De Uitbreiding van de Europese Unie. Contradictie en convergentie van twee rolconcepties: de EU als strategische grootmacht en de EU als normatieve macht.

Niels
Van Couter

 

ARGWAAN EN CRISIS: KENNIS HEELT                                        
 
Ontreddering in de Europese Unie (EU): de burger gelooft niet meer in het Europese project! Het Verdrag van Lissabon dat de EU beter bestuurbaar moet maken, ligt opgeborgen in een kelder in Brussel. Zelfs Jean-Claude Juncker, de Luxemburgse premier en vurig voorvechter van de Europese samenwerking, gelooft niet meer dat het Verdrag nog voor de verkiezingen van 2009 in werking zal treden. Intussen klopt Turkije ongedurig op de deur van de Europese instellingen. Zij willen ook tot de EU behoren en vinden dat ze lang genoeg gewacht hebben. Maar wil een Unie in crisis investeren in een nieuwe lidstaat? En welke motieven geven de doorslag voor de ene dan wel de andere beslissing? Via een vernieuwende theoretische analyse geeft dit onderzoek aan de lezer een eenvoudig instrument om het kluwen van de Europese politiek te ontrafelen en beter te begrijpen.    
 
Ruim 50 jaar geleden werd het Verdrag van Rome ondertekend. Dit verdrag legde de basis voor verregaande Europese samenwerking. Een van de grootste troeven van dit project is dat omwille van het succes, talloze landen zich aansloten en daardoor zichzelf alsook de Europese Unie versterkten. Om het grote aantal aanvragen van zogenaamde kandidaat-lidstaten te verwerken, ontwikkelde de EU het uitbreidingsbeleid. Door middel van het uitbreidingsbeleid probeert de EU de kandidaten te helpen zich voor te bereiden op toetreding – eind september besliste de Europese Commissie om Turkije voor de periode 2008-2010 1,76 miljard euro te geven! Het beleid zorgt er eveneens voor dat de EU zelf zo weinig mogelijk problemen ondervindt en zo veel mogelijk wint bij de uitbreiding. Maar waarom laat de EU nieuwe lidstaten toe? Is dat omwille van de solidariteit met de armere buurlanden die via een lidmaatschap hun welvaartsniveau kunnen opkrikken? Of heeft uitbreiding in de eerste plaats te maken met winst en macht, m.a.w. maakt uitbreiding de EU zelf vooral veel sterker en rijker?
 
Aan de basis van dit onderzoek ligt het inzicht van de roltheorie. Er bestaan vele soorten rollen, ondermeer doordat rollen op verschillende manieren tot stand komen. Hoe dit laatste gebeurt, is voor dit artikel niet belangrijk. Belangrijker is de invloed die een rol heeft op de beslissingen die ieder van ons neemt. Indien we voelen dat een rol aanwezig is, zullen we steeds proberen in overeenstemming met deze rol te handelen. Als ik mezelf omschrijf als mensenrechtenactivist, zal ik iedere situatie bekijken vanuit dat specifieke perspectief en ook naar deze rol handelen door bijvoorbeeld de Olympische Spelen in Peking te bekritiseren. Meer nog, het wordt op dat moment bijzonder moeilijk om af te wijken van mijn taak als mensenrechtenactivist en een beslissing te nemen die hiertegen indruist. Het is vervolgens bijzonder verhelderend om deze theorie toe te passen op het gedrag van de EU. Net zoals het gedrag van mensen, kunnen ook politieke beslissingen beïnvloed zijn door een rol. Talloze wetenschappers schreven dikke boeken over welke rol de Europese Unie speelt: de EU als garantie voor vrede tussen de EU-lidstaten, de EU als wereldwijde beschermer van het milieu, de EU als economische speler die de grote concurrentie van opkomende economieën zoals China het hoofd biedt. 
 
De zoektocht naar en het testen van specifieke rollen in het uitbreidingsbeleid was een eerste opdracht van dit onderzoek. Al snel bleek dat de literatuur over rollen en de EU steeds focust op twee uitersten: de EU als goedlachse Sint die in het kader van het welzijn van de wereld waarden en normen verspreidt of de EU als berekende wereldmacht die haar (economische) eigenbelang verdedigt. De felle kritiek van de EU op oneerlijke verkiezingen in Zimbabwe is een voorbeeld van de eerste rol. De harde onderhandeling met Rusland over de levering van olie en gas is een voorbeeld van de tweede. De EU als normatieve macht en de EU als strategische grootmacht zijn de twee rollen die in dit onderzoek deze tegenstelling belichamen. Kandidaat-lidstaat Turkije vormt de ideale testcase voor de toepassing van deze rollen op het uitbreidingsbeleid. Als doorvoerland van olie en gas uit de Kaspische regio is Turkije immers van groot strategisch belang voor de EU en Turkije kan bovendien als brug dienen tussen het Westen en het Midden-Oosten. De talloze problemen die zich voordoen in Turkije op het vlak van democratie en mensenrechten, maken Turkije eveneens uitermate belangrijk voor de normatieve rol van de EU. 
 
Men kan intuïtief aanvoelen dat de strategische en de normatieve rollen heel vaak niet verenigbaar zijn met elkaar. Dat is ook het geval in Turkije. In de logica van de strategische grootmachtrol is het belangrijk om Turkije zo snel mogelijk het statuut van lidstaat te geven opdat de EU kan profiteren van het omvangrijke strategische belang van Turkije. De EU als normatieve macht stelt echter voorwaarden bij dat lidmaatschap, namelijk dat Turkije zich eerst naar Europese normen democratisch moet hervormen. En daar wringt het schoentje. Opvallend en problematisch is vervolgens dat de roltheorie onjuist of onvolledig blijkt. De voorspelling dat in geval van conflict tussen twee rollen één van beide rollen dominant wordt, lijkt hier niet juist te zijn. De tweede opdracht van dit onderzoek was dan ook de roltheorie verfijnen.
 
We zullen hier niet uitvoerig ingaan op de theoretische bevindingen van de scriptie. Het volstaat te vermelden dat we door het aanbrengen van een eenvoudige nuance in de roltheorie de gelijktijdige invloed van twee rollen verklaren. De EU moet bij het uitoefenen van de ene rol rekening houden met de andere rol en vice versa. Op die manier worden de beslissingen die kunnen genomen worden in aantal veel beperkter. Waarom dit inzicht belangrijk is? De roltheorie leek niet de juiste verklaringen te bieden voor de EU-politiek en dit omdat de focus op één specifieke rol te beperkt is. Doordat twee rollen gelijktijdig aanwezig zijn lijken normatieve en strategische beslissingen elkaar willekeurig af te wisselen. Redenen genoeg om te twijfelen aan de toepasbaarheid van de roltheorie op het gedrag van de EU en politieke beslissingen in het algemeen. Daar brengt dit onderzoek verandering in. Het model dat we introduceren is een aanzet voor en een oproep aan wetenschappers om de invloed van verschillende rollen tegelijkertijd te onderzoeken.
 
Hoewel deze scriptie zich focust op het uitbreidingsbeleid, zijn de bevindingen ervan toepasbaar op tal van andere beleidsdomeinen. Belangrijk is de theoretische meerwaarde van het onderzoek voor het wetenschappelijke debat, maar nog belangrijker is dat het model een eenvoudig instrument is om de werking van de Europese Unie algemeen beter te begrijpen. Omdat wij denken dat het groeiende wantrouwen in de EU en de daaruit ontstane crisis grotendeels het gevolg is van een gebrekkige kennis bij de bevolking, kan het onderzoek ook daar een steentje bijdragen en is het aldus ook maatschappelijk zeer relevant. 

Download scriptie (436.18 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2008