De (on)feilbare strafrechtspleging. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de controlemechanismen in België en Nederland ter preventie en aanpak van gerechtelijke dwalingen

Hendrik
Natens

Er kan gesproken worden van een gerechtelijke dwaling wanneer een feitelijk onschuldige persoon strafrechtelijk veroordeeld wordt voor een bepaald misdrijf dat hij niet heeft gepleegd of dat niet heeft plaatsgevonden. Hoe frequent gerechtelijke dwalingen voorkomen kan niet precies bepaald worden. Vermoedelijk blijven immers veel gerechtelijke dwalingen onontdekt. Wat wel met zekerheid kan gesteld worden, is dat ieder rechtssysteem geconfronteerd wordt met dit probleem. Geen enkel rechtssysteem is onfeilbaar, daar menselijke fouten nooit uit te sluiten zijn. Bovendien zijn gerechtelijke dwalingen moeilijk te vermijden. Vaak liggen immers verschillende oorzaken aan de grondslag ervan.

Gerechtelijke dwalingen vormen aldus een universeel en moeilijk aan te pakken probleem. Bovendien kan de impact van een gerechtelijke dwaling zowel op persoonlijk als op maatschappelijk vlak groot zijn. De negatieve gevolgen zullen uiteraard in de eerste plaats voelbaar zijn voor de onterecht veroordeelde en zijn naasten. Daarnaast kan een gerechtelijke dwaling ook de veiligheid van de gemeenschap en de geloofwaardigheid van het rechtssysteem in het gedrang brengen.

Bijgevolg dient ieder rechtssysteem te voorzien in een aantal wettelijke en buitenwettelijke controlemechanismen die gerechtelijke dwalingen enerzijds kunnen voorkomen en anderzijds kunnen aanpakken. De controlemechanismen ter preventie moeten gericht zijn op de oorzaken van gerechtelijke dwalingen, zodat onterechte veroordelingen tot een minimum beperkt worden. Te strikte waarborgen zijn echter eveneens niet aan te raden, aangezien dit zou kunnen leiden tot andere “miscarriages of justice”, zoals de vrijspraak van feitelijk schuldigen. De controlemechanismen ter aanpak van gerechtelijke dwalingen moeten het dan weer mogelijk maken om vermeende gerechtelijke dwalingen te kunnen onderzoeken en in voorkomend geval te remediëren. Ook hier moet echter omzichtig omgesprongen worden met de mechanismen. Te ruime mogelijkheden om strafrechtelijke veroordelingen te heronderzoeken, zullen immers nefast zijn voor het rechtssysteem.

Deze masterscriptie onderzocht de wettelijke en buitenwettelijke controlemechanismen ter preventie en aanpak van gerechtelijke dwalingen in België en Nederland. Vooreerst kan het principe van de wapengelijkheid en het bijhorende recht op tegenspraak ertoe leiden dat gerechtelijke dwalingen vermeden worden. Het inzagerecht en het recht om bijkomende onderzoekshandelingen te verzoeken stellen de verdachte immers in de mogelijkheid om zowel tijdens het onderzoek als ter zitting actief te kunnen bijdragen tot de waarheidsvinding.

Vervolgens kan ook een correct uitgevoerd verhoor een belangrijke rol spelen in de preventie van gerechtelijke dwalingen. Ongeoorloofde verhoortechnieken of een gebrekkige naleving van de rechten van de verdachte tijdens het verhoor kunnen immers aanleiding geven tot valse en gedwongen bekentenissen, die op hun beurt tot een gerechtelijke dwaling kunnen leiden.

Wat de rechten van de verdachte tijdens het verhoor betreft, zorgde het Salduz-arrest van het EHRM tot verregaande wetswijzigingen in beide landen, die in Nederland evenwel nog in werking moeten treden. Een arrest van de Hoge Raad verzekert echter voorlopig de naleving van de voorschriften. De belangrijkste rechten van de verdachte tijdens het verhoor zijn het recht om geen zelf-incriminerende verklaringen af te leggen, het zwijgrecht, het recht op voorafgaand vertrouwelijk overleg met een advocaat en het recht op bijstand van een advocaat tijdens het verhoor. Vooral deze laatste twee rechten kunnen bijdragen tot de preventie van gerechtelijke dwalingen. Het voorafgaand vertrouwelijk overleg kan de advocaat aanwenden om zijn cliënt te wijzen op zijn rechten, hem voor te bereiden op het stressvolle verhoor en de aangewezen strategie te bespreken. De bijstand van de advocaat tijdens het verhoor biedt dan weer een bijkomende waarborg dat het verhoor op een correcte manier zal verlopen, zonder ongeoorloofde druk van de ondervragers en met naleving van alle rechten.

De auditieve of audiovisuele opname van het verdachtenverhoor kan eveneens nuttig zijn ter voorkoming van gerechtelijke dwalingen. Zo is er immers meer controle mogelijk op het correcte verloop van het verhoor en de omstandigheden waarin een bekentenis werd afgelegd, waardoor de geloofwaardigheid ervan beter beoordeeld kan worden.

Tot slot kunnen ook correct uitgevoerde DNA-testen gerechtelijke dwalingen helpen voorkomen. Er wordt tegenwoordig immers veel waarde toegekend aan bewijsmateriaal afkomstig uit DNA-testen. De correcte uitvoering ervan zal bijgevolg cruciaal zijn om te komen tot een inhoudelijk correcte beslissing omtrent iemands schuld.

De controlemechanismen ter aanpak moeten dan weer toelaten om de correctheid van een veroordeling te onderzoeken en eventueel te corrigeren. Het hoger beroep in België en Nederland kan deze functie vervullen, daar dit een bijkomende legale en feitelijke controle op de rechterlijke beslissing uit eerste aanleg impliceert. De confrontatie tussen het eerste vonnis en de bevindingen uit het hoger beroep kunnen leiden tot een correctere kijk op de zaak.

Tot slot voorzien zowel België als Nederland in de mogelijkheid tot herziening van een in kracht van gewijsde gegane veroordeling. De belangrijkste grond waarop een verzoek tot herziening kan steunen vormt het ‘novum’. Nieuwe feiten die zijn opgedoken sinds de veroordeling en die allicht hadden geleid tot een andere uitkomst kunnen aldus ingeroepen worden ter herziening van deze veroordeling. Op die manier kunnen gerechtelijke dwalingen geremedieerd worden.

Het is aldus duidelijk dat zowel België als Nederland voorzien in een aantal controlemechanismen ter preventie en aanpak van gerechtelijke dwalingen. Desalniettemin kunnen gerechtelijke dwalingen nooit volledig uitgesloten worden. Als laatste aanbeveling kan vanuit het adagium “voorkomen is beter dan genezen” gesteld worden dat rechtssystemen voornamelijk dienen te investeren in controlemechanismen ter preventie van gerechtelijke dwalingen. Verder onderzoek zou zich dan ook hierop kunnen toespitsen. Wanneer de preventie alsnog tekortschiet, moeten er adequate middelen openstaan om de gerechtelijke dwaling te corrigeren.

Download scriptie (1.32 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof. Dr. Dirk Van Daele