Het onmaatschappelijke van de school

liesbet
Pycke

Het onmaatschappelijke van de school

Via ontscholing en omscholing naar een maatschappelijke school

 

Waar leren we het meest? Als je er goed over nadenkt hebben we levenswijsheid niet op school geleerd, de belangrijkste dingen leer je in het ‘echte’ leven, door de betrokkenheid  met mensen. Hoe je je gedraagt op een feestje, hoe je aardappelen kookt, hoe je een auto bestuurt… Is de school dan overbodig? Is het verspilde moeite? Ik heb drie jaar een klassieke opleiding genoten en ben dan overgeschakeld naar Wetenschappelijke B. Als kind ben ik opgegroeid in een gezin van zeven kinderen met liefdevolle ouders die studeren belangrijk vonden. Moeder, die toen ze zwanger was van het derde kind, ging werken om haar man te laten studeren. Vader had thuis nooit de kans gekregen om te studeren, want in oorlogstijd ging het geld volgens de moeder des huizes beter naar het lichaam dan naar de geest. Een ‘stiel’ leren, dat was belangrijk. Direct op het doel afgaan en in drie jaar tijd een beroep leren om dan geld te verdienen. Zo is het mijn vader aanvankelijk niet vergaan. Dankzij de genegenheid van zijn vrouw slaagde vader en werd romanist. Op latere leeftijd (65 jaar) was zijn zin om te studeren nog steeds niet over en begon aan de opleiding filosofie. Mijn studietijd heeft ook een omweg gekend. Na de humaniora was ik zo geboeid door kinderen dat het voor mij vanzelfsprekend was dat ik iets met kinderen ging doen. De kinderen van de hoogste klassen van de lagere school boeide me het meest. Ik slaagde en vond onmiddellijk werk in een Katholieke school in Berchem, waar ik werd opgezadeld met 25 kinderen die allen,  in een uniformpje gestoken, opkeken naar hun juf. Ongelooflijk lieve kinderen, maar met alles wat ik nu weet, heb ik deze kinderen te rationeel benaderd. Velen hoorden het in Keulen donderen…ook ik!  Iedereen moet tijd krijgen om zich ergens in  te werken, maar na vier jaar voelde ik dat ik meer voeling had met oudere kinderen. Ik kreeg een klasje van negen kinderen, zesde leerjaar in Heide-Kalmthout.

Twaalf jaar verder en zelf twee kinderen rijker boeit de filosofie me en houdt de kwestie opvoeding en onderwijs me enorm bezig. In hoeverre heeft mijn opvoeding me gemaakt tot wat ik ben? Hebben mijn ouders invloed gehad op de keuze van mijn studies en op die manier invloed op mijn leven? Welke rol speelt het onderwijs hierin? Moeten we ons onderwijs aanpassen? Welke invloed hebben computer, televisie, muziek op kinderen? Zal de computer ooit de leerkracht kunnen vervangen zoals Ivan Illich beweert? 

 

Veel vernieuwingen sinds 1970 streefden naar een school die zo weinig mogelijk op een school zou gelijken. De maatschappijcriticus, Ivan Illich, sprak in zijn boek van 1970 zelfs over ‘ontscholing van de maatschappij’. Hij uitte volop kritiek ten aanzien van alle instellingen die in de samenleving te vinden zijn: ziekenhuizen, leger, politie, sociale instellingen, scholen…

In onze samenleving doen zich een aantal ontwikkelingen voor die stuk voor stuk het onderwijs voor nieuwe en moeilijke uitdagingen plaatsen. Deze ontwikkelingen zetten zich onvermoeibaar door, denk maar aan de verdergaande secularisatie, de individualisering, de fragmentarisering van het bestaan, het opwaartse karakter van de media, de verleiding van de consumptiemaatschappij en de informatie- en communicatietechnologieën die  steeds sneller oprukken.

De samenleving biedt op vele plaatsen, ook buiten de school, tal van interessante vormingskansen. Mensen moeten alert en bekwaam zijn om die aangeboden kansen te benutten. Maar dit betekent nog niet, en dit in tegenstelling tot het pleidooi van Ivan Illich voor een ontscholing van de maatschappij, dat scholen overbodig worden. Scholen moeten een brug vormen tussen jongeren en de concrete samenleving (denk aan de concrete invulling van gezin, vrije tijd, arbeid..). Een school zou denk- en handelingsstrategieën kunnen aanreiken. De school als plaats waar jongeren waarden kunnen verkennen, kennis verwerven en ermee leren omgaan. Jongeren zouden kunnen zien wat er om hen heen gebeurt en leren hun plaats in de wereld in te nemen.

Wat is de rol van kennis en hoe efficiënt wordt deze toegepast in onze huidige samenleving? Aangezien de mens vooral gestuurd wordt door emoties, driften en affecties, wat pleit dan nog voor de huidige rol van de school als kennisoverbrenger? Biedt de vooruitgang - gezocht in cognitieve systemen - in een coherente omgeving de juiste oplossing? We veronderstellen dat vooruitgang een kenmerk is van ‘onze tijd’. We zijn gedreven door een streven naar efficiëntie. Maar gaan we dan niet voorbij aan de uiteindelijke essentie van ons bestaan? Even vaak wordt de ratio verheven tot reddingsboei en dé methode bij uitstek om het menselijk bestaan gade te slaan en te verbeteren. En wat met onze behoefte aan heroïek, dramatiek, kunst en muziek? Schieten we daarin niet te kort in ons huidig onderwijssysteem, vooral en omdat we afhankelijk zijn van verplichte leerplannen en eindtermen?

Ik wil ons huidig schoolsysteem onder een kritische loep nemen en vele invalshoeken onderzoeken, te beginnen bij de radicale positie van Ivan Illich die pleit voor een ontscholing van onze samenleving. Daarna onderzoek ik de verschillende standpunten van een aantal onderwijshervormers (Rudolf Steiner, Maria Montesorri en Célestin Freinet). Ik wil ook even  stilstaan bij de vraag in hoeverre de school jongeren voorbereid op de maatschappij. Hierbij raadpleeg ik de opvoedkundige inzichten van onder andere Rousseau en link deze aan de inzichten van Illich.                                                      Vanuit welk paradigma werd de school vroeger gestuurd en welk denkkader stuurt de school nu? Tot slot denk ik even na  over de verwachtingen ten aanzien van onze school en of deze verwachtingen realiseerbaar zijn? Is het een utopie om via omscholing en interne ontscholing tot een vermaatschappelijking te komen binnen de school?

Om tenslotte tot het besluit te komen dat ontscholing een utopie is, maar omscholing zeker binnen de mogelijkheden liggen van de huidig evoluerende maatschappij.

 

Download scriptie (217.5 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2007