Vlaamse kranten tonen weinig expliciete foto’s Islamitische Staat

Rani
Decock

Vlaamse kranten tonen weinig expliciete foto’s Islamitische Staat

Rani Decock

De gruwel en terreur van Islamitische Staat kwam afgelopen zomer heel erg dichtbij. De media moeten dan uitmaken welke beelden ze wel of niet tonen. Uit onderzoek blijkt dat Vlaamse kranten de slachtoffers van IS minder expliciet in beeld brengen dan gedacht.

De Vlaamse kranten De Morgen en Het Laatste Nieuws blijken grotendeels terughoudend te zijn om expliciete beelden over en van terreurgroep Islamitische Staat te publiceren op hun website. Masterstudent journalistiek Rani Decock (VUB) bestudeerde 2808 foto’s op de website van beide kranten. De bedoeling was om te onderzoeken hoe ze omgingen met beeldmateriaal van en over Islamitische Staat gedurende 1 jaar.

Grapicness schaal

Om dat te doen rangschikte de student alle foto’s op een schaal van graphicness, van minder naar meer expliciete manieren om slachtoffers voor te stellen. Van 12 november 2014 tot en met 12 november 2015 toonden beide websites slechts heel beperkt dood en geweld op een expliciete manier: minder dan 1% van de foto’s omtrent IS toonden zichtbaar dode slachtoffers.

“Deze resultaten bevestigen eerder wetenschappelijk onderzoek dat de traditionele nieuwsmedia de dood slechts beperkt visualiseert”, zegt Decock. “Zo willen ze de menselijke waardigheid en integriteit van de slachtoffers en de nabestaanden beschermen.” Om de vaak dramatische gebeurtenissen toch te kunnen visualiseren, kozen beide kranten meestal voor een figuurlijke voorstelling. “Deze foto’s tonen dan bijvoorbeeld een ontploffing, maar niet de slachtoffers zelf.”

De twee kranten bleken ook vaak foto’s te gebruiken waarbij het bijschrift of de tekst zelf de ernst van de situatie benadrukte. Een voorbeeld hiervan zijn de gekende executiefoto’s waarbij het slachtoffer nog in leven is, zoals onder meer de foto’s van de Amerikaanse journalist James Foley. De website van de populaire krant Het Laatste Nieuws publiceerden zo’n beelden nog enigszins vaker in het onderzochte jaar dan de online versie van de kwaliteitskrant De Morgen.

Verder bleek de culturele en geografische nabijheid van de slachtoffers weinig invloed te hebben op de foto’s. Dat wil zeggen dat het leed van ‘vreemde’ slachtoffers zonder Westerse nationaliteit of slachtoffers die ver weg in niet-Westerse landen vielen, niet noodzakelijk grafischer getoond werd in de foto’s. Deze resultaten spreken eerdere veronderstelling tegen dat de meest expliciete beelden altijd ‘vreemde slachtoffers’ zouden bevatten.

Betrouwbaarheid

De student merkt op dat de twee kranten terughoudend zijn om (expliciete) beelden van IS te gebruiken in hun verslaggeving, vergelijkbaar met andere vormen van amateurmateriaal of user-generated-content (UGC). Uit de resultaten bleek dat de twee Vlaamse kranten slechts bij 3.3% van de foto’s naar de terreurgroep verwezen als bron. Islamitische Staat was wel nog enigszins vaker de ‘bron’ van de foto’s op de website van Het Laatste Nieuws. “Al wil dat niet per se zeggen dat De Morgen effectief minder foto’s afkomstig van IS gebruikte in dat jaar”, verduidelijkt Decock. “Zij kunnen bijvoorbeeld gewoon vaker naar een persagentschap verwezen hebben als bron van dezelfde foto.”

Op die manier kunnen de media berichten over de gruwelijkheden van IS en volledig zijn in hun verslaggeving. Maar ze moeten daarbij natuurlijk ook rekening houden met de intenties van de terreurgroep. “ISIS, Islamitische Staat in Irak en Syrië, gebruikt elke moderne manier van berichten om strijders te rekruteren, om de vijand te intimideren en om de claim uit te dragen dat ze een kalifaat ingericht hebben. Terwijl hun fanatisme en de onthoofdingen eerder uit de middeleeuwen lijken te stammen, is hun gebruik van de media erg up-to-date”, zeggen New York Times-journalisten Scott Shane en Ben Hubbard. 

Uit dit onderzoek blijkt dat de twee Vlaamse kranten hun publiek inderdaad zo volledig mogelijk willen informeren over de terreurgroep en de impact van haar gruwelijkheden accuraat willen weergeven. Maar ze lijken er zich ook van bewust te zijn dat heel grafische of expliciete beelden hiervoor niet noodzakelijk zijn.

 

Download scriptie (1.89 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Jelle Mast