Mystiek in Gurdjieff's pianomuziek

hans
sluijs

Mystiek in Gurdjieff’s pianomuziek

 

  De Armeense filosoof/mystiek leraar/danser/schrijver/musicus George Ivanovitch Gurdjieff (Alexandropol, 1866 - Parijs, 1949) reisde aan het begin van de vorige eeuw jarenlang door Azië en Afrika, op zoek naar de aloude ‘esoterische’ kennis der mensheid.  Zijn bevindingen kristalliseerden zich tot een ‘ideeën-systeem’, dat Gurdjieff in de periode tussen de twee wereldoorlogen naar het Westen zal overbrengen.  Zijn lering is volledig gericht op bewustzijnsontwikkeling - de aspecten ‘dans’, ‘muziek’, en ‘intellectuele leringen’ zijn hier tot een triniteit verbonden. 

Het zal blijken dat Gurdjieff niet alleen filosofie maar ook muziek meebracht van zijn vele reizen, want hij assimileerde een ontzagwekkende hoeveelheid muziek.  Oeroude melodieën bij de bergvolkeren waar hij verbleef, heilige gezangen in de Tibetaanse kloosters, complexe ritmen bij de Derwish-dansen van de Sufi- gemeenschappen … Al deze invloeden waren wonderlijk genoeg in zijn fenomenaal geheugen blijven hangen.  Later kon hij erin slagen om deze inspiraties tot pianomuziek ‘om te kneden’, dankzij de hulp van zijn leerling/componist Thomas de Hartmann (Khoruzhivka, 1885 - New York, 1956).  Deze laatste had zelf een Westerse academische muziekopleiding genoten.  Bij deze samenwerking tussen de filosoof en de componist - te Parijs, tussen 1920 en 1927 - werden er enkele honderden wonderlijke pianostukjes gemaakt.  Het resultaat van dit ‘componeer-proces’ is een unieke mengeling van Oosterse en Westerse invloeden, in uiteenlopende stijlen. 

Lang na Gurdjieff’s dood werd een deel van deze muziek gepubliceerd, tot nu toe 166 stukken.  Het gaat hier dus om hóógst originele pianomuziek, die bovendien voor het piano-minnend publiek grotendeels onbekend is.  Dat gegeven maakte het dan ook tot een uitdaging om er, als muziekstudent, een scriptie over te schrijven.  

 

Omdat in Gurdjieff’s ideeën-stelsel ‘muziek’ een prominente plaats heeft toebedeeld gekregen, nam ik het besluit om de figuur van Gurdjieff in zijn 'totaliteit' aan te pakken, in plaats van me enkel te richten op de ‘Pianomuziek Gurdjieff/de Hartmann’.  De essentie van Gurdjiefff’s filosofie heb ik in deze tripartite scriptie vooraan uiteengezet.

Dit levensbeschouwelijke deel is eigenlijk een ‘surplus’ bij de scriptie, want schrijven over Gurdjieff’s filosofie is geen múst als masterstudent in de muziek.  

Een diepzinnig ‘extraatje’ dus, waarbij de bespreking van Gurdjieff’s scholen, leerlingen, en literaire output rijkelijk aan bod komen.               

                                                                                        

De delen II en III  van de scriptie kunnen ook afzonderlijk gelezen worden, als een studie die handelt over de ‘Pianomuziek van Gurdjieff/de Hartmann’

 

Gurdjieff’s leer

“Wij zijn niet wie we denken dat we zijn” (G.I.Gurdjieff)

  Hoe kunnen wij onszelf kennen?  Die vraag is cruciaal voor Gurdjieff, en zijn initiatie richt zich dan ook op ‘zelfkennis’ en ‘gewetensvorming’.  De mens is volgens hem gemaakt om ‘innerlijk’ te evolueren, naar een steeds hogere staat van objectiviteit.  Welke zijn de mogelijkheden tot die ‘innerlijke’ evolutie?  En waarom mogen we niets geloven?

Het besef van onze eigen onwetendheid geeft ons pas de mogelijkheid om ons Zijn te kunnen veranderen.  De ‘Vierde Weg’, zoals Gurdjieff zijn manier van veranderen noemt, brengt ons op een hoger bewustzijnsplan, en, los van enige religieuze overtuiging, kan deze leer in de praktijk gebracht worden.  ‘Aandachts-observatie’, ‘zelfherinnering’/-waarneming’, het bestuderen van onze ‘identificaties’ en onze ‘psychologische centra’ met hun ‘functies, het ontwikkelen van ‘buffers’, de wegen van de ‘fakir’, de ‘yogi’ en de ‘monnik’... zijn belangrijke begrippen die centraal staan in Gurdjieff’s stelsel.

Gurdjieff leert ons dat het door eigen wilsinspanning bereikte ‘onveranderlijke Ik’, de ‘persoonlijkheid’ weerspiegelt in zijn optimale evenwicht - waarbij onze emotionele, intellectuele en instinctieve functies in ‘staat van harmonie’ verkeren.

”De Weg begint niet onderaan de trap, maar pas als de hoogste trede beklommen is” (G.I.Gurdjieff)

Er is een hele voorbereiding nodig alvorens men op de Weg komt, daarom is er de noodzaak om ‘scholen’ te stichten. 

Na de eerste wereldoorlog introduceerde Gurdjieff zijn scholen in het Westen: in zijn ‘lesprogramma’ streefde hij naar een volledige synthese van alle inzichten die hij verworven had, steeds gekoppeld aan de fenomenen ‘dans’ en ‘muziek’.  Het instituut dat Gurdjieff oprichtte in 1917 te Parijs, het ’Harmonious Institute for the Development of Mankind’, droeg het vaandel hoog inzake bewustzijnsontwikkeling - vanuit dit belangrijke centrum expandeerde zijn leer naar alle continenten.

Gurdjieff’s pianomuziek

  Gurdjieff was een ‘amateur’-muzikant vergeleken met de academisch gevormde Thomas de Hartmann, hij kon zelfs geen muzieknoten opschrijven.  Toch wou hij iets doen met deze ‘geabsorbeerde’ muziek, het paste in zijn ideeën-stelsel.  Hij wou met deze pianomuziek zijn intellectuele lezingen opluisteren - ze moest een meditatieve functie hebben, en niet enkel dienen om bepaalde bewegingsvormen te begeleiden (Gurdjieff’s ‘Movements’).  Dertig jaar lang was deze muziek ‘binnenshuis’ gehouden, alvorens deze wereldwijd stap voor stap verbreiding kon vinden. 

We kunnen de 166 gepubliceerde pianostukken in 3 fundamentele genres onderbrengen: de liederen met hun eenvoudige, ‘folkloristische’ inslag; de dansen met hun complexe ritmiek; en de hymnes met hun contemplatief karakter.  De hymnes zijn vaak gebaseerd op spiritueel en symbolisch afgeleide elementen.

Bij de analyse van deze muziek is gebleken dat deze vooral op het vlak van de ‘polyritmiek’ interessant is; op harmonisch vlak constateren we een ‘archaïsch’ aandoende schrijfwijze, in een overvloed van melodische rijkdom.

De kruisbestuiving van Oosterse en Westerse elementen geeft een uniek beeld, en het is niet eenvoudig om deze muziek zomaar ergens te ‘klasseren’ of te gaan vergelijken. 

De volledige analyse, aan de hand van compositorische parameters, bracht alleszins stijlenmerken en compositieprocedés aan het licht.  Verder werden alle toonaarden, wendingen, polyritmische structuren en eigenaardigheden, die deze muziek rijk is, in kaart gebracht en verhoudingsgewijs opgetekend.  

Er is getracht deze muziek ‘rationeel’ te bekijken, vanuit een koele, compositorische objectiviteit - door onderzoek en analyse werd deze tenslotte losgekoppeld van Gurdjieff’s eigen subjectiviteit.

Ten slotte

  De ideeën van Gurdjieff zijn wel al vaak, en door zeer verscheidene auteurs, in kaart gebracht.  Echter over de pianomuziek vinden we maar weinig informatie - meestal musicologische of historische informatie, maar geen uitgebreid analytisch onderzoek, zoals we die in deze scriptie wél kunnen aantreffen. 

Gurdjieff's filosofische, initiërende én muzikale elementen te verenigen, was noodzakelijk geweest om ‘Gurdjieff’ in zijn totaliteit te kunnen weerspiegelen.                                         Deze scriptie bezit dus niet enkel een musicologische relevantie, maar ook een filosofische – wat haar een fijne bijzonderheid meegeeft!  

Download scriptie (29.46 MB)
Universiteit of Hogeschool
AP Hogeschool Antwerpen
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Yves Senden