De strijd tegen sociale dumping in de transportsector: een veelheid aan betrokken actoren

Cathy
Steelandt

Politici leveren al jaren inspanningen in de strijd tegen sociale fraude. Sociale fraude vormt immers ernstige risico’s voor de samenleving. De markt wordt verstoord door concurrentievervalsing en de overheid misloopt een hoop sociale inkomsten en belastinggeld.

Het tijdperk echter waarin louter zwartwerk, simpele uitkeringsfraude en bijdragefraude de grote boosdoeners waren, is voorbij. Sinds de eenmaking van de Europese markt en bijgevolg de toenemende grensoverschrijdende dienstverlening en tewerkstelling, krijgt men meer en meer te maken met georganiseerde fraude. Het fenomeen “sociale dumping” waarbij bedrijven fictieve vennootschappen of ‘postbusvennootschappen’ oprichten in lidstaten waar belastingen, sociale standaarden en arbeidsvoorwaarden veel lager liggen en van daaruit aldus goedkopere werknemers tewerkstellen, is niemand nog onbekend.

Volgens recente berichtgevingen in de media laten de gevolgen van het fenomeen zich bijzonder voelen in onze Belgische transportsector. De Belgische Transportarbeidersbond beweert de afgelopen vier jaar zo’n zesduizend jobs voor Belgische chauffeurs te hebben zien verloren gaan ten gevolge van sociale dumping. In hun plaats zitten Midden- en Oost-Europeanen achter het stuur in de vrachtwagens. Deze mensen worden volgens de BTB ronduit uitgebuit: zij blijven soms maandenlang weg van huis, leven in hun vrachtwagen, in slechte hygiënische omstandigheden en ontvangen een veel te laag loon.

Om het groeiend fenomeen de kop in te drukken, heeft de Belgische Staat de strijd tegen sociale dumping in de transportsector aangebonden en doet daarvoor beroep op alle actoren die ook maar een bijdrage kunnen leveren in de aanpak hiervan. De overheid stimuleert die diensten ook om volledig samen te werken, omdat enkel op deze manier sociale dumpingpraktijken getackeld kunnen worden.

Wie houdt zich bezig met de aanpak van sociale dumping in deze sector?

In de eerste plaats de sociale inspectiediensten. De vier grote federale sociale inspectiediensten zijn: Toezicht op de Sociale Wetten (TSW), De Sociale Inspectie (SI), De Inspectiedienst van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en De Inspectiedienst van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Daarvan zijn de twee eerst vernoemde partijen de belangrijkste spelers in het sociale dumpingverhaal.

Omdat de transportsector een zeer specifieke sector is, met zeer specifieke cao’s en omdat binnen de overheid de overtuiging gegroeid is dat de problemen in de transportsector strenger moeten aangepakt worden, is er binnen TSW in Mechelen voor gans Vlaanderen een directie opgericht die zich hier specifiek op focust. Tevens zijn er binnen de territoriale directies aparte cellen opgericht met inspecteurs die zich specifiek toeleggen op grensoverschrijdende tewerkstelling van buitenlandse werknemers en buitenlandse bedrijven en dit in verschillende sectoren waaronder ook de transportsector. Deze worden de Cellen Netwerk (ofwel: Cellen Covron) genoemd.

Binnen de SI is elke provinciale dienst ingedeeld in een aantal cellen naargelang van specialisatie. Hier focust de cel GOT zich op grensoverschrijdende tewerkstelling om te achterhalen of er inbreuken gepleegd worden tegen het toepasselijke sociale zekerheidsrecht wanneer Belgische ondernemingen opdrachten uitbesteden aan buitenlandse werknemers.

Naast deze sociale inspectiediensten spelen enkele politiediensten tevens een belangrijke rol in de aanpak van sociale dumping in de transportsector.

Binnen de Federale Gerechtelijke Politie bestaat er voorlopig enkel in West-Vlaanderen een gespecialiseerd Team ter bestrijding van sociale dumpingpraktijken: het Team Mensenhandel-Sociale fraude. Dit team heeft een unieke samenwerking ontwikkeld met de sociale inspectiediensten binnen haar grondgebied en dit in het kader van grote onderzoeken/dossiers.

Binnen de Federale Bestuurlijke Politie speelt De Federale Wegpolitie een belangrijke rol. Vermits sociale dumping binnen de transportsector veelal gepaard gaat met allerhande inbreuken op de vervoerswetgevingen (documenten die niet in orde zijn,…), tachograaffraude, inbreuken op de rij- en rusttijden, enzovoort… en de wegpolitie geregeld met dergelijke inbreuken geconfronteerd wordt, is zij vaak de eerste vaststeller van sociale dumpingpraktijken. Omwille van de door hen uitgevoerde wegcontroles, zijn de mensen van de Wegpolitie dus als het ware de ogen op de baan van alle andere betrokken actoren. Bij vermoeden van inbreuken op andere wetgevingen dan op de vervoerswetgeving, brengt de wegpolitie de bevoegde diensten hiervan op de hoogte.

Ook de Scheepvaartpolitie speelt vaak een rol in de strijd tegen sociale dumping in de transportsector. In havengebieden en in de omgevingen ervan zijn dikwijls veel transportbedrijven en logistieke distributiecentra gelegen en is er dus veel wegverkeer van en naar deze bedrijven. Naar analogie met de werking van De Federale Wegpolitie, fungeert de Scheepvaartpolitie als de ogen van alle andere betrokken actoren.

Er moet ook stilgestaan worden bij de inbreng van lokale politiediensten in de strijd tegen de sociale dumping in de transportsector. Deze inbreng behelst voornamelijk een ondersteunde rol als er door één of meerdere actoren in het kader van een sociale dumpingdossier een actie ondernomen wordt op het veld.

Andere inspectiediensten die een rol spelen in de aanpak van sociale dumping binnen de transportsector zijn de Directie Controle op het Wegvervoer bij FOD Mobiliteit, de Douane en de Bijzondere Belastinginspectie. FOD Mobiliteit en de Douane worden alsook aanzien als eerste vaststellers op de baan.

Alle sociale dumpingdossiers komen terecht op het arbeidsauditoraat. De arbeidsauditeurs hebben een leidinggevende rol in grote sociale dumpingdossiers die dikwijls samenwerking tussen verscheidene diensten vergen. Zij zorgen alsdan voor een efficiënte taakverdeling.

Naast de arbeidsauditeurs zijn ook parketmagistraten mensenhandel/mensensmokkel van belang. Deze parketmagistraten kunnen in geval van grove sociale dumpingpraktijken die neigen naar mensenhandel en de inbreuken op het sociale recht overschaduwen, in samenspraak met een arbeidsauditeur betreffend dossier naar zich toetrekken. Omgekeerd kan een parketmagistraat ook zijn dossier uit handen geven en overmaken aan een arbeidsauditeur in deze gevallen waar er niet zozeer sprake is van mensenhandel, maar wel van omvangrijke sociaalrechtelijke inbreuken.

Samenvattend kan gesteld worden dat de voornaamste actoren actief in de strijd tegen sociale dumping in de transportsector de volgenden zijn: de sociale inspectiediensten TSW, SI, de federale politiediensten FGP, SPN, WPR, de lokale politie, de Directie Controle op het Wegvervoer van FOD Mobiliteit, de douane en de justitiële actoren: het arbeidsauditoraat en het parket van de Procureur des Konings.

Cathy Steelandt

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof. dr. Verhage Antoinette