Post-Conflict Colombia?

Elias Dessantis
Traditioneel werden conflicten aangepakt binnen het kader van transitional justice. Dit kader richt zich op verzoening, vergoedingen voor slachtoffers en het versterken van democratie en de rechtsstaat. Aanvankelijk werden deze concepten bekeken vanuit een liberaal paradigma, maar door kritiek heeft transitional justice zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een meer holistische benadering. Waar eerder alleen aandacht werd besteed aan de symptomen van een conflict (direct geweld), richt transitional justice zich nu op onderliggende factoren van het conflict. Deze ontwikkeling werd vertaald naar het vredesakkoord van 2016 tussen de Colombiaanse regering en de FARC, dat tot doel had een decennialange oorlog te beëindigen. Het richtte zich op de structurele problemen die bijdroegen aan het conflict. Echter, dit vredesakkoord heeft niet zoveel succes behaald als gehoopt. In 2023 worstelt Colombia met veel geweld, waarbij de drugproductie haar hoogtepunt bereikt. De demobilisatie van de FARC heeft een vacuüm gecreëerd dat niet door de regering, maar door gewapende groeperingen is opgevuld. De oorzaak hiervan ligt deels in een gebrek aan uitvoering en staatsaanwezigheid in lokale gebieden, en deels in verzet tegen het vredesakkoord. Hoewel transitional justice ervan uitgaat dat post- conflictgebieden worden gekenmerkt door eenheid, stuitte de Colombiaanse regering op veel weerstand. Het conflict heeft scheidslijnen gecreëerd tussen de staat en gemeenschappen, evenals tussen burgers onderling. Dit, in combinatie met een gebrek aan staatsaanwezigheid en capaciteit, maakte het voor gewapende groeperingen gemakkelijk om controle te krijgen over achtergebleven gebieden. Een oplossing voor dit probleem kan liggen in het kader van transformative justice. Dit kader legt de nadruk op lokale inbreng en hulpbronnen, waarbij het proces belangrijker is dan de uitkomst, en het uitdagen van ongelijke machtsverhoudingen en uitsluitende structuren. Begrippen zoals empowerment, verzet en participatie van slachtoffers en gemeenschappen staan centraal in dit kader. Deze scriptie onderzoekt in hoeverre transformative justice kan bijdragen aan de benadering van het vredesakkoord ten aanzien van georganiseerde misdaad, zoals gekenmerkt door transitional justice. Er wordt een theoretische vergelijking gemaakt tussen transformative justice, transitional justice en het vredesakkoord.

Iedereen telt mee! - de rol van persoonsgebonden vaardigheden in de wiskunde

Kristof Damiaens
Prestaties in het vak wiskunde worden voornamelijk beoordeeld op basis van resultaten. Persoonsgebonden competenties worden zelden meegenomen. Dit onderzoek richt zich op het ontwikkelen van een instrument dat de evolutie van persoonsgebonden vaardigheden van leerlingen bij het oplossen van wiskundige problemen in kaart brengt.

Het bevorderen van leesbegrip en leesmotivatie bij leerlingen uit de B-stroom en het derde jaar arbeidsmarktfinaliteit: kwalitatief onderzoek naar de percepties en ervaringen van leraren

Jolien Michiels
Deze scriptie onderzoekt welke didactische principes Vlaamse leraren Nederlands en PAV hanteren in hun klaspraktijk bij het bevorderen van het leesbegrip en de leesmotivatie van hun leerlingen en welke bevorderende en belemmerende principes zij hierbij ervaren.

Budgetpret: Het effect van differentiatie in het vak Mens en Samenleving.

Yllka Maliqi
In deze scriptie werd onderzocht wat het effect is van differentiatie tijdens de les mens en samenleving.

Is rooming-in in op de neonatologie? Impact van rooming-in op de relatie tussen neonaat en ouder op neonatologie

Beyza Özkan Silke De Locht
Hoe kunnen we de effecten van rooming-in implementeren, met oog op het verhogen van de ouderparticipatie op de NICU/N*?
Er werd een literatuurstudie gedaan om op zoek te gaan naar de positieve effecten die rooming-in zou teweegbrengen. Verder werd er onderzocht hoe de ouderparticipatie kan verhoogd worden om de ouder-kind binding te bevorderen op de neonatologie.

Draaistoel voor DV- en DL-motorblokken

Lars Wollaert
In deze scriptie wordt het ontwerp van een draaistoel met een draagcapaciteit van 60.000 kg voor de montage van DV- en DL-motoren van a tot z besproken. Het rapport bevat een gedetailleerde studie, alle berekeningen, de ontwerpkeuzes en de veiligheidsmaatregelen. Het ontwerp resulteert in verbeterde efficiëntie en productiviteit bij de krukasassemblage.

Breuken breken met Barton

Pascale Van Elslande Stef Engels
De onderzoeksvraag die aan de basis ligt van deze bachelorproef is: “Hoe kunnen de didactische principes van Barton ingezet worden om de leerstof rond breuken aan te brengen in de eerste graad van de B-stroom?”. Het eindproduct wordt gerealiseerd vanuit die vraagstelling.

Etnisch-raciale diversiteit in prentenboeken

Christina Van Goethem Anouck Smeets Nancy Marivoet Rovena Hoxha
Onze basisscholen weerspiegelen tegenwoordig de steeds groter wordende diversiteit van cultuur, taal en vaardigheden in onze samenleving. De diversiteit van deze leerlingen zien we echter niet altijd terug in de educatieve benaderingen of materialen (Galda, Sipe, Liang & Cullinan, 2013). Voor ons onderzoek is het belangrijk om kort stil te staan bij multiculturele literatuur omtrent etnische achtergrond (kleur en cultuur). Kinderen hebben kennis nodig van hoe tekst en beeld samen een verhaal vertellen, oftewel van de mogelijke structuren van

De zitepidemie

Amber Ollivier
Uit de literatuur is af te leiden dat in het hoger onderwijs weinig tot geen fysieke activiteit aan bod komt, dit ondanks de vele voordelen. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht wat de totale fysieke activiteit van studenten beïnvloedt en wat het effect is van fysieke activiteit op een leerprestatie, rekening houdend met de motivatie en het engagement. Dit werd door cross sectioneel onderzoek nagegaan, waarbij een instructieactiviteit vooraf wordt gegaan door fysieke activiteit.

In dit onderzoek werd het effect van individuele factoren, sociale netwerken, fysieke omgeving, de macro omgeving, academische druk, studentenleven, examens, lessen en de schoolomgeving op de totale wekelijkse fysieke activiteit geanalyseerd. Het engagement van studenten is gebaseerd op verscheidene motorische theorieën over kennisconstructie, namelijk het constructivisme van Bruner (1966), de embodied cognition theory (Brouillet et al., 2010) en de theory of event coding (Hommel, 2015). Uit deze theorieën is af te leiden dat fysieke activiteit een motivator kan zijn voor kennisconstructie en meer engagement. De motivatie is binnen dit onderzoek de bevrediging van de basisbehoeften autonomie, verbondenheid en competentie (Ryan en Deci, 2017).

De individuele factoren en de sociale netwerken zorgen voor meer fysieke activiteit. Daarentegen zorgt het studentenleven voor minder fysieke activiteit. Fysieke activiteit zorgt ook voor hogere leerprestaties, rekening houdend met het engagement van studenten. Er is geen significant effect op de motivatie. De voordelen van fysieke activiteit, vastgesteld bij lagere en secundaire leerlingen, zijn zo ook aanwezig bij studenten van het hoger onderwijs. Meer fysieke activiteit kan bovendien een eerste stap zijn om de zitepidemie te doorbreken en de algemene volksgezondheid verder te stimuleren.

Een gedifferentieerd contractwerk

Karlien De Baere
In de literatuur vinden we heel weinig onderzoek naar het uitproberen van differentiatievormen die al vele jaren hun nut hebben bewezen in het basisonderwijs, in andere contexten. Kijk maar naar bijvoorbeeld contractwerk, het is een differentiatievorm die men vaak toepast in het basisonderwijs, maar bijna niet in het secundair onderwijs. Maar wat is nu het effect van zo’n gedifferentieerd contractwerk op het welbevinden, leerwinst en leermotivatie van leerlingen in het secundair onderwijs?

Project Duotoon

Imani Cosijns
RACIAL IMPOSTER SYNDROME – Mijn zoektocht naar etniciteit, diversiteit, dualiteit & uiteindelijk de vraag …Waar is de gemeenschap voor mij? Mijn bachelor proef legt de focus op dualiteit. En de unieke identiteitsontwikkeling die multi-etnische jongvolwassenen ervaren in onze huidige maatschappij. Binnen de uitwerking van deze awareness campagne & online community platform tracht ik bewustzijn te creeëren rondom de identiteitsontwikkeling en zoektocht van deze jongvolwassenen en hun omgeving.

Bachelorproject GOESting

Bettie Lernout Bente Gevaert Floor Laureyns Lieze Knezevic Marieke Van Hove Nina van Henis Bettie Lernout
Hoe kunnen we tot een haalbare samenwerking komen tussen een secundaire school en een ervaringsdeskundige geestelijke gezondheidszorg?

untprevalentie en geschiktheid van antimicrobiële therapie in Vlaams- Brabantse woonzorgcentra: Focus op urineweginfecties

Irem Yener Jade Vanderstraeten Dries Kolacny Jochen Tittillion
Deze thesis behoort tot de CAPTAIN (Check of APpropriaTeness of AntImicrobial therapy in Nursing homes) studie. Het doel van de CAPTAIN studie is het bepalen van de prevalentie en de geschiktheid van het gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen binnen WZC’s. In deze thesis wordt gefocust op de prevalentie en geschiktheid van geneesmiddelen ter behandeling van UWI’s en de prevalentie van voedingssupplementen ter preventie of ter behandeling van UWI’s.

GOESting

Marieke Van Hove Floor Laureyns Nina Van Henis Bettie Lernhout Lieze Knezevic Bente Gevaert
Kunnen wij tot een haalbare samenwerking komen tussen ervaringsdeskundigen binnen de geestelijke gezondheid en een secundaire school?

Ouderbetrokkenheid in de kleuterklas in de context van co-ouderschap: ouders aan het woord

Lisa Lobbens
Het onderzoek gaat dieper in op de perspectieven van ouders op ouderbetrokkenheid in de kleuterklas in een context van co-ouderschap. Bij de conceptualisering van ouderbetrokkenheid wordt er veel verantwoordelijkheid bij ouders gelegd, maar hun perspectief wordt amper beluisterd. Aan de hand van diepte-interviews krijgt hun stem gehoor.

De rol van therapeut-patiënt communicatie en de impact op gezondheidsuitkomsten.

Danté Sevenhant Merel Berckmoes
Het lijdt geen twijfel dat de communicatie tussen therapeut en patiënt een grote impact heeft binnen de gezondheidszorg. Aan de hand van efficiënte en patiëntgerichte communicatie ontstaat er vloeiend een vertrouwensband tussen de therapeut en hun patiënt. Dit heeft op zijn beurt een positieve invloed op de therapietrouwheid, het behandelplan en de gezondheidsuitkomsten wat dan opnieuw bevorderend is voor de levenskwaliteit van de patiënt.

Welke visies hebben Vlaamse leerkrachten op burgerschapseducatie?

Benaissa Nams
De verschillende visies op burgerschapseducatie van Vlaamse leerkrachten en hoe die een impact hebben op de politieke kennis, interesses en attitudes van leerlingen al naargelang de gevolgde onderwijsvorm en sociaal-economische positie.

Jongdementie aan het werk

Seppe Hermans Kobe Goeminne Thibault Haerden
In dit bachelorproject gaan drie studenten ergotherapie opzoek naar een manier om de implementatie van mensen met jongdementie in een maatwerkbedrijf mogelijk te maken.

Vaardig Reageren

Jolien Verheyden Stien Peeters Lena Bauweraerts Emma Pelckmans Noa Wilms Flor Willems Lies Cockx
We onderzoeken oudergesprekken met betrekking tot ongepast gedrag omdat we willen weten op welke manier we reacties van ouders en leerkrachten kunnen verwerken tot een actie-reactieboom met als doel om op een laagdrempelige manier meer oefenkansen voor studenten en startende leerkrachten aan te bieden zodat ze beter voorbereid zijn op moeilijke oudergesprekken.

Een model voor efficiënt coöperatief leren in STEM-projectonderwijs 2A

Andreas Boussery
In dit werk ga ik op zoek naar een efficiënte manier om groepswerk vorm te geven tijdens STEM-lessen binnen de eerste graad A-stroom. Hiervoor ontwikkelde ik een model gebaseerd op literatuur en testte ik dit uit in mijn eigen klaspraktijk met positieve resultaten tot gevolg.

Transgenderidentiteit en christen-zijn. Visies op een complexe zoektocht.

Sofie Maenhout
Dit onderzoeksrapport heeft als doel om de dialoog aan te gaan rond transgender personen en de christelijke
gemeenschappen in relatie met de huidige wetenschappelijke literatuur.