De Hellenistische Monarchen en het ideale koningschap

Sam
Van Overmeire

 

Stoere generaals, machtige tirannen en rechtvaardige koningen

 

            Hoe slaagt een leerkracht erin zijn gezag te vestigen? Hoe kunnen kleine, oude vrouwtjes een groep viriele pubers onder de knot houden? Dat lukt omdat ze duidelijk maken dat ze geen lawaai zullen tolereren in hun les, en wie niet luistert, zal hun toorn moeten trotseren. Terwijl duizenden studenten zo elk jaar leren gehoorzamen aan hun leerkrachten, probeert onze premier te demonstreren dat hij een capabel leider is, trouw aan zijn woord – in tegenstelling tot zijn voorgangers natuurlijk.

 

            Nihil nove sub sole: mensen proberen zich overal, al duizenden – zoniet miljoenen – jaren, op een bepaalde manier voor te stellen aan de rest van de mensheid. De grote leiders en despoten van de 20ste eeuw deden dat, net als de vorsten van de Nieuwe Tijden en middeleeuwen voor hen. Binnen Europa gaat veel van die “beeldvorming”, het construeren van een positief imago, terug op de Oudheid: de Romeinse keizers en – nog eerder – de Hellenistische koningen. Dat zijn de vorsten die in de Griekse wereld en het veroverde Perzische rijk de macht hielden na de dood van Alexander de Grote.

 

In mijn scriptie kwamen zij aan bod: hoe en waarom probeerden zij zich voor te stellen aan het volk waarover ze heersten? Natuurlijk konden niet al deze koningen worden bestudeerd. De Hellenistische vorsten in Klein-Azië, Egypte en het Midden-Oosten, die hun macht hadden verworven door na de dood van Alexander de Grote zijn rijk op te splitsen, zijn al uitgebreid onderzocht door historici. Maar ook in Sicilië, in de belangrijke stad Syracuse, doken plotseling heersers op die zich koning noemden. Die vorsten, en de manier waarop zij een imago construeerden, vormden het centrum van mijn scriptie.

 

Eerst werden de “Diadochen”, de opvolgers van Alexander de Grote, in het Oosten (van de Hellenistische wereld) bestudeerd. Die heersers bouwden op een heleboel manieren aan een positief beeld van hun heerschappij: ze stelden zich voor als machtige generaals, of rechtvaardige en genereuze weldoeners. Soms werden ze zelfs als goden aanbeden. Een duidelijk beeld van de beeldvorming bij die koningen hielp met het beter begrijpen van de Siciliaanse heersers, en diende tegelijkertijd als een vergelijkingskader. Het beperkte bronnenmateriaal werd met de hulp van die kennis geïnterpreteerd, en vervolgens werden de koningen in de twee bestudeerde regio’s vergeleken: waren er parallellen?

 

Uit dat onderzoek bleek dat er heel wat gelijkenissen waren tussen de koningen in het Sicilië en het Oosten. Beide groepen droegen bijvoorbeeld een diadeem, lieten zich op een zelfde manier afbeelden op hun munten en onderhielden soortgelijke contacten met de Griekse steden binnen en buiten hun rijk. Verschillen waren er ook, maar veel minder. Dat vormde bewijsmateriaal voor een stelling die aan het begin van de masterpaper geopperd werd: de heersers van Sicilië lieten zich inspireren door de Diadochen. Ze imiteerden de nieuwe koningen in het Oosten. 

 

Oppervlakkig is de enige groep voor wie deze scriptie belangrijk is, die van de (antieke) historici, specifiek zij die zich bezighouden met beeldvorming. Maar kennis van de geschiedenis heeft de neiging nuttig en interessant te zijn voor alle mensen, ongeacht leeftijd of beroep.  Mensen die de paper lezen, zouden zich enkele vragen moeten stellen: wat plaatsen wij op onze munten, en waarom doen we dat? Hoe proberen politici zich te presenteren? Welke media gebruiken ze daarvoor? Waarom schenken beroemde filmsterren zoveel geld aan liefdadigheid? Hoe proberen leerkrachten zich voor te stellen? Als rechtvaardig? De geschiedenis leert ons gelijkenissen en verschillen te zien, leert ons kritisch na te denken over de wereld om ons heen, en geeft ons zo inzicht in de mensheid. Dat maakt haar interessant voor het brede publiek.

Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2008
Thema('s)