De uitverkoop van het ACW

Didier
Verbruggen

De uitverkoop van het ACW

 

De christelijke arbeidersbeweging heeft niet alleen veel politieke mandatarissen, ze beschikt met Arcofin ook over de grootste sociale holding van het land. Als sterkhouder van Groep Arco, de financiële poot van het ACW, keert Arcofin dit jaar 70 miljoen euro aan dividenden uit. Bijna 15% van dat manna daalt neer over het ACW en zijn deelorganisaties. Maar voor wat, hoort wat. Het ACW speelde vanaf 1992 zowat al zijn eigen bedrijven kwijt. In 2001 kreunden de militanten onder de genadeslag. Sinds Dexia in dat jaar de bank- en verzekeringsbedrijven Bacob en DVV overnam, staat volgens hen de ziel van de zuil op de beurs genoteerd.

 

Al in de negentiende eeuw richtte de christelijke arbeidersbeweging eigen bedrijfjes op als alternatief voor de kapitalistische economie. Bakkerijen, kruideniers en spaarkasjes, geleid volgens coöperatieve principes, moesten de koopkracht van de proletariër verhogen. Dankzij de inzet van vele duizenden militanten groeiden de ACW-coöperaties uit tot een machtig sociaal-economisch imperium.

 

Het feit dat dit imperium op één decennium tijd ten prooi aan de vrije markt gevallen is, had in de media toch op zijn minst een aantal vragen moeten oproepen. Vreemd genoeg is dat niet gebeurd. Meestal meldt de pers de afzonderlijke verkopen wel, maar geen enkele journalist denkt eraan ze allemaal eens op een rij te zetten. Het lijstje is nochtans indrukwekkend.

 

In 1992 komt bureauticaverdeler Samko in handen van het Nederlandse Ahrend. Twee jaar later gaat de krant Het Volk naar de VUM en neemt BIT het reisbureau Ultra Montes over. In 1995 wordt marketeer Leeward en Windward in de etalage gezet. Drukkerij Sofadi volgt begin 2000. Op het eind van dat jaar vindt de beweging in ruil voor de vakantiecentra Hengelhoef en Zon & Zee een pakketje van 33 miljoen euro onder de kerstboom, getekend: Johan Vande Lanotte. Dat bedrag maal honderd zijn de aandelen waard die Dexia drie maanden later over heeft voor Bacob en DVV, de paradepaardjes uit de stal van het ACW. In 2002 tenslotte gaat ook vakantiecentrum Iepenburg over de toonbank.

 

Het gevolg van die uitverkoop: wie anno 2004 in het Belgische ondernemerslandschap naar sporen van het ACW zoekt, heeft een vergrootglas nodig. Alleen in farmaceuticaverdeler EPC houdt de beweging nog een meerderheidsbelang aan. Kortom, de historische ondernemersrol van het ACW is uitgespeeld.

 

Maar al morren de militanten van het ACW omdat hun coöperaties uit het straatbeeld verdwenen zijn, hun beweging wordt ondertussen wel slapend rijk. Geen enkele sociale organisatie in ons land kan tippen aan de cijfers die ACW-deeltak Groep Arco in maart 2004 voorlegde. Het geconsolideerde eigen vermogen van de groep rondde de kaap van 3 miljard euro, het balanstotaal wipte over de lat van 4 miljard. Als nettoresultaat zette Arco 185 miljoen euro neer, een cijfer dat grotendeels gevormd wordt door het resultaat van Dexia, waarvan Arco met een belang van 15,2 % referentieaandeelhouder is.

 

Dankzij de Dexia-operatie zwelt de dividendenstroom naar Groep Arco jaar na jaar aan. Haar zowat één miljoen coöperatieve aandeelhouders kunnen zich daarom nu verheugen in een opbrengst van 5% op hun spaarcenten. Het ACW en zijn deelorganisaties krijgen zelfs een return van 8% op hun ingebrachte kapitaal, wat neerkomt op 11,5 miljoen euro.

 

Door haar opmerkelijke financiële prestaties beantwoordt Groep Arco aan de historische doelstellingen van de arbeiderscoöperaties. De slagkracht van de beweging neemt toe, net als de koopkracht van de kleine spaarder/aandeelhouder. Een kritische benadering van de uitverkoop van het ACW mag dus niet eenduidig zijn. Het zou dom zijn om meteen alle financiële operaties van Arco op één marxistische hoop te gooien. Geld stinkt dikwijls, maar niet altijd.

 

Wel is het bijzonder interessant om alle verkopen eens één voor één onder de loupe te nemen. Wie nam welke beslissing en vooral: waarom? Was elke verkoop wel echt noodzakelijk? En wat vinden de vroegere directieleden over de verkoop van “hun” bedrijf? Maar de vragen kunnen ook concreter. Hier een greep uit de ton.

 

Wat verwijt Samko-directeur Frans D’Haeyer aan Arco-topmannen Marc Tinant en Rik Branson? Antwoord: dat Arco het bedrijf had kunnen redden door een fout gelopen investeringsoperatie recht te trekken.

 

Waarom ontsloeg ACV-voorzitter Willy Peirens in 1991 Antoon Van Melkebeek, directeur van Het Volk en drukkerij Sofadi? Antwoord van Van Melkebeek: omdat Peirens zijn handen vrij wilde om Het Volk te verkopen. Het Arbeidshof van Brussel oordeelde in beroep dat het ontslag niet terecht was. Het kwam Sofadi te staan op 6 miljoen frank en de vakbondsvoorzitter persoonlijk op 250.000 frank. Reactie van Peirens: Van Melkebeek was niet in staat een nieuw concept voor de verlieslatende krant uit te werken.

 

Wat heeft de Lernout en Hauspie-affaire met de verkoop van Bacob en DVV te maken? Antwoord: de meningen zijn verdeeld. Niets, volgens Rik Branson. Alles, volgens Erik Bomans van Deminor, een Brussels advocatenbureau dat de belangen van minderheidsaandeelhouders verdedigt. Enkele elementen in de discussie zijn: een kredietrisico van 7 miljard frank van de ACW-bankgroep bij LHSP; de inverdenkingstelling door het parket wegens vermeende fraude vanwege de bankgroep; de functie van bestuurder die ex-Bacobdirecteur Hubert Detremmerie vanaf 1995 bij LHSP bekleedde.

 

Is er sprake van malversaties bij de Gentse ACW-spaarbank VDK om een overnamepoging door Bacob in ’98-’99 te doen mislukken? Volgens Deminor wel maar het blijft wachten op een definitieve uitspraak van het gerecht. De zaak wordt momenteel nog door het parket onderzocht.

 

Betekent dit alles dat het ACW of Arco maffieuze organisaties zijn? Natuurlijk niet. Het betekent wel dat zakendoen voor een sociale organisatie dikwijls dansen is op een slappe koord. Want al beweert die organisatie zelf dat het sociale en het economische elkaar in het coöperatiewezen innig in de armen sluiten, een nader onderzoek van de feiten toont een toch wat minder harmonisch plaatje. Moraal van het verhaal: wie zich met een wit pak in het vrije marktgewoel begeeft, komt er niet zonder modderspatten uit.

Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2004