De ervaringen en verwachtingen van Belgische koppels omtrent een keizersnede: zowel de klassieke als de natuurlijke keizersnede kunnen beter

Jolien
Onsea

Het aantal keizersnedes die jaarlijks wordt uitgevoerd neemt gestaag toe, met in 2014 een aandeel van 20.6% van het totale geboortecijfer in België. Hoewel de keizersnede een eeuwenoude techniek is die samen met de geneeskunde een enorme evolutie heeft doorgemaakt, zijn er toch een aantal niet te onderschatten risico’s voor zowel moeder als neonaat. Vaak voorkomende complicaties voor de moeder zijn bijvoorbeeld infecties, thrombose, een moeilijk herstel, borstvoedingsproblemen en aandoeningen die bij een volgende zwangerschap voor ernstige morbiditeit kunnen zorgen. Voor de neonaat zijn vooral de respiratoire complicaties van belang. Een geplande keizersnede wordt uitgevoerd wanneer een vaginale bevalling niet mogelijk of te gevaarlijk zou zijn voor moeder en kind, bijvoorbeeld in het geval van een meerlingenzwangerschap of een voorgeschiedenis van complicaties bij de bevalling.

Wat betreft de ervaringen van de ouders zijn er een aantal belangrijke verschillen met een vaginale bevalling. Bij een keizersnede kan de moeder de geboorte niet zien omdat de chirurgische doeken haar het zicht belemmeren. De baby wordt na de geboorte eerst onderzocht om respiratoire complicaties uit te sluiten, waardoor het langer duurt voor de baby herenigd wordt met de ouders. Een ander verschilpunt met een vaginale bevalling is dat bij een keizersnede het eerste huid-op-huidcontact gebeurt bij de partner, terwijl de moeder haar baby pas kan vasthouden na het beëindigen van de operatie, wat doorgaans leidt tot teleurstelling en frustraties.

Omdat het een techniek is die alomtegenwoordig is, werd al heel wat onderzoek gevoerd naar de ervaringen en verwachtingen van moeders omtrent hun bevalling. Vrouwen die bevielen via een keizersnede geven aan zich kwetsbaar en minder betrokken te voelen tijdens de operatie. Een vaginale bevalling wordt door de meesten nog steeds aanzien als de standaard en daarom is men ook vaker teleurgesteld wanneer een keizersnede nodig blijkt te zijn. Met dit in het achterhoofd en omdat de tevredenheid van de ouders bij de geboorte een belangrijk gegeven is, won het idee van een meer ‘natuurlijke’ variant aan terrein. Dit type keizersnede probeert een vaginale bevalling na te bootsen om zo de maternale en foetale uitkomsten te verbeteren, in combinatie met de tevredenheid van de ouders. Tijdens een natuurlijke keizersnede wordt een ontspannen sfeer gecreëerd die ver verwijderd is van de ‘operatiesfeer’ die normaal heerst. De lichten worden gedimd, de operatiezaal wordt verwarmd en er kan zelfs achtergrondmuziek worden afgespeeld. Er zijn ook verschillen in techniek; wanneer het hoofdje van de baby geboren is, krijgt hij even de tijd om zelf te ademen door zijn mond en neus terwijl hij nog verbonden is met de placentale circulatie. Met het oog op de eerder vermelde respiratoire complicaties van de neonaat, zorgt de druk van de baarmoeder op de borstkas van de baby ervoor dat het effect van contracties op de expulsie van het longvocht wordt nagebootst. Om de betrokkenheid te verbeteren, worden bij de geboorte de chirurgische doeken, die normaal het zicht van de moeder belemmeren, naar beneden gehaald zodat zij de geboorte kan meemaken, waarna de baby onmiddellijk bij haar wordt gelegd voor het eerste huid-op-huidcontact.

Hoewel de eerste studies omtrent de natuurlijke keizersnede veelbelovend zijn, ontbreekt momenteel kwalitatief onderzoek peilend naar de maternale en neonatale veiligheid van deze procedure in vergelijking met de standaard keizersnede. Ook werd in België nooit onderzoek gevoerd naar de werkelijke nood aan deze techniek vanuit het standpunt van de ouders.

 

Het doel van dit project was daarom om na te gaan of er nood is aan een nieuwe techniek door, aan de hand van interviews en vragenlijsten, de ervaringen en verwachtingen van Belgische koppels omtrent een keizersnede in kaart te brengen. Hiertoe werd de PEECS-studie (Parents’ Expectations and Experiences concerning Cesarean Section in Belgium) in het licht geroepen. Doordat 6 koppels onvoorzien een (variant op de) natuurlijke keizersnede kregen, bestaat de studiepopulatie uit 15 koppels die een standaard geplande keizersnede ondergingen en vergeleken worden met de 6 koppels die de natuurlijke variant ondergingen.

Volgens de resultaten van de interviews voelde 38.1% van de vrouwen zich teleurgesteld omdat ze zouden moeten bevallen via een keizersnede. Beide groepen behaalden echter zeer hoge tevredenheidsscores aangezien tevredenheid vooral geassocieerd werd met de kwaliteit van de zorg. Het belang van preoperatieve begeleiding en voorbereidingssessies door artsen en vroedvrouwen werd in deze studie dan ook benadrukt. Naar een volgende zwangerschap toe verkozen de meesten toch een vaginale bevalling, het meer ‘natuurlijke’ aspect van een vaginale bevalling gaf hierbij de doorslag. Dit wijst erop dat, wanneer een keizersnede nodig blijkt te zijn, het voordelig zou zijn voor de ouders om deze procedure zo natuurlijk mogelijk te maken.

De resultaten van de vragenlijsten steunen de resultaten van de interviews gedeeltelijk. Koppels in de natuurlijke groep hadden geen betere algemene ervaring dan koppels in de standaardgroep. Er werden ook geen verschillen tussen de groepen gevonden omtrent de verwachte en ervaren angst voor de bevalling. Een belangrijk verschil dat bewijst dat deze techniek mogelijk toch voordelen met zich meebrengt, is dat het aantal vrouwen met klinisch relevante angst na een standaard keizersnede hetzelfde bleef, terwijl de natuurlijke groep globaal lager scoorde en dus minder angst ervaarde tijdens de ingreep. In deze kleine groep werden geen significante verschillen gevonden in pijnscores of kwaliteit van borstvoeding.

Tekortkomingen die werden aangehaald door de koppels omtrent de standaardkeizersnede waren de technische aard van de procedure, het gebrek aan betrokkenheid, de overweldigende sfeer van een operatiezaal en specifiek voor de moeders in de standaardgroep, het feit dat ze de baby niet zouden kunnen vasthouden tot na de operatie. Een interessant gegeven is dat beide groepen de operatiezaal overweldigend en onpersoonlijk vonden. Hoewel de meerderheid tevreden was met het verloop van de bevalling, blijkt hieruit dus dat er nog ruimte is voor verbetering in beide groepen.

 

Aangezien het hier gaat om een exploratieve pilootstudie met een kleine steekproefgrootte, is verder onderzoek naar dit type keizersnede, en dan vooral naar de veiligheid ervan, nodig. De volgende stap is dus een grote, multicentrische en gerandomiseerde studie die de natuurlijke variant vergelijkt met de standaardkeizersnede met veiligheid en tevredenheid als uitkomsten. 

Download scriptie (1.41 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Tim Van Mieghem