Peilen naar de behoeftes van kennelhonden: de invloed van twee vloermaterialen op hun gedrag en voorkeur

Isabelle
Van Impe

Peilen naar de behoeftes van kennelhonden: de invloed van twee vloermaterialen op hun gedrag en voorkeur

 

De hond leeft al duizenden jaren aan de zijde van de mens, maar over zijn gebruiksnoden met betrekking tot een bepaalde kennelinrichting kan hij met ons niet verbaal communiceren. Het is echter van belang de behoeften van het dier en vereisten die het stelt aan zijn gesloten omgeving te kennen en deze voorop te stellen. In dat opzicht verdient ook de kennelvloer aandacht omdat het dier hiermee het dichtst in contact treedt. Nieuwe producten zoals het in dit onderzoek onderzochte type roostervloer doen hun intrede maar in het belang van het dierenwelzijn dient onderzocht te worden of deze geen nadelige gevolgen hebben. Hierover meer duidelijkheid krijgen kan ondermeer door een gedrags- en preferentie onderzoek uit te voeren en de resultaten te toetsen aan de hedendaagse inzichten met betrekking tot goed dierenwelzijn.

Gangbare eisen gesteld aan een kennelvloer

Maar vooraf dienen de gangbare eisen voor een geschikte kennelvloer geïdentificeerd te worden. Uit de analyse van de wetgevingen van België en de ons omringende landen die de huisvestingsvoorwaarden voor honden regelen blijkt dat de wetgevers het globaal eens zijn over de belangrijke principes die het welzijn van de hond in een kennel moeten waarborgen. Een geschikte vloerbedekking dient variatie in natuurlijk gedrag toe te laten, mag niet schadelijk zijn, garandeert de  dierengezondheid en veroorzaakt geen kwetsuren. Daar staat tegenover dat de invloed van de omgevingsfactoren in de kennel en de eventuele wisselwerking van een vloermateriaal met het microklimaat onvoldoende wordt onderkend. Factoren zoals bijvoorbeeld excessief geluid of luchtvochtigheid in een kennel hebben welzijnsimplicaties en enkel het Verenigd Koninkrijk erkent deze door concrete eisen te stellen aan het materiaal van de kennel.

Eisen gesteld vanuit de biologie van de hond

Wannneer hondenwelzijn in een kennel wordt onderzocht dan schetst dit een multi-dimensioneel beeld bestaande uit drie componenten. Er dient in de eerste plaats tegemoet gekomen worden aan de gedrags- en sociale behoeften van de hond. Daarnaast bepalen een heel spectrum van omgevingsfactoren zoals luchtvochtigheid, temperatuur, licht, geluid, ammoniak- en zuurstofgehalte ofwel de micro-omgevingscondities in de kennel voor een groot deel of het dier al dan niet vrij blijft van ziekten en stress. Daarbovenop kunnen materialen invloed uitoefenen op de twee voorgaande. De keuze voor het gepaste materiaal en de constructie is dus niet onbelangrijk. Zo kan de thermische geleidbaarheid van bijvoorbeeld steen of beton versus kunststofmaterialen invloed hebben op het warmtecomfort van de hond.

Beton versus roostervloer: het effect op de hond

De evaluatie van kennelvloeren voor honden is nodig om de potentiële impact op hun gedrag, welzijn en gezondheid te kunnen inschatten. Daarom is in een praktijkonderzoek het gedrag van de honden geobserveerd die zich afwisselend in een kennel met een betonnen of roostervloer bevonden. Uit de resultaten van het observatie onderzoek blijkt dat de dieren een verschillend gedragspatroon vertoonden op beide vloertypes. De dieren waren duidelijk meer en langer actief op een betonnen vloer en vertoonden meer onderzoekend gedrag. Daar staat tegenover dat  de honden langer rusten wanneer ze werden gehuisvest op de roostervloer. Het is niet helemaal duidelijk waarom de dieren dit verschillend gedragspatroon vertoonden. De literatuur zegt dat dieren in het algemeen niet graag rusten op vochtige en/of koude vloeren. Kan dit het verhoogde rustgedrag op de roostervloer of het verschillend gedragspatroon op beide vloertypes verklaren? Of was de roostervloer door zijn kunststofcoating en dus isolerend vermogen meer comfortabel om op te rusten? Of misschien laat een betonnen vloer meer actief gedrag zoals rennen toe? Uit een tweede onderzoek die naar de opinie van de hond over de huisvesting op beide vloertypes peilde blijkt dat de honden wel degelijk de roostervloer prefereerden ongeacht eerdere gewenning aan dit type vloer. Een diepere analyse van de resultaten van het observatie-onderzoek toonde echter aan de honden meer blaften, piepte of gromde op een roostervloer en tevens een tendens vertoonden om dit langer vol te houden. Deze gedragingen signaleren stress bij het dier en dit dient zoveel mogelijk vermeden te worden net zoals het vertonen van abnormaal gedrag waarvoor ook hier de honden een tendens vertoonden op een roostervloer. Het dierengeneeskundig onderzoek op een steekproef van honden gaf geen duidelijke aanwijzing dat dit type roostervloer aanleiding kan geven tot meer pootproblemen dan wanneer ze gehuisvest worden op beton.

De interpretatie van deze gegevens was dus niet zo makkelijk. Met betrekking tot het  gebruik van dit roostervloertype zijn de resultaten van dit onderzoek niet eenduidig positief maar ook niet overtuigend negatief. Er zijn echter veel randvoorwaarden verbonden aan het gebruik van roostervloeren en een aantal factoren zijn niet onderzocht. Wat zeker is is dat het geen gemakkelijke taak is om een vloer te ontwerpen die zowel en volledig tegemoet komt aan de eisen van het dier als die van het management. Bovendien is het aanbieden van één vloertype in een verblijf mogelijk problematisch omdat de eisen die het dier stelt aan een vloertype om te liggen, rusten of slapen anders kunnen zijn dan de eisen voor een goede staan- en loopruimte die activiteit en het uitvoeren van zo veel mogelijk gedragsvariatie toelaten.

Ook kan hieruit geconcludeerd worden dat ongeacht welk type vloer een geschikte vloerbedekking en kennel dienen te beantwoorden aan enkele eisen zoals het voorzien van een thermisch geïsoleerde en altijd droge rustplaats. De vloerbedekking laat bovendien door de keuze van het materiaal en constructie een snelle evacuatie van vloeistoffen toe en vermindert de luchtvochtigheid. De vloerbedekking is stevig en slipvast zodat het steun en comfort biedt voor het uitvoeren van actief gedrag. Het mag geen aanleiding geven tot afwijkend gedrag en geschikt zijn voor alle leeftijdscategorieën en dieren in een bijzondere fysiologische toestand. Het materiaal mag ook niet toxisch zijn en vloermateriaal dat na verloop van tijd kan scheuren, afbladderen of schilferen voldoet niet aan de hygiënische eis.

Download scriptie (3.93 MB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Hilde Vervaecke
Thema('s)