Catherine’s Room. De Romantische lyriek van Bill Viola.

Alison
Luyten

Catherine’s Room.

De Romantische lyriek van Bill Viola.
door Alison Luyten

Artikel met betrekking tot Eindverhandeling ter behaling van de graad van Licentiaat in de Kunstwetenschappen aan de Universiteit Gent - Academiejaar 2004 - 2005

Er gaan stemmen op die beweren dat we nog steeds in een Romantisch tijdperk  leven. Academische geesten trachten aan te tonen dat we nog niet ontsnapt zijn aan de erfenis van Baudelaire en Rimbaud, dat wij, moderne innoverende wereldburgers, eigenlijk slechts voortborduren op de culturele nalatenschap van die begeesterde Romantici die het Europa van de 18de en 19de eeuw bevolkten. Auteurs als Paz, De Mul, Doorman of Larmore illustreren vanuit een cultuurhistorische analyse van onze ‘moderne tijd’  hoe het globale mens- en wereldbeeld van de modale westerling onmiddellijk gelieerd kan worden aan de zielenroerselen van schrijvers als Paul Valéry of Friedrich Schlegel. Bovendien stellen zij tevens dat de hedendaagse kunstscène en de artistieke ontwikkelingen van de vorige honderd jaar te verklaren zijn vanuit de revolutie die de Romantiek impliceerde.

De opzet van mijn thesisverhandeling was erin gelegen deze beweringen te toetsen aan een concrete case-studie, met name het werk van de hedendaagse videokunstenaar Bill Viola. In de analyse van zijn oeuvre, waarin ik mij vooral toegespitst heb op het specifieke werk Catherine’s Room, vergelijk ik aspecten als de visie op het kunstenaarschap of de sacralisatie van de kunst, tussen de Romantici enerzijds en Bill Viola, en met uitbreiding de hedendaagse kunst, anderzijds. Hierbij heb ik tevens gepoogd te achterhalen of er sprake kan zijn van een zekere continuïteit in beeldende motieven en thematische onderwerpsmaterie.

Deze continuïteit bestaat. In die mate zelfs dat sprake kan zijn van een banalisering van de Romantische themata, in die mate zelfs dat zij verworden zijn tot clichés waardoor wij iedere dag opnieuw overspoeld worden in de massamediale beeldcultuur. De verheerlijking van het platteland, de interesse in ongerepte culturen of natuurreligies, het vluchten in de roes van verdovende middelen,... het zijn geen hedendaagse fenomenen. Ze ontstonden bij de opgang van de Romantiek, bij het ontstaan van de Moderne wereld, een wereld waaraan emotionele zielen trachtten te ontsnappen. De kwesties en problematieken die de Romantici behandelden in hun kunstconcept zijn blijven doorleven in de thematiek van vele twintigste eeuwse kunstenaars. Bovendien zijn vele van deze artiesten steeds gedreven geweest door een Romantische drang naar innovatie, originaliteit en authenticiteit, eisen die vóór de Romantiek van weinig of geen belang waren.

In het oeuvre van Bill Viola zijn deze thema’s manifest te onderscheiden en Catherine’s Room vormt hiervan een directe getuigenis. Het werk incorporeert de Romantisch gefundeerde polarisering tussen natuur en cultuur, en bovendien acht Viola de natuur hierbij in staat tot het opwekken van die sublieme esthetische ervaring zoals ze geformuleerd werd door Romantische filosofen als Immanuel Kant en Edmund Burke. De sublieme beleving die tot verstilling en contemplatie van de toeschouwer leidt. Daarnaast gaat Viola op een Romantische wijze om met zijn historische inspiratiebronnen. Met Catherine’s Room heeft hij een transponering van een historisch schilderij naar het contemporaine medium video gerealiseerd. Romantisch in zijn opzet zijn het streven naar het democratiseren van het verleden en de overdracht van de historische beeldtaal naar een contemporaine context. Het werk getuigt van een stilistisch eclectisme wat voortkomt vanuit de Romantische visie op het verleden als een ‘episch panorama’ waaruit naar believen geput kan worden, een gegeven dat binnen het Postmodernisme opnieuw tot uiting gekomen is. In zijn artistieke intenties getuigt Viola van eenzelfde nostalgische streven naar de verloren spiritualiteit die de Romantici vooral in de Middeleeuwen meenden te hervinden. De expliciete thematiek van Catherine’s Room, die het innerlijke wezen van het personage in haar geïsoleerde kloostercel benadrukt, kan onmiddellijk gelieerd worden aan de Romantische liefde voor de pure onbewuste staat van de mens, de blanke pit die tot eeuwige waarheden en het absolute zou leiden. En net als de Romantici beoogt Viola met zijn kunst een transcendente ervaring die de toeschouwer op een direct emotionele, niet-rationele wijze zou treffen.

Zijn artistieke intenties zijn bijna religieus van aard, en dit wekt geen verwondering aangezien hij kunst en religie van eenzelfde orde acht. Algemene consensus lijkt binnen de kunstwetenschappen te bestaan wanneer gesteld wordt dat de Romantiek de aanzet heeft gevormd tot de sacralisatie van de kunst, daar de Romantici een antwoord zochten op de tekortkomingen van de kerk en de toenemende secularisatie van de samenleving. Daartoe zochten zij hun heil in de natuur en grepen ze de alledaagse werkelijkheid aan als bron van religieuze devotie. Deze sacralisatietendens is doorheen de 20ste eeuw echter geëscaleerd naar een verregaand hermetisme en elitarisme, los van de communio, wat dikwijls geleid heeft tot artistiek verzet en pogingen tot ontheiliging. Viola grijpt terug naar de oorspronkelijke bedoelingen van zowel religie als kunst en wil zijn werk op rituele wijze laten functioneren in de gemeenschap en vanuit een inbedding in collectieve tradities. En waar de sacralisatie van de moderne kunst dikwijls dienst heeft gedaan als vrijgeleide voor een iconoclastische leegheid, tracht Viola het vigerende nihilisme op te vullen met zintuiglijke figuratie en een poëtische beeldtaal.

In dit opzicht getuigt Viola van een Romantische lyriek die een sterke aansluiting vindt bij de oorspronkelijke bedoelingen van de Romantici. De artistieke ontwikkelingen van de twintigste eeuw mogen dan wel voortgekomen zijn uit de Romantische revolutie, dikwijls lijken hedendaagse kunstconcepten nog weinig gemeen te hebben met de bewogenheid en de artistieke intenties van de Romantische kunstenaars zelf. Viola echter, formuleert in zijn oeuvre een betekenisvol contemporain antwoord op de vragen die zijn Romantische voorvaderen zich stelden, vragen die ons allen nog steeds plegen te overvallen.

Hoewel auteurs als Rosenblum of Doorman illustreren in welke mate de Romantische themata verregaand gebanaliseerd zijn en verworden tot holle clichés die dagelijks uitvergroot worden in de reclame, popmuziek of Walt Disney-tekenfilmpjes, blijkt de contemporaine toeschouwer nog steeds ontvankelijk om werkelijk getroffen te worden door een gedramatiseerde sentimentaliteit, een utopisch wereldbeeld, een verheerlijking van de droom en fantasie, een verlangen naar een spiritualiteit die wij verloren waanden en nooit meer dachten te hervinden. Voorwaarde voor deze authentieke ontvankelijkheid is echter de gesacraliseerde context van de kunstwereld. Hoewel we onszelf beschouwen als verlichte toeschouwers, gedreven door ratio en logica, immuun voor Romantische droombeelden die berusten op een ongegronde fictie en escapistisch mal-de-siècle gevoel, kunnen we onszelf wél toelaten meegesleept te worden door droom, nostalgie en sentiment indien dit alles omhuld wordt door een esthetisch en artistiek hoogstaand canon waardoor de thematiek naar een hoger niveau getild wordt en zo meer aanvaardbaar wordt, ook voor de kritische Postmoderne denker. Het is dan ook slechts op het niveau van de kunstconsumptie dat we bereid zijn ons over te geven, want van de Kunst krijgen we de toestemming beroerd te worden door die Romantische themata waar we nog steeds het meest ontvankelijk voor zijn: het leven, dood en geboorte, de innerlijke ziel, de drama’s van het menselijk bestaan.

Deze gewijde sfeer waarin de kunst heden ten dage geconsumeerd wordt, is ontstaan bij de Romantici. Zij hevelden de kunst op tot religie en stelden daarbij ook een nieuwe hogepriester aan: de kunstenaar. Hij werd omgeven door mystieke dimensies en zijn beroep werd gespiritualiseerd. Hij werd verheven boven de gemeenschap daar hij toegang had tot inzichten die de gewone burger te boven gingen. En hoewel de visionaire roeping die hieraan ten grondslag heeft gelegen, in de hedendaagse context dikwijls verworden is tot een rationeel pragmatische houding en de sociale betrokkenheid tot een individualistisch hermetisme, getuigen sommige kunstenaars nog steeds van een authentiek Romantische spirituele bewogenheid. Bill Viola’s kunst vormt een getuigenis.

Download scriptie (853.25 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2005
Thema('s)