Een familie van een dader van een levensdelict: mededader of slachtoffer?

Annelies
Reniers

Lente 2011. Vlaanderen wordt geconfronteerd met een familiedrama. Een man doodde zijn vrouw, het tragische einde van een jarenlange periode van relatieproblemen en schone schijn. Onder de categorie ‘slachtoffers’ vallen uitsluitend de overleden partner en haar nabestaanden. Maar wat met de familie van de dader?

 

Een doolhof van vragen

Enkele jaren geleden stond de tijd stil voor de familie Peeters, het licht ging voor hen even uit. Hun geliefde familielid Erik Peeters had zijn echtgenote Veerle gedood. De tot dan toe goed verborgen gehouden relatieproblemen kwamen na al die jaren aan de oppervlakte. Kort na de feiten werd de achtergelaten leemte evenwel opgevuld met vele vragen. Wat zal er met Erik gebeuren? Wanneer kunnen we hem zien en wat staat er ons allemaal nog te wachten? Maar wat vooral de familieleden van de dader naar de keel greep was dat zij maar niet konden begrijpen dat zij de gruwelijke informatie via het VTM Nieuws hebben moeten vernemen. Ze zonken weg in een dal van informatieloosheid en wisten niet waar ze met al hun vragen terecht konden.

 

Een brug te ver

Voor de familie begon een nieuwe, onbekende maar harde realiteit. Al snel werd pijnlijk duidelijk dat de overheid in de begeleiding en het deskundig adviseren van de familie van de dader ernstig tekortschoot. De overheid bood hen weinig tot geen hulp aan en vele vragen bleven onbeantwoord. Professionele hulp zoeken was een brug te ver, de confrontatie te pijnlijk. De noden en behoeften van de familie werden miskend en ze werden totaal aan hun lot overgelaten. Enkel Magda, een vriendin van de familie en juriste van opleiding, stond hun terzijde om zich een weg te banen door een landschap van onmetelijk verdriet en teleurstelling. Het eerste gevangenisbezoek was voor velen een harde confrontatie met de realiteit. De noodzakelijke informatie of begeleiding bleven maar afwezig en men voelde zich wederom aan hun lot overgelaten. Vooral het eerste weerzien met Erik na de feiten was voor velen moeilijk en erg pijnlijk. Voor hen zat niet de vrolijke mens van weleer, maar een gebroken man die terechtstond voor een levensdelict op diegene die hij het liefste zag. Ook het contact met de politie was voor velen niet vanzelfsprekend. Het feit dat de familie kort na de feiten niet door de politie werd ingelicht blijft een pijnlijke gebeurtenis.

 

Een aanslag op het vertrouwen in justitie

Toch bleef het geloof van de familie in het rechtssysteem onaangetast. Het was lang wachten op het uiteindelijke assisenproces, het sluitstuk van een tot dan toe slopende lijdensweg. Men was er immers van overtuigd dat de echte waarheid wel aan het licht zou komen en dat vele vragen eindelijk zouden worden beantwoord. De familie wist dat Erik een gepaste straf zou krijgen, iets wat de familie ook had aanvaard. Maar tijdens het proces werden wederom pijnpunten en tekortkomingen binnen het Belgisch justitiesysteem snel blootgelegd. Vanaf de eerste dag stond vast dat Erik geen eerlijk proces zou krijgen. Daar zou de betreurenswaardig rol van de voorzitster wel voor zorgen. Haar partijdigheid zorgde niet enkel voor een openbare vernedering, maar ook voor een bijzonder zware strafmaat. Een strafmaat die de familie niet kon vatten en die ook van buitenaf op weinig begrip kon rekenen. De familieleden moesten opnieuw een zware klap verwerken. Hun vertrouwen in justitie werd danig op de proef gesteld. Een zoveelste litteken in het helingsproces, opnieuw een zware mentale tik.

Naast de confrontatie met een falend justitiesysteem kwam men ook oog in oog te staan met tal van vooroordelen, afkeuring en onbegrip van zowel hun naaste als verre omgeving. Zo waren vreemde blikken in de supermarkt of negatieve reacties van buitenaf niet vreemd voor de familie Peeters. Mensen keken alle richtingen uit, maar een helpende hand op het moment dat ze die het hardst nodig hadden bleef uit.

 

Nog een lange weg te gaan

Met deze masterproef werden deze mensen aan het woord laten en hen een forum aangeboden om hun verhaal te doen. Dit alles zodat ze niet langer in de schaduw zouden staan. Ondanks hun gevoelens van teleurstelling en verontwaardiging, openden ze allemaal hun harten om mee te werken aan deze scriptie. Uit de interviews bleek al snel dat de beleving zowel gelijkenissen als verschillen vertoonde. De communicatie met de politie, de informatieoverdracht en de psychische ondersteuning waren erg belangrijke noden die bij velen ter sprake kwamen. Daarnaast had men vooral ook de behoefte om over de situatie te kunnen praten met anderen. De niet-erkenning als slachtoffer bleek hen met veel frustraties achter te laten. Om hier zo goed als mogelijk aan tegemoet te komen werden in de scriptie enkele aanbevelingen geformuleerd. Zo is een doorgedreven evaluatiesysteem binnen de gevangenis, een betere communicatie met de politie, alsook een professionele begeleiding en nazorg één van de vele punten die voor verbetering vatbaar zijn. Dit kan alleen maar de werking binnen de overheid verbeteren en versterken.

 

Levenslang

Een familie van een dader heeft ook rechten en mag zich eveneens in een slachtofferrol wentelen. Daarom zijn zij nog niet blind voor de fouten die hun geliefde familielid heeft gemaakt en aanvaarden zij ook een gepaste straf. Maar laat ons dan ook niet blind zijn voor hun verhaal, voor hun bekommernissen die veel gelijkenissen vertonen met de familie van het slachtoffer. Als ook de familie van daders op eenzelfde ondersteuning kan en mag rekenen, is een eerste belangrijke stap in de goede richting gezet. Want ook zij hebben levenslang gekregen.

Download scriptie (1.88 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Jelle Janssens
Kernwoorden