Impact en effect van microplastics op verschillende epibenthos soorten

Lien
Bonnier

OOSTENDSE ONDERZOEKERS ZOEKEN EN VINDEN MICROPLASTICS IN DE NOORDZEE

Zee van plastic op ons bord

OOSTENDE - Sinds kort is het Europees Interreg-project MICRO van start gegaan, waarbij de Vlaamse onderzoeksinstelling Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) projectleider is. Enkele van de geplande acties zijn het in kaart brengen van plasticvervuiling, de impact en het effect op mariene organismen nagaan en nagaan of microbiële degradatie mogelijk is.

 

Microplastics aangetroffen op het strand van Oostende

“Jaarlijks wordt 20 000 ton afval gedumpt in onze Noordzee”

Het is algemeen geweten dat het plastic tijdperk zware sporen nalaat in oceanen, zeeën en kustzones. “Jaarlijks wordt 20 000 ton afval in onze Noordzee gedumpt, een groot deel daarvan is plastic” meldt ILVO. Aangezien het gebruik van plastic blijft toenemen en plastic amper degradeert, is het van belang deze problematiek in het marien milieu in kaart te brengen en om de effecten ervan te bestuderen. Gevolgen zoals verstikking, verstrikking, verwonding en uithongering van zeedieren en vogels door plastic afval is een gekend fenomeen. De impact van ondermeer microplastics, voornamelijk afkomstig van textiel en cosmetica, op het marien ecosysteem vormt nog een groot vraagteken.

Door verschillende onderzoeksinstellingen werd al bewezen dat microplastics, toxische stoffen gebruikt tijdens de productie van plastic, aan het zeewater afgeven.

Andere giftige stoffen die zich in het zeewater bevinden, worden dan weer door het plastic opgenomen. Verschillende zeedieren waaronder mosselen, zeepieren en diverse vissoorten nemen op hun beurt microplastics op.

Naast eventuele effecten op de spijsvertering, bestaat de kans dat de plasticpartikels opgenomen worden in het weefsel van de dieren. De plasticdeeltjes hebben dus gevolgen voor de ganse voedselketen. Wanneer het dan gaat om dieren voor consumptie komen deze plastics dus ook op ons bord terecht.

Een eerste luik van het onderzoek omvatte het nagaan van de opname van microplastics door Noordzeekrabben, zeesterren en wijting. Daarnaast werden eveneens zeebodem- en strandstalen onderzocht.

De Noordzeekrabben en de gewone zeesterren werden blootgesteld aan bolvormige microplastics met een grootte tussen 100 micrometer en 500 micrometer. Uit de eerste resultaten is gebleken dat de Noordzeekrabben de partikels opnemen en vervolgens weer uitscheiden. Bij de blootgestelde zeesterren kon geen opname waargenomen worden. De partikelgrootte van de microplastics is hier waarschijnlijk de oorzaak van.

Verder onderzoek met kleinere microplastics moet hierover uitsluitsel geven. Bijkomend werd ook nog de maaginhoud van wijtingen uit onze Noordzee onderzocht. In elke maag werden verschillende plastic partikels teruggevonden.

“In alle stalen werden microplastics teruggevonden”

Vanop verschillende locaties in het Belgisch deel van de Noordzee, zoals de havengeul van Zeebrugge en verschillende zandbanken, werden sedimentstalen genomen. Ook het strand van Oostende werd onderzocht op microplastics. In alle sediment- en zandstalen kon plastic worden aangetroffen.

Uit de onderzochte sedimentstalen kan besloten worden dat microplastics abundant aanwezig zijn in het Belgisch deel van de Noordzee. Ook het onderzoek van enkele wijtingmagen op microplastics illustreert het overvloedig voorkomen van microplastics in de waterkolom van de Noordzee. In de toekomst valt zeker nog heel wat te ontrafelen rond de plasticproblematiek waarvan de ernst groter lijkt dan oorspronkelijk gedacht.

Download scriptie (2.45 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool West-Vlaanderen
Thesis jaar
2012
Promotor(en)
Stefanie Salliau