Verschillen in Vrijheid: de Democratische Identiteit van de Publieke Ruimte

Roel
De Ridder

Verschillen in Vrijheid: de Democratische Identiteit van de Publieke Ruimte
 
publieke ruimte nu
Publieke Ruimte is een actueel thema. Publieke ruimte is meer dan de verzameling van alle straten en pleinen, ook openbare gebouwen behoren ertoe. Zonder al te veel scrupules verkoopt de federale overheid gebouwen die in een democratische samenleving voor en van iedereen zijn - denk maar aan het ‘Vlinderpaleis’, het nieuwe gerechtshof in Antwerpen. Dat gebouw is niet meer openbaar in de strikte zin van het woord. De overheid least het van een privé-firma.
         Van Dale omschrijft architectuur als ‘kunst en leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken’. Die definitie verwijst naar kunst en wetenschap, maar vergeet de sociale dimensie van architectuur. Er bestaat niet zoiets als een ‘architectuurwetenschap’ waarin alle aspecten van het ontwerpen en het bouwen vervat zitten. De architect slingert zich daarentegen door een breed veld van disciplines die strikt genomen niet de zijne zijn. Politiek hoort tot dat veld, evenals sociologie, antropologie, (populaire) cultuur en filosofie. Om adequaat antwoord te kunnen geven op de noden van de tijd, heeft de architect besef nodig van wat er gaande is in de hedendaagse samenleving. Architectuur is niet hetzelfde als design. Nog minder is het l’art pour l’art of de loutere vertaling van bouwkundige eisen.
Er is een vernieuwd engagement voelbaar in de architectuurwereld. Het is alsof, zoals een goede kennis me meldde, de condities waarop geëngageerde critici en bouwmeesters reageerden in de jaren zestig van de twintigste eeuw zich vandaag effectief doen gelden. De laatste restjes collectiviteit verdwijnen uit de suburbs of de oer-Vlaamse verkavelingen, de mens is vandaag, naar de Duits-Amerikaanse filosoof Herbert Marcuse, inderdaad ééndimensionaal en de vrije markt heerst als nooit tevoren.
         De drie hoofdfiguren in deze thesis, Hannah Arendt, Martin Luther King Jr. en Charles W. Moore, hebben in de eerste plaats gemeen dat ze hun denken - elk op een eigen manier - omgezet hebben in actie, en dat voornamelijk in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw. De huidige postmoderniteit of supermoderniteit schreeuwt – bewust of niet – om nieuw engagement. Arendt, King en Moore voeden tot vandaag het debat wat dat betreft.
 
samenvatting
Deze thesis legt de verschillen en verbanden bloot tussen drie unieke visies op de publieke ruimte: die van de Joods-Duitse politiek filosofe Hannah Arendt, die van de Afro-Amerikaanse dominee, burgerrechtenleider en denker Martin Luther King Jr. en die van Charles W. Moore, een Amerikaanse architect en lesgever. Daarnaast bevat dit werk een hoofdstuk over actuele ontwikkelingen in verband met de publieke ruimte.
 
Welke antropologische, sociale en architecturale waarde heeft de publieke ruimte in de huidige democratische samenleving? Dat is de onderzoeksvraag van deze thesis.
 
Om daar een afdoend antwoord op te geven heb ik me ondergedompeld in geschriften van Arendt, King en Moore. Daar komen nog boekendie de tijdgeest schetsen – bijvoorbeeld On the Road van Jack Kerouac -, secundaire werken en actualiseringen bij. Erg interessant zijn de teksten van de architectuurcritici Kenneth Frampton en George Baird en van de politicoloog Ronald Beiner. Zij reflecteren over de architecturale uitwerking van Arendts ideeën en vooral Frampton is daarbij niet altijd trouw aan de leer van de filosofe.
In het boek ‘The Human Condition’ (1958), ‘Vita Activa’ in de Nederlandse vertaling, schrijft Hannah Arendt over de publieke ruimte en over drie activiteiten. Arbeiden is in het levensonderhoud voorzien, werken is het maken van duurzame dingen die nuttig of mooi kunnen zijn en handelen is dat wat zich voordoet tussen mensen onderling. Arendt ziet de publieke ruimte als een vrije en democratische discussieruimte waarin we onze gelijken ontmoeten. We kunnen er handelen. Vrijheid is voor haar van het allergrootste belang. De vrijheid komt voor de gelijkheid. Pluraliteit - het verschil - is een voorwaarde om te kunnen handelen. In de publieke ruimte worden we gezien en gehoord, we verschijnen er in de openbaarheid. Arendts nadruk op het publieke is oud-Grieks geïnspireerd. De relatie die ze onderkent tussen het private en het publieke is schatplichtig aan de Romeinse opvatting van de res publica. Haar opvattingen zijn de ene keer erg conservatief en de andere keer uitgesproken progressief.
Professor Rudi Visker bewijst in zijn jongste boek ‘Vreemd gaan en vreemd blijven: Filosofie van de Multiculturaliteit’ (2005) dat de politieke filosofie van Arendt actueel is. De politicoloog Ronald Beiner legt in een recente tekst de klemtoon op ‘de solide basis’ die een publieke ruimte nodig heeft. Die basis is het werk van architecten.
Martin Luther King Jr. wil de vrijheid van de westerse kapitalistische wereld synthetiseren met de gelijkheid van Karl Marx en de naastenliefde uit de christelijke religie. Na studie van King en Arendt blijkt dat hun denken voor het overige niet veel verschilt. Ook de zwarte dominee begrijpt het nut van het verschil. King brengt, meer nog dan Arendt, het handelen in de praktijk. Hij strijdt geweldloosinde publieke ruimte, die er omwille van segregatie nog geen is, en bevrijdt met zijn medemanifestanten de zwarten in de zuidelijke staten van de VS.
         Charles Moore is de architect die de publieke ruimte op de kaart zet in de naoorlogse VS. Hij merkt een gebrek op aan zinvolle ‘plaatsen’ en schiet zelf in actie. Moore is sociaal geëngageerd. Hij benadrukt in de woningen die hij ontwerpt de identiteit van individuele personen en huisgezinnen. De publieke ruimte daarentegen is voor hem bezit van een gemeenschap die één enkele blik op de wereld deelt. Moores denken en ‘werken’ is zelden eenduidig, maar zijn liefde voor de publieke zaak en zijn onderbouwde, kritische houding ten opzichte van de Internationale Stijl spreken tot de verbeelding. Charles Moore ontwerpt nooit alleen. Het liefst laat hij degenen waarvoor hij werkt actief meedenken. Dat participatieproces ligt aan de basis van bijvoorbeeld de St. Matthew’s Episcopal Church nabij Los Angeles.
Architecten en critici die Arendts theorie naar de architectuurpraktijk transponeren, benadrukken het ‘verschil’ dat de politieke denkster zo belangrijk acht onvoldoende – Frampton negeert het zelfs volledig. Moores vroege werk heeft nog steeds waarde; zijn latere geschriften en gebouwen en pleinen stranden, mede door een oppervlakkige omgang met het verschil, in een sfeer van onverschilligheid, in cynisme zelfs volgens Frampton. Het resultaat is louter façadisme. De ware publieke ruimte laat, zoals Rudi Visker terecht stelt, verschillen toe en vangt ze op.
 
methode en lay-out
Voor een uiteenzetting over de gehanteerde methode, de opdeling in hoofdstukken en het gebruik van iconen bij de tekst om – naar Arendt – een onderscheid te maken tussen verschillende menselijke activiteiten, verwijs ik naar de inleiding van de thesis. De lay-out van dit eindwerk ondersteunt de methodische aanpak en vangt de complexiteit ervan op.

Universiteit of Hogeschool
Hogeschool PXL
Thesis jaar
2007