Klop ik terug? Of toch eerst even een praatje slaan? Een leidraad voor hulpverleners die met agressie in aanraking komen.

Liesbeth
Vrancken
  • Lene
    Van der Looy

Klop ik terug? Of toch eerst even een praatje slaan?

Een leidraad voor hulpverleners die met agressie in aanraking komen

 

‘Jeugdbendes terroriseren Efteling’, ‘Kind van zes jaar ontsnapt met geweld uit politiecombi’, ‘Ex-leerling slaat directeur in elkaar’, ‘Overburen schieten op brandweerman’, zijn maar enkele hedendaagse krantenkoppen.  Of agressie in onze huidige samenleving ook effectief toeneemt laten we in het midden, maar het staat wel vast dat agressie meer en meer mediabelangstelling krijgt. 

 

Ook in de hulpverlening is het probleem deze dagen niet meer weg te denken.  Denk maar aan de scheldpartijen aan de balie van een spoedafdeling, het bedreigen van een leerkracht, de losse handjes van patiënten naar verpleegkundigen toe, het slaan van opvoedsters door geplaatste jongeren, …

 

Bovenstaande gebeurtenissen zijn voorbeelden van agressie. Om over agressie te kunnen spreken is het wel noodzakelijk dat we dezelfde definitie van agressief gedrag hanteren, namelijk:

“Agressief gedrag is normoverschrijdend gedrag waarbij psychische, fysische of materiële schade wordt toegebracht aan personen of objecten, tegen de wil van de betreffende personen.  Dit gedrag kan zowel intentioneel als niet-intentioneel voorkomen, maar de schade mag niet per toeval toegebracht worden.”

 

Een ander probleem waarmee hulpverleners geconfronteerd kunnen worden, is dat ze niet weten hoe ze op dergelijke voorvallen moeten reageren.  We hebben er daarom voor gekozen een praktische handleiding ‘Hoe omgaan met agressie?’ te creëren.  Deze kan hulpverleners helpen op een gepaste manier met agressie om te gaan. 

 

De leidraad geeft mogelijke acties en reacties weer en geeft aan welke handelingen je als hulpverlener kunt toepassen en welke je beter kunt vermijden.  Bij het omgaan met agressie worden de te volgen stappen, die afhankelijk zijn van de fase waarin de agressie zich bevindt, gebundeld in een actieschema.  Dit schema geeft achtereenvolgens een aantal stappen weer die de hulpverlener kan volgen wanneer hij met agressie geconfronteerd wordt. 

 

controleren van eigen emoties

Zorg ervoor dat je niet overspoeld raakt door je eigen emoties. De agressor zal je niet serieus nemen als je begint te stotteren of zenuwachtig van je één been op je ander wiebelt.

 

inschatten van de situatie

De manier waarop de agressor tegenover je staat, maakt dat je als hulpverlener een ander beeld gaat vormen van de situatie.  Een man die een wapen tegen je hoofd houdt, komt meestal bedreigender over dan een vrouw die je uitscheldt voor ‘domme gans’.

 

controle nemen over de situatie

Dit hangt fel samen met de keuze van de strategie.

 

de juiste strategie kiezen

De hulpverlener heeft keuze uit drie strategieën:

 

Bij de ontwijkende strategie gaat de hulpverlener de confrontatie met de agressor uit de  weg door bijvoorbeeld een collega in te schakelen.

 

Dit in tegenstelling tot de confronterende strategie waar de hulpverlener de situatie in handen gaat nemen.  Door duidelijk weer te geven welk gedrag je van de agressor verwacht en welk gedrag je niet tolereert, zorg je ervoor dat je de situatie naar je hand zet.

“Ik begrijp dat je kwaad bent, maar ik zou graag hebben dat je nu eerst gaat zitten en je mes op tafel legt, dan luister ik naar je verhaal.”

 

Het doel bij een deëscalerende strategie is de agressie, en dan vooral de escalatie ervan te verminderen door op een bepaalde manier met de agressor om te gaan.  Dit kan door de agressor serieus te nemen door hem uit te laten razen en zijn gevoelens te erkennen door er iets over te zeggen.  Je mag geen waaromvragen stellen, jezelf boven de ander plaatsen of in de verdediging gaan als je het conflict niet wil doen escaleren.

 

afgrenzen

De hulpverlener moet -vanaf het begin- zijn grenzen duidelijk maken aan de agressor, door het stellen van omgangsregels en het eisen van respect (het is natuurlijk belangrijk om zelf ook respect te hebben voor de agressor).  Tenslotte kan je niet verwachten dat de agressor weet waar je als hulpverlener wel of niet mee om kunt.  Sommige mensen steigeren als men hun arm aanraakt, anderen vinden dit de normaalste zaak van de wereld.   

 

roepen van hulp of zichzelf verdedigen

Als men de mogelijkheid ziet om interne of externe hulp in te roepen, doe dit dan!  Spreek een code af met je collega, zodat hij weet wanneer je hulp kan gebruiken, bijvoorbeeld: “De informatie die je daarstraks vroeg, heb ik gevonden, kom hem maar halen als ik met deze cliënt klaar ben.”  Op deze manier zal de cliënt niet het gevoel hebben dat het over hem gaat.

 

verwerken van de gevolgen. 

Een agressieve situatie kan verschillende gevolgen hebben. Men kan lichamelijke, materiële en psychische schade oplopen, denken we maar aan een blauw oog, een bril met een barst in of een trauma.

 

Het volgen van dit stappenplan kan helpen bij het vermijden van escalatie, het doen verminderen van de agressie of zelfs het verdwijnen hiervan. 

 

Dit is echter niet het enige waar we in onze scriptie dieper op ingaan.  “Klop ik terug? Of toch eerst even een praatje slaan?” is een scriptie die bestaat uit drie delen.  Voordat je met agressie leert omgaan, is het gewenst dat je op de hoogte bent van het begrip agressie, zijn verschillende vormen, het verschil tussen agressie en geweld, de beïnvloedende factoren en enkele verklaringsmodellen.  Deze worden in het eerste deel uitgelegd.  

Het eerste deel is als het ware de basis om de verschillende stappen en verweervormen uit het tweede deel toe te kunnen passen.  Deze opeenvolgende stappen en verweervormen zijn afhankelijk van de fase waarin de agressor zich bevindt.  Binnen dit deel geven we regelmatig tips die de hulpverlener kan toepassen wanneer hij geconfronteerd wordt met agressie.

Ondanks alle mogelijke technieken en theoretische kennis over agressie, kan men toch pech hebben en slachtoffer worden van agressie.  Het effect van agressie op de hulpverlener wordt weergegeven en we sluiten af met de mogelijkheden voor doorverwijzing naar verschillende nazorgdiensten.

Download scriptie (381.6 KB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2005