‘Niet gebonden door ex-koloniale reflex’

Killyan
Dauvillé

Verkiezingen cruciaal voor ontwikkelingssamenwerking

‘Niet gebonden door ex-koloniale reflex’

De steun aan Congo en Rwanda hangt af van het verloop van de verkiezingen in die landen. Sinds 1960 gaat de helft van de Belgische bilaterale ontwikkelingssamenwerking naar onze ex-kolonie Congo en ex-mandaatgebieden Rwanda en Burundi. Toch lijkt die steun niet meer onvoorwaardelijk te zijn. ‘We zijn niet gebonden door een ex-koloniale reflex en als het nodig is, zetten we de steun stop’, zegt minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open Vld).

In november zouden de presi­dentsverkiezingen moeten plaatsvinden in Congo. Die presidentsverkiezingen zouden een lange verkiezingscyclus moeten afsluiten, die eind 2015 had moeten beginnen met lokale verkiezingen. Die lokale verkiezingen gingen niet door, waardoor velen vrezen dat er helemaal geen verkiezingen zullen worden gehouden. Volgens critici staat president Joseph Kabila aan het hoofd van een regime dat steeds meer afglijdt naar een dictatuur. In november moet Kabila volgens de grondwet weg en de bevolking staat erop dat de grondwet wordt gerespecteerd. De vrees bestaat echter dat hij niet zal wijken, omdat hij zich gesterkt voelt door wat hij in Burundi ziet gebeuren. ‘Als Kabila nu niet aan de voorbereidingen van de verkiezingen begint, dan komen er geen verkiezingen in 2016’, zegt Bogdan Vanden Berghe, algemeen directeur van 11.11.11. ‘Kabila is niet van plan zomaar de macht af te geven. Mocht hij afwijken van zijn termijn, dan gaat er iets knappen bij de Congolezen.’

Toch liggen er volgens Vanden Berghe kansen om de situatie niet te laten escaleren. ‘Kabila kan de verkiezingen niet zelf financieren, dus zal hij bij de donoren moeten rondgaan. Een blanco cheque kan niet, er moeten wat garanties zijn. Een degelijk verkiezingsproces kan zo’n garantie zijn.’ Ook minister De Croo ziet dat de sfeer in Congo grimmiger wordt en heeft al maatregelen genomen. ‘Er komt geen nieuw samenwerkingsakkoord tot de verkiezingen goed zijn verlopen’, zegt De Croo.

Wat met Rwanda?

Die lijn trekt De Croo ook door ten opzichte van Rwanda. ‘Ook daar komt er geen nieuw samenwerkingsakkoord tot de verkiezingen een goed verloop gekend hebben. Een jaar geleden heb ik namelijk gezegd dat Rwanda geen bonus van 40 miljoen euro kreeg, omdat het geen vorderin­gen maakte op het gebied van goed bestuur en persvrijheid.’

Toch is het zo goed als zeker dat president Paul Kagame volgend jaar een derde ambtstermijn aangaat en tot 2034 aan de macht blijft. En dat is volledig conform zijn eigen grondwet. ‘Kagame heeft het verstandig gespeeld’, zegt Vanden Berghe. ‘Er was zogezegd een groot draagvlak en hij kreeg de goedkeuring van het parlement. Ik zie de Rwandese bevolking zich ook niet uitspreken tegen een derde termijn, wat in Burundi wel is gebeurd. In Burundi waren er protesten en rellen, maar in Rwanda gebeurt dat niet. Het regime onderdrukt de bevolking al zodanig lang. Vrije meningsuiting is er nooit geweest, terwijl die er in Burundi wel was.’

Ngo’s weggejaagd

2015 werd een gewelddadig jaar voor de Burundese bevolking, omdat president Pierre Nkurunziza zich in april kandidaat stelde voor een derde ambtstermijn. Straatprotesten leidden tot tientallen doden en duizenden vluchtelingen. Iedere vorm van protest of kritiek werd door de regering en de politie de kop ingedrukt. België schortte 2 miljoen euro steun aan het verkiezingsproces en 3 miljoen euro steun aan de politie op. Nkurunziza werd opnieuw verkozen en bleef aan de macht. Hierop braken opnieuw rellen uit en lieten zo’n 400 Burun­dezen het leven. Zo’n 200.000 andere Burundezen sloegen op de vlucht. Onze regering greep weer in en besloot de bi­laterale samenwerking stil te leggen. ‘We zijn nu al een paar maanden aan het bekijken hoe we kunnen verder werken in Burundi, maar dan via ngo’s en lokale or­ganisaties’, zegt De Croo. ‘Maar dat is zeker niet evident. Iedereen die er momenteel met België samenwerkt, brengt zichzelf namelijk in gevaar. Als er op een bepaald moment geen ngo’s meer actief zijn of ze weggejaagd worden, dan stopt het.’

Ook de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbewe­ging 11.11.11 neemt maatregelen. ‘Binnen­kort verplaatsen we ons landenkantoor in Burundi hoogstwaarschijnlijk naar Rwanda of Oost-Congo’, zegt Vanden Berghe. ‘Veel mensen en organisaties die wij steunen, zijn gevlucht. We vrezen namelijk voor gevaar voor onze mensen in Burundi door de standpunten die we innemen. Bijna alle projecten en partners die we steunen, liggen op apegapen. Onze partners zijn in levensgevaar.’

Te laat gereageerd

Volgens Vanden Berghe heeft onze regering veel te laat maatregelen getroffen in Burundi. ‘Twee à drie jaar geleden hebben we een kantelpunt opgemerkt. Dat was waarschijnlijk al een signaal dat Nkurunziza een nieuw mandaat zou aangaan. De overheid deed er alles aan om onze partners het zwijgen op te leggen. We hebben dikwijls aan de federale regering gevraagd om te reageren, omdat ze toen haar voet nog kon zetten en het later te laat zou zijn.’ Minister De Croo is het niet helemaal eens met Vanden Berghe en geeft aan dat België wel degelijk maatregelen nam. ‘We stelden ons twee jaar geleden veel vragen over de werking van de politie en daarom hebben we beslist om in een opleidingspro­ject te stappen, zodat we de politie konden professionaliseren. We hebben dus wel wat maatregelen getroffen. Maar we zijn niet meer in koloniale tijden, we kunnen niet in een land alles overne­men. Als er een derde termijn kwam, zouden we ons terugtrekken en dat hebben we ook gedaan.’

De steun aan Congo lijkt volledig af te hangen van het verloop van de verkiezingen. Als Kabila een verlengd termijn aangaat, zal onze regering maatregelen nemen. In Rwanda is het onduidelijk wat de regering na de verkiezingen zal doen. ‘Ik hoop dat we in Congo, Rwanda en ook in Burundi kunnen verder werken en dat we jaar na jaar zien dat de situatie van de bevolking verbetert’, zegt De Croo. ‘Maar ik denk dat Burundi toch wel duidelijk gemaakt heeft dat wij niet gebonden zijn door een ex-koloniale reflex en dat we, als het nodig is, zeggen dat het niet meer gaat. We hebben er een grote rol te spelen, maar inderdaad niet koste wat kost.’

Universiteit of Hogeschool
Erasmushogeschool Brussel
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Patrick Pelgrims