Kunst wordt keitof
Het blijft een hardnekkig cliché: kunst, en dan vooral kunstbeleving, is een elitair gebeuren
waarbij mensen van middelbare leeftijd op een zondagnamiddag naar een schilderij staan te
turen. Een compleet foute perceptie, want als je al van in de kleuterklas kinderen vertrouwd
maakt met kunst, verlaag je niet alleen de drempel voor latere contacten met kunst, je zet
mensen aan tot reflectie, samenwerking en wederzijds begrip. Kan kunst de wereld redden?
Greet van Gasse studeerde in juni van dit jaar af als kleuterleerkracht aan de Hogeschool
Antwerpen en weet er alles over. De kersverse kleuterjuf dompelde zich voor haar eindwerk
meer dan een jaar onder in de wereld van kunstbeleving bij kleuters. Haar onderzoek voerde
haar naar workshops en colloquia in Oostenrijk, waar ze de gedane ervaringen en indrukken
mee naar huis nam om ze te kunnen toepassen in de eigen klas.
Alles draait rond interactie: kunst mag in geen geval éénrichtingsverkeer worden, want dan
haken veel mensen af. Dat geldt niet alleen voor kleine kinderen, je ziet net hetzelfde bij
volwassenen.
In juni 2006 kreeg Greet de kans om met enkele van haar medestudenten deel te nemen aan
een internationaal colloquium voor professoren, docenten en studenten in het Oostenrijkse
Graz. De bedoeling van dit colloquium was om rond een centraal thema – de Franse
beeldhouwster Camille Claudel – en met behulp van allerhande workshops mensen uit de hele
Europese Unie samen te brengen en hen te confronteren met hun eigen inzichten, visies en
denkpatronen én met die van anderen. Door de unieke setting en het framework rond Camille
Claudel, merkten de deelnemers al gauw dat ze door samen bezig te zijn met kunst,
kunstbeleving en kunstervaring, de taalbarrières wegvielen. Belgen werkten er samen met
Hongaren, Kroaten, Duitsers, Oostenrijkers en Zweden. Zowel de beïnvloeding van de
omgeving, stad en platteland, als het personage Camille Claudel dat inspiratie aanreikte rond
beeldhouwen, gebruikte materialen en thema’s, stelden de deelnemers in staat om hun ideeën
en vooroordelen over kunst achter zich te laten en individueel zowel als in groep tot nieuwe
inzichten te komen.
Blijft natuurlijk de vraag hoe je deze zaken kunt vertalen naar de leefwereld van de
gemiddelde 3 à 4 – jarige. Aanvankelijk geen eenvoudige opdracht, zo besefte de kleuterjuf –
in – spe. De meeste kleuters vinden het uiteraard wel leuk om met verf en krijtjes te gaan
kliederen, maar het komt er natuurlijk op aan dit speelse niveau te overstijgen, zonder dat de
kleuters afhaken. Het is handig om weten dat je als kleuterleerkracht niet alleen voor deze
uitdaging staat.
Een tweede belangrijk deel van haar studie wijdt Greet aan kunstbeleving buiten de klas. Om
kinderen vertrouwd te maken met kunst, sta je er als kleuterjuf heus niet alleen voor. Alleen al
in Antwerpen zijn er minstens twee belangrijke instellingen die je aardig op weg kunnen
helpen om kleuters te helpen van kunst te gaan genieten. Uiteraard is er het Museum voor
Schone Kunsten (MSK), dat monumentale gebouw op het Antwerpse Zuid, waar
programma’s zijn samengesteld op maat van alle niveaus vanaf de kleuterklas tot de
middelbare school. Kinderen worden er op sleeptouw genomen door een speciale gids, die
rond een bepaald thema (dieren, de zee,…) de kleuters op een uitermate laagdrempelige
manier meeneemt in de wereld van de kunst, waarna ze in een atelier van het MSK zelf aan de
slag kunnen gaan. Uiteraard speelt het narratieve element hier een erg belangrijke rol. Duiding
en kadering zijn essentieel voor jonge kinderen, veel dingen spreken immers absoluut nog niet
‘voor zich’. Kleuters en kinderen hebben veel meer dan volwassenen de gave van de verwondering,
stellen zich opener en meer onbevangen op voor hun omgeving, wat hen mits een goede aanpak tot een uiterst dankbaar publiek maakt.
Een andere belangrijke partner vindt de leerkracht bij ‘Het Paleis’, vooral gekend omwille van
zijn theaterproducties voor jongeren en kinderen (denk aan het recente W@=D@ met Dimtri
Leue en Pieter Embrechts) en hoewel de podiumkunsten het voortouw nemen, stellen ze bij
Het Paleis ook graag de deuren open voor andere vormen van kunst. Zo kunnen kinderen er
zich al acterend, schilderend en boetserend uitleven in de gangen en zalen van het gebouw en
ligt van meet af aan de klemtoon op de eigen fantasie en hoe die uit te beelden. Bij Het Paleis
primeert duidelijk het speelse aspect, al wordt het opvoedende en educatieve luik daar
naadloos ingekapseld.
Klasbezoeken aan Het Paleis of het MSK kunnen zo een perfecte instap zijn om kunst als
thema in de klas aan te snijden, al kunnen ze net zo goed het sluitstuk vormen, de
spreekwoordelijke kers op de taart.
In haar laatste hoofdstuk snijdt Greet wellicht het belangrijkste punt aan: dat van de
maatschappelijke relevantie. De kleuterklas is immers meer en meer een doorsnede van de
maatschappij. In een grootstad als Antwerpen waar Greet doorgaans aan de slag is, is de
kleuterklas een typevoorbeeld van een multiculturele mini – samenleving. Door kunst en
kunstbeleving aan te pakken als een socialisatieproces zet je een eerste stap in de richting van
een beter wederzijds begrip, van onderling respect en bovendien help je de kleuters hun
gevoel voor eigenwaarde te ontwikkelen. Fierheid en trots over het eigen kunstwerkje
koppelen aan respect voor de ander, het is een win - win situatie, een onontbeerlijk tegengif
voor de verzurende en kennelijk alsmaar harder wordende samenleving.