De samenzweringsmythe als ordeningsprincipe. Een cultuuranalytische benadering van de zaak Dutroux

Jeroen
Boel

Samenzweringen tijdens de zaak-Dutroux

 

Midden augustus 1996 worden in het huis van de Waalse pedofiel Marc Dutroux, twee vermiste meisjes gevonden. Dit is het begin van wat ex-premier Dehaene later een prerevolutionaire periode zal noemen. Een collectieve verontwaardiging galmt door het land. Hoe had dit kunnen gebeuren? De volgende twee jaar is de zaak Dutroux nauwelijks uit het nieuws te bannen! Al heel vroeg gaan geruchten de ronde van pedofiele netwerken en prominenten die er de touwtjes in handen hebben. Gedurende twee jaar heerst in België een sfeer van verdachtmaking en paranoia.

 

Soms gebeurt het dat mensen gebeurtenissen meemaken die zo shockerend en dramatisch zijn dat ze moeite hebben om de realiteit te vatten. Op deze momenten proberen zij de feiten tot een begrijpbaar verhaal te reconstrueren in een poging om te gaan met hun emoties. Wanneer dit gebeurt vallen ze terug op eenvoudige schema’s, beelden en vertogen die vastgeroest zitten in hun cultuur. Dit zijn de momenten dat Polen herkend worden als Marokkanen en een bedrijvige pedofiel per definitie gaat deel uitmaken van een grote samenzwering.

 

Eén van deze vastgeroeste schema’s is de samenzweringsmythe. Deze komt naar boven in crisissituaties en bevat steeds een aantal vaste elementen. De samenzweerders vormen een uiterst geheim genootschap dat met ijzeren vuist wordt bestuurd. Dit genootschap is een gigantisch web van duistere machtige figuren dat reikt tot de verste hoeken van onze aardbol. In hun zoektocht naar geld en macht gaan ze over lijken en blijken ze geen gebrek te hebben aan hulpmiddelen. Deze groepen zijn zelden toevallig gekozen. De verdachte groeperingen behoren vaak al tot het standaard vijandsbeeld van een samenleving. Het zijn vaak relatief marginale groepen die een reputatie van macht hebben en bekend staan voor het uitoefenen van bijzondere rituelen. Vaak gaat het over de elites of (quasi-)religieuze groeperingen. Hier tegenover staat de held van het verhaal. Een intelligente, fysisch sterke man die belangeloos opkomt voor het algemeen belang en de strijd aanbindt met de samenzweerders. Iemand die voornamelijk denkwerk verricht binnen zijn job, meestal gaat het dan ook over inspecteurs of journalisten. Door de alomtegenwoordigheid en de geheimhouding van de samenzweerders is elke ontkenning van de samenzwering er een bevestiging van. De maatschappij wordt opgedeeld in goeden en slechten, nuances verdwijnen en kruidenvrouwen worden heksen. De locaties waar de belangrijkste daden van het netwerk zich afspelen zijn lege, donkere kille plaatsen. Plaatsen verscholen voor het alledaagse waar het daglicht niet mag schijnen.

 

Dit schema van de samenzweringsmythe wordt frequent gehanteerd als basis voor literatuur en scenario’s voor series, films en videospelletjes. Doch is dit schema niet voorbehouden voor fictie. Het neemt ook de vorm aan van geruchten, sterke verhalen en stadslegendes. Het gebeurt ook dat zo’n verhaal doorsijpelt naar wetenschappelijke publicaties of nieuwsberichtgeving. De stelling van deze thesis is dat België ten tijde van de Zaak-Dutroux ten prooi viel aan de samenzweringsmythe. De gevoelens van anomie en paranoia drongen diep door in onze maatschappij. Een belangrijke katalysator voor deze gevoelens was de media. Om deze these te kunnen testen en de degelijkheid van het schema te kunnen nagaan werd de berichtgeving van de krant De Morgen tussen 1/8/1996 en 1/8/1998 geanalyseerd op het voorkomen van de elementen van de samenzweringsmythe.

 

Het schema lijkt vrij nauwkeurig gevolgd te zijn. Nog voor de Dutroux-affaire goed en wel zijn hoogtepunt bereikte met de Witte Mars is er al sprake van een internationaal netwerk waar Dutroux en Nihoul maar het topje van de ijsberg van zijn. Iedereen wordt verdacht van deelname aan het complot en dan bij voorkeur rijke hooggeplaatsten bij de rijkswacht, het gerecht, de regering en de zakenwereld. Tevens worden er linken gelegd met rituele sektes en satanische bewegingen. De beschuldigingen zijn niet mals, de bewijzen onbestaande. Dit wordt een periode waar Dutroux een toverwoord wordt dat de voorwaarde van bewijslast voor uitspraken en verdachtmakingen tot een futiliteit herleidt. Het netwerk van Dutroux blijkt in elk land vertakkingen te hebben en zijn mannetjes ter beschikking te hebben in elke laag van de bevolking. Het netwerk is zonder twijfel verantwoordelijk voor haast elke onverklaarde moord, verdwijning van kinderen en gewelddadige misdaad die de laatste jaren plaatsvond.

 

Men ging uit van de stelling dat Nihoul en Dutroux leveranciers waren van een geheimzinnig netwerk. Het waren slechts kleine garnalen in een uiterst geheim genootschap dat toch nooit volledig ontmanteld zal worden. De grote koppen van de organisatie zullen nooit gevonden worden. Getuigen die van niets weten worden niet geloofd, er wordt een bewijs van de samenzwering in gezien. De overtuiging dat de affaire in de doofpot zou verdwijnen was dan ook een grote bezorgdheid bij de bevolking. Elke vertraging of mislukking van het onderzoek werd dan ook uitgelegd als een doofpotaffaire of een opzettelijk dwaalspoor.

 

In de verhalen van de X-getuigen blijkt de samenzwering vooral actief te zijn op donkere, braakliggende terreinen. Het onderzoek neemt dan ook voornamelijk plaats in mijnen, braakliggende terreinen en donkere kelders.

 

Het enige lichtpunt in deze affaire is het heldenduo Bourlet en Connerotte. De witte ridder Bourlet wordt afgeschreven als een Don Quichote die het moest opnemen tegen regering, justitie en de georganiseerde misdaad. Volgens de kranten was hij een uiterst intelligent, bedreven, apolitiek en rechtschapen vaderfiguur. Eén van de laatste voorvechters van de waarheid in een door en door slechte en corrupte wereld.

 

Deze elementen komen al bij het uitbarsten van de affaire voor, het verhaal was zo goed als klaar maar moest enkel nog gesynthetiseerd worden. Dit is de rol die X1 het meest succesvol op zich heeft genomen. Zij kwam met een verhaal die de gekende feiten aaneenreeg met verzinsels die de geloofwaardigheid van het verhaal ten goede kwamen. Met elementen die structuurloos aanwezig waren in geruchten en speculaties construeerde zij een coherent verhaal op basis van het staketsel van de samenzweringsmythe!

 

De samenzweringsmythe leek een sterke invloed te hebben gehad op de berichtgeving en het verloop van het onderzoek van de affaire. Een gebrek aan feiten en samenhang werd opgevuld door fantasie en verzinsels gebaseerd op het schema van de samenzweringsmythe. Deze blijkt een vrij invariante vorm te hebben waar de berichtgeving rond de zaak-Dutroux relatief sterk aan beantwoordt. Buiten deze conclusie, die voornamelijk cultuursociologisch interessant is, is er ook een maatschappelijk relevante les. De Dutroux-affaire had bij momenten veel weg van een heksenjacht die vergelijkbaar is met de Dreyfus-affaire en dit voor een groot deel door toedoen van de media.

 

J’accuse!

Download scriptie (638.25 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2006