Het Belgisch Antigifcentrum bespraart centen in de gezondheidszorg (én bij de burger).

Anne-Marie
Descamps

Het Belgisch Antigifcentrum bespaart centen in de gezondheidszorg (én bij de burger)

 

Wat als er in ons land geen Antigifcentrum zou zijn? Dan zouden de uitgaven voor de gezondheidszorg en dus ook voor de belastingbetaler een stuk hoger liggen. Dat becijferde Anne-Marie Descamps in haar masterthesis aan de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van UGent. Volgens een minimalistische berekening levert elke euro die naar het Antigifcentrum gaat, een besparing in de gezondheidszorg op tussen 1,6 en 4,4 euro.

 

Het Antigifcentrum krijgt op zijn gratis nummer 070 245 245 jaarlijks 55.000 telefonische oproepen. De meeste oproepen komen van het publiek, maar ook medische professionelen bellen regelmatig het centrum. Een team van artsen en apothekers helpt zeven dagen op zeven mensen uit de nood. De oproepen zijn vaak hoogst dringend, dus moet het Antigifcentrum zo snel en efficiënt mogelijk de ernst van het probleem inschatten én een advies formuleren.

 

Dat advies kan eenvoudig zijn: mond spoelen, water drinken (of juist niet), niet braken. In de meeste gevallen (66,7%) kan dit gebeuren op de plaats waar het slachtoffer zich bevindt en is er geen extra medische hulp nodig. Toch krijgt 13,5% het advies om naar de arts te gaan en wordt 19,8% doorverwezen naar de spoed.

 

 

 

97% van de bellers volgt het advies van het Antigifcentrum

Wat gebeurt er na de oproep? “Om te achterhalen hoe de slachtoffers verder evolueerden, voerden we in februari-maart 2016 een enquête uit”, legt Descamps uit. “We belden 404 personen op die het Antigifcentrum hadden gecontacteerd omdat ze per ongeluk in contact waren gekomen met een (vermoedelijk) giftig product. Oproepen van medisch professionelen en opzettelijke vergiftigingen sloten we uit.”

 

Liefst 97% van de bellers antwoordden dat ze het advies van het Antigifcentrum hadden gevolgd, omdat ze het advies duidelijk vonden en/of waren gerustgesteld. Bij de helft van de gevallen waren geneesmiddelen of voedingssupplementen betrokken. Huishoudelijke producten waren goed voor 26,2% en cosmetica voor 7,9%.

 

“Gezien we in de enquête naar de minder ernstige intoxicaties peilden, had 79% van de mensen geen behandeling nodig en moest bijna niemand medicatie nemen. Van de slachtoffers mocht 92,1% ter plaatse blijven, werd 4,2% doorverwezen naar een arts en 3,7% naar de spoed. Het Antigifcentrum werd in 82,4% van de gevallen als eerste gecontacteerd. Toch raadpleegde 7,7% eerst een arts, die vervolgens had doorverwezen naar het Antigifcentrum. Slechts 2,23% gebruikte het internet als eerste informatiebron.”

 

Welke hulp zoeken slachtoffers indien het Antigifcentrum niet zou bestaan?

“Het aantal raadplegingen door een arts of onderzoeken in een hospitaal zou de hoogte inschieten: 49,3% zou een arts geraadpleegd hebben en 36,9% de spoed. De overige 13,8% zou informatie gezocht hebben bij familie of vrienden, internet, de apotheker of helemaal niets hebben gedaan.” (tabel 1)

 

Tabel 1: keuze van de slachtoffers bij aan- of afwezigheid van het Antigifcentrum

 

Anne-Marie Descamps: “Een tweede vraag die we ons stelden was welke invloed de aan- of afwezigheid van het Antigifcentrum zou hebben op de kosten van de gezondheidszorg. Hoewel gratis voor de beller, kost een oproep naar het Antigifcentrum de overheid € 25,87. Een raadpleging bij de huisarts kost gemiddeld (rekening houdend met wachtdiensten) € 34,25, inclusief remgeld. Ga je voor een vergiftiging naar de spoed en mag je dezelfde dag terug naar huis, dan kost dit  € 199,47. Een nachtje ziekenhuis doet de kost oplopen tot € 228,18 en voor een langer verblijf betaal je

€ 883,63 (mediaankost, waarbij 18% remgeld voor de patiënt werd geteld, nvdr).”.(tabel 2)

 

Tabel 2: Kostprijs medische diensten bij vergiftiging

 

Gebruik van het Antigifcentrum is goed voor de portemonnee

In derde instantie vergeleek Descamps de kostprijs van twee scenario’s: aanwezigheid van het Antigifcentrum versus afwezigheid. “We focusten ons op de intoxicaties uit de enquête: de personen die het Antigifcentrum belden omdat ze per ongeluk in contact waren gekomen met een giftig product.” Officiële cijfers werden bekomen bij de Cel Datamanagement van de FOD Volksgezondheid, het RIZIV en drie ziekenhuizen (UZ Gent, RZ Tienen en AZ Delta Roeselare).

 

Kost met Antigifcentrum (tabel 3)

Zoals aangegeven mocht 92,1% van de slachtoffers thuis blijven, 4,2% kreeg het advies om een arts te raadplegen en 3,7% werd doorverwezen werd naar het ziekenhuis. Van de 4,2% patiënten die naar de arts gingen, werd 5% verder doorgestuurd naar het hospitaal.  Van de 3,7% patiënten die naar het hospitaal gingen, werd 46% ambulant verzorgd,  bleef 21% een nachtje ter observatie (dag-hospitalisatie) en werd 33% gehospitaliseerd (klassieke hospitalisatie). Rekening houdend met de vooropgestelde verhoudingen kost dit € 43,68 per patiënt.

 

Tabel 3: Keuze van de slachtoffers bij aanwezigheid van het Antigifcentrum

 

Kost zonder Antigifcentrum (tabel 4)

Bij afwezigheid van het Antigifcentrum zou 13,8% geen medische hulp hebben ingeroepen, 49,3% zou een arts hebben geraadpleegd en 36,9 % de spoed. Van de 49,3% patiënten die naar de arts gingen, werd 15% verder doorgestuurd naar het hospitaal. Van de 36,9% patiënten die naar het hospitaal gingen, was er 46% ambulant,,  bleef 21% een nacht ter observatie en verbleef 33% meerdere dagen in het ziekenhuis. Dit resulteert in een kost van €190,78 per patiënt.

 

Tabel 4: Keuze van de slachtoffers bij afwezigheid van het Antigifcentrum

 

 

 

 

 

 

Voorgesteld in een beslissingsboom, geeft dit het volgende resultaat (figuur 1).

 

Figuur 1: beslissingsboom

 

Elke bespaarde euro is een win-win

De kostenverhouding € 43,68 per patiënt bij aanwezigheid van het Antigifcentrum tegenover € 190,78 bij afwezigheid, brengt ons tot een kostenbatenratio van 4,4. Voor elke euro die het Antigifcentrum uitgeeft bij toevallige intoxicaties bij het publiek, staat € 4,4 die zou zijn uitgegeven indien het Antigifcentrum er niet zou zijn.

Doen we dezelfde oefening voor slachtoffers van alle intoxicaties, dan is de kostenbatenratio nog steeds positief, namelijk 1,6.

 

“We wensen de bevolking te sensibiliseren om bij vergiftigingsproblemen in eerste instantie het gratis nummer 070 245 245 te bellen. De triage volgens ernst van de vergiftiging gebeurt snel en efficiënt. Het neemt druk weg bij de overbevolkte spoeddiensten, die jaarlijks meer dan 25.000 gevallen van vergiftiging moeten behandelen, is bovendien kosteneffectief voor de overheid en goed voor de portemonnee van de burger.” concludeert Descamps.

 

Download scriptie (1.89 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Professor Dr Dominique Vandijck