Beeldvorming van senioren in de Vlaamse pers. Een kwantitatieve en

Tom
Impens

Oud nieuws is geen nieuws

 

Senioren ondervertegenwoordigd in de Vlaamse pers.

 

Hoe out is oud? Tom Impens, student journalistiek aan de universiteit van Gent vroeg het zich af en kwam in zijn masterproef tot een frappante vaststelling: ‘senioren komen in de nieuwsmedia hélémaal niet aan bod. In amper één op de 40 krantenartikels spelen 65-plussers een rol. En dan worden vaak alle clichés uit de kast gehaald. Zo zijn ouderen dement, wonen ze allemaal in een home en komen ze zelden buiten.’

 

Het aantal senioren is de voorbije jaren spectaculair gegroeid. De vergrijzing, waarbij naar verhouding steeds meer 65-plussers deel uitmaken van de totale bevolking, swingt overal de pan uit. Hier in Vlaanderen zijn nu al meer dan een miljoen 65-plussers. Jaarlijks komen daar 20.000 senioren bij. Maar wat valt op: ondanks die toename besteden televisiejournaals nauwelijks aandacht aan hen en ook in de krant lezen we nauwelijks iets over ouderen. Dat blijkt uit een onderzoek van Tom Impens, student journalistiek aan de Gentse universiteit. Hij bestudeerde 240 edities van de vier grootste Vlaamse kranten, De Standaard, Het Nieuwsblad, De Morgen en Het Laatste Nieuws tussen 2000 en 2008. Uit die berg aan duizenden artikels komt één erg duidelijke conclusie naar voren: de media schenken nauwelijks aandacht aan ouderen. In amper één op de 40 krantenartikels spelen 65-plussers een rol. ‘En de overgrote meerderheid van de nieuwsberichten waarin senioren wel aan bod komen, zijn van omvang heel klein’, zegt Tom Impens. ‘Je zou er van schrikken hoeveel er op gebied van seniorenwerking eigenlijk allemaal gebeurt, alleen lezen we daar veel te weinig over.’ Volgens hem ligt de verklaring voor de hand. ‘Kranten worden in de eerste plaats gemaakt door dertigers en veertigers. Mensen die vijftig worden en zeker zestig, worden aan de deur gezet: hun opinies en interesses kom je niet tegen in de krant. Wat we in de media lezen of zien, is niet alleen dóór maar ook in de eerste plaats vóór dertigers en veertigers gemaakt. Maar de helft van de bevolking is straks wel ouder dan vijftig. De media moet hen dan toch tegemoetkomen.’

 

Voor vrouwelijke 65-plussers is de situatie dramatisch: vergeleken met de mannelijke senioren halen zij tot de helft minder de krant. Mannen worden ook meer voorgesteld op foto’s en krijgen vaker het woord. Bij de hoogbejaarden, hetzelfde beeld: nieuwsberichten over 80-plussers, een van de sterkst groeiende Vlaamse bevolkingsgroepen, zijn al jaren dun bezaaid. 

 

Maar dat is niet alles: het beeld dat de nieuwsmedia ophangen van senioren is erg eenzijdig. ‘Het is opvallend hoe vaak ouderen, als ze dan toch in de krant komen, als slachtoffer worden voorgesteld’ zegt Tom Impens. ‘Zowel in de kwaliteitspers als in de meer populaire kranten is die trend overduidelijk. Maar waar blijven de nieuwsberichten die laten zien dat ouderen nog heel wat in hun mars hebben? Jongeren en dertigjarigen hebben vaak een vertekend beeld van wat senioren nu hele dagen uitspoken. Zo zijn ouderen dement, wonen ze allemaal in een home en komen ze zelden buiten. En dat foute beeld halen jongeren in de eerste plaats uit wat de media hen voorschotelen want persoonlijk contact met senioren hebben ze amper. Daarom is het zo belangrijk dat de nieuwsmedia stereotypes over ouderen achterwege laten. Een oud zeer want de media krijgen al decennialang het verwijt bepaalde stereotyperingen te bevestigen en te verspreiden.’ 

 

Dat senioren zich eenzaam voelen en seksueel op non-actief staan, twee van de hardnekkigste stereotypes, wordt opvallend genoeg wél nadrukkelijk ontkracht in de berichtgeving. Wie de krant leest, komt te weten dat ouderen nog vaak het bed laten kraken en dat senioren zich goed in hun vel voelen. ‘Maar die berichten zijn in een absolute minderheid’ besluit Tom Impens. ‘Journalisten moeten vaker de actieve, gelukkige senior laten tonen. Zo kan iedereen zien dat ouder worden ook mooi kan zijn.’

 

 

Download scriptie (593.26 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2009