De rol van gehechtheid en persoonlijkheid in de voorspelling van de evaluatie van het Problemen Op School (PrOS) project

Jill
Moens

 

Saved by the bell? Of toch niet…
 
De 15 jarige Bart volgt moderne talen – sport. Wanneer de leerkracht een vraag stelt weet hij het antwoord. Tijdens de pauze speelt hij basket met zijn vrienden en na school gaat hij naar huis op zijn nieuwe fiets. Moeder en zus zijn net koekjes aan het bakken. Wanneer vader rond 18u ook thuis is gaat het gezin aan tafel. Na het eten huiswerk en daarna een spannende film.
Herken je dit of juist niet? Voor vele jongeren zoals Youri is dit slechts een droombeeld. Niet alleen stapelen de problemen zich thuis op, maar ook op school en daarbuiten. Waar kan je dan terecht? De leerkracht kan je “niet uitstaan” omdat je continu de klas op stelten zet. Je medestudenten vinden je een pest. Je “vrienden” mogen niet merken dat je problemen hebt want dan ben je een mietje. Tegen je ouders kan je al helemaal niets vertellen want alles is toch jouw schuld. Die leerlingenbegeleider op school lijkt ok, maar hij zal vast direct doorvertellen wat een loser je wel niet bent. Youri kan gewoon niemand vertrouwen. Waarom zijn best doen op school? Het maakt allemaal toch geen verschil. Saved by the bell? Nee. De problemen op school eindigen niet met de schoolbel.
 
Voor veel jongeren is het probleemloos doorlopen van hun schoolcarrière een moeilijke zaak.
Sinds 2004 worden dergelijke jongeren in Mechelen begeleid door het “Problemen Op School” of PrOS project, dat wordt georganiseerd vanuit het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg De Pont. PrOS is een soort samenwerking tussen hulpverlening en onderwijs. Vanaf het vijfde leerjaar van de basisschool kunnen jongeren er terecht. De meeste zijn echter tussen 14 en 16 jaar oud. Met individuele of groepsbegeleiding, die maximaal drie maanden duurt, wordt getracht de opgeblazen bruggen tussen jongere, school en ouders te herstellen.
Met problemen op school bedoelen we niet een propje smijten in de klas of stiekem briefjes schrijven. We hebben het over agressieve uitbarstingen, snel boos worden, respect eisen en de schuld bij de anderen leggen. De schoolcarrière kan ook worden ondermijnt door veel te piekeren en door depressieve gevoelens. Een derde probleem is spijbelen en schoolwerk niet maken. Vaak vertonen jongeren een combinatie van deze soorten probleemgedrag. Youri scheld bijvoorbeeld de leraar de huid vol omdat die een opmerking maakt over het huiswerk dat Youri weer niet heeft gemaakt. Met zulke problemen worden jongeren aangemeld bij PrOS. Vaak is het al zo ver gevorderd dat een definitieve uitsluiting van school niet veraf is en er dus dringend een oplossing nodig is.
Tijdens een PrOS begeleiding wordt er op korte tijd, intensief samengewerkt tussen jongere, PrOS begeleider, school en ouders. Een erg belangrijk principe van PrOS is namelijk dat de context of omgeving van de jongere centraal staat. De context is het gezin, de wijk, de school, de vriendengroep, enzovoort. Problemen op school reiken vaak verder dan de schoolcontext. De omgeving en de mate waarin de jongere daarin zijn plaats vindt, spelen een grote rol voor zijn toekomstkansen. PrOS tracht de verschillende partijen met elkaar te doen praten zodat iedereen min of meer overeenkomt. Dit is een hele uitdaging door de problematiek van de jongeren, de wachtlijsten, de tijdsdruk en soms ook het gebrekkige Nederlands van ouders en jongere.
Een belangrijke vraag die PrOS zichzelf stelt is: zijn de verschillende partijen tevreden met de begeleiding? In onze studie zijn jongere, ouders, school, CLB medewerker en PrOS begeleider bevraagd over verscheidene onderwerpen zoals tevredenheid over de begeleiding, hoe de jongere omgaat met (probleem)situaties, de kans dat de jongere de school afmaakt, betrokkenheid van de ouders, het toekomstbeeld van de jongere, de relatie met leeftijdsgenoten en leerkracht, enzovoort.
Ik heb me de vraag gesteld of de gehechtheidstijlen en de persoonlijkheidskenmerken van de jongeren de antwoorden op al deze vragen zouden kunnen voorspellen. Iedereen is namelijk anders met een eigen persoonlijkheid en een eigen verleden die beide het heden beïnvloeden. Gehechtheid heeft te maken met je verleden. We kunnen het begrijpen als de band die je vormt met iemand. Belangrijke ingrediënten van deze band zijn liefde, vertrouwen en genegenheid. De eerste band die iemand vormt in zijn leven is met de mensen die je verzorgen, meestal je ouders. Wanneer ouders op tijd hun baby voeden en verschonen gaat de baby erop vertrouwen dat er goed voor hem wordt gezorgd. Later zal hij de wereld gaan verkennen omdat hij weet dat zijn ouders er zijn wanneer hij ze nodig heeft. Dan is het kind “veilig gehecht”. Wanneer ouders door om het even welke reden hun baby niet steeds op tijd voeden of verschonen dan zal de baby het, ook later, moeilijk vinden om anderen te vertrouwen. Dan is het kind “onveilig gehecht”. Er zijn vier onveilige gehechtheidstijlen. Iemands gehechtheidstijl heeft invloed op latere relaties, bijvoorbeeld met leerkrachten.
Naast de manier waarop de jongeren zich hechten is ook gekeken naar vijf verschillende persoonlijkheidsdimensies. “Iedereen is anders” hoor je wel eens. Dat heeft te maken met je persoonlijkheid. Die wordt doorheen de jaren gevormd door alle ervaringen die je opdoet. Er is dus ook invloed van de manier waarop je je hecht aan anderen: vol vertrouwen of helemaal niet. Bij de PrOS jongeren gaan we vijf verschillende “soorten” persoonlijkheid na. Is de jongere vooral depri (dysfoor), agressief (psychopathie/malignant narcisme), vreemd (schizoïdie) of net geestelijk erg sterk (psychologische gezondheid). Of heeft hij/zij vooral weinig sociale vaardigheden (peer rejection).
Welke resultaten heeft het onderzoek opgeleverd? Kunnen gehechtheid en persoonlijkheid voorspellen of men tevreden is met de PrOS begeleiding? Vooral de veilige en de erg wantrouwende onveilige gehechtheidstijl en de psychologische gezondheid, maar ook soms de dysfore persoonlijkheidsdimensie kunnen voorspellen hoe de verschillende partijen PrOS gaan evalueren. Dit wijst erop dat vertrouwen kúnnen hebben in anderen heel erg belangrijk is omdat het jongeren zou kunnen beschermen tegen het uit de hand lopen van problemen op school en daarbuiten. Hetzelfde geldt voor psychologisch sterk staan. Het wantrouwen dat bestaat bij vele jongeren is dus een belangrijke stap om te overbruggen. Verder lijkt het belangrijk voldoende rekening te houden met depressieve gevoelens bij jongeren. Het vertrouwen winnen van kinderen die nooit hebben leren vertrouwen is een belangrijke uitdaging voor PrOS.
Tijdens zijn begeleiding heeft Youri vriendschap gesloten met Bart. Bart weet dat Youri in begeleiding is en vindt het sterk van hem dat hij gaat praten met een wildvreemde over zijn problemen. Youri’s ouders vragen af en toe hoe het was op school. Hij is veel rustiger, ook in de klas. Hij voelt zich veel minder geviseerd wanneer de leerkracht een opmerking maakt en verontschuldigd zich als hij zijn huiswerk niet heeft gedaan in plaats van zijn schrift door de klas te keilen.
 

Download scriptie (454.74 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2009