Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Emotionele situaties bijleeringen in immersie

Amber Van Den Broucke
Mijn scriptie gaat over leerlingen in immersieonderwijs en emoties. Uit mijn onderzoek is gebleken dat taal en emoties niet te scheiden zijn en dat emoties in een tweede taal veel moeilijker uit te drukken zijn. Vanwege de problemen op mijn stageplaats heb ik een methodiek ontwikkeld om de leerlingen beter te ondersteunen bij het communiceren van emoties in hun tweede taal.

Levenstevredenheid meten, geluk weten? De geschiktheid van levenstevredenheidsenquêtes voor het meten van geluk

Nathan Herrebosch
Het meeste wetenschappelijk onderzoek naar geluk maakt gebruik van levenstevredenheidsenquêtes. Deze masterproef onderzoekt hoe dat precies in zijn werk gaat, en of dat wel zo'n goede methode is om geluk te meten.

De toegankelijkheid van het openbaar vervoer met oog op een inclusieve samenleving: Vanuit het ergotherapeutisch denkkader

Emma Vandevijver Jolien Goossens
België is een land waarin iedereen wel eens het openbaar vervoer gebruikt, maar hoe staat het nu werkelijk met de toegankelijkheid van onze perrons, gebouwen en voertuigen? Is de Gentse infrastructuur te evenaren met pakweg Helsinki of Wenen? Deze bachelorproef vestigt de aandacht op mogelijke verbeterpunten voor de stad Gent zodat er geëvolueerd kan worden naar een zo inclusief mogelijk transportnetwerk. Aan de hand van literatuuronderzoek en observaties werden verschillende aandachtspunten vergeleken welke samengebracht zijn in een vergelijkende tabel. De beste good practices voor de stad Gent zijn geïntegreerd binnen een allesomvattende infographic.

Duaal leren bekeken door een sociaalrechtelijke bril. Een blik op verleden, heden en toekomst.

Flore Claus
Duaal leren zorgt voor een nieuwe elan in het onderwijsveld door een innovatieve combinatie van leren aan werken. Toch is er nog wat werk aan de winkel, zo blijkt uit een analyse van het huidig wettelijk kader. Ook wordt er een blik op de toekomst geworpen. Wat als duaal leren een springplank vormt naar levenslang leren?

De Positie van Vlaanderen in de PISA-Ranglijsten van Onderwijsongelijkheid: Andere Maatstaven, Andere Waarheden?

Silke Scheepmans
Deze scriptie neemt het Vlaamse onderwijs onder loep op vlak van sociale ongelijkheid. Eerst zoomt het in op de manier waarop het onderwijs georganiseerd is door stil te staan bij het meritocratische gedachtegoed dat een sterke invloed heeft op het Vlaamse onderwijs. Tot slot brengt het aan de hand van verschillende maatstaven de sociale ongelijkheid in kaart en vergelijkt die met de sociale ongelijkheid in de andere Europese lidstaten.

The road less traveled: A comparative study of PhD holders’ sector of employment

Lucas Dierickx
Een onderzoek naar de tewerkstellingssector van mannelijke en vrouwelijke doctoraathouders in vier verschillende Europese landen.

Micro-transitie: het middagmaal. Een combinatie van zorg en leren

Nicky Latomme
Binnen de opleiding 'educatieve bachelor voor kleuteronderwijs' kreeg dit onderzoek het onderwerp transities toebedeeld. De transitie situeert zich op de overgang
van klas naar middag, met als focus het gebeuren in de eetzaal tijdens het middagmaal. De
ontwerpvraag luidde als volgt: ‘Hoe moet het eetmoment tijdens de middagpauze ingevuld worden
zodat er voor de kleuters ingezet wordt op zorg, leren en welbevinden?’

De positieve leraar: welke positieve handelingen kunnen jonge, startende leerkrachten stellen bij storend gedrag in de eerste graad secundair onderwijs?

Femke Nijs Hanneke Maessen Tijl van Daal Tessa Schepers
Welke positieve handelingen kunnen jonge,
startende leerkrachten stellen bij storend gedrag
in de eerste graad secundair onderwijs? Een praktijkonderzoek in binnen- en buitenland.

DE RELATIE TUSSEN ZWEDEN EN NAVO (1948-2020): MAAKT 'PARTNER NUMBER ONE' EEN EINDE AAN MEER DAN 200 JAAR NEUTRALITEIT?

Bruno Loosvelt
Een politiek-historische literatuurstudie omtrent de relaties tussen NAVO en Zweden, met oog op de lidmaatschapskwestie.

Invloed van reële winststuring op de mate van cash holdings in Europa

Marissa Dhondt
In dit onderzoek wordt het verband nagegaan tussen de mate dat er aan reële winststuring wordt gedaan in een onderneming en de mate dat zij cash aanhouden. Er wordt in tegenstelling tot eerdere onderzoeken een negatief verband gevonden tussen deze twee variabelen in een Europese context.

Het verband tussen seksfrequentie, relatieduur, leeftijd, geslacht en etniciteit. Resultaten van de SEXPERT-STUDIE.

Sarah Schramme
Voor het eerst werd onderzocht hoe vaak een Vlaming in een relatie seks heeft. Onder seks wordt verstaan: “allerlei manieren van vrijen waarbij er genitaal contact is”. Laat je fantasie dus gerust de vrije loop. Daarnaast werd er gekeken of seksfrequentie samenhangt met leeftijd, relatieduur en geslacht. Een aantal clichés werden onder de loep genomen in de grootste studie ooit (1832 Vlamingen!) naar onze seksuele gezondheid: de SEXPERT-studie. De gegevens werden verzameld in 2013 en recent geanalyseerd. En de resultaten? Die zijn exact wat je zou verwachten. Een jong persoon heeft meer seks dan een oud persoon. En in een prille relatie duikt men meer onder de lakens, dan in een relatie van pakweg vijftien jaar. Studies uit de V.S, Finland, Frankrijk en Nederland toonden hetzelfde resultaat aan. En toch moeten er een paar kanttekeningen bij gemaakt worden.

Move and Mathics

Yorick Vermeulen
Move and Mathics, waar beweging en wiskunde hand in hand gaan in naschoolse bewegingslessen geïntegreerd met wiskunde.

Belgen in La Drôle de Guerre? Een Prosopografische en Socio-Politieke Studie naar de Belgische Oorlogsvrijwilligers tijdens de Fins-Russische Winteroorlog (1939-1940).

Tobias Vander Stockt
In zijn scriptie stelt Tobias Vander Stockt zich tot doel om de Belgische oorlogsvrijwilligers tijdens de Fins-Russische Winteroorlog (november 1939 – maart 1940) te identificeren en hun engagement te vergelijken met andere Belgische, niet-officiële, transnationale oorlogsvrijwilligers.

Jeugdjournaals in Europese landen in kaart gebracht: een comparatief onderzoek

Kato Poelmans
Deze scriptie onderzoekt de aan- of afwezigheid van jeugdjournaals in verschillende Europese landen. De gevonden jeugdjournaals worden met elkaar vergeleken om gelijkenissen en verschillen in kaart te brengen.

Precariteit in de Muziekindustrie

Wim Boddin
Wat is precariteit en wat voor effect heeft het op de muziekindustrie? Aan de hand van een kwalitatieve analyse van zeven ondervraagde muzikanten wordt er gezocht naar problemen en mogelijke oplossingen met betrekking tot precariteit. De conclusie is dat het nog niet te laat is om de belangen van de muzikant te verdedigen en de precariteit weg te werken.

Fiscal Policy and Debt: The Net Effect on Growth

Ivo IJssennagger
Deze paper onderzoekt de argumenten voor bezuiniging en stimulans, gebaseerd op de schuldquote en de economische omstandigheden. Het introduceert het concept van een stijgende schuldenkost, en ontwikkelt een kosten-baten model van fiscaal beleid. Dit model wordt toegepast op de landen van de Eurozone, en toont overtuigend aan dat optimaal begrotingsbeleid per land en per jaar verschillend is.

¿Qué hay en un número? Un Análisis Crítico del Discurso periodístico sobre la cuestión de los refugiados en la prensa española

Valerie Steenhaut
Deze scriptie onderzoekt de manier waarop Spaanstalige krant El País in september 2016 rapporteerde over de vluchtelingenkwestie en welke achterliggende machten het discours bepaalden.

Markttoegang als toetssteen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie: een vooruitgang na Keck & Mithouard? Analyse van het begrip ‘maatregelen van gelijke werking’ in het licht van de recente rechtspraak na Keck & Mithouard.

Charlotte Roete
Deze thesis toont aan, door middel van een analyse van rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat het Hof geëvolueerd is van een formalistische invulling van de Keck-criteria, over een functionele invulling, naar een criterium van markttoegang.

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Karolien Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

Klein en weerbarstig: waarom België, Luxemburg en Oostenrijk de automatische uitwisseling van informatie tussen belastingdiensten aanvankelijk weigerden

Bram Vanhevel
België, Luxemburg en Oostenrijk hebben lange tijd geweigerd deel te nemen aan Europese initiatieven tot onderlinge uitwisseling van bankgegevens voor belastingdoeleinden. Bestaande theorie probeert dit te verklaren door te wijzen op het feit dat kleine landen geen baat hebben bij fiscale coöperatie. Deze scriptie probeert aan de hand van een Qualitative Comparative Analysis te verduidelijken waarom enkel deze kleine EU-lidstaten zich verzet hebben terwijl alle anderen wel hun fiat gaven.

Klein en weerbarstig: waarom België, Luxemburg en Oostenrijk de automatische uitwisseling van informatie tussen belastingdiensten aanvankelijk weigerden

Bram Vanhevel
Mijn scriptie verklaart waarom België, Luxemburg en Oostenrijk zich jarenlang verzet hebben tegen de uitwisseling van bankgegevens onder Europese lidstaten

Our schedule for tonight. The programming of European PSBs: its genres, origins and online presence

Jonathan Hendrickx
Een inhoudsanalyse van de programmering van acht Europese openbare omroepen. Onze zender Eén blijkt veel minder nieuws uit te zenden dan Europees gemiddeld, maar meer fictie en entertainment. Om de rol van de VRT op het internet te bestendigen, zou ze van naam moeten veranderen naar VRTI.

‘Serious games’: kunnen we door kinderen, met familiaal risico op dyslexie, te laten gamen, hun fonologisch bewustzijn verhogen?

Franseska Hoogewys
Er werd in samenwerking met Universiteit Gent en Toivo Glatz een interventiestudie opgezet waarbij werd nagegaan of men via GraphoGame (een serious game) het fonologisch bewustzijn kan verhogen van kinderen met een familiaal risico op dyslexie (in het 1e leerjaar).

Influence of the lactoperoxidase-system and N2-flushing on raw milk microflora

Romanie Quintyn
Baanbrekend onderzoek in Finland om de zuivelindustrie in ontwikkelingslanden te helpenIn dit werk worden innovatieve methodes getest om de zuivelindustrie te ondersteunen, in het bijzonder de producenten van rauwe melk in ontwikkelingslanden. Dit onderzoek kan interessant zijn voor ieder land, zodat zowel consumenten als producenten over de hele wereld de kans krijgen om deze nieuwe ontwikkelingen te ontdekken! Op heden wint de voedingsindustrie steeds meer aan belang in de actualiteit en consumenten willen alles weten over de oorsprong en samenstelling van voeding.

Eigenschappen en toepassingen van glasvezelversterkt composiet

Sigrid de Jong
Composietvullingen sterker met glasvezelsIn de industrie bestaat het al: kunststof versterkt met glasvezels. Deze glasvezelversterkte kunststoffen zijn licht en sterk en in allerlei vormen te maken. Dankzij deze materialen hebben we vliegtuigen, plezierboten, silo’s, kano’s, ski’s enz. Er worden zelfs bruggen van gemaakt. Nu wordt er onderzoek gedaan in de tandheelkunde naar het versterken van composietvullingen met glasvezels.Composiet is tandkleurig en kan aan tandweefsel geplakt worden. Het is sterk, slijtvast en polijstbaar.