Wat eten we vandaag … in de apotheek?

Lize
Vanhie

De rol van de apotheker bestond vroeger voornamelijk uit het bereiden, controleren en afleveren van medicatie. Door de vlotte toegankelijkheid van de apotheker als eerste aanspreekpunt, wordt deze rol meer en meer uitgebreid naar het begeleiden van patiënten en verschaffen van gezondheidsadvies. Aangezien voeding en gezondheid in onze maatschappij een belangrijke rol spelen, dient de apotheker in staat te zijn in deze context verantwoord advies te geven. Is de huidige apotheker hiertoe in staat? Is de opleiding voldoende aangepast aan deze noden? En wat zijn de belangrijkste voedingsgerelateerde vragen waarmee de consument naar de apotheker stapt?

 

Wat is gezonde voeding?

Gezonde voeding is één van de thema’s die niet meer weg te denken zijn uit onze huidige maatschappij. Door de globale digitalisering worden we continu geconfronteerd met advies over wat we moeten eten om ons beter te voelen. Maar is dit advies altijd voldoende wetenschappelijk onderbouwd? Als consument krijgt men zoveel informatie uit verschillende hoeken, dat het moeilijk wordt om objectief te bepalen wat nu ‘goed’ of ‘fout’ is. Aangezien apothekers vlot bereikbaar zijn en het vragen om advies laagdrempelig blijft, worden zij vaak geconfronteerd met voedingsgerelateerde vragen. In hun rol als professionals is het dan ook belangrijk om deze vragen op een zo betrouwbaar mogelijke manier te beantwoorden. Het voorzien van vakken omtrent voeding wordt bijgevolg steeds belangrijker binnen de farmaceutische opleiding. Het behoort niet tot de rol van de apotheker om opgeleid te worden tot een volwaardig nutritionist. Het hebben van een basiskennis omtrent de meest voorkomende voedingsgerelateerde vragen in de apotheek is echter wel essentieel.

 

Voedingsadvies in de apotheek

Om de apotheker in staat te stellen correct advies omtrent voeding te verschaffen, is een goede opleiding noodzakelijk. Het aantal uren voor voedingsgerelateerde vakken binnen de opleiding Farmaceutische Wetenschappen blijft echter beperkt. Het nagaan van de belangrijkste thema’s waarmee apothekers geconfronteerd worden, is dus noodzakelijk. In het kader van de masterthesis ‘Food- and nutrition-related questions in the community pharmacy: an observational study in Flanders’, werd nagegaan met welke voedingsgerelateerde vragen de apotheker geconfronteerd wordt. Het observationeel onderzoek werd uitgevoerd door laatstejaarsstudenten, die tijdens hun 28 weken stage gedurende elke maand de eerste 2 voedingsgerelateerde vragen noteerden die hun gesteld werden. Nadien werd door hen een vragenlijst ingevuld met extra informatie omtrent de aanpak van deze vragen. De 1004 verzamelde vragen werden vervolgens opgedeeld in categorieën op basis van hun onderwerp en verder geanalyseerd. Figuur 1 geeft de verschillende categorieën weer en de verhouding van het aantal vragen per categorie.

Afbeelding verwijderd.

Figuur 1: Distributie van de vragen binnen de 18 geanalyseerde categorieën

 

Hoewel de vragen divers waren, bleken bepaalde thema’s toch vaker aan bod te komen. Meer dan een derde van de vragen betrof voedingssupplementen. Consumenten vroegen hierbij voornamelijk advies over specifieke nutriënten, zoals magnesium, foliumzuur, vitamine D of ijzer, maar ook over het gebruik van supplementen voor extra energie, concentratie, weerstand of bij slaapproblemen, menopauze of depressie.

 

Een tweede belangrijke categorie, met 19% van de vragen, omvatte de vragen rond babyvoeding. Het vinden van de juiste voeding voor een baby is niet eenvoudig en ouders vragen hierbij vaak raad aan hun apotheker. Voornamelijk bij gastro-intestinale problemen (zoals constipatie, diarree, reflux of krampen), allergieën of intoleranties blijken ouders onzeker te zijn over welke voeding ze best aan hun baby geven.

 

De derde grootste categorie ten slotte, met 10% van de vragen, betrof de categorie ‘gezonde voeding en voedingsaanbevelingen’. Hierbij werden vragen gebundeld die peilden naar welke voeding en voedingsstoffen noodzakelijk zijn voor een gezonde levensstijl, maar eveneens naar welke voeding aan te raden is in geval van diarree, reflux, zwangerschap, jicht, enz.

 

Op basis van deze resultaten komen we te weten welke voedingsgerelateerde vragen het meeste aan bod komen in de apotheek en bijgevolg welke onderwerpen zeker aan bod moeten komen binnen de opleiding farmacie. Maar zijn de laatstejaarsstudenten tijdens hun stage in staat om deze vragen te beantwoorden?

 

Vraag raad aan uw apotheker, dan weet u het zeker?

 

Om na te gaan of de opleiding voldoende afgestemd is op de praktijk, moesten de laatstejaarsstudenten aangeven of zij de gestelde vragen correct konden beantwoorden en een degelijk advies aan de patiënt konden aanbieden. Algemeen bleek dat 55% van de vragen niet onmiddellijk kon beantwoord worden door de studenten. Zoals aangegeven in Figuur 2 verschilt dit percentage vrij veel per categorie. Een zeer positief resultaat is dat 99% van de studenten die een vraag niet konden beantwoorden, extra informatie opzochten. Na dit opzoekingswerk bleef slechts 5% van de vragen onbeantwoord.

Afbeelding verwijderd.

Figuur 2: Percentage onbeantwoorde vragen per categorie vóór het opzoeken van extra informatie (blauw) en na opzoekingswerk (rood).

 

Betekent het feit dat slechts de helft van de studenten de vragen onmiddellijk kon beantwoorden, dat de opleiding onvoldoende op de praktijk is afgestemd? Een vergelijking tussen studenten die een keuzevak rond dieetvoeding volgden en deze die dat niet deden, doet vermoeden dat dit niet het geval is. Het aantal onbeantwoorde vragen bleek niet significant te verschillen tussen beide groepen vóór het opzoeken van extra informatie. Na het opzoeken van informatie bleek de groep die het keuzevak gevolgd had echter beter te scoren. Dit doet vermoeden dat, hoewel het onmogelijk is om alle mogelijke vragen die in de apotheek gesteld worden te bespreken, het hebben van een basiskennis over de verschillende onderwerpen het vlot opzoeken van informatie bevordert.

 

Het aanpassen van de voedingsgerelateerde vakken binnen de opleiding farmacie is momenteel reeds aan de gang. Hierbij kan rekening gehouden worden met de voorgaande resultaten, zodat onderwerpen die vaker aan bod komen binnen de apotheek of waar de studenten meer moeite mee hadden, meer aan bod komen. Het omvormen van apothekers tot volleerde nutritionisten is binnen dit kader niet mogelijk noch wenselijk, zodat het bieden van een brede theoretische basis het streefdoel binnen de opleiding dient te blijven. Op die manier kan de apotheker wetenschappelijk onderbouwd advies geven binnen zijn mogelijkheden, maar doorsturen wanneer meer gespecialiseerd advies vereist is. Eén ding blijft zeker: vraag het aan uw apotheker, dan weet u het zeker!

Download scriptie (1.08 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof. Dr. Apr. S. De Saeger