De zoektocht naar de pius Aeneas in de moderne Nederlandstalige roman

Ward
Peeters

De invulling van 'pietas' in Aeneas of de levensreis van een man van Willy Spillebeen

Inleiding

De roman Aeneas of de levensreis van een man (1999) vormt een synthese van Willy Spillebeens oeuvre en behandelt de existentiële thema's die de auteur al jaren bezighouden (Ector 1984). Spillebeen geeft daarom steeds een zeer menselijke portrettering van zijn personages. In Aeneas of de levensreis van een man beschrijft hij deze tegen de achtergrond van Vergilius' Aeneis, wat de individuele emoties in de roman een meer universeel karakter geven (Roggeman 1983). De auteur heeft bijgevolg een geheel eigen interpretatie van de vir (Aen. I. 1) uit de openingsverzen van de Aeneis. Deze menselijke portrettering heeft critici er toe aangezet de roman, in de traditie van vervolgverhalen op de Aeneis, en het hoofdpersonage te bekijken als een afwijking van de 'pius Aeneas', een hoeksteen van het Vergiliaanse epos (Traina 1984). Deze opvattingen kunnen in een ander daglicht worden gesteld naarmate men de intertekstuele verbanden gaat bekijken die de roman bezit. Spillebeen geeft een geheel eigen invulling van de term 'pietas' en laat zijn hoofdpersonage in dat opzicht niet volledig afwijken van zijn antieke voorganger. Dit kan het beeld en de pedagogische invulling van deze roman grondig bijstellen en bijdragen tot een nieuwe lezing van het werk tegen de achtergrond van de intertekstuele doorlichting. Dit vormt dan ook de doelstelling van mijn thesis.

Kritiek op de 'pius Aeneas' van Spillebeen

'Pietas' wordt in de antieke literatuur gekenmerkt door de aanwezigheid van menselijke waarden (humanitas) zoals rechtvaardigheid (iustitia), medelijden (misericordia) en vergevingsgezindheid (mansuetudo), maar ook liefde voor vader en vaderland is een essentieel component. In de Aeneis komt hier een belangrijk aspect bij, namelijk de plicht van Aeneas om een taak te vervullen, ingegeven door hogere machten (Traina 1984). De Aeneas van Spillebeen bezit deze aspecten, maar wordt vooral gekenmerkt door vervreemding; een vervreemding van zichzelf en een vervreemding van zijn omgeving. Dit gebeurt onder invloed van de vaderfiguur Anchises. Hij laat zijn zoon 'plicht' voor 'liefde' plaatsen en beknot zo de ontwikkeling van de menselijke waarden die de hoofdfiguur in het Vergiliaanse epos zo typeren. A. Verhaeghe (1984) vat in haar lezing van de roman de Aeneas-figuur van Spillebeen samen als een personage dat door te gehoorzamen aan de vaderfiguur enkel maar vertwijfeling voelt en van zichzelf vervreemdt door niet aan zijn eigen gevoelens te beantwoorden. J. Ector (1984) benadrukt dan weer de haat die Aeneas voelt voor zijn vader omdat die alle liefde in hem heeft weggenomen. Het staat vast dat, door de druk van zijn omgeving, Aeneas een plicht opgedrongen wordt en dat dit zijn persoonlijke geluk en liefde in de weg staat. De vertwijfeling die hier uit voortvloeit, is puur menselijk en typerend voor Spillebeens oeuvre. De menselijke weergave van Aeneas is echter geen reden om het beeld van de 'pius Aeneas' volledig af te schrijven. Mijn thesis biedt een uitbreiding op de bestaande kritieken en vormt een duidelijk beeld over Spillebeens invulling van de term 'pietas' tegen een intertekstuele achtergrond.

Willy Spillebeens invulling van de 'pius Aeneas'

Door intertekstuele verbanden te leggen, wordt het duidelijk dat de auteur zich focust op Aeneas' humanitas en de liefde voor zijn volk. Zijn goddelijke plicht en heldendaden, die zo typerend zijn voor zijn portrettering in zowel de Aeneis als in de Ilias, komen daarbij op de achtergrond. De kritieken op de roman houden geen rekening met de evolutie die Spillebeens Aeneas doormaakt. Mijn thesis focust zich op de relatie tussen Aeneas en zijn omgeving en hun invloed op Aeneas' plichtsbewustzijn. Anchises speelt als vaderfiguur hier een belangrijke rol. Critici als Verhaeghe en Ector leggen de nadruk op de negatieve relatie tussen vader en zoon, gestoeld op de beknotting van de vrijheid van Aeneas. Hierin worden zij door mij bijgestaan, maar wat over het hoofd gezien wordt, is de vergevingsgezindheid van Aeneas. Hij draagt namelijk, tegen alle gebruiken in, zijn overleden vader op de rug naar de brandstapel (Levensreis 167); een niet toevallige verwijzing naar Aeneas' redding van Anchises uit het brandende Troje. Zijn verdere wil tot vergeving (mansuetudo) en zijn menselijkheid (humanitas) typeren Aeneas hier, tegelijk met de nog resterende liefde voor Anchises. Hiermee wordt niet aangetoond dat Aeneas kan opleven naar de vaderliefde die vooral in boek III van de Aeneis naar voor komt (v.57-59; v.188-189; v.708-711) en onderdeel uitmaakt van de 'pius Aeneas', maar dit bewijst wel dat een volledige afwijzing van de vaderfiguur hier niet van toepassing is. Ook Hector en Polubios vormen een tegengewicht voor de verzuurde vader-zoon-relatie tussen Aeneas en Anchises. Zij laten Aeneas autonoom beslissingen nemen omtrent 'liefde' en 'plicht' en ontvangen daardoor een onvoorwaardelijke vaderliefde. Dit aspect van de 'pius Aeneas' krijgt zodoende een andere invulling door de goede vadereigenschappen aan andere personages toe te dichten. Uiteindelijk kan Aeneas de cyclus van zelfvervreemding doorbreken door de relatie met zijn kinderen, Elissa en Ascanius. Elissa doet hem, als vervangster voor zijn verloren geliefde Dido (Levenreis 222), inzien dat hij zich in zijn besluitvorming moet laten leiden door de liefde in plaats van door zijn opgelegde plicht (Levensreis 129; 217; 226). Ascanius vormt dan weer, in het latere leven van Aeneas, een tweede tegengewicht voor de verzuurde vader-zoon-relatie die Aeneas met Anchises kende (Levensreis 108; 141; 167; 196). Aeneas beseft op het einde van zijn leven dat hij enkel mag handelen uit liefde voor zijn naasten en voor zijn volk, de Trojanen.

Conclusie

Spillebeens Aeneas heeft voor de invulling van 'pietas' een hele levensreis afgelegd waarin hij moest zoeken naar een balans tussen 'plicht' en 'liefde'. Hij is uiteindelijk in staat om autonoom keuzes te maken en kiest ervoor zijn plicht op te nemen ten gunste van zijn volk. Deze invulling van 'pietas' is ook bij Vergilius aanwezig, maar dient in de roman van Spillebeen een hoger doel. Aeneas laat het individuele achter zich en neemt het welzijn van de Trojanen als drijfveer voor het vervullen van zijn plicht. De liefde voor zijn volk is de kern van Spillebeens 'pius Aeneas'.

Download scriptie (946.21 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2013