Schrijven met vaart: van levensbelang

Laura
Elegeert
  • Hanne
    Dewaele

Beeldt u zich het even in: u krijgt een brief toegestuurd van meneer Tom Dewitte, een leerkracht secundair onderwijs, waarin de structuur zoek is, de aanspreektitel ongepast is, het onderwerp ontbreekt … Het gevolg: u ergert zich mateloos. Is dat het beeld dat de maatschappij van een leerkracht secundair onderwijs verwacht? Het antwoord is simpel: neen.

Uit bovenstaand voorbeeld blijkt dat we te maken hebben met een leerkracht die het niet voor elkaar krijgt om een correcte brief op te stellen. Maar is er meer aan de hand … Ook zijn e-mails bevatten geen duidelijke structuur, hij stelt vaak dubbelzinnige en dus onduidelijke vragen op schriftelijke toetsen, wanneer hij een uitnodiging opstelt vermeldt hij geen tijds- en plaatsbepaling en ga zo maar verder. We horen het u al denken: een leerkracht secundair onderwijs die er niet in slaagt om schriftelijke taaltaken tot een goed einde te brengen; dat kan niet door de beugel.

Voor Jan en alleman

Onze bachelorproef ‘Ondersteunde fichebox: Schrijven met vaart!’ richt zich tot elke leerkracht secundair onderwijs, dus ook tot meneer Tom Dewitte. Of het nu gaat om een taalleerkracht of een niet-taalleerkracht, elk van hen communiceert voortdurend: bewust of onbewust. Zo komt een leerkracht continu in contact met de Nederlandse taal, waarvan ook de schriftelijke taalvaardigheid deel uitmaakt. Graag geven we een voorbeeld mee om ons onderwerp verder te verduidelijken.

 

Radja is een veertienjarige jongen en een nieuwe leerling aan het Instituut Heilige Familie in Sint-Niklaas. Hij heeft moeite om zijn plaats te vinden in de klasgroep, maar doet erg zijn best om contacten te leggen. Daarnaast behaalt hij sinds de start van het schooljaar uitmuntende resultaten. De klastitularis van Radja heeft hier oog voor en wil hem een hart onder de riem steken door een mooie feedback te schrijven op zijn maandrapport. In dit geval gaat het om schriftelijke communicatie tussen de leerkracht en Radja. 

In bovenstaande situatie komt schriftelijke taalvaardigheid duidelijk aan bod. De vraag is echter of elke leerkracht secundair onderwijs weet hoe hij/zij hiermee aan de slag moet. Wat moet er precies aan bod komen in een schriftelijke feedback bij een rapport gericht aan leerlingen? Moet u eerst toespitsen op de eigenlijke resultaten of begint u beter met een algemeen beeld? Antwoorden op dergelijke vragen vindt u in ons eindwerk. We geven er tips, richtlijnen en voorbeelden mee die de leerkracht moet helpen om schriftelijke taaltaken te volbrengen. Andere voorbeelden zijn een e-mail opstellen aan ouders, een verslag schrijven tijdens een vergadering, een bericht sturen via een digitaal platform (bv. Smartschool) … Op die manier proberen we bij te dragen tot communicatief sterkere leerkrachten. 

Nood uit het werkveld

Na een uitgebreide enquête bij 30 leerkrachten in het secundair onderwijs ondervonden we dat niet elke leerkracht weet hoe hij/zij schriftelijke taaltaken tot een goed einde moet brengen. We analyseerden de resultaten van die peiling grondig en kwamen tot 17 thema’s, waarbij de bevraagde leerkrachten nog wat extra informatie wensten. Die thema’s verwerkten we in ‘Schrijven met vaart!’. Dat is een hulpmiddel dat fiches met tips, voorbeelden, checklists … bundelt in een box. Die fiches kunnen leerkracht raadplegen, wanneer ze problemen ondervinden bij een van die thema’s. We kozen voor een compact formaat, zodat iedereen dit kan raadplegen, eender waar, eender wanneer.

Hoe de leerkrachten het in het werkveld doen, is een kant van het verhaal. Daarnaast keken we ook naar de lerarenopleidingen. Meer specifiek onderzochten we de mate waarin zij zich inzetten om de schriftelijke taalvaardigheid van toekomstige leerkrachten secundair onderwijs naar een hoger niveau te tillen. Het is de taak van die opleidingen om de leerkrachten van morgen voor te bereiden op het zijn van een taalleraar. Het taalniveau van de leerkracht staat immers in verband met het taalniveau van zijn/haar leerlingen. Er kan dus niet genoeg aandacht besteed worden aan taal, en dat weten ook de lerarenopleidingen secundair onderwijs.

 

Vaak wordt gezegd dat op school alles taal is. Zonder taal is communiceren onmogelijk, zonder taal kunt u niet denken of leren. De rol van de leerkracht in dat proces is niet te onderschatten. Hij/zij is de schakel tussen de thuistaal en de onderwijstaal. Indien het taalniveau van de leerkracht niet beantwoordt aan de wensen van de maatschappij, zal de communicatie van morgen hier hinder van ondervinden. ‘Iedere leraar een taalleraar’, waarheid met de slag om de arm.

Download scriptie (4.85 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Mevrouw Joke Mornie