Die desubstantivischen 'ornativen' Verben im Deutschen und Spanischen: Ein Kapitel aus der kontrastiv betrachteten Wortbildung

Kim
Vermeersch

Ongelofelijk: Duits en Spaans toch niet zó verschillend.

Universiteit Gent – Baanbrekend onderzoek aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. De vergelijkende studie van een masterstudente taal- en letterkunde toont aan dat de woordvorming van de werkwoorden in het Duits en in het Spaans zeer veel gelijkenissen vertoont.

De laatste maand van het academiejaar. Nog slechts enkele weken voor de zomervakantie. Op de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Universiteit Gent heerst er na het lezen van een Duitse taalkundige scriptie grote bedrijvigheid. Voor het eerst in de geschiedenis van de faculteit behandelt een scriptie uitvoerig de woordvorming van de werkwoorden in een Romaanse en Germaanse taal.

K.V. (23) koos het thema van haar scriptie Die desubstantivischen ‘ornativen’ Verben im Deutschen und Spanischen op basis van de meerwaarde die het onderzoek zou opleveren voor de algemene inter-talige wetenschap. “Ik wou geen onderwerp waar reeds tien andere studenten over geschreven hadden. Het klopt dat er over de woordvorming van de werkwoorden, zowel in het Duits als in het Spaans, reeds duizenden pagina’s geschreven werden. Echter, een echte confrontatie van de verschillende types uit de beide talen met elkaar was nog nooit gebeurd. De originaliteit van het thema gaf voor mij dan ook de doorslag.”  aldus de studente in kwestie.

Ook de promotor van het werk, Prof. dr. Luc de Grauwe, kan zijn enthousiasme niet onder stoelen op banken steken. “Deze Duitse taalkundige scriptie is bij mijn weten de eerste uitvoerige vergelijkende studie over ornativiteit[1] in de beide onderzochte talen. Door haar originaliteit vervolledigt ze in hoge mate de bevindingen van de taalkundigen Cartagena en Gauger. Het contrastieve deel van de scriptie zou wat mij betreft onmiddellijk in hun Vergleichende Grammatik Spanisch-Deutsch (1989) mogen opgenomen worden.”

De taalkundige scriptie van K.V. beschrijft erg nauwkeurig de manier waarop de ornatieve werkwoorden, afgeleid van substantieven, in het Duits en in het Spaans opgebouwd zijn en vergelijkt die daarnaast ook echt met elkaar. Het werk bevat naast een inleidend gedeelte een aantal theoretische hoofdstukken waarin het onderwerp afgebakend en gesitueerd wordt binnen de bestaande literatuur. In dit deel worden de verschillende bronnen niet enkel samengevat, maar ook echt reorganiseert en met elkaar in verband gebracht. Daarnaast bevat de scriptie één erg uitgebreid vergelijkend hoofdstuk waarin de verschillende types uit de beide talen daadwerkelijk met elkaar geconfronteerd worden. Dit contrastieve deel van de studie vormt absoluut een originele bijdrage aan het onderzoeksgebied. Bovendien brengt het een aantal verbluffende tendensen aan het licht. De werkwoorden kenmerken zich namelijk niet enkel door verschillen, maar bezitten ook heel wat gelijkenissen. Het werk eindigt tenslotte met een bondige conclusie en bevat en plus ook een uitgebreide bibliografie.

Het interessante contrastieve perspectief van de scriptie heeft duidelijk heel wat stof doen opwaaien op de faculteit. Echter ook buiten de muren ervan. “Ik werd reeds gecontacteerd door de heer Gauger met de vraag of ik voor zijn volgende uitgave van de Vergleichende Grammatik mijn onderzoek over de ornativiteit ook wil uitbreiden naar de andere types werkwoorden in de beide talen en die met elkaar vergelijken!” onthulde K.V. ons enthousiast. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd.

[1] Het woord “ornatief” betekent ‘iets voorzien van’. Een voorbeeld hiervoor in het Nederlands is het werkwoord vergulden, dit woord betekent namelijk ‘iets voorzien van (een laagje) goud’.

 

Download scriptie (579.8 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2012