Negentiende-eeuwse variététheaters: verrassend hedendaags

Evelien
Jonckheere

Het archiefonderzoek van Evelien Jonckheere naar de Gentse variététheaters van 1880 tot 1914 wierp een licht op een onontgonnen amusementsvorm. Nooit voorheen verscheen in België een publicatie over het variététheater. De archiefdocumenten die de scriptie van Jonckheere rijkelijk illustreren bewijzen het grote aandeel van het variététheater in het negentiende-eeuwse uitgaansleven van de Gentenaar, een echte 'lollekenshere'.

 

Archiefonderzoek wees uit dat men in de negentiende eeuw, alleen al in Gent, op zes plaatsen van deze theatervorm kon genieten. Het variétéprogramma op plaatsen zoals 'L'Eden-Théâtre', 'La Salle Valentino' en 'Le Nouveau Cirque' vertoonde zowel overeenkomsten met het circus, de foor, het café-chantant als het legitieme theater. Het programma werd immers samengesteld onder het moto 'voor elk wat wils'. Het bestond uit een opeenvolging van 'numéro's' die telkens slechts enkele minuutjes duurden. Zowel klassieke muziekstukken als populaire liederen werden er afgewisseld met klassiek ballet, moderne dans, acrobatie, illusionisme, dierennummers en zelfs met demonstraties van de laatste nieuwe uitvindingen. Attractie primeerde op de narratie, kortom spektakel dat kon wedijveren met onze hedendaagse zapcultuur.

 

Ook de pasgeboren 'cinéma' deed haar intrede in het variététheater. De eerste filmpjes waren vaak transcripties van diverse variéténummers. De dynamiek van de variétéacts onderstreepten mooi het vernieuwende karakter van de 'beweegende beelden'. Aanvankelijk was een compilatie van verschillende korte stille films slechts één van de vele nummertjes, maar geleidelijk aan verkregen ze een groter aandeel in de variétéprogrammatie. Verrassend hedendaags kunnen ook de multimediale spektakels genoemd worden, waarbij interactie tussen live-acts en film een veelgebruikte praktijk was. Men moet de film echter wel als een ontrouwe minnaar van het variététheater omschrijven, toen bleek dat ze uiteindelijk de doodsteek toebracht aan vele variététheaters. Filmpjes waren immers veel goedkoper dan de 'live-acts' van de diverse variétéartiesten die steeds duurder werden.

 

Het publiek wou steeds meer sensatie. Deze vraag werd vertaald in grootse spektakelstukken en acts waarbij zeeslagen gesimuleerd werden op grote waterbassins, allochtone volkeren ten tonele gebracht werden, de decors steeds grootser werden, de acrobatische acts steeds gevaarlijker en de illusionisten steeds mysterieuzer. Voorbeeld hiervan waren 'Le looping-the loop sans loop', waarbij gefietst werd op een achtbaan zonder enige beveiliging of het spektakel van 'Le Troupe du Dahomey' waarbij primitieve slaven traditionele gevechten op de scène uitvoerden. De sensatiezucht bleek duidelijk geen typisch fenomeen van de éénentwintigste eeuw te zijn.

 

De grotere zucht naar sensatie was verbonden met de commerciële uitbating van het variététheater, dat een steeds groter publiek wou aanspreken. Vrouwen en kinderen werden voor het eerst aangesproken ook deel te nemen aan het uitgaansleven. Voor de vrouwen werden speciale schoonheidswedstrijden en tombola's ingericht om hen naar het variététheater te lokken. Voor de kinderen organiseerde men bijvoorbeeld Sint-Niklaasfeestjes waarbij tal van cadeautjes werden uitgedeeld of 'hoogst leerzame kinderfeesten' waarbij elektrische automaten geëxposeerd werden. Deze ogenschijnlijke democratisering vond plaats in een tijd waarin vrouwen en kinderen voor het eerst uitgebuit werden in het arbeidersproces. Naast de burgerij kreeg ook het gewone volk een plaatsje in het variététheater, zij het wel dicht opeengepakt in de nok van het dak en volledig gescheiden van de gegoede klasse.

 

De toeschouwers van de gegoede klasse waren meestal abonnementshouders, die na het spektakel in de foyer werden uitgenodigd voor een ontmoeting met een artiest, een buffet of een bal. Mooi geïllustreerde uitnodigingen voor abonnementshouders wijzen op een professionele en hedendaags ogende exploitatie van het variététheater. Aandeelhouders, sponsors, besturen, lokale en internationale relaties met diverse variététheaters en de pers, zorgden ervoor dat het variététheater los van elke subsidiëring stond. Hierdoor kon het in alle vrijheid de laatste trends ten tonele brengen. Vandaar dat het variététheater ons heel wat bijbrengt over de mentaliteit van de negentiende-eeuwse burger.

 

Zo werd de negentiende-eeuwse burger overspoeld met uitvindingen die ingrijpende veranderingen met zich meebrachten. De opkomst van onzichtbare energiebronnen zoals elektriciteit en gas en een sterke toename van de mobiliteit dankzij trein en tram waren mee verantwoordelijk voor een crisis van de blik. De wereld bleek plots een dorp te zijn waarbij zichtbaarheid niet langer gelijk stond aan waarheid. Dit terwijl galerijen, een overdaad aan waren en uiterlijke schijn de kijklust aanwakkerden. De wereld werd een lichtspel, een trompe l'oeil, een visueel spektakel. Het variététheater met zijn internationale artiesten, illusionisten en zucht voor sensatie weerspiegelden de crisis van de blik enerzijds en de kijklust anderzijds.

 

De crisis van de blik zagen we vertaald in de passie voor het reële op het podium in het variététheater, die de angsten van de negentiende-eeuwse burger exposeerden. Zo werden Afrikanen en Arabieren stereotiep als wilde vreemden opgevoerd en was men dol op mensen met een lichamelijke afwijking, zoals dwergen, of met een uitzonderlijk talent. Kortom alles wat de dagelijkse orde oversteeg en deze mogelijk uit balans kon brengen, maar ons zo dicht bij 'het ware' brengt, wat Lacan als het reële omschreef. Zo kende ook de vrouw verkleed als man een grote populariteit op de scène, in tegenstelling tot het echte leven, waar de eerste feministen het hard te verduren kregen.

 

Zolang het op het podium plaats vond, gehuld in een sluier van schijn, werd 'het andere' getolereerd. De passie voor de schijn typeert de negentiende-eeuwse kijklust. Grootse decors, illusionisten, luxueuze interieurs en sensuele danseressen deden de toeschouwer even ontsnappen aan de dagdagelijkse realiteit. De drank die hierbij rijkelijk vloeide tijdens of na het spektakel versterkten enkel nog de roes. De volgende morgen kwam men echter wakker met een kater, een gat in de beurs en het besef dat men enkel via de blik aan de realiteit was ontsnapt.

 

Lijkt dit alles niet heel herkenbaar? Rijkt de televisie ons niet een gelijkaardig aanbod aan? Hoe graag dromen we niet weg bij kookprogramma's die ons doen watertanden? Waarom houden we van mooie mensen op de televisie, maar evengoed van tv-programma's als Afrit 9 of Jambers, waarin mensen verschijnen die net dat tikkeltje anders zijn? De paradox van een passie voor het reële en een passie voor de schijn blijkt dus zeer oud te zijn.


 

Download scriptie (11.07 MB)
Winnaar Scriptieprijs
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2007
Promotor(en)
Prof. Dr. Christel Stalpaert