Nood aan wettelijke regeling draagmoederschap in België



Scriptie

In België bestaat er tot op vandaag geen specifieke wettelijke regeling voor draagmoederschap. In zijn scriptie zocht Tom Wijnant, master in de rechten (UGent), naar een oplossing om menselijke drama’s te vermijden.

In 2005 raakte België in de ban van Baby D. Een Belgische draagmoeder stond de baby af aan een Nederlands koppel, nadat het kind eerst aan Belgische wensouders werd beloofd. Hoewel de Belgische wensvader de genetische vader bleek te zijn, kreeg het Nederlandse koppel na heel wat juridisch getouwtrek toch de voogdij.

Gebrek aan wettelijk kader

“Sinds de zaak ‘Baby D’ deed het parlement diverse pogingen om een wettelijke regeling uit te werken, maar helaas zonder succes. Daardoor moeten wensouders en draagmoeders beroep doen op het bestaande afstammings-, adoptie- enverbintenissenrecht. Dat zorgt voor problemen”, stelt Wijnant. “Draagmoederschapovereenkomsten zijn nog steeds onafdwingbaar voor onze rechtbanken. Bijgevolg is de draagmoeder bij bevalling steeds de juridische moeder, zelfs als zij niet de genetische moeder is. Ze kan niet verplicht worden het kind af te staan. Wensouders kunnen dan weer niet verplicht worden het kind in hun gezin op te nemen, wat een probleem kan vormen wanneer het bijvoorbeeld gehandicapt ter wereld komt.” 



De Verenigde Staten als leerschool

Wijnant zocht in zijn scriptie naar een oplossing door het recht in de Verenigde Staten te bestuderen. In de V.S. valt draagmoederschap onder de bevoegdheid van de staten, wat voor een grote diversiteit in aanpak zorgt, van een verbod tot soepele regulering. Wijnant stootte er op regelingen die een antwoord kunnen bieden op de Belgische knelpunten. Zo pleit hij, op basis van de aanpak in onder meer Illinois, voor de erkenning van draagmoederschapovereenkomsten in België, mits een aantal strikte voorwaarden gerespecteerd worden. Eén ervan is dat de overeenkomst vòòr de verwekking van het kind aan een rechterlijke controle onderworpen wordt. Dat biedt de garantie dat de partijen een vrije en geïnformeerde toestemming geven en verhindert dat er commerciële motieven spelen. Die overeenkomst kan dan als basis dienen voor de juridische afstamming. Wijnant hoopt dat er snel een passende regeling komt: “Het is hoog tijd dat de wetgever z’n kop uit het zand haalt. Niet alleen voor de wensouders en de draagmoeder, maar vooral voor het kind dat nu het risico loopt om in zijn eerste levensjaren in een onmenselijke situatie te belanden.”

Dit artikel verscheen in Metro. Tom Wijnant sleepte met dit werk een nominatie in de wacht voor de Vlaamse Scriptieprijs 2014. 

Metro-artikel

Share this on: