Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

De impact van de politiecultuur op de carrièreontwikkeling van vrouwelijke politiefunctionarissen

Céline Tronquo
In deze masterproef wordt de hypothese gesteld dat er binnen de politionele wereld sprake is van een gender bias en dat de doorstroom van vrouwelijke politiefunctionarissen naar de hogere kaders niet evident zijn. Door middel van een literatuurstudie en scoping review wordt er dieper ingegaan op het carrièreverloop van vrouwelijke politiefunctionarissen. Hierbij wordt er meer bepaald aandacht gegeven aan de obstakels en uitdagingen waarmee vrouwelijke politiefunctionarissen geconfronteerd worden. Ook wordt er stilgestaan bij het gegeven of de mogelijke (dominante) politiecultuur -cult of masculinity- hier een rol in speelt.

Kracht of macht? Een verkennend onderzoek naar de effecten van het GPMI op leefloongerechtigden

Rianne Hermans
Ik heb mij verdiept in de leefwereld van (ex)leefloongerechtigden. Daarvoor heb ik tijdens het onderzoek gefocust op de gevoelsbeleving die het GPMI (geïndividualiseerd project maatschappelijke integratie) bij hen oproept op diverse vlakken. Het GPMI is een contract tussen het OCMW en de leefloongerechtigde met doelstellingen om de leefloongerechtigde te stimuleren naar de arbeidsmarkt.

Hervorming van VSO naar CV erkend als SO: geslaagd of niet?

Selena Zwijsen
Deze scriptie tracht te beoordelen of de hervorming door het WVV van het regime van de VSO (vennootschap met sociaal oogmerk) naar de CVSO (coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming) al dan niet geslaagd is. Dit doet men door middel van een bespreking van beide regimes, een vergelijking van de twee, een blik op de CVSO in de praktijk, en een formulering van alternatieven en aanbevelingen aan de wetgever.

WERK ZOEKEN EN EEN CARRIÈRE STARTEN IN HET COVID-19 TIJDPERK

Pieterjan Dhondt Louise Gyselinck
Kwalitatief onderzoek naar de impact van COVID-19 op het werkzoekproces en de school naar werktransitie van masterstudenten die afstuderen en werk zochten tijdens de coronacrisis.

Solliciteren in het Cités? De impact van etnisch en regionaal gekleurde taalvariëteiten in formele contexten: een experimentele studie

Laurens Biesmans
In dit onderzoek focust op de invloed van Citétaal in sollicitatiegesprekken. Resultaten tonen aan dat Citétaal consequent een lagere status dan het Limburgs wordt toegekend en dat sprekers ervan worden gekoppeld aan functies als arbeider.

Solliciteren bij een algoritme: De perceptie van waargenomen eerlijkheid, betrouwbaarheid en emotionele beleving van sollicitanten op algoritmische beslissingen binnen een wervingsprocedure.

Lisa Willems
Kunstmatige intelligentie (AI) is niet weg te denken uit de moderne bedrijfswereld. Binnen werving en selectie wordt algoritmische besluitvorming gebruikt om nieuwe kandidaten sneller op te sporen en te selecteren. Ondanks deze effectieve prestaties van AI, is het niet duidelijk hoe sollicitanten deze beslissing percipiëren. Om dit verder te exploreren werd er een online experiment uitgevoerd, waarbij de deelnemers (fictieve sollicitanten) een scenario te lezen kregen waarin de verzamelaar van de informatie (HR medewerker of algoritme) en de besluitvormer (HR medewerker of algoritme) binnen het wervingsproces werden gemanipuleerd. De uitkomst van de beslissing was telkens negatief, namelijk de sollicitant werd niet geschikt bevonden voor de job. Daarna volgde een vragenlijst die de perceptie van de deelnemers op het gebied van waargenomen eerlijkheid, betrouwbaarheid en emotionele beleving bij het besluit onderzocht. Uit de resultaten bleek dat de deelnemers de informatieverzameling die voor de beslissing gebruikt werd belangrijker vonden dan hoe het besluit zelf tot stand kwam. Zolang het verzamelen van informatie door een HR medewerker gebeurde, ervaarden de deelnemers het besluit eerlijker, betrouwbaarder en emotioneel positiever.
De beslissing is minder relevant, zolang de gegevens geanalyseerd en verwerkt werden door een HR medewerker. Zo is er geen verschil in eerlijkheid, betrouwbaarheid en emotionele reacties gevonden tussen een algoritmische of een menselijke beslissing. Deze studie onthult de perceptie van algoritmische versus menselijke beslissingen binnen het wervingsproces en suggereert dat het verzamelen van informatie sterker doorweegt op de perceptie van sollicitanten dan de uiteindelijke beslissing.

De leaky pipeline: een blijvend fenomeen in de academische wereld. Een onderzoek naar de ondervertegenwoordiging van vrouwen in hogere posities in de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van UGent.

Ine Van Balen
Een onderzoek naar de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de hogere posities in de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen UGent. Er werd een kwalitatieve studie uitgevoerd met semigestructureerde vragen bij postdoctorale onderzoekers en professor. De resultaten tonen dat barrières voorkomen op verschillende niveaus in de faculteit.

HR-tech: een concreet antwoord op discriminatie op de arbeidsmarkt of een illusie?

Lieven Miguel
Sinds 2010 zoeken wetenschappers naar oplossingen om discriminatie op de arbeidsmarkt te bestrijden. Lieven Miguel wilde onderzoeken als technologie 4.0 een oplossing kan zijn voor het verminderen van discriminatie op de arbeidsmarkt. Om het specifieker te maken, heeft hij zich toegespitst op de blockchaintechnologie.

Maatregelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt: een praktijkonderzoek

Suzanne Landuyt
Zelfs tijdens de ‘war for talent’ worden werkzoekenden vaak afgewezen omwille van kenmerken die irrelevant zijn voor de functie zoals geslacht, leeftijd of handicap. Welke oplossingen er nu precies allemaal ingezet kunnen worden en hoe, blijft voor werkgevers soms zeer vaag. Daarom geeft deze bachelorproef een overzicht van mogelijke maatregelen en wordt aan de hand van een vragenlijst nagegaan welke reeds toegepast worden in Belgische organisaties. Verder wordt onderzocht wat de attitudes van werkgevers tegenover die verschillende maatregelen zijn.

"If you put effort in, you'll have it." Een onderzoek naar de invloed van e-inclusieprojecten op burgerschap bij nieuwkomers in Antwerpen.

Elien Diels
Deze masterproef handelt over de invloed van e-inclusieprojecten op burgerschap bij nieuwkomers in Antwerpen. Op basis van een single-case onderzoek bestaande uit 22 interviews met zowel jongeren als volwassenen die als nieuwkomer in Antwerpen deelnamen aan e-inclusielessen, werden een aantal conclusies geformuleerd.

Standard Dutch: the key to integrating in Flanders? Sociolinguistic-ethnographic research into adult newcomers' difficulties when speaking Dutch

Sara Van Cleemputte
Is het NT2-onderwijs - en het Standaardnederlands dat daar aangeleerd wordt - voor nieuwkomers de sleutel tot integratie in Vlaanderen?

Unmasking utopia. Civil conditioning in early-modern utopian literature

Hannah Lingier
Zogenaamd utopische teksten worden doorgaans gezien als teksten die een ideale samenleving beschrijven. De utopieën uit de vroegmoderne periode kunnen echter ook op een andere manier gelezen worden, die voor ons veel nuttiger is. Eerder dan een alternatieve wereld, weerspiegelen ze de werkelijkheid en leggen bloot hoe maatschappijen functioneren via doorgaans onzichtbare conditionerende mechanismen zoals gezin, religie, vrijetijdsbesteding en groepsvorming.

Voor de vader een zegen, voor de moeder een vloek? Een veldexperiment naar ongelijke behandeling in de Vlaamse arbeidsmarkt op basis van ouderschap

Lauren Aers
Correspondentieonderzoek naar de impact van ouderschap op de aanwervingskansen van mannen en vrouwen en de heterogeniteit van dit effect naar aantal kinderen, opleidingsniveau, gendervertegenwoordiging, sector en tewerkstellingsregime.

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Karolien Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

Tolken Vlaamse Gebarentaal in arbeid gerelateerde situaties

Eline Devoldere
Kan het project afstandstolken Vlaamse Doven helpen het glazen plafond te doorbreken?“Ik kan vaak niet deelnemen aan vergaderingen of vormingen op het werk, omdat ik te weinig tolkuren ter beschikking heb.”“Eindelijk kan ik bellen in Vlaamse Gebarentaal! Voor korte gesprekken op het werk is het vaak moeilijk om een tolk in te schakelen. Afstandstolken is dan de perfecte oplossing.”Eline Devoldere (KU Leuven) onderzocht voor haar bachelorpaper de arbeidssituatie van Vlaamse Doven en het inzetten van tolken Vlaamse Gebarentaal op de werkvloer. Ook het gebruik van het nieuwe project afstandstolke

Studentenarbeid: ook lonend na de studies?

Olivier Rotsaert
STUDENTENARBEID: OOK LONEND NA DE STUDIES?Afgelopen zomer spendeerden heel wat jongeren ongetwijfeld een deel van hun vrije tijd aan een studentenjob. Naast een nuttig tijdverdrijf en een belangrijke inkomstenpost, kan studentenarbeid mogelijk ook een impact hebben op latere carrièremogelijkheden. Laatstgenoemde langetermijngevolgen van studentenarbeid vormen de focus van deze Masterproef.Op de vraag of pas afgestudeerden bij een sollicitatie een hogere kans op succes hebben indien ze in het verleden studentenarbeid verrichtten, zouden velen geneigd zijn om meteen ‘ja’ te antwoorden.

Bestaat er een generatie Y op de werkvloer?

Lieze Stassen
There is no such thing as a Generation YGeneratie Y, de laatste jaren een hot item. De jongeren van nu zijn narcistisch, ongeduldig en lui. Ze zijn te veeleisend, veranderen voortdurend van job en willen vooral niet veel werken maar wel veel vrije tijd. Een beetje surfen op het wereldwijde web en koppen als: ‘Generatie Y is ramp voor werkgevers’, ‘Generatiekloof bron van ergernis op werk?’, ‘Generatie Y: ambitieus, zelfstandig en narcistisch’ vliegen ons om de oren. Deze generatie zou weleens voor problemen kunnen zorgen. De vergrijzing is een ander hot item.

Depressie en aanwervingskansen: een correspondentie-onderzoek in de Vlaamse arbeidsmarkt

Sarah De Visschere
Werkzoekend na een depressie? Discriminatie schuilt om de hoekIs het verstandig om bij een sollicitatie open te zijn over een voorbije depressie of leidt dit tot een verminderde kans op aanwerving?

Sticky floors: een veldonderzoek naar genderdiscriminatie op de Vlaamse arbeidsmarkt

Kate Neyts
 Vrouwen blijven plakken aan de kleverige vloer “Vrouwen botsen keihard tegen het glazen plafond,” verklaarde de Nederlandse onderzoeksjournaliste Jessica de Jong in haar boek Vrouwen zijn gelijk aan mannen (behalve in de directiekamer). Met andere woorden, we vinden opvallend minder vrouwen dan mannen in topfuncties, en een recent onderzoek van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen bevestigt dat ook.

Het Nieuwe Werken- Hoe implementeren organisaties Het Nieuwe Werken en managen ze de veranderingen die het tot gevolg heeft?

Valérie Aelbrecht
Het Nieuwe Werken: een droom of een nachtmerrie?Stel dat iemand je vertelt dat hij een job heeft gevonden bij een bedrijf. De persoon vertelt ook dat hij mag kiezen wanneer hij werkt, hoeveel hij werkt, en zelfs waar hij werkt. Je zou er bijna meteen gaan solliciteren, toch? Zoveel vrijheden!Deze vrijheden werden voor het eerst ingevoerd bij Microsoft door de enige echte Bill Gates. Meer en meer bedrijven en vakmensen pikten deze werkwijze op en zo kwam het concept ‘Het Nieuwe Werken’ tot stand.

Discriminatie op basis van vakbondslidmaatschap: een correspondentie-onderzoek in Vlaanderen

Niels Groothaert Stijn Baert
Gesyndiceerd: sollicitatie in de prullenbak? Zoals iedereen wel weet is de relatie tussen vakbonden en werkgevers niet altijd even rooskleurig, eerder het tegenovergestelde blijkt waar te zijn. Daarnaast komen vakbonden, ondanks hun belangrijke rol bij het sociaal overleg en hun inzet voor de belangen van de werknemers, vaak negatief in de media. Dit alles kan zich mogelijks afstralen op het individuele vakbondslid, met alle gevolgen van dien.

Correspondentieonderzoek naar de impact van een Facebook-profielfoto op de aanwervingskansen in Vlaanderen.

Lynn Decuypere
Do they find you on Facebook? De impact van Facebook-profielfoto’s op de aanwervingsbeslissing.In 2004 werd, in een studentenkamer in Harvard, een nieuw super communicatiemiddel ontwikkeld door de ietwat sullige Mark Zuckerberg. Anno 2013 is Facebook met zijn meer dan 1 miljard gebruikers zonder twijfel de meest populaire sociale netwerksite ter wereld. De missie van Zuckerberg ‘making the world more open and connected’ is een feit. Je hele leven wordt tentoongesteld aan duizenden personen en deze personen maken daar met plezier gretig gebruik van.

De invloed van Impression Management en de modererende rol van het tijdskader van de selectie op interviewevaluaties

Pilar Karina Granados Rojas
Het belang van een goede indrukImpression management (IM) is de kunst om een goede indruk te maken op anderen. Wanneer sollicitanten IM gebruiken, beklemtonen ze waarin ze goed zijn om de interviewer te overtuigen van hun geschiktheid voor de job. Er bestaat geen twijfel dat het gebruik van IM een positieve impact heeft op de beoordeling van het interview en de kans op het opvangen van een jobaanbieding. Maar is dit altijd zo?Er zijn verschillende soorten van IM-tactieken (o.a.

Een onderzoek naar implicit social cognition in het selectieproces: zijn selectieverantwoordelijken gevoelig voor name letter preferences?

Jacob Vermeire
 
Waarom Luc niet aangeworven wordt door Lucas
 
Een onwaarschijnlijk verhaal. Tijdens mijn stage kwam ik bij een reclamebureau terecht waar het management net twee nieuwe werknemers had aangeworven: Karl en Jonathan. De namen van de managers: Carl en Jonathan. En u denkt dat dit toeval is?
 
Het is al langer bekend dat mensen een onbewuste voorkeur hebben voor zaken die beginnen met dezelfde letter als onze eigen naam. Zo toonde onderzoek eerder al aan dat mensen geneigd zijn een woonplaats, levenspartner, werkgever, … te kiezen die begint met dezelfde letter als hun eigen naam.

Zijn er nog idealistische leerkrachten in Brussel?

Thea Mathues
 
                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      Thea Mathues
 
 
Leerkrachten in Brusselse kansarme wijken gaan er elke dag opnieuw voor
‘Hier kan je trots zijn op jezelf’
Brussel, onze hoofdstad, onze trots?