Moeders over stiefmoederschap: de mythe voorbij?

Charlotte
Maene

 “Angst zoals het in de film zou zijn; een boze stiefmoeder. Ze mag mijn dochter niet bewust pijn doen om haar pijn te doen.”

 

Vanuit de mythe van de boze stiefmoeder wordt hun rol vaker geproblematiseerd dan de betrokkenheid van stiefvaders. Enerzijds lijken mensen te verwachten dat stiefmoeders goed zorgen voor hun stiefkinderen en is men wantrouwig of dit zal gebeuren. Anderzijds worden stiefmoeders weinig geraadpleegd met betrekking tot de opvoeding van hun stiefkinderen.

 

Vanwaar deze dubbelzinnige verwachting? Hoe kan een moeder het takenpakket van een stiefmoeder mee bepalen?

 

Van een intrapersoonlijk proces naar een interpersoonlijke dynamiek

Moeders bepalen via verschillende strategieën mee de zorg van de stiefmoeder binnen het nieuw samengesteld gezin. Een eerste belangrijke overweging die moeders maken is het belang van hun identiteit als vrouw dan wel als moeder. Als een moeder voor zichzelf een exclusieve rol ziet weggelegd, dan is ze minder bereid om de stiefmoeder een groot takenpakket toe te wijzen.

Daarnaast gaan moeders de handelingen van de stiefmoeder evalueren: moeders met een positieve evaluatie willen zorg toelaten terwijl moeders met een negatieve evaluatie de betrokkenheid van de stiefmoeder liever willen beperken. Moeders nemen over het algemeen een positieve houding aan tegenover de stiemoeder wanneer ze de ontwikkelingskansen van het kind niet lijkt af te remmen. (Bijvoorbeeld: een stiefmoeder die haar stiefzoon of -dochter helpt zoeken naar een vakantiejob is iets wat eerder als positief zal worden gezien terwijl een stiefmoeder die vergeetachtig is met medicatie van stiefkinderen eerder als negatief zal worden beschouwd.)

Maar een moeder staat natuurlijk niet alleen met haar mening en idee over opvoeden; ook de vader, de kinderen en de stiefmoeder hebben elk hun eigen idee over hoe dit binnen het gezin moet verlopen. Uit al deze verschillende ideeën en hoe het gezin hierover communiceert ontstaat een patroon. Daarin kunnen verschillende strategieën opgemerkt worden over hoe de moeder het takenpakket van de stiefmoeder en vader beïnvloedt.

 

Diverse strategieën

Wanneer er een moeilijk contact is tussen de ex – partners en de moeder minder tevreden is over de zorg van de vader, dan kan ze de stiefmoeder als een partner beschouwen in de opvoeding van haar kinderen. De stiefmoeder vormt dan een aanvulling in de zorg.

Er zijn ook gezinnen waar de ex – partners goed met elkaar kunnen praten over de opvoeding van de kinderen en waar er een duidelijke taakverdeling tussen de beide ouders is. Het is voor de moeder moeilijker om te zien wat de specifieke bijdrage van de stiefmoeder in het gezin is. Ze zal proberen om het takenpakket van de stiefmoeder duidelijk af te bakenen of managen. Deze moeders benadrukken hun rol als expert door het biologisch moederschap.

In een derde strategie is het moeilijk voor de moeder om de zorgkwaliteiten van de stiefmoeder te beoordelen omdat er weinig informatie tussen beide gezinnen circuleert. De moeder heeft geen duidelijke invloed in de manier waarop de stiefmoeder voor de kinderen zorgt.

 

 

Wanneer een moeder niet tevreden is over de zorg van de stiefmoeder zorgt dit voor spanning tussen beide gezinnen. Wanneer ex – partners hierover niet constructief kunnen praten, en de kinderen bij het conflict betrokken worden levert dit problemen op. Het conflict wordt dan beëindigd door een derde partij, zijnde een familie of officiële organisatie zoals het CLB, de politie of de rechtbank.

 

Tijdsperspectief

Het is belangrijk te weten dat gezinnen een evolutie doormaken. De strategieën hebben een dyamisch karakter die door constante evaluatie van de gezinsrelaties en context worden bijgestuurd.

Wanneer moeders hun strategie veranderen dan wijzen ze steeds op het belang van het welzijn van hun kinderen binnen het gezin van de vader om keuzes te verantwoorden. Dit is voor moeders de meest betekenisvolle marker.

Een tweede opmerkelijke element is de leeftijd van de kinderen: de puberteit of jong volwassenheid. Ouders die wel of niet gescheiden zijn moeten gedurende deze periode hun takenpakket bijstellen dus is voorzichtigheid aangewezen om op basis van deze beperkte observaties de puberteit als ‘de’ bepalende factor aan te duiden.

Tot slot is er een derde element dat opvalt. Moeders baseren vaak hun evaluatie over de stiefmoeder op voorgaande gebeurtenissen, zoals de vorige stiefmoeder, of hoe zichzelf als moeder zien. Ook kan de kwaliteitszorg van de vader is dit geval doorslaggevend zijn.

 

Wat nu?

Tot slot is het belangrijk om stil te staan bij de manier waarop deze inzichten gebruikt kunnen worden door professionals in de ondersteuning van het nieuw samengesteld gezin.

Ten eerste is het belangrijk om moeders in de opbouw van de werkrelatie erkenning te geven voor hun betrokkenheid bij het belang van hun kinderen en hun positie als moeder te erkennen. Dit geeft de moeder het gevoel dat ze gehoord zal worden en betekenisvolle kennis heeft over de gezinsituatie.

Ten tweede is het interessant voor (stief)ouders om na te denken over hun relatie met de non – residentiële (stief)ouders omdat er automatisch enige beïnvloeding is tussen beide gezinssystemen. Voor gezinsbegeleiding is het een meerwaarde dat deze studie aantoont dat een stiefmoeder ook een kracht en ondersteuning kan zijn voor gezin, bijvoorbeeld wanneer er spanningen zijn tussen de ex – partners. Er kan getoetst worden ofdat de moeder toenadering tot de stiefmoeder overwogen heeft.

Ten derde is het zo dat in de situatie waarbij de moeder ongerust was over de zorg van de stiefmoeder, er vaak een slechte communicatie was tussen beide gezinnen was, wat leidde tot ernstige bezorgdheden. Deze moeten serieus genomen worden omwille van twee redenen. Enerzijds moet de moeder het gevoel hebben dat alles bespreekbaar is binnen de begeleiding. Het helpen kaderen van de bezorgdheden zorgt dan ook voor psychologische ontlasting. Anderzijds is het ook belangrijk om na te gaan in welke mate de bezorgdheden terecht zijn en of het al dan niet nodig is verdere stappen te ondernemen.

Samengevat kan gesteld worden dat nieuw samengestelde gezinnen complexer in elkaar steken dan zou blijken uit mythes en sprookjes. Om een relatie op te bouwen tussen moeder en stiefmoeder is het belangrijk dat er een minimum aan communicatie of overleg plaatsvindt tussen de (stief)ouders. 

Download scriptie (737.85 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Bart Van de Putte